We hebben dik twee miljoen jaar geleden afstand genomen van de apen doordat we leerden koken.
Dat beweert tenminste primatoloog Richard Wrangham van Harvard University.
Voedsel bereiden werd mogelijk, nadat de mens het vuur had ontdekt en zo in de gelegenheid was gekomen om te koken. Dat heeft een fundamentele verandering van de anatomie van de mens en zijn hersenen tot gevolg gehad.
Evolutionair doel Wrangham denkt dat koken niet alleen een voortvloeisel is van onze cultuur, maar dat het ook een evolutionair doel heeft gehad. Door het bereiden van voedsel zijn onze voorvaderen minder calorieën gaan verbranden.
Want, zo stelt Wrangham, eten levert ons niet alleen energie op, het kost ons ook energie. Het bereiden van voedsel zorgt er echter voor dat we niet meer zoveel energie verspillen aan het verteren van voedsel, waardoor deze energie gebruikt kan worden door onze hersenen
Kleinere tanden en darmen Volgens Wrangham is dit de reden waarom onze hersenen zo enorm zijn gegroeid in vergelijking met andere dieren. Hij stipt aan dat volgens archeologische vondsten de eerste maaltijden al zo'n 1,6 tot 1,9 miljoen jaar geleden werden bereid, precies op het moment wanneer de hersenen van Homo erectus begonnen uit te breiden. Bovendien heeft Homo erectus kleinere tanden en darmen dan zijn medecarnivoren, die waarschijnlijk grotere tanden en darmen nodig hebben gehad voor het eten en verwerken van rauw vlees. (mvl)
|