De vermaarde Britse rockgitarist Gary Moore is gisteren op 58-jarige leeftijd overleden, meldt Adam Parsons aan de Britse omroep BBC. Parsons is manager van de Ierse hardrockband Thin Lizzy, waarvan Moore deel heeft uitgemaakt. Zanger Phil Lynott haalde Moore, die uit de Noord-Ierse hoofdstad Belfast kwam, bij de groep. Later kreeg Moore faam als sologitarist, en in 1990 scoorde hij een wereldhit met 'Still Got The Blues'. Hij werd dood gevonden in een hotel in de Zuid-Spaanse stad Estepona.
Jazz en blues Moore was de zoon van een concertorganisator. In 1969 ging hij van Belfast naar de Ierse hoofdstad Dublin. Daar sloot hij zich op zestienjarige leeftijd aan bij de groep Skid Row - niet te verwarren met de gelijknamige Amerikaanse hardrockgroep - waarvan Lynott de zanger was. De groep bestreek een reeks muziekstijlen, waaronder jazz en blues.
Thin Lizzy Bij Thin Lizzy, waarbij Moore zich midden jaren zeventig aansloot, verving hij de eveneens uit Noord-Ierland afkomstige gitarist Eric Bell. "Ik kan het nog steeds niet geloven", reageert Bell verbaasd op de plotselinge dood van Moore. "Hij was zo robuust. Hij is geen rock-slachtoffer, hij was een gezonde kerel, een geweldige speler en een toegewijd muzikant." Thin Lizzy scoorde onder meer met hits als 'The Boys are Back in town' en 'Whisky in the Jar'.
Solo Moore bracht in 1973 zijn eerste soloalbum uit. Zes jaar later begon hij een echte solocarrière. Die leidde onder meer tot de single 'Parisienne Walkways', dat in april 1979 de Britse top tien haalde. Na een serie rockplaten keerde Moore terug naar de blues met het album 'Still got the blues' (1990), waaraan onder anderen de Amerikaanse bluesgitarist B.B. King meewerkte. De plaat werd een groot succes. Moore bracht tot 1997 bluesnummers uit, waarna hij zich tot moderne danceritmes wendde. De naam van het album 'Back to the blues' (2001) gaf een ommekeer aan: Moore keerde inderdaad terug tot de blues. (anp/belga/sam)