Mensen trouwen minder snel dan vroeger. En als ze het doen, hebben ze er meestal een 'goede' reden voor. Maar wat zijn - behalve de liefde - dan goede redenen? Stelling over trouwen en samenwonen onder de loep.
Trouwen is beter voor je pensioen
Het persoonlijke pensioen wordt berekend op basis van de eigen carrière van u en uw partner, ongeacht uw burgerlijke staat. Hebben u en uw partner een eigen loopbaan, hebt u dus sowieso allebei recht op een persoonlijk pensioen.
Maar als slechts één van beide partners de kost verdient, dan zijn gehuwden in het voordeel bij de pensioenberekening.
Heeft één van beide partners geen (of zeer weinig) eigen pensioenrechten opgebouwd, dan wordt het pensioen van de werkende partner omgezet naar een gezinspensioen. Concreet betekent dit dat daarop een toeslag van 25 procent wordt uitbetaald.
Ook na een scheiding zijn ex-gehuwden in het voordeel. Heeft een van beide partners niet gewerkt tijdens het huwelijk dan heeft hij of zij voor die periode recht op een pensioen als gescheiden echtgenoot. Dat doet overigens geen afbreuk aan de pensioenrechten van de andere partner. Die behoudt zijn volledige persoonlijke pensioen. Voor gescheiden ambtenaren geldt deze regel niet. Wie gescheiden is van een ambtenaar kan pas recht hebben op een pensioen als gescheiden echtgenoot nadat de ambtenaar overleden is.
Wie (nog) niet officieel gescheiden is, maar wel feitelijk apart woont, heeft recht op de helft van het gezinspensioen, eventueel verminderd met zijn of haar persoonlijk pensioen. Ook dit geldt enkel voor werknemers en zelfstandigen.
Voor het pensioen van samenwonenden - feitelijk of wettelijk - is het ieder voor zich.
|