De kerstster afkomstig uit Midden-Amerika en Mexico
Volgens een oude legende van de Azteken vindt de plant met de felrode schutbladen zijn oorsprong in een tragische liefdesgeschiedenis. Uit de bloeddruppels van het gebroken hart van een Aztekengodin groeide de kerstster. De Azteken apprecieerden de plant, die het tropische hoogland in de korte winterdagen siert, eerder om praktische redenen dan om zijn louter decoratieve waarde. In hun taal noemden ze de kerstster Cuetlaxochitl. Uit de schutbladen trokken zij een rood pigment dat werd gebruikt om textiel en cosmetica te kleuren. Het melkachtige sap van de kerstster werd verwerkt tot een koortswerend medicijn.
In het subtropische klimaat van haar thuisland groeit de kerstster in struikvorm en kan deze tot vier meter hoog worden. Het was deze vorm die ervoor zorgde dat Joel Poinsett rond 1828 viel voor de charme van de wilde kerstster. Poinsett, ambassadeur in Mexico voor de V.S., arts en gedreven botanicus, nam de kerstster mee naar huis. Om hem te eren werd de plant naar hem genoemd: poinsettia. Meer zelfs, in de V.S. vieren ze al sinds het midden van de 18de eeuw Poinsettia Day, op 12 december, de sterfdag van Poinsett. De mensen geven elkaar dan kerststerren een fijne gewoonte die ook in Europa almaar aan populariteit wint.
Europa maakte pas aan het begin van de 19de eeuw kennis met de opvallende winterbloeier. In 1804 viel de felrode plant natuurkenner Alexander von Humboldt op en hij nam de kerstster mee naar huis na een reis door Amerika. In Berlijn werd ze in 1833 gecatalogiseerd onder de botanische naam Euphorbia pulcherrima, de mooiste onder de euphorbias, door botanist Carl Ludwig Willdenow. Volgens een document in het Willdenow herbarium werd de kerstster in 1834 beschreven door Johann Friedrich Klotzsch, dokter, chemicus en conservator bij het Botanisch Museum in Berlijn.
Een ster zowel in een boeket als in een bloempot. De Duitser Paul Ecke, die naar Amerika emigreerde, begon in het begin van de 20ste eeuw met de marketing van de kerstster het was meteen het begin van een succesrijke wereldomvattende carrière. Ecke was gefascineerd door de rode planten die in het wild groeiden rondom zijn boerderij in Californië, en hij begon zich toe te leggen op de teelt ervan. Hij boekte initieel succes met vers afgesneden twijgen van de kerstster, die hij op de markt bracht als kerstplanten. Zijn zoon, Paul Jr., verkocht ze tijdens de kerstperiode in belangrijke verkooppunten op Sunset en Hollywood Boulevard in Los Angeles. Een geboorteplaats een wereldster waardig
Zo begon de carrière van de kerstster op de plaats waar de sterren van het witte doek hun naam vereeuwigd zien in de Walk of Fame.
Aangemoedigd door het succes in Hollywood ging Ecke verder met de teelt van poinsettias. Op zijn boerderij in Zuid-Californië kweekte hij poinsettiaplanten op grote velden die vervolgens als snijbloemen verkocht werden via bloemisten over het hele land. De productie van snijbloemen werd later grotendeels vervangen door de kweek van potplanten. Het is dankzij geslaagde verdere kweekprocedés in Duitsland, rond 1950, dat de kerstster nu kan overleven in een verwarmde kamer, wat aanvankelijk niet het geval was.
Moderne teelt van de kerstster. Met haar grote, kleurrijke schutbladeren is de kerstster wereldwijd veruit de populairste potplant. Poinsettias zijn gewoon onmisbaar geworden in de aanloop naar de kerstperiode en tijdens de kerstdagen. Ze doen het altijd goed - in verschillende afmetingen, alsstruikje of als hoogstam als decoratie of als geschenk.
De kerstster is overal ter wereld graag gezien we kunnen haar dan ook terecht een ster noemen. Vandaag de dag triomfeert ze in meer dan 100 variëteiten, in alsmaar meer kleurschakeringen, vormen en afmetingen en in talloze decoratieve verschijningsvormen. En het mooist van al... Het einde van haar glansrijke carrière is nog lang niet in zicht!
|