Of er algemene regels gelden voor wie prijsbewust wil tanken? 'Zeker weten', zegt consultant én brandstofprijzenwatcher Omer Coekaerts. 'Alles hangt af van twee parameters: het type tankstation en de concurrentie. Hoe meer concurrentie, hoe meer druk op de prijzen en dus hoe goedkoper je kunt tanken. Omgekeerd kan een uitbater die nauwelijks concurrenten in de buurt heeft het zich permitteren om de officiële maximumprijzen te hanteren. Een schoolvoorbeeld daarvan zijn de stations langs de autosnelwegen, die veruit de duurste van allemaal zijn. Al moet gezegd dat die wel een percentage op de verkoop van de brandstof en de producten uit de shop moeten afstaan aan de staat om de uitbatingsconcessie te betalen.'
Minst dure stations
Zo mogelijk nog belangrijker dan de concurrentie is het type van tankstation. 'De minst dure stations zijn de volledig geautomatiseerde, zoals we die kennen van bij Dats - van de groep Colruyt - maar ook van Shell Express en Esso Express en eerder regionale of lokale spelers zoals een Maes. Niet onlogisch, want de prijs is hun enige bestaansreden. Zij worden wel op de hielen gezeten door Q8 Easy, vaak te vinden bij Delhaize-supermarkten. Die zijn ongeveer een eurocent duurder dan de kopgroep, maar laten je wel Plus-punten sparen a rato van een halve eurocent per liter, wat de achterstand nóg verkleint. Soortgelijke prijzen hanteren ook de Lukoil-vestigingen - het vroegere Seca-netwerk - en eerder regionaal ingeplante spelers als Avia of Oeral. Maar dan heb je de goedkoopste wel gehad.'
Duurste tankstations
De duurste tankstations zijn dan weer de zogenoemde full convenience shops, waar automobilisten vaak binnenwippen voor een broodje, een drankje, een krant of magazine. 'Vaker zelfs dan om er te tanken', stelt Omer Coekaerts. 'Ik denk dan aan de Shop 'n Go-formule van Q8 of het uitgebreide netwerk van Total. Hun stations hanteren praktisch allemaal de officiële maximumprijzen. Zij kunnen zich dat ook veroorloven omdat ze sterk staan in de fleetmarkt. Zo heeft circa 60 procent van de Total-klanten een tankkaart van het bedrijf. En bij gebrek aan grote shops zien de andere grote spelers zoals Esso, Shell en Texaco zich almaar vaker genoodzaakt toch wat korting op de brandstofprijs te geven, om niet geplet te geraken tussen enerzijds de grote servicespelers en anderzijds de volautomatische prijsbrekers.'
En de kleine zelfstandigen? 'Die hebben slechts twee opties', vreest Omer Coekaerts. 'Ofwel investeren in een volautomatisch station en dus spelen op volume, ofwel investeren in een grote shop en zo spelen op service. Maar dat kost geld. Dus zie ik vooral dat de ietwat oudere garde, die vaak ook geen familiale opvolging heeft, zijn zaak dan maar verkoopt aan de grotere ketens of merken alvorens met pensioen te gaan.'
(Kristof Simoens nieuwsblad)