Donderdag 29 maart
kreeg het peper- en zouthuisje in Knokke-Heist koninklijk bezoek.
Kinderen worden gepest op school. En voelen zich daardoor slecht en wantrouwen de anderen.
Ruzies uitpraten met  klasgenoten is soms moeilijk.

Hoe gaan scholen daar mee om?
In de Sint-Jansschool in Knokke-Heist is het peper- en zouthuisje op de speelplaats de remedie.
Met dit antipest-project won de school vorig jaar de Paolaprijs.

Contract
Alle leerlingen tekenen een 'contract' waarin ze verklaren dat ze tegen pesten zijn»,
zegt directeur Marc Moeyaert. Dat doen de leerlingen in het kader van hun Pest Actie Plan (PAP).
De leraren bouwden op de speelplaats een 'Peper- en zouthuisje'.
Daaraan hangt een kastje met een peper- en zoutstel. «Peper en zout vormen een onafscheidelijk duo»,
legt Marc Moeyaert uit. «Het is de bedoeling dat kinderen die ruzie hebben het onder elkaar weer goedmaken.
De ene leerling nodigt de andere uit om het conflict uit te praten in het huisje,
door een peper- of zoutvat te geven. Als de andere weigert, komt een leraar ter hulp.
Het 'Peper- en zouthuisje' leert kinderen dus hoe ze zelf het initiatief kunnen nemen om ruzies uit te praten.

PAP-lepel
Aan het huisje hangt ook nog een tweede kastje: het 'EHBP-kastje' of 'Eerste Hulp Bij Pestgevallen'.
Daarin zit een 'PAP-lepel', maar die dient alleen voor noodgevallen.
Wanneer een leerling vindt dat hij gepest wordt, mag hij de lepel meenemen naar de klas,
zegt de directeur. «Dat is het signaal dat hij een probleem heeft».