Energieprestatiecertificaat ook in Brussel
Eigenaars van een woning of kantoorruimte groter dan 500m² in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten een energieprestatiecertificaat voor gebouwen (EPC), afgeleverd door een erkend certificeerder, kunnen voorleggen bij de verkoop van hun pand. Vanaf 1 november wordt dit ook verplicht voor de verhuur.
Hiermee is Brussel het laatste Belgische gewest dat een Europese richtlijn over het EPC in praktijk brengt.
De prijs van een certificaat, dat 10 jaar geldig blijft, bedraagt ongeveer 100 euro voor een studio, 150 euro voor een appartament en 200 à 300 euro voor een huis. De kostprijs voor kantoorgebouwen is afhankelijk van de oppervlakte.
Wie geen EPC kan voorleggen, riskeert een administratieve boete van 200 à 650 euro. Er wordt wel een aanpassingsperiode voorzien tot 1 september 2011. Tot dan zal geen enkele sanctie worden opgelegd, maar zullen wel raadgevingen en waarschuwingen gegeven worden.
Lees meer op de website van Leefmilieu Brussel
Strengere regels voor kruidengeneesmiddelen
Vanaf 1 mei zullen traditionele kruidengeneesmiddelen in de Europese Unie alleen nog mogen worden verkocht als ze geregistreerd zijn of als er een vergunning voor is verleend.
In 2004 werd een overgangsperiode van zeven jaar vastgesteld voor de goedkeuring van de zogenaamde 'kruidengeneesmiddelenrichtlijn'. Die laat enkel nog officieel erkende producten in de handel toe.
Wie een traditioneel kruidengeneesmiddel wil laten registreren, moet kunnen bewijzen dat het product niet schadelijk is. Bovendien moet ook worden bewezen dat het product al minstens 30 jaar, waarvan 15 jaar in de Europese Unie, veilig wordt gebruikt.
Precies omdat dat soort geneesmiddelen al 'van oudsher' wordt gebruikt, voorziet de richtlijn in een vereenvoudigde vergunningsprocedure op basis waarvan kruidengeneesmiddelen kunnen worden geregistreerd zonder dat de veiligheidstests of klinische proeven worden uitgevoerd die bij een normale procedure vereist zijn.
Duitsland en Oostenrijk openen grenzen voor werkzoekenden uit Oost-Europa
Op 1 mei stellen Duitsland en Oostenrijk hun grenzen open voor werkzoekenden uit Oost-Europa. Inwoners uit acht van de tien landen die in 2004 toetraden tot de Europese Unie zullen vanaf die dag zonder beperkingen in Duitsland en Oostenrijk aan de slag kunnen. Aan Malta en Cyprus, die ook in 2004 bij de EU kwamen, werden destijds geen beperkingen opgelegd.
De EU-lidstaten kregen in 2004 zeven jaar de tijd om hun grenzen open te stellen voor werknemers uit acht nieuwe lidstaten. Vanaf 1 mei 2011 zullen inwoners uit Estland, Letland, Litouwen, Polen, Slovakije, Slovenië, Tsjechië en Hongarije aan het werk kunnen in de hele Europese Unie. België stelde zijn grenzen al open in 2009. (wdp standaard)