1. Je kind moet voor de eerste keer naar het dagverblijf. Wat doe je?

A. Je doet een vreugdedansje, gevolgd door een zucht. Jij en je kind zijn er klaar voor. Een nieuwe periode in jullie leven is aangebroken. Tegelijk besef je dat alles zo snel gaat.
B. Je maakt foto’s en e-mailt ze naar je ouders nog voor je naar je werk vertrekt.
C. Je blijft in de buurt van het klaslokaal staan in de hoop een glimp op te vangen van zoon- of dochterlief die aan het spelen is.
D. Geeft je spruit een dikke knuffel en vertrekt zonder zorgen naar je werk. Je vraagt jezelf af wanneer je je kind best oppikt.

2. Het is mama’s avondje uit en je bent helemaal klaar om uit de bol te gaan met vriendinnen. Hoe ziet je avond eruit?

A. Je bestelt een pizza voor de kinderen, duikt in de badkamer en vertrekt veel te vroeg naar het restaurant. Zo hebben jullie zéker de beste plaats.
B. Je belt naar het restaurant en bestelt alvast een fles wijn. De kans dat je te laat komt is groot, maar je wil dat je vriendinnen al beginnen feesten zonder jou.
C. Je schotelde je kinderen reeds een gezonde maaltijd voor, controleerde hun huiswerk en sprak af met je partner welk uur ze naar bed moeten. Resultaat: je komt op tijd.
D. Je vertelt je kroost dat het oké is om ontbijtgranen te eten als avondmaal. Je herinnert ze er bovendien aan dat ze de afwas moeten doen.

3. Wat doe je na het oudercontact?

A. Feesten! Je kind heeft het voor sommige vakken veel beter gedaan dan vorig semester en dat moet absoluut gevierd worden.
B. Je stuurt een sms’je naar je spruit met jouw felicitaties. Vervolgens vraag je of de leraar wiskunde bijlessen kan komen geven, gewoon om goede resultaten in de toekomst te garanderen.
C. Je maakt een afspraak met de directeur. Je wil immers zeker zijn dat je zoon of dochter nog steeds de goede richting volgt.
D. Omdat je denkt dat de leraar/lerares zijn best doet, geeft je hem/haar een doos pralines.

4. De eerste schooldag breekt aan. De leraren gaan op zoek naar ouders die zich vrijwillig willen inzetten voor de school en haar leerlingen. Jij...

A. Geeft je naam meteen op. Je houdt ervan om ergens bij betrokken te zijn.
B. Geeft je naam meteen op omdat je ervan overtuigd bent dat je de communicatie tussen leerlingen kan verbeteren.
C. Geeft je naam op omdat je sowieso op alle evenementen zal aanwezig zijn die de school organiseert.
D. Je hebt geen idee wat er precies van je verwacht wordt en doet niets.

5. Zoon- of dochterlief verjaart. Helaas is de bakker vergeten om een taart in de vorm van zijn/haar lievelingsdier te maken. Hoe los je dit op?

A. Je koopt ijsjes, dat is volgens jou veel beter dan taart. Je rijdt naar de supermarkt om het lievelingsijs van je kind en neemt een paar smakelijke versieringen mee.
B. Je zoekt op internet naar bakkers in de buurt. Daarna bel je ze allemaal op in de hoop dat een van hen nog een dierentaart op overschot heeft.
C. Je koopt een chocoladetaart. Vervolgens zoek je in een andere winkel naar koekjes in de vorm van het lievelingsdier. Thuis customize je de perfecte taart. Je wil immers vermijden dat je kind ongelukkig is en begint te wenen.
D. Je neemt genoegen met een taart in de vorm van een voetbal. Neen, de kleuren matchen niet met jouw servetten, maar dat geeft niet. Vooral de smaak is belangrijk.

6. Het is pas februari, maar jij maakt nu al plannen voor een zomervakantie met je kroost. Hoe ga je tewerk?

A. Je doet wat research maar wacht met boeken. Wat als je kind een slecht rapport heeft en bijlessen moet volgen deze zomer?
B. Tegen het einde van de dag heb je de hele vakantie uitgestippeld. Je hebt je kinderen zelfs al ingeschreven voor enkele lokale activiteiten.
C. Je schrijft hen in voor een educatief zomerkamp naar jouw keuze. Ooit zullen ze je dankbaar zijn.
D. Je beseft dat het pas februari is en stelt die plannen uit tot het warmer wordt.

De resultaten
Meestal A: De feestmama
Waar je ook naartoe gaat: je propt je rugzak vol lekkere snacks voor je kinderen. En wanneer ze slechte punten halen op school, probeer je er het beste van te maken. Je kroost voelt zich zelden ongelukkig. Daarnaast hecht je ook veel belang aan je eigen geluk en ga je vaak stappen met vriendinnen. Probeer je kinderen erop attent te maken dat feesten niet het belangrijkste is in het leven.

Meestal B: De perfecte moeder
Je kinderen komen zelden te laat. Maar als dat wel eens gebeurt, dan verwittig je de directeur of sportschool meteen met een sms’je of e-mail vanaf je Blackberry. Daarnaast zet je je steeds in voor allerlei schoolse evenementen. Bovendien wil je dat je kroost steeds mooier gekleed is dan klasgenootjes. Kortom: jij en je kinderen moeten in alles uitblinken, maar perfectie is een illusie.

Meestal C: De wakende moeder
Organisatie is het belangrijkste in je leven – je zou zelfs zonder problemen een cursus stiptheid kunnen geven. Bovendien heb je de neiging om je kroost constant te controleren. Zorg er voor dat je er niet te veel in opgaat, het zou tot meer stressvolle situaties kunnen leiden. Verplicht jezelf om af en toe de tijd uit het oog te verliezen. Je zal merken dat jij en je kinderen ervan opvrolijken.

Meestal D: De ontspannen moeder
Het moederschap stressvol? Volgens jou niet. Je brengt je kinderen niet naar school, maar koopt hen een busabonnement. Je organiseert niet vaak activiteiten omdat je van dag tot dag leeft en de voorkeur geeft aan impulsieve plannen. Natuurlijk wil je het beste voor je kinderen, maar je vindt het onnodig om ze te controleren. Je vertrouwt erop dat ze hun plan kunnen trekken. Tip: kinderen vinden bemoederen meestal niet leuk, maar ook aan snel zelfstandig worden hebben ze een hekel. Aan jou om de gulden middenweg te vinden.