Mannen en vrouwen die regelmatig bessen eten, lopen minder risico op de ziekten van Parkinson, dat blijkt uit recent onderzoek.
Flavonoïden Een studie bij 49.281 mannen en 80.336 women berekende hun opname van flavonoïden. De wetenschappers analyseerden de consumptie van vijf belangrijker bronnen van voeding rijk aan deze stof: thee, bessen, appels, rode wijn, appelsienen en appelsiensap. De deelnemers werden 20 tot 22 jaar gevolgd. Daaruit blijkt dat de mannen die het meest van deze stof opnamen, 40 procent minder kans hadden om deze ziekte te ontwikkelen dan degenen die het minst hiervan aten. Ze kunnen dus hun risico op deze ziekte verlagen door appels, appelsienen en andere dingen rijk aan flavonoïden te eten. Bessen Bij vrouwen was er geen verband tussen de consumptie van flavonoïden en de ontwikkeling van de ziekte van Parkinson. Maar zowel bij mannen en vrouwen bleek dat de consumptie van anthocyanine, een soort van flavonoïden die voornamelijk in bessen zit, zowel bij mannen als vrouwen het risico op deze aandoening doet dalen. Deze bestanddelen zitten in planten en fruit, dit is ook bekend als vitamine P of citrine. Naast fruit bevat is ook chocolade een van deze stof. (ep)
|