het gerucht circuleerde al even maar dat het uit zou zijn tussen hem en Tania, blijft Herman Brusselmans ontkennen. 'Oké, Tania en ik hebben een lat-relatie. Zes maanden geleden heeft ze een eigen appartementje gehuurd op vijf minuten lopen van bij mij.'

De schrijver haast zich erbij te zeggen dat de verstandhouding met 'het lekkerste wijf ten oosten en ten westen van de Leie' nog altijd goed is. 'Wij houden nog van elkaar, er is géén derde in het spel en we hebben geen slaande ruzie gehad. Tania en ik brengen nog heel wat tijd samen door en ze blijft allerlei dingen voor me regelen.'

Wat er dan zo scheef zit? 'De oorzaak moet je helemaal bij mij zoeken. Ik ben geen makkelijke mens om mee samen te leven. Mijn almaar uitdijende waanzin en mijn negatieve denken zorgden de jongste tijd voor spanningen. Niet verwonderlijk dat Tania behoefte voelde aan een eigen plek. Ik neem het haar niet kwalijk dat ze niet langer zin heeft om tot twee uur 's nachts geterroriseerd te worden door filosofische beschouwingen over Schopenhauer. Ik mag mezelf al gelukkig prijzen dat ik ooit zo'n prachtvrouw heb gevonden. Eentje die het al meer dan achttien jaar met me uithoudt.'

'Dit appartementverhaal zou dus zeer voorlopig kunnen zijn. Ik ga ervan uit dat het weer goed komt. Wij zijn trouwens niet het enige goede koppel dat niet de hele tijd samenwoont: Raymond van het Groenewoud en Sigrid Spruyt hebben toch ook aparte huizen?' (nieuwsblad)