Heb ik je vandaag al verteld dat je er weer betoverend uitziet. Je mooie gezichtje tart mijn verbeelding én mijn verbeelding doet je mooie snoetje nog meer stralen. Ik raak niet uitgekeken op jouw lieve, snoezige rimpeltjes. Zoveel natuurlijke schoonheid heb ik nooit gezien. Ik moet wel dromen, dromen over wat ook jij belangrijk vindt.
Jij hartenbreker bent onwijs jong en toch niet te jong om de juiste vragen te stellen. De stilte die ik bij jouw ervaar, doet mij de juiste antwoorden vinden. Ja, ik heb je ook lief. Nee, ik vind het niet erg als je zegt "Mijn wereld is op reis". Jij bent de ijsbreker die ik nooit heb gekend. Ik kan niet meer achteruit en je komt steeds wat dichter.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand: voel ik onze connectie omdat ik je zo dichtbij voel of omdat je telkens weer een beetje dichter komt? Ik moet je nageven, ook al ken ik je nog niet zo lang, je hebt lef om de wereld iets zonniger, groener, eerlijker en liefdevoller te maken.
Nu is het aan mij om 'aardse zaken' en 'verplichtingen die ik mij als man vooropstel' los te laten. De wil is groter dan de angst om te vertrouwen. Zeg, voor ik het vergeet, eerder vandaag moest ik aan je denken én er kwam een spontane glimlach op mijn gezicht. Ik was weer even helemaal weg van jou. Mag ik jouw toverformule? Is het jouw schoonheid, is het jouw naïviteit, is het jouw vertrouwen of is het nog iets anders dat ik pas herken in jou en in mij? Mijn gedachten zweven weg op ongekende hoogten.
Ik reis verder weg en toch kom jij dichterbij. Ik blijf zweven, terwijl jouw reis uit niemandsland afloopt. Ik kijk op, opeens is er dé kreet. Je valt in mijn armen vóór ik val. Ik ben waar ik moet zijn en dat is dicht bij jou. Tranen van geluk, mag ik je welkom heten? Welkom! Het ijs onder mijn voeten smelt verder weg. En als de laatste kreet is geklonken en alle verhalen zijn verteld kom jij uit mijn schaduw in het licht en weet : je mag er zijn. Allez, nog een keer dan:
"Ik heb je lief, ik heb je liever elke dag."
|