Tempeliergefluister in Lissewege Van op de spitsloze toren van de Lisseweegse O.-L.-Vrouw-Bezoekingskerk kun je uitgebreid het omringende polderlandschap bewonderen. Hoog en droog vraag je je af hoe dit kleine, witte polderdorp zich ooit zo'n kathedraal van een kerk kon permitteren. Het antwoord schuilt in de Middeleeuwen.
Toen was Lissewege een drukbezocht Mariabedevaartsoord én de eerste pelgrimshalte aan de Vlaamse Kust langs de weg naar Santiago de Compostela. Of deze vorm van religieus toerisme voldoende geld in het laadje bracht valt te betwijfelen. De overleden Lisseweegse auteur Johan Ballegeer meende dat de mysterieuze orde van de Tempeliers misschien wel iets met de zaak te maken hadden.
Ook Dudzele was in de Middeleeuwen een indrukwekkend bedevaartsoord. De Sint-Leonarduskerk was zelfs één van de belangrijkste gebouwen van de regio. De Brugse kuipers vereerden er Sint-Lenaard en trokken geregeld naar de kerk op bedevaart. Toen die verering afnam, zaten de Dudzelenaars met de handen in het haar. De dure onderhoudskosten konden niet langer betaald worden en de kerk stortte als een kaartenhuisje ineen. Alleen de Romaanse ruïne, in de schaduw van de huidige Sint-Pieters-Bandenkerk, herinnert nog aan die glorietijd.
|