Nieuwe techniek is een Belgische primeur.
In het Brusselse Erasmusziekenhuis is een 31-jarige vrouw die wegens een kankertherapie vroegtijdig in de menopauze was gekomen, van een gezonde baby bevallen dankzij een transplantatie van haar eigen ingevroren ovariumweefsel. Dat is het weefsel van de eierstokken. "De moeder en de kleine Lisa stellen het wel", meldt het ziekenhuis vrijdag.
Tweede keer Het is wereldwijd nog maar de tweede keer dat autotransplantatie van diepgevroren bewaard weefsel van de eierstokken tot een succesvolle zwangerschap heeft geleid. En de primeur was ook voor ons land. In 2004 beviel een jonge, genezen verklaarde kankerpatiënte in de menopauze in het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc van een gezonde meisjesbaby, die Tamara werd genoemd.
Spontane zwangerschap In Israël was er in 2005 een gelijkaardig geval, maar daar werd de jonge vrouw zwanger door in-vitrofertilisatie (ivf). De Belgische baby's zijn het resultaat van spontane zwangerschappen.
Jarenlang onderzoek De geboorte in het Brusselse Erasmusziekenhuis werd begeleid door een team van professor Yvon Englert en dr. Isabelle Demeestere. De transplantatie van het ingevroren ovariumweefsel kon worden uitgevoerd dankzij jarenlang onderzoek binnen de afdeling Gynaecologie-Verloskunde en het "Laboratoire de Recherche en Reproduction Humaine" van de geneeskundefaculteit van de Université Libre de Bruxelles (ULB).
Eileiders aangetast De 31-jarige vrouw die dinsdag dankzij die techniek moeder werd, was 24 jaar toen ze kanker kreeg. Ze had een lymfoon, kanker van het lymfatisch systeem, dat deel uitmaakt van het verdedigingsmechanisme om ziekten en infecties te bestrijden. De chemo- en radiotherapie die de patiënte onderging, tastten haar eileiders aan, met een vroegtijdige menopauze tot gevolg. Eens ze van kanker genezen werd verklaard, konden de eerste stappen worden gezet voor de transplantatie van haar ovariumweefsel, dat tijdens haar ziekte werd ingevroren.
Hoop Volgens dr. Demeestere biedt de techniek hoop voor jonge vrouwelijke patiënten die geconfronteerd worden met kanker en door hun behandeling vroegtijdig in de overgang belanden. Gemiddeld is dat bij 40 procent van de jonge kankerpatiënten het geval. Bij bepaalde behandelingen tegen kanker is dat zelfs 90 procent.
|