Vaderschapsverlof is passé, vanaf nu spreken we van geboorteverlof. Want er zijn steeds meer niet-traditionele gezinnen, en dus wordt het vaderschapsverlof afgestoft. Ook meemoeders, de vrouwelijke partner van de moeder van het kind, kunnen voortaan genieten van vaderschapsverlof.
Omdat het dus niet enkel meer mannen zijn die vaderschapsverlof kunnen opnemen, spreken we van 'geboorteverlof'.
De aanpassing van het vaderschapsverlof is in de eerste plaats bedoeld voor meemoeders, de vrouwelijke partner van de moeder van het kind. De wettekst zelf is geslachtsneutraal geschreven, wat betekent dat dit recht dus ook opgeëist kan worden door de mannelijke partner van de moeder, die niet de wettelijke vader van het kind is.
Wat is geboorteverlof ?
Geboorteverlof dekt, net als het vroegere vaderschapsverlof, twee ladingen.
- Bij de geboorte van een kind
Dit is de meest gekende vorm: 10 dagen verlof (klein verlet) bij de geboorte van een kind. Deze 10 dagen moeten binnen de 4 maanden na de geboorte worden opgenomen. De eerste 3 dagen worden door de werkgever betaald, de volgende 7 door de mutualiteit.
- Bij het overlijden of de hospitalisatie van de moeder tijdens het moederschapsverlof
Dan wordt een deel van de moederschapsrust omgezet in geboorteverlof om de opvang van het kind te verzekeren.
Wie heeft recht op geboorteverlof ?
In de eerste plaats blijft dat uiteraard de vader van het kind.
De meeouder komt enkel in aanmerking als de afstamming langs vaderszijde niet wettelijk vaststaat. Het is dus niet mogelijk dat voor eenzelfde kind zowel de vader van het kind als de meeouder geboorteverlof opnemen.
Wie is meeouder?
In de praktijk gaat het om de lesbische partner van de moeder, of om de vriend van de moeder die het kind niet erkend heeft (als hij het kind erkend heeft, is hij immers de wettelijke vader en niet meer de meeouder).
De officiële criteria voor een meeouder luiden als volgt:
- gehuwd zijn met diegene bij wie de afstamming van het kind vaststaat;
- wettelijk samenwonen met diegene bij wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Deze persoon mag geen bloedverwante in rechte lijn, broer of zus zijn;
- sinds een onafgebroken periode van 3 jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwonen met diegene bij wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Deze persoon mag geen bloedverwante in rechte lijn, broer of zus zijn.
De wet werd op 10 mei 2011 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Het kan complex worden
Er werden duidelijke regels vastgelegd. De wet bepaalt dat het recht op geboorteverlof slechts aan één enkele werknemer kan worden toegekend. De meeouder kan er niet van genieten als de afstamming langs vaderszijde vaststaat. Als er bovendien meerdere personen aan de bovenvermelde beschrijving van meeouder voldoen, heeft de gehuwde meeouder voorrang op de wettelijk samenwonende, en de wettelijk samenwonende op de feitelijk samenwonende.
Daarnaast bepaalt de wet ook uitdrukkelijk dat de werkneemster die recht heeft op moederschapsverlof, voor datzelfde kind geen geboorteverlof kan opnemen, ook al zou ze aan de voorwaarden voldoen.
Wanneer de werknemer gebruikmaakt van het recht op geboorteverlof, wordt de duur ervan van het eventuele recht op adoptieverlof afgetrokken. De meeouder die het geboorteverlof volledig opneemt en het kindje van haar partner nadien adopteert, zal dus recht hebben op een adoptieverlof van 6 weken min 10 dagen. (mr jobat)
|