Annaatje van 't Pitje.

Brugge bulkt van de sagen en van de legendes. De komende maanden zullen we in De Commeere enkele van die - toch soms wel unieke en leuke- verhalen brengen. En ze, voor zover mogelijk, kaderen in de historische realiteit. Een van de legenden die zowat élke Bruggeling nog dagelijks letterlijk in het straatbeeld kan zien, is het verhaal van het meisje "Annaatje van 't Pitje". En wel in de Carmersstraat. Waar Annaatje zou hebben gewoond. Annaatje was een weesmeisje, dat op een koude avond in de winter op stap ging om water op te halen uit een van de vele waterputten die Brugge toen in de zestiende eeuw nog rijk was.
Het meisje deed dat met goeie bedoelingen, want het putwater was bedoeld voor haar zieke buurvrouw. Maar Annaatje werd in de buurt van de waterput overvallen door enkele on gure kerels. Die beroofden haar van haar schamele bezittingen. Bovendien smeten ze het volkse meisje in de waterput. Ze hoopten dat ze zou verdrinken. Bedoeling was natuurlijk nooit gepakt te kunnen worden voor de overval, want overvallers konden destijds op heel wat minder genade rekenen dan nu soms het geval is ....
Op de een of andere manier raakte uren later bekend dat Annaatje was overvallen en in de put gegooid. Iedereen dacht dat ze was verdronken. Omdat Annaatje een populair meisje was, raakte het nieuws snel verspreid en al gauw stond een grote menigte om de put heen. Ze riepen de naam van Annaatje in de put, maar kregen geen enkele reactie. Het weesmeisje was toegewezen aan een pleegmoeder en toen die ook het onheil vernam en zich ter plaatse begaf, stortte die pleegmoeder helemaal in.
Mirakel Al huilend en helemaal in wanhoop kroop ze op haar knieën, nadat ook haar geroep naar het meisje in de put geen resultaat had opgeleverd, naar Onze- lieve-Vrouw van de Potterie langs de Potterierei. Onderweg prevelde ze het ene gebed na het andere. In de Potteriekerk staat een mirakuleus Mariebeeld, waarvoor de pleegmoeder biddend smeekte haar pleegkind terug te krijgen. Toen de vrouw de kerk verliet, hoorde ze iets later in de Peterseliestraat menigeen schreeuwen. Iets dichterbij hoorde ze tot haar enorme verbazing dat Annaatje met ladders uit de waterput was gehaald. Later bleek dat het meisje was gered omdat de waterput op een onverklaarbare wijze was dichtgevroren, die avond.
Toen de boeven het meisje in de put smeten, raakte ze bewusteloos door de klap op het ijs. Pas toen fakkels werden gebracht, kon men het meisje in de put, op het ijs, zien liggen. Dat het ijs sterk genoeg was om iemand te dragen, was vreemd. Het hàd wel gevroren in Brugge die dag en die avond, maar bijlange niet genoeg om het betreden van ijs op bijvoorbeeld de reien of op waterplassen mogelijk te maken. De vele tientallen Bruggelingen die getuige waren van de redding van Annaatje, schreeuwden het dan ook uit dat een mirakel was gebeurd. Kort na de feiten werd een beeldhouwer uit de omgeving gevraagd een voor altijd durende herinnering aan het mirakel te vervaardigen. Daarop is Annaatje te zien, biddend tot Onze-Lieve-Vrouw.
Waterput Wààr de waterput zich bevond, waar Annaatje werd ingesmeten, is niet bekend. Sommigen situeren de waterput in de Carmersstraat, ergens aan de rechterstraatkant, voor wie richting de vesten gaat en dat ter hoogte van de Korte Speelmansstraat, dus waar de gebeeldhouwde herinnering zich bevind. Op historische stadsplannen zal je echter tevergeefs naar een waterput op die plek zoeken .. Wél is de gebeeldhouwde herinnering aan deze legende nog steeds te zien in het straatbeeld. Hoe dan ook, Annaatje van 't Pitje is één van die legenden en sagen die nu nog altijd worden voortverteld.
We hoorden het een tijd geleden nog vertellen door een gids die met een groepje toeristen in de Carmersstraat wandelde. De metershoge gebeeldhouwde herinnering, aangebracht aan een huisgevel op de hoek van de Carmersstraat 84 en de Korte Speelmansstraat, werd gebeeldhouwd in 1760. Er staat een vrouw (Annaatje, dus) op afgebeeld, in volkse klederdracht, een gekruisigde Christus en een gesloten muurkapel. Boven dit alles is een baldakijn gebeeldhouwd, centraal versierd met een zogenaamd "alziend oog".
Er staat ook een tekst: "Dit hout gesneden beeld, als beeld aanbidt men niet, maar wel den god van wien, men ziet hier het afbeeld ziet, niets weerdiger als het heilig kruis, want 't is de schroom van 't helsch gespuis, anno 1760". Dit historisch beeldhouwwerk werd gerestaureerd in 1974 en nog eens in 1994. Het kunstwerk is sedert 1991 beschermd als monument. De legende vormde voor Het Venijnig Gebroed in 2002 de aanleiding voor een "Gedreven Artistiek Theatraal" (Gat- project. Met een fietstocht op zes plaatsen in Brugge, om de legende tijdelijk weer tot leven te wekken.
Nadien Hoe het dan verder is afgelopen met Anna, die vanaf dan door 't leven ging als Annaatje van 't Pitje, is nooit bekend geraakt. Als je googelt is wel een en ander te vinden, ontsproten uit de fantasie van menigeen. Leuk om lezen, dat wel. .. zo lazen we dat Annaatje van betere afkomst zou zijn geweest dan haar volkse straatgenootjes. Haar ouders zouden rijke boeren zijn geweest, moeder overleed in haar kraambed en vader dronk zich daarna van verdriet dood.
We ontdekten zelfs dat Annaatje "Paepe" zou hebben geheten en dat de meid van het boerengezin, ene Colette, zich het lot van het meisje zou hebben aangetrokken. Beiden verhuisden van het boerenhof naar de buurt van het Engels klooster in de Carmersstraat. Anderen schrijven dan weer dat deze legende zich op kerstavond zou hebben afgespeeld, waardoor Onze-lieve-Vrouw des te hulpzamer zou zijn geweest... (Uit het boekje de commeere uit Brugge,Nice Blontrock)
|