Cynthia 28 jaar woonachtige te Mechelen, geen leefgeld. 2 kinderen: Kimberley (5) en Aron (1maand).
Verkeerde mannen en brute pech: dat is de rode draad in het leven van Cynthia uit Ghana. Een Nederlandse man die haar leerde kennen in Ghana, vroeg haar naar Nederland te komen, maar toen ze zwanger werd, ontkende hij dat hij de vader was en stuurde haar weg. Omdat ze haar ouders niet met een dikke buik onder ogen wilde komen, bleef ze in Europa. Ze kwam via een vriendin naar België, waar ze kennismaakte met een Ghanese man, die haar zwanger maakte, maar een abortus wilde omdat hij niet klaar was voor een kind. Aron werd twee maanden te vroeg geboren en moest 5 weken in het ziekenhuis blijven. Cynthia wacht nog steeds op een verblijfsvergunning. Ze heeft geen inkomen, zelfs niet van het OCMW en woont in een kamer bij 'vrienden'
Ik zoek werk. Om het even wat, als het maar een fatsoenlijke job is. Ik heb in Ghana snit en naad gedaan. De pleegmoeder van mijn dochtertje Kimberly bezorgt me elke week de jobadvertenties voor poetsvrouwen, maar telkens als ik telefoneer, hebben ze al iemand. 0 ja, ik heb al veel voorstellen gekregen om me te prostitueren, want in die kringen weten ze snel wanneer iemand aan de grond zit, maar dat kán ik niet. Ik lijd nog liever honger. Ik kan niet werken en kan ook geen vervangingsinkomen krijgen. Omdat ik geen verblijfsvergunning heb.
Via de protestantse kerk heb ik asiel aangevraagd in Brussel, maar ik kreeg te horen dat ik die aanvraag te laat had gedaan: ik had het nog tijdens de zwangerschap moeten doen en niet na de geboorte van mijn kindje. Ik leef nu in een echte papierwinkel en word van hier naar daar gestuurd, -in afwachting van een verblijfsvergunning.
Omdat ik geen geld heb, is Kimberly in een pleeggezin geplaatst. Ik zie haar enkel in het weekend. Als ze bij mij is, slapen we met z'n drieën in één bed. Overdag kijken we televisie. Ik heb geen geld voor uitstapjes of voor speelgoed. Ze vraagt me al maanden of ik iets wil kopen voor haar verjaardag in januari. Ze verveelt zich bij mij en vraagt al na een uur of ze naar haar andere mama mag gaan. Dan breekt mijn hart. Toen ik zwanger was van Aron en de vader me vroeg om abortus te plegen, weigerde ik dat. Abortus is in mijn ogen moord. Mijn geloof laat dat niet toe. Ik had ook de pech dat Aron te vroeg geboren is. Ik moest elke dag bedelen om geld bijeen te krijgen voor het openbaar vervoer, om mijn zoontje in het ziekenhuis te kunnen bezoeken. Soms had ik niet genoeg geld en kon ik niet gaan. Het OCMW betaalde gelukkig wel mijn ziekenhuis- en doktersrekeningen. De kosten voor een prematuurtje lopen hoog op. Ik wilde borstvoeding geven, maar dat kan niet omdat hij in het ziekenhuis sonde- en flesvoeding heeft gekregen. Nu wil hij niet meer bij mij drinken. Dus ben ik verplicht om dure flesvoeding te kopen.
Kinderkleding en eten krijg ik via Moeders voor Moeders. Ik heb een dak boven mijn hoofd, maar dat is dan ook alles. Sinds ik in Belgie ben, vier ik geen kerstmis meer. (huilend) Wat is er te vieren? Ik heb niets en niemand. Ik heb geen familie, vrienden, geen boom,geen cadeautjes. In Ghana ging ik vroeger weg met vrienden. We maakten de hele avond en dag plezier. ooit hoop ik weer zo kerst te vieren, maar dat zal niet in Ghana zijn.
Mijn familie schaamt zich voor me. Ik schaam me voor mezelf. Mijn grootste angst is dat ze me op een dag terug sturen omdat ik niet voor mijn kinderen kan zorgen. Maar hier krijg ik nog één keer per week een voedselpakket en ginder niet. En je kunt je de schande niet voorstellen van een Ghanese vrouw die twee kinderen heeft van twee mannen, waaronder één halfbloedje.
Hoteliers schenkt kerstdiner en overnachting, Cynthia reageert enthousiast.
|