Na drie jaar onderzoek en 23.000 gesprekken is de organisatie Action Innocence overtuigd:
internet blijft voor kinderen en jongeren onveilig. 66 procent van de Vlaamse tien- tot dertienjarigen zegt dat ze al negatieve ervaringen hadden met internet. In 2005 was dat nog maar 40 procent. De top vier: ongewenste beelden, onaangename contacten, technische problemen, storende reclame.
Ondanks de vele campagnes voor veiliger internetgebruik blijven nog te veel kinderen het slachtoffer van ongewenste confrontaties of onaangename contacten. Helaas is dat de voornaamste trend die er uitspringt. Dat zegt onderzoekster Marjan Gerarts van Action Innocence. Bijna vier op tien kinderen zegt al eens geconfronteerd te zijn met ongewenste beelden. Een op vijf vertelt over onaangename ervaringen met contacten via het web, cyberpesten hoort daar ook bij. Een op elf spreekt van vervelende technische problemen, zoals virussen en gecrashte pcs. Webreclame is voor de meesten niet echt negatief: slechts 2,5 procent rapporteert dat als hinderlijk.
Jongens gamen, meisjes chatten Internet zorgt ook voor plezier: bijna de helft van de kinderen heeft positieve ervaringen met spelletjes, bijna een op drie met chatten, een op vijf met informatie opzoeken en een op twaalf met videofilmpjes bekijken. Marjan Gerarts: Met de leeftijd zie je daar verschuivingen. Zo wordt chatten bij twaalf- en dertienjarigen even belangrijk als gamen, terwijl dat bij tien- tot twaalfjarigen minder is. Er is ook een verschil tussen jongens en meisjes: jongens spreken meer over gamen, meisjes meer over chatten.
|