 |
Stadsdichter Joke van Leeuwen: "Ik voel me niet zomaar hollander of zomaar vlaming, ik ben een tussenvorm. Dat is een verrijking, als je dat in je hoofd en je hart goed weet te mengen".
Joke Van Leeuwen is de eerste vrouw na een rijtje van drie welbespraakte mannen: Tom Lanoye, Ramsey Nasr en Bart Moeyaert. Niet de minsten, maar daardoor laat Van Leeuwen zich niet afschrikken. Ik doe het wel op mijn manier. De Nederlandse schrijft en illustreert al kinderboeken sinds de jaren zeventig. Ze maakt ook gedichten voor volwassenen. Na talloze prijzen en vertalingen, van het Hebreeuws tot het Japans, werd ze in november 2007 gevraagd om stadsdichter van Antwerpen te worden. 'Ik was natuurlijk heel vereerd. Ik heb er veel zin in.
31 januari is het officiële startschot voor de twee jaar durende poëziemarathon. Het eerste gedicht wordt geprojecteerd op een witte muur in de Antwerpse studentenbuurt, op de hoek van de Kipdorp en de Sint-Jacobsstraat. Een hoek met veel passage. Voor mijn eerste stadsgedicht werk ik samen met motion designer Bob Takes. Samen met hem wil ik de toer op van de bewegende poëzie. Het is geen gedicht om voor te lezen; maar iets om naar te kijken. Er is veel belettering, maar er komen ook filmbeelden en illustraties bij kijken. Dat alles gebeurt op een bepaald ritme. Het is digitale, tijdelijke poëzie. Maar het kan daarna nog naar de verschillende districten. Ik wil mobiele poëzie, ze hoeft niet vast te hangen aan een muur.
Is stadsdichter zijn een voltijdse job? Het is geen fulltime bezigheid, maar het zit wel de hele tijd in je hoofd. Wat zal ik nog maken? En voor welke plek? De stad wordt de drager van mijn poëzie, dus moeten inhoud, vorm en plaats zo goed als het kan bij elkaar passen. Er zijn al een paar mooie plekken gebruikt door de vorige stadsdichters, maar er is gelukkig nog heel wat moois overgebleven voor mij.
Waarom is het een eer om Antwerpen te mogen vertegenwoordigen? Ik vind Antwerpen een boeiende en sfeervolle stad. Er leeft heel wat op cultureel vlak. Het is ook een mooie stad, behalve die lelijke flatgebouwen dan, die ze tussen mooie herenhuizen neerpoten. En er is water, zo dicht bij de binnenstad. Zo'n open vrijplaats aan de Schelde vind ik prachtig. Er zijn natuurlijk ook dingen die voortdurend moeten worden gezien, verbeterd en veranderd. Er is armoede. Er zijn mensen die zich hier niet thuis voelen, het gevoel hebben dat ze geen plek toebedeeld krijgen. Verschillende groepen moeten zien samen te leven. Het groepsdenken moet doorbroken en de verkrotting moet worden aangepakt. Antwerpen heeft alle problemen die elke grote stad met zich meedraagt. Maar ik vind dat er op veel vlakken verbetering merkbaar is. Kan een stadsdichter tragische gebeurtenissen in een stad verzachten, zoals Bart Moeayert deed in 'Vrouw en Kind' toen Hans Van Themsche had toegeslagen? Ja, dat denk ik wel. Poëzie is een unieke vorm om zoiets onder woorden te brengen. De taal van de poëzie gaat verder dan de gebeurtenis zelf. Ze kan er een eigen invalshoek en toon aan geven.
|