Honing meer dan een zoetstof
De menselijke energie ( spankracht ) is nauw verbonden met de suikerhuishouding. Onze spieren hebben suiker nodig om prestaties te kunnen leveren. Met suiker bedoelen we hier glucose. Het bloed zorgt ervoor dat de suikerbehoefte in de spieren gedekt wordt, maar moet die suiker ook weer ergens vandaan halen.
Bij een normaal voedingspatroon bevindt zich een behoorlijke hoeveelheid glucose in het bloed. Het bloed mag en kan echter niet teveel glucose bevatten. Zodra er een verzadigingsdrempel is bereikt scheidt de alvleesklier het hormoon insuline uit dat de in het bloed aanwezige glucose omzet in glycogeen. Dit is een soort reservesuiker die bewaard wordt in de lever. Als het peil van de glucose in het bloed te laag wordt (doordat we bijv. plotseling veel energie moeten leveren) scheidt de alvleesklier wederom een hormoon af, glucagon geheten, dat de in de lever opgeslagen reservesuiker weer omzet in glucose.
Een mens is in staat om uit zetmeel en suiker (gewone huishoudsuiker) glucose te maken. Dit gebeurt in de darm. Zo'n proces van omzetten gaat echter niet zomaar. Vooral de gewone huishoudsuiker kan veel last veroorzaken. Dit is een zgn. meervoudige suiker. In de darm wordt deze gesplitst in enkelvoudige suikers: waarvan glucose de belangrijkste is.
Zo'n splitsingsproces geeft afvalstoffen die in de darm gisting kunnen veroorzaken met bijv. diarree als bijverschijnsel. We kunnen ons voorstellen dat het even duurt voordat het lichaam de gewone suiker als energiebron kan gebruiken.
Met honing is het anders gesteld. Honing bestaat, uit hoofdzakelijk enkelvoudige suikers: glucose en fructose. Deze beide suikers kan het lichaam direct opnemen en gebruiken. Er is geen voorbewerking noodzakelijk.
Honing is dus een energieleverancier van de eerste orde.
Het geeft het lichaam energie zonder dat er sprake is van de belastende bijverschijnselen die optreden bij het gebruik van 'gewone' suiker als energiebron.
Elke honingsoort is anders van samenstelling. Zo wordt lindehoning gebruikt bij brandwonden en heidehoning bij keelklachten.
Samenstelling: Globaal zitten de volgende stoffen in honing: fructose, glucose, mineralen (K,Ca,Fe,Ma) enzymen(invertase,diastase,glucoseoxydase, fosfatase), zuren (azijnzuur, appelzuur e.d) aromatische stoffen, aminozuren, vitamines
Kwaliteit: Bij het ouder worden gaat de kwaliteit van honing achteruit.
Werking van honing: Elke morgen een dessertlepel honing op de nuchtere maag: sporters, aanstaande moeders, bejaarden, iedereen heeft er baat bij.
goed voor: Lever, hart, nieren, blaas, spijsvertering, helpt tegen hooikoorts, keelpijn, kriebelhoest enz.
|