Ons zweet kan ons behoorlijk parten spelen. Op ongepaste momenten moeten we vrezen voor okselvijvers, geurtjes of zweethanden. Toch is zweet best handig.
Opwindend zweet Ten eerste zorgt het voor verkoeling, omdat vocht bij het verdampen warmte aan de omgeving onttrekt. Op de tweede plaats kan zweet zelfs een aantrekkingsfactor zijn door de aanwezige feromonen. Deze geurende hormonen kunnen seksuele opwinding maken op kraken. Onbewust kunnen ze er dus voor zorgen dat je verliefd wordt¿of net niet.
Emotioneel zweet Bij zweet denkt men in de eerste plaats aan zware fysieke inspanningen en zomerse temperaturen. Maar het meeste zweet wordt gegenereerd door emotionele spanningen. De productie van emotioneel zweet (zoals bij schrik of zenuwen) is vijf keer zo groot als de fysieke zweetproductie. En dat is niet het enige verschil: emotioneel zweten gebeurt 'plotseling', fysiek zweten gebeurt eerder geleidelijk.
Vochtverlies Elke zes minuten produceren de zweetklieren een beetje vocht. Dagelijks verlies je gemakkelijk een liter aan vocht, in extreme gevallen kan dat oplopen tot tien liter. Daarom is het belangrijk om je vochtniveau op peil te houden door regelmatig water te drinken. Zweet je erg in een warm of tropisch klimaat, is het ook best regelmatig iets zout te eten om vocht vast te houden en niet te snel te dehydrateren.
Twee soorten klieren Het zweet wordt veroorzaakt door miljoenen zweetklieren. Er zijn twee soorten: eccriene en apocriene kleiren. Eccriene zweetklieren heb je sinds je geboorte en zitten over het hele lichaam, maar vooral bij de oksels, handpalmen, voetzolen en het gezicht. Ze scheiden een waterachtige oplossing af die in principe naar niks ruikt.
Stinkend zweet Een ander verhaal zijn de aprocriene klieren. Hun vloeistof is vettiger, bevat vele zouten en eiwitten en ruikt in principe niet. Toch zorgt deze vloeistof voor de zweetlucht omdat ze reageert met de melkzuurbacteriën die van nature op de huid zitten.
Deze breken het apocriene zweet af en laten daarbij afvalstoffen achter die de typische transpiratiegeur hebben. Wie zich niet onthaart, heeft meer kans op geurtjes omdat het vocht in de haartjes blijft plakken.
Deodorant of antitransparant? Om de geurtjes tegen te gaan, kan je een deodorant gebruiken. Deze bestrijdt de melkzuurbacteriën, waardoor het zweetvocht geen onaangename lucht meer kan krijgen. Heb je blijvend last van veel zweet, dan kan je ook een antitransparant gebruiken. Deze remt de zweetproductie af door het gebruik van stoffen als aluminiumzouten. De samentrekkende werking daarvan zorgt ervoor dat de zweetkliertjes zich vernauwen, waardoor er (tijdelijk) minder transpiratievocht naar buiten komt.
Het zal de zweetproductie echter niet beïnvloeden en het overtollige vocht komt er dan op een andere plaats uit. Voor wie hinderlijk veel transpireert: met Botox-injecties kunnen zweetkliertjes tijdelijk worden uitgeschakeld. edp
|