Mama van Scout (drie maanden).
Ik heb lang getwijfeld, of ik wel mama wilde worden. Ik was thuis de jongste, dus ik moest niet omgaan met jongere kinderen. Mijn mama was kleuterleidster en als ik na school bij haar langsliep, kwamen daarin één keer driehonderd kleuters op me afgestormd. Ze stonken en hadden snottebellen en wilden me allemaal aanraken. (lacht) Misschien kwam daar mijn 'afkeer' van kleine kinderen vandaan: ik zag er of géén, ofte véél.
Tot mijn 24ste heb ik gezegd: ik wil er geen. Géén. Maar dat gevoel is in de loop der jaren toch verdwenen, blijkbaar. Toen ik in Maleisië was voor opnames van 'Expeditie Robinson', bleef mijn menstruatie uit. Ik deed een test en voilà. Het was pril, net drie weken. Ik wist perfect wanneer de bevruchting gebeurd was. En ik wist perfect dat het een jongetje was. Eigenlijk wilde ik liever een meisje. Weinig jongensmama's durven dat luidop zeggen, maar het heeft alles te maken met de kleertjes. Een meisje kleedt leuker. Die felle kleurtjes, toffe jurkjes. Voor jongens zit je toch gauw in de grijzige of lichtblauwe tinten. Brr.
Ben je een andere vrouw, sinds je mama bent? Zolang ik geen mama was, keek ik anders naar moeders. Ze leken van een andere wereld. Nu weet ik dat dat niet zo is. Ik ben nog altijd dezelfde Evi, ik lach nog altijd met dezelfde onnozele grappen. Alleen heb ik nu één zwakke plek: Scout. Het heeft enkele weken geduurd tot het echt tot me doordrong: die is er voor altijd, hé. Het is een nieuw gevoel. Een diepgewortelde liefde, die je niet kan uitleggen aan iemand die geen kinderen heeft.
Je lijkt klaar voor een hele kleuterklas. Als de natuur het toelaat ,wil ik er nog. Pas op, dat zeg ik nu. Scout is een engeltje van enkele maanden. Stel dat die opgroeit en een kleine etter wordt? Nee, dat zal wel niet.
Mensen die me goed kennen, schrikken er nog altijd van. Wie had dat ooit gedacht: Evi, een moederkloek? Mijn zelfbeeld is ook veel beter sinds ikmama ben. Ik stelde me altijd veel molliger voor dan ik was. Als ik nu foto's zie van voor mijn zwangerschap, denk ik: 'Wow, Evi, wat een goed figuur had je toch.' Ik denk dat ik die zwangerschapskilo's nodig heb gehad om mijn lijf te waarderen.
Was je veel bijgekomen? Twintig kilo ! Maar eigenlijk zag je dat zo niet. Mijn lichaam bleef 'in verhouding'. Zeven weken na de bevalling kon ik alweer in mijn broeken, in mijn gewone kleding. Ik heb nog wel een buikje - maar ik sport en let op mijn eten. Er moet nog twee kilo af. Mijn lijf is ook anders. Ik heb niet één striem, daar ben ik blij om. Maar dat buikje, hé. De postnatale kinesiste zei onlangs tegen mij: 'Amai, jij hebt niks buik meer!' En ik: 'Jawel, als ik naar voren buig. Kijk, daar hangt vél!' (
Is Fred een goeie papa? Fred doet het erg goed. Qua pampers verversen, badje geven, aankleden enzo kon ik hem vanaf dag één met Scout alleen laten. Maar als mama vóél je toch net ietsje beter wat er precies scheelt, als je kind weent. Honger? Vuile broek? Krampjes of gewoon moe? Dat soort zaken weet ik beter, vind ik.
Vindt Fred dat ook? Mama's denken altijd twintig stappen vooruit. Een man is daar wat losser in. Dat zit hem in de kleinste dingen. Zo moet een baby altijd een mutsje op als je buitengaat. Dat snapt Fred niet. Ik geef dan geen commentaar - ik probeer het subtieler aan te pakken. Ik zet Scout gewoon snel even zelf een muts op. Onlangs reed ik 's avonds naar huis, het was elf uur en ik belde Fred om te horen hoe Scout het stelde. Of hij goed gegeten had? Stilte aan de andere kant van de lijn. Eten: daar had hij niet aan gedacht.
Heb je borstvoeding gegeven? De eerste vier weken. Best een zware periode: om de drie uur eten geven - ik voelde me een melkkoe. Na vier weken ben ik op flesjes beginnen overschakelen.
Missen jullie het uitslapen al? Het begint te beteren. Scout slaapt van twaalf uur 's avonds tot halfzeven 's morgens. Geven we hem zijn flesje en een propere pamper, dan slaapt hij weer tot halftien. In het weekend durven we hem weleens tussen ons in bed te leggen. Als we geluk hebben, houdt dat ventje zich rustig tot halftwaalf. Weet je, ik heb altijd een goeie conditie gehad. Mijn bevalling was niet al te zwaar, dus ik ben niet uitgeput aan Scout begonnen. Ik heb ook nooit zo'n gevoel gehad van 'Ik kan het niet meer aan'. Omdat ik nogal een gevoelige ben, had ik me voorbereid op hevige hormonale dipjes. De 'babyblues': ik zat er écht op te wachten. Niks van gevoeld.
Scout is geen alledaagse naam. Ik vind het een redelijk normale naam. Fred en ik wisten allang dat het Scout zou zijn. Wij zijn nogal snel in dat soort beslissingen. Fred had drie maanden voor de bevalling de naam Scout trouwens op zijn pols laten tatoeëren. No way back. Als ik één advies mag geven aan ouders die een bepaalde naam willen 'doordrukken' bij hun partner: laat hem ergens tatoeëren.
Als Scout een broer of zus krijgt, zal het Swarm heten: had je dat grapje al gehoord? ,Absoluut! Goed gevonden, hé? Mijn schoonzus moet binnen een paar maanden bevallen en de hele familie noemt dat ongeboren kind nu 'Swarmke'.
Nog ééntje, om het af te leren: met die naam kan hij later niet naar de Chiro. Wat ik vooral belangrijk vind, is dat mensen weten dat we ons niét door Bruce Willis en Demi Moore hebben laten inspireren. Hun Scout is een meisje!
Jij vertrekt naar Maleisië voor 'Expeditie Robinson'. Wat met Scout? Die gaat mee, twee maanden. Mijn beste vriendin komt mee, en ook Fred komt een paar weken overgevlogen, om op Scout te passen. Het hele productieteam kijkt ernaar uit. Scout zelf zal er niet veel van weten, maar hij zal wel genieten. Van de natuur, van de zeebriesjes, de palmbomen, het strand.
Fijne vooruitzichten: je wilt toch zo min mogelijk stapjes missen, van zo'n kind. Absoluut. Scout kan na de zomer hopelijk terecht in een stadscrèche. Maar Fred en ik hebben geen 9 to 5-job, dus we kunnen ook zelf vaak genoeg op hem letten. En of dat leuk is. Nu is hij bijna drie maanden. Hij is heel alert en kan uren naar zijn mobieltje liggen kijken. En hij kan ontzettend kwaad worden, als het stopt met draaien. Hij lacht naar ons, als hij wakker wordt. En als we heel veel moeite doen om hem te laten lachen, lacht hij vooral niet. Ik kan blijven vertellen. Eigen kind, schoon kind. Ja, alle clichés kloppen.
|