Het geheim van port
Port dankt zijn bestaan aan een bijzondere eigenschap van gistcellen. Deze zetten de suiker in de druiven om in alcohol, maar gaan er aan dood bij meer dan vijftien procent. Als dan nog suiker in de most aanwezig is, ontstaat zoete wijn. De gisting van de jonge portwijn wordt opzettelijk tot stilstand gebracht voordat alle suiker is omgezet.
Port, uitsluitend gemaakt in Portugal, is een versterkte wijn met +/- 20% alcohol. De wijnvelden liggen langs de rivier de Douro, van Rigua tot aan de Spaanse grens.
Portwijn rijpt de eerste wintermaanden op vaten in het portgebied, in het voorjaar vervoert men de port naar Vila Nova de Gaya, waar de portshippers (grote wijnhuizen) de wijn o.a. mengen (blenden).
Port wordt verdeeld in twee hoofdtypen: vintage ports en blends. Vintage port is altijd wijn van één oogstjaar. Blends zijn gemengde wijnen uit verschillende oogstjaren. Bij het maken van port tellen vele details mee. De regelgeving is net als in bijvoorbeeld de Champagne extreem streng.
Zo moet de wijn van overheidswege meer dan dertig controles ondergaan voordat hij als port de wereld in mag.
Vintage port is port van een uitzonderlijk goed oogstjaar, die 1,5 tot 3 jaar op eikenhouten vaten rijpt en dan wordt gebotteld. Op fles rijpt vintage port nog minstens 12 (zelfs tot 40) jaar. "Late-bottled Vintage Port", ook van wijn van een jaargang, rijpt 4-6 jaar op vat. Kleur en smaak van deze portwijn zijn lichter dan van een vintage en deze kan ook jonger worden gedronken.
Ruby en Tawny-port zijn eenvoudige portwijnen, hierbij worden altijd diverse jaargangen gemengd. Ruby-port is een jonge port met een fruitige smaak. Tawny-port rijpt veel langer op vat en krijgt dan zijn wat bruinige (tawny) kleur. Witte port wordt uitsluitend gemaakt van witte druiven.
|