Veertien oktober werd door de Wereldgezondheidsorganisatie uitgeroepen tot Werelddonordag.
Voor ons het moment om eens na te gaan hoe het staat met orgaandonaties en transplantaties in ons land, samen met Walter Van Donink, transplantatiecoördinator in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Elke week sterven in ons land twee mensen voor wie niet tijdig een ruilorgaan kon worden gevonden. Nochtans is in principe iedere Belg die geen verzet aantekent, een potentiële donor.
Door onze wet op orgaandonatie doet België het op dat vlak helemaal niet slecht en toch blijft ons land kampen met een tekort aan organen. Hoe verklaart u dat?
Walter Van Donink: "Eerst en vooral is de gemiddelde leeftijd van de donoren gestegen waardoor we minder ideale donoren hebben van wie alle organen gebruikt kunnen worden. Dat komt omdat het aantal jonge verkeersslachtoffers gedaald is. Tien tot vijftien jaar geleden maakte deze groep donoren 50% van het totaal uit, nu is dat nog slechts 25%. Dit werd gedeeltelijk opgevangen door een aanpassing van de criteria voor donoren. Vroeger werden nooit organen gebruikt van mensen ouder dan 60, nu telt de leeftijd niet meer, er wordt enkel nog gekeken naar de toestand van de organen. Daardoor blijft het aantal donoren ongeveer stabiel, maar kunnen van één donor vaak minder organen gebruikt worden voor transplantatie.
Daar staat tegenover dat het aantal kandidaten voor een transplantatie gestegen is. Door de toenemende kennis en ervaring komen meer en meer ziektebeelden in aanmerking voor een transplantatie en bovendien zijn ook de mogelijkheden om iemand in leven te houden tot een ruilorgaan gevonden is, verbeterd. Denk maar aan het gebruik van een kunsthart.PM
|