Babys zijn niet zo hulpeloos als ze er uitzien.
In het boek wat een pasgeboren baby al kan, wordt beschreven wat onze ukjes zoal kunnen. En dat is heel wat. Uit onderzoek blijkt dat een baby al meteen na de geboorte zijn eten kan vinden. Na zeven maanden hebben onze kleintjes al een beperkte wiskundeknobbel.
Op ontdekking Wanneer babys geboren worden, denkt iedereen dat het kleine wezentje hulp nodig heeft om de borst van mama te vinden. Vergeet het, baby wil niet meteen zuigen, maar het gezicht van mama ontdekken. Vooral haar ogen trekken de aandacht, ook al is de tepel vlakbij.
Mamas borsten vinden babys op eigen kracht als hij honger heeft. Dat komt omdat er nog vruchtwater op zijn handjes kleeft. De geur en de smaak daarvan leidt hem naar een olieachtige substantie op de tepel die lijkt op het vruchtwater. Als hij zuigt, houdt hij het gezicht van mama voortdurend in de gaten.
Stemmenvoorkeur Na vier uur op de wereld, herkent hij haar gezicht meteen. Tests wijzen uit dat ze al meteen de stem van hun moeder verkiezen boven andere. Helemaal van streek raken ze als ze de stem van hun mama uit het gezicht van een andere vrouw schijnen te horen. Godzijdank wordt papa niet vergeten. Binnen de week verkiezen ze zijn stem al evengoed boven die andere mannenstemmen.
Jaloezie Gezichtsuitdrukkingen imiteren, daar is de baby al evengoed in. Zijn kunstjes nemen snel toe. Zelfs gevoelens als empathie, gevoelens en jaloezie kan een kleintje, jonger dan zes maanden, al herkennen. Wanneer onderzoekers beelden van andere, huilende kinderen toonden, barstten de proefbabys al even vlug in tranen uit. Een andere test liet mamas liefdevol met poppen omgaan. Bijna alle babys toonden jaloezie en zetten het op een huilen.
Rekenwonder Al even merkwaardig is hun gevoel voor wiskunde. Lang voordat babys kunnen praten of lopen, hebben ze een abstract gevoel voor getallen. Het aantal stemmen dat de kleintjes hoorden, konden ze verbinden met het aantal gezichten dat ze zien.
Talenknobbel Op het vlak van taal wordt al even veel onderzoek gedaan. Na een zestal maanden wordt het gebrabbel van de kleintjes heel wat specifieker. Onderzoekers legden de klanken van zes tot acht maanden oude babys uit de hele wereld voor aan volwassenen. Ze konden vrij nauwkeurig aangeven welke babys uit hun taalgebied kwamen.
De babys van tien maanden oud kennen vooral de klanken die ze horen uit hun naaste omgeving. Ukjes van een paar maanden oud kunnen andere, vaak exotische klanken produceren. Een kennis die helaas helemaal verdwijnt na de tiende maand.
|