Het leven van Evert als boek. Hij leeft met zijn dieren op de Veluwe. Leeft er bijzonder en in de goede zin van het woord, eigenzinnig. Hij leeft zijn leven pal naast een autosnelweg, dicht bij en toch ver weg van de moderne mensen met haast, tijdgebrek en gewichtige zaken aan hun hoofd.
 Overdaad kent Evert niet, maar hij geniet elke dag van zijn maaltijden en krant lezen, gaat prima samen.
 Het graan dat Evert oogst, deelt hij met zijn gevleugelde vrienden.
In Everts eigen ogen maakt niets zijn leven erg bijzonder. Hij leeft zoals zijn ouders en zijn grootouders leefden. De crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog, de welvaartstijd en de nieuwe crisis hebben hier geen verandering in gebracht. Althans nauwelijks. Want toen door de welvaart de olieman niet meer op een bakfiets met blikken langs de deuren kwam, maar met een tankauto, was Evert wel gedwongen zijn olielamp te vervangen door een elektrisch peertje en zijn petroleumstel door een tweepits gasstel. Ongevraagd kreeg hij bovendien waterleiding, hoewel de pomp bij het huis het nog prima doet. Verder bleef alles bij het oude.
Handbediening Evert heeft geen elektrische apparaten, geen radio en tv en ook geen telefoon. Koffie maalt hij met een koffiemolen, brood snijdt hij met een broodmes en hij verstelt zijn kleren met een handnaaimachine. Wassen doet hij met een boender en een wasplank. Op zijn erf vind Je geen maai- en zaai-, sproei- en snoei- graaf- en zaagmachines. Evert heeft twee handen aan zijn lijf, waarmee hij de eg trekt en de kruiwagen duwt. Hij poot met een pootstok en zaait uit de hand, om vervolgens te maaien met de zeis of de zicht. Dorsen gebeurt met de dorsstok.
Evert graaft met een schop en giert met een emmer. Hij neemt kennis van het nieuws via de plaatselijke krant; hij is geen zappende kijk-luisteraar, maar een aandachtig lezer. Het leven van Evert kent orde en regelmaat. Niet omdat hij deze zaken als zodanig verheerlijkt, maar omdat zijn leefwijze dat vraagt. Evert is geen vagebond die wel ziet wat de dag van morgen zal brengen: hij bereidt zijn zaken terdege voor.
Natuurlijke cycli De dag-, week-, maand- en jaarindeling staan bij een man als Evert bij voorbaat vast, en zijn uiteraard geënt op de seizoenen. Een agenda of kalender heeft hij niet nodig. Omdat zijn concrete dagelijkse bezigheden direct afhankelijk zijn van de weersomstandigheden, observeert en bestudeert Evert het weer. De langetermijnvoorspellingen haalt hij uit de Enkhuizer Almanak, die voor de korte termijn uit de Barneveldse Krant. De belangrijkste verwachting verkrijgt hij door eigen observatie van lucht, natuurverschijnselen en weerglas. Evert is overigens niet naïef of on-wetend. Hij heeft een nuchtere kijk op de buitenwereld. Zo spelt hij de krant iedere dag en weet hij wat er ver weg en dichtbij gaande is. Maar hij laat zijn leven er niet door beïnvloeden en gaat zijn eigen, vaste gang.
Bejaardentehuis Everts gezonde, in onze ogen bijna spartaanse leefwijze, kon niet verhinderen dat zijn chronische ziekte op den duur zijn krachten ondermijnde. Zijn controlebezoekjes aan het ziekenhuis werden frequenter - waarbij hij zich overigens keurig in het pak stak. Zijn naaste omgeving beschikte uiteindelijk dat Evert zijn sobere huishouding beter kon verruilen voor een wat comfortabeler verblijf in een bejaardentehuis.
Evert liet het zich ogenschijnlijk welgevallen, maar waarschijnlijk dacht hij wat een van de buren hardop zei: Het is het beste, maar het is niks!
Op zijn begrafenis waren er twee sprekers: een rechtschapen predikant, die hoopte dat Evert zich in Gods genade mocht verheugen, en de auteur van dit boek, die Everts bijzondere leven als rentmeester van de schepping in herinnering wilde brengen.
 Evert paart een grote kennis van natuur, milieu en huis, tuin, keuken en erftechniek aan een ontwapende natuurlijkheid.
|