Inhoud blog
  • opdracht: Op zoek naar transcendentie
  • Nieuwe tijden, nieuwe vragen
  • Over de klas waar het niet wil(de) lukken-deel 2
  • Over die klas waar het maar niet wil lukken
  • Weten dat je zo niet moet reageren en toch...
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    godsdienstleerkracht uit de 21e eeuw
    Godsdienstles in de derde graad SO
    09-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het wonder van de losse olifanten
    Er zijn zo van die lessen, die toch weer zoveel méér voldoening kunnen geven dan anderen.
    Vandaag was het bingo in de zesdes met "Het wonder van de losse olifanten". Deze les bood een geweldig uitgangspunt om te praten over geloof als 'akt van het hart', de relatie geloof en wetenschap, de vreugde die het geloof je kan bieden enzovoorts.
    Beoordeel maar zelf:

    Op uitnodiging van de Vrije Universiteit van Amsterdam hield Willem Jan Otten, een bekeerde katholiek, op 23 november 1999 een rede tot de “ontwikkelden onder de verachters van de christelijke religie”, net als precies 200 jaar eerder de filosoof Friedrich Schleiermacher een rede onder die titel hield. Ottens rede is een even gepassioneerd als intiem en zoekend betoog over het wonderlijke, onuitroeibare ding genaamd “geloven” en sluit zo perfect aan bij onze zoektocht naar grondervaringen en geloof.

     

    Otten stelt dat het “troostende Niets” van de atheïsten evenzeer een akt van geloof is als het geloof in God zelf. Beiden bestaan niet, in de betekenis dat ze aantoonbaar of concludeerbaar zijn. Ze zijn een akt van het hart, dat er hoe dan ook naar verlangt om in het uur van de dood op zijn plaats te worden gesteld. De filosoof Blaise Pascal schreef in de 17e eeuw: “Le coeur a ses raisons que la raison ne connaît pas” (= het hart kent zijn redenen die de rede niet kent). Otten gebruikt de betekenis van “hart” zoals Pascal het hier bedoelde, omdat het iedereen duidelijk zal zijn dat het niet redelijk is om in (helemaal n)iets te geloven en er toch troost in te vinden.

     

    Otten beschrijft verder de volgende anekdote: “ Eind jaren vijftig greep aan de uiterste rand van Amsterdam het volgende plaats. We schrijven de ondoorgrondelijke voortijd van onze beschaving, toen er in elke straat nog maar één TV-toestel stond waarop maar één programma te zien was. Ik was zeven en had mij, tegen het uitdrukkelijke verbod van mijn moeder in, aan een tocht de Scheldestraat over gewaagd, over de brede vluchtheuvel waarop de patates-fritestent stond en was beland waar ik helemaal niet hoorde te zijn: in een moerassig gedeelte van de Ringdijk. Toen ik de dijk had beklommen zag ik in de diepte olifanten.

    Vier of vijf olifanten.

    Ze liepen los en drentelden wat, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Maar zij waren olifanten! Losse olifanten.

    Volgens mij heb ik het tafereel niet in verbijstering aanschouwd. Dit is er dus, dacht ik, dit is wat er aan de andere kant van de Ringdijk is. Ik ben teruggehold naar huis, want ik moest niet de enige blijven die dat wist.

    Thuisgekomen werd ik niet geloofd, althans niet door de huishoudster. Ze zei dat ik teveel leed aan fantasie, dat ik niet zo moest schreeuwen en dat ik daar trouwens helemaal niet had mogen komen. Vervolgens stuurde ze me om sigaretten.’s Avonds in mijn bed heb ik nog mijn vijfjarig broertje van de olifanten trachten te overtuigen. Losse, zei ik. Er zijn daar losse olifanten. Hij antwoordde dat er in de Nierstraat drie kamelen waren gesignaleerd door Bennie. Of vier. Met één bult, vroeg ik. Dit was mijn strikvraag, bedoeld om mijn broertjes goedgelovigheid te ontmaskeren. Ja. Met één bult, maar Bennie had gezegd twee volgens mijn broertje.

    Ergens van overtuigd zijn, maar niet geloofd worden, dat is de natuurlijke aanvangstoestand van een schrijver. Als iets een literatuur dodelijk vervelend kan maken, dan is het wel: schrijvers die opereren vanuit een geloofwaardige wereld. Zij geloven in dezelfde realiteit als hun lezers en vice versa. Zij lijken op de door u zo verafschuwde geestelijken die hun geloof verijlen tot wat aanstootloos geaccepteerd kan worden, op de programmamakers die hun kunsten laten afhangen van hun kijkcijfers, en op politici die hun overtuigingen aanpassen aan de peilingen.

    Als ik mij concentreer op de herinnering aan de olifanten dan kan ik ze nog zien staan, maar het is me niet gelukt om de ervaring van heuse aanwezigheid die ze bij mij gewekt hadden mee te delen. Aan de huishoudster niet, aan mijn broertje niet, aan mijn klasgenoten de volgende dag niet, zelfs aan de juf niet, die me wel geloofde. Ze geloofde me, maar begreep me niet. Ten overstaan van de klas legde ze uit wie Sarassani was, en dat we zaterdagnamiddag allemaal de olifanten te zien zouden krijgen als we met de klas naar de matinee zouden gaan... De juf geloofde me. Voor mij was geloven nog lang niet wat het nu is: een kwestie, zijnde het raadselachtige, onbedwingbare, onlogische en bindende tegending dat zijn plaats naast weten, vergewissen en beseffen  heeft veroverd. De juf geloofde me op een wijze die dus eigenlijk “weten” is. Ze maakte de olifanten “echt”. Ik herinner me hoe er iets uit me wegsijpelde toen ze mijn wonderolifanten herleidde tot circusolifanten. Hetzelfde sijpelt uit mij weg wanneer u mij vertelt hoe dol u bent op proeven van het hedendaags realisme, waarin hoe echt was is wat u nou juist zo mooi vindt.

    Waren de olifanten dan niet echt?

    Ze waren er, maar op het moment dat er door anderen aan getwijfeld werd, besefte ik dat hun aanwezigheid in mijn ervaring een andere was dan die van vier reigers, als ik die op hun plaats gezien zou hebben. Er is een moment waarop mijn verstand moet hebben gezegd: dit kan niet. Losse olifanten bestaan niet in Nederland. Maar mijn ondervinding zei: zo is het hier.

    De verklaring voor de olifanten is altijd voorhanden. We leven in een wereld die elk wonder, elke sensatie van doorbreken van de orde, zal kunnen herleiden tot realiteit.

    (...)

    Het is dus voor een gelovige altijd weer even moeilijk om in het gezelschap van sceptici enigermate overtuigend overtuigd te blijven.”

    09-01-2013 om 16:50 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gelukkig nieuwjaar
    -"Gelukkig nieuwjaar, mevrouw! En ik wens je veel compagnie in de kerk als je naar de mis gaat. Of ...euh...is dat grof?"
    -"Nee, dat is het niet, tenminste: je bedoelt het toch positief, hé?"
    -"Ja. Ik zou het niet leuk voor u vinden als u altijd alleen tussen oude mensen zou moeten zitten."
    -"Dat is waar. Dat zou niet hoopgevend zijn. Maar misschien wil jij eens met me meegaan?"
    -"Nee, dank u. Maar vriendelijk dat u het vraagt."

    En zo kwam het tweede trimester uit de startblokken. Lieve jongen, niet...;-)





































































    -

    07-01-2013 om 17:14 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.als een leerling wordt besproken
    Het is één van mijn stokpaardjes dat een christelijk opvoedingsproject geen dode letter mag zijn in een school en dat het document regelmatig mag worden opgediept om het te toetsen aan de schoolpraktijk. Dit is uiteraard niet alleen de taak van godsdienstleerkrachten. Integendeel: iemand die les wil geven in het vrij onderwijs onderschrijft bij mijn weten nog steeds het christelijk opvoedingsproject en verklaart er kennis te hebben van genomen (of gebeurt dit niet meer tegenwoordig?). In elk geval overkomt het mij om de zoveel weken/maanden wel eens dat ik denk dat "het toch iets méér mag zijn", en dit niet in het minst op klassenraden. Op de meeste scholen is het wellicht nog steeds zo dat klassenraden het overlopen van leerlingen op alfabetische volgorde is, al dan niet vergezeld van een geprojecteerde versie van de pupil zijn of haar rapport. Hoe meer er grijze vakjes/rode cijfers te bespeuren zijn op die wall of shame, hoe vaker ik me schrap zet voor de vloeiende stroom aan  kritiek, anekdotes allerhande en klachten, die er over dat kind te vertellen zijn. Woorden als luiaard, arrogant schepsel, stoorzender etc worden hierbij niet gemeden, want we zijn "onder ons" en hanteren een zwijgzaamheid ten goede. Dat laatste is iets wat ik zonder meer toejuich in klassenraden van deze aard (het zou maar al te erg zijn als een kind zou horen dat iemand die ten aanzien van hem of haareen pedagogische taak vervult zich zo laagdunkend over iemand uitlaat). Anderzijds heb ik meer dan eens een vurig pleidooi gehouden van "open klassenraden", waar leerlingen en /of ouders aanwezig kunnen zijn om de leerling in kwestie eventueel te behoeden voor zijn/haar ondergang door het niet naar zijn of haar mogelijkheden presteren te kunnen aantonen en aan te pakken op een constructieve manier. Dit gebeurde onder meer toen een collega werd gevraagd om de klassenraad te verlaten op het moment dat haar kind werd besproken "zodat men vrijuit zou kunnen spreken". Ik begrijp enerzijds wel de schroom die bepaalde mensen voelden om negatieve commentaar te geven en zo misschien de collega onnodig te kwetsen, maar vond anderzijds dat dit ons toch wel eens moest doen nadenken over waarom en hoe we iets over een kind zeggen op een klassenraad. Als je hetzelfde niet durft te zeggen in het bijzijn van zijn of haar ouders of eventueel de leerling zelf, is het dan nog wel opportuun om dit te vermelden? Is het niet menswaardiger en -nu komt het- meer conform ons christelijk opvoedingsproject om het niveau van "de achterklap" te "vluchten" of toch minstens te overstijgen op leerlingenbesprekingen? Er valt toch voor een kind veel meer te leren uit een constructieve feedback over zijn of haar (wan-)prestaties dan over uitspraken, die vooral binnenskamers moeten blijven.
    Het maakt me niet meteen populairder bij sommige collegae wanneer ik iets dergelijks opper, dat spreekt vanzelf. En dat begrijp ik ook wel enigszins.
    Kwaad word ik echter als een collega een absoluut onaanvaardbare (ja: zelfs racistische) uitspraak doet over leerlingen in de trant van: "het ligt in de aard van dat volk om...", of "het is eigen aan Afrikanen om...". Neen, dan kan en wil ik niet zwijgen. Onlangs werd ik zelfs furieus omdat een leraar suggereerde dat een meisje dat om religieuze redenen een hoofddoek draagt "misschien wel fraudeert bij toetsen met een oortje onder haar hoofddoek". Mijn opmerkingen werden achteraf honend als"eigen aan een vertegenwoordiger van de linkse pamper-maatschappij" bestempeld in de leraarszaal. 
    Jezus is gekomen om ons te leren om onze naasten te beminnen. De taal van de naastenliefde en zorg voor de minderbedeelden (op welk vlak dan ook) wordt gepromoot in een christelijk opvoedingsproject die naam waardig. Godsdienstleerkrachten mogen zonder meer vertegenwoordigers zijn van het metterdaad beleven van het christelijk opvoedingsproject vind ik. Meer zelfs: we moeten het waarmaken.

    27-12-2012 om 18:29 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OMG
    Vanmorgen gehoord op het mondeling examen:
    - "Oh my God: ik weet dat!"(en ik: Hij zal ook blij zijn.)
    - 1. De milleniumdoelstellingen zijn opgesteld in 1000 om te evalueren 1000 jaar later en nu in 3000 na Christus.
    2. De milleniumdoelstellingen zijn opgestart om te rouwen over een bepaalde dode mens.
    3. De milleniumdoelstellingen zijn opgesteld voor het verbeteren van het milieu.
    - Diakonia = het laatste beeld van een dode.
    - "Ik denk dat de arbeiders van het elfde uur vooral blij waren dat ze er niet zo sterk uitzien als die van het eerste uur, want nu moesten ze minder werken"
    - "De broeders van Liefde: dat is toch de bijnaam van de politie, is dat niet zo? Ik weet wel niet wat die met geesteszieken te maken hebben. Of misschien dat ze er veel in de gevangenis steken, die daar niet thuishoren? Nee? Was dat niet juist?"
    Ik hou niet elke dag evenveel van mijn job.

    17-12-2012 om 00:00 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Zo raar, jij lijkt echt in ons geïnteresseerd"
    Herinner je je Warre nog (zie blog-notitie 21/9/12), verward en boos...?
    Deze week had Warre mondeling examen. Hij was de op twee na laatste van de dag. Hij legde een heel goed examen af en ik feliciteerde hem achteraf met zijn goede examen en informeerde meteen naar zijn andere examens. Die waren ook erg goed. "Leuk voor jou. Je werken wordt beloond." Hij trok zijn schouders op:"Ik moet er eigenlijk niet zo heel veel voor doen. Eigenlijk heb ik een te gemakkelijke richting gekozen. Stom van mij natuurlijk., want ik wil een ingenieursopleiding doen volgend jaar."
    "Op dat moment was dat voor jou wellicht de best mogelijke optie? Zo vlak na het overlijden van je papa stond je hoofd niet naar studeren wellicht? Niks belet je om over enkele maanden toch een ingenieursopleiding aan te vatten. We hebben nog succesverhalen van studenten, die ook deze richting hebben gevolgd. Als je echt wil, dan ben je al een heel eind ver op studievlak."
    "Ik weet dat niet. Ik wou niks meer doen. Alles leek zinloos. Het leven zelfs...mijn leven."
    Daar had ik weinig op te zeggen: "Gaat het nu al af en toe wat beter met jou, Warre?" En toen stelde ik hem allerlei vragen: over zijn mama, zijn tante, zijn vriendinnetje,... En ik wenste hem een prettig kerstverlof en gaf hem de raad om zijn vriendin te steunen in haar blokperiode.
    Heel even keek hij me recht in de ogen: "Zo raar: jij lijkt echt in ons geïnteresseerd. De meeste leerkrachten zijn wel vriendelijk en zo, maar die luisteren in het beste geval eens naar je verhaal, om het daarna zo snel mogelijk weer te vergeten."
    "Dat denk ik niet, Warre. Alleen hebben veel mensen het moeilijk om zich een houding te geven als ze geconfronteerd worden met zo veel verdriet. Ook leerkrachten zijn menselijk, weet je..."
    Mooie, brede glimlach: "Is dat iets wat je als godsdienstleerkracht krijgt in je opleiding? Je proberen in te leven in anderen?" Hij moet er zelf om lachen. 
    "Ja: ik krijg een extraatje bij mijn loonbriefje als ik familiair wordt met mijn leerlingen."
    "Mooie kerstbonus!"
    We lachen allebei. Hij moest eens weten dat ik jaren geleden van één van mijn directeurs te horen kreeg dat ik de mama in mij moest thuislaten en dringend als leerkracht voor de klas moest gaan staan. Zelden zo gekraakt geweest op professioneel vlak.
    Als ik een half uurtje later het lokaal afsloot, stond Warre er nog. Hij wachtte op zijn vriend, die als laatste klaar was. 
    "Zo tof dat je op Flor gewacht hebt, Warre!"
    "Ja: ik krijg een extraatje bij mijn examenresultaat als ik dat doe. Dankjewel, mevrouw! En: vrolijk kerstfeest!"
    Ik hou van mijn job.

    16-12-2012 om 14:41 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verdwaalde reiziger
    Examens kunnen behoorlijk confronterend zijn voor leerlingen.
    Gisterenmorgen zag ik er eentje ineengedoken aan de koffie-automaat zitten, boos gezichtje, verfrommelde blaadjes in de rechterhand, bezorgde blik... Ik moest denken aan een papiertje dat ik ooit van de NMBS kreeg, toen ik een verkeerde trein had genomen. "Verdwaalde reiziger" stond daar op te lezen. Ook dit meisje zag er een beetje uit als een verdwaalde reiziger. Ze zat op de trein, maar merkte iets te laat dat het niet de juiste was voor haar. Aangekomen in het station kwam het moment van de waarheid en werd ze geconfronteerd met haar verkeerd gekozen reisweg. Deze afdeling ligt haar niet, is te hoog gegrepen: vooral het pakket wiskunde-wetenschappen valt te zwaar uit. En nu komt het moment van de waarheid. Een heel weekend beet ze haar tanden stuk op oefeningen, waarvan ze de opgave amper begrijpt, niet weet hoe ze het moet aanpakken, laat staan dat ze de juiste oplossing kan vinden. Als een verdwaalde reiziger bevindt ze zich tussen volgekladde kattenbelletjes van formules, de wanhoop nabij... Er was nog niet veel volk aanwezig, dus nam ik even bij haar plaats. Bijna had ik het populaire "Ca va?" uitgesproken, maar wist me nog net op tijd in te houden: 
    "Wiskunde vandaag?" Beetje belachelijke vraag gezien de kladjes vol formules en bewijzen, ik weet het.
    Aarzelende knik. 
    "En lukt het een beetje?"
    "Een beetje. Niet goed eigenlijk. Ik kan niet zo goed volgen. Voor dagelijks werk heb ik al een groot tekort."
    "Dan sta je nog extra onder druk, wellicht?"
    Ze knikt en verbergt haar kin en mond in de rolkraag van haar trui. Ze haalt haar schouders op:"Ik zal het niet halen, maar ja, ik zit in het vijfde en daar kan je geen B-attest meer krijgen. Ik zal allicht moeten mijn jaar overdoen."
    "Tenzij je na de kerstvakantie een richting kiest waarbij je minder wiskunde hebt."
    "Dat kon toch maar tot halverwege vorige maand?"
    "Nee, hoor: dat kan tot 15 januari."
    Mond en kin komen terug tevoorschijn: "Bent u daar zeker van?"
    "Ja, dat weet ik zeker. Maar dan moet je zeker weten dat de wiskunde echt te zwaar is en dat je tekort niet veroorzaakt wordt door te weinig te werken. In dat geval zou het jammer zijn dat je de richting , die je het liefst wou volgen, zou verlaten."
    "Dat is het niet. Ik ben gewoon te dom."
    "Dat is wel erg streng voor jezelf. Je talenten liggen eerder op andere vlakken dan op het wetenschappelijke terrein, toch?"
    "Maar mijn broer en mijn moeder hebben deze richting gedaan. Ik zou het toch ook moeten kunnen."
    "Je moet jezelf niet neerhalen omdat je niet uitblinkt in wiskunde. Probeer je te bewijzen in de andere vakken tijdens deze examenperiode. Laat je capaciteiten wat meer schitteren, dan zal je je vast beter in je vel voelen. En voor vandaag: doe gewoon je uiterste best. Kalm blijven en positief denken brengt je vast al een heel eind."
    "Bedankt, mevrouw! Voor godsdienst zal ik het heel goed doen! Ik heb al op voorhand gestudeerd."
    Als dat geen mooi vooruitzicht is. Wat jammer dat de richting Godsdienstwetenschappen niet op middelbaar niveau bestaat...

    11-12-2012 om 10:18 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.os en ezel
    Eén van de leerlingen kwam vorige week de klas binnen met de mededeling dat haar oma overstuur was door een uitspraak van de paus (dat is nieuw...): er waren geen os en ezel in de kerststal? En die beeldjes waren nog wel zo mooi in haar halve eeuw oude exemplaar!
    Het was de laatste les voor het examen, maar desalnietemin vond ik het goed om hier even op in te gaan (de historiciteit van Jezus komt later op het jaar sowieso aan bod in die klas). De eerste"levende kerststal" zou  van Sint-Franciscus, die een geheel eigen interpretatie gaf van wat er in het evangelie over Jezus' geboorte geschreven staat. Ik stelde de leerlingen voor dat ze eens zelf aan de slag gingen en probeerden te achterhalen wat er nu precies vermeld staat in het evangelie. De bijbels werden uitgedeeld. Ze gingen in groepjes van twee op zoek naar het kerstverhaal. Omdat ik weigerde antwoord te geven op de vraag op welke pagina het kerstverhaal te vinden is, gingen ze zelf op zoek. Iets meer dan de helft van de klas zocht in het begin van hun bijbel...en vonden de scheppingsverhalen. "Mevrouw, we vinden het echt niet, hoor!" Even aanzetten tot nadenken dus. Het kerstverhaal is een deel van het levensverhaal van Jezus. Jezus' leven wordt verteld in de evangelies. We vinden het kerstverhaal bij de evangelist Lucas. De evangelies zijn de eerste vier boeken van het Tweede Testament. En ja...: het werd gevonden! Verbijsterd stelden ze vast dat er maar bitter weinig van het kersttafereel uit het evangelie komt. De enige dieren, die misschien wel in de buurt van het kind kwamen zullen schapen geweest zijn, dachten ze, aangezien er sprake is van herders. Geen spar, geen stal, geen os of ezel staan vermeld. De kerstboom hou ik voor een latere les, of wie weet gaan ze het zelf voordien al eens opzoeken.

    10-12-2012 om 11:49 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een echt gelovige

    “Het is niet dat ik niet geloof in God, maar ik vind het zo moeilijk om altijd in Hem te geloven. Bij mij is het meer iets van: ‘het zou wel kunnen dat Hij bestaat, maar het kan ook dat het niet zo is.’ Ik ben dus, denk ik, geen echte gelovige.”

    De vraag dringt zich op: “Wat is dat dan, een echte gelovige?”

    En dan blijft het -op de grap van de joker van dienst (“Ha, dat is een godsdienstlerares, hé mevrouw. En de paus.”)- toch weer even stil.

    Maar we zijn wel tot een poging van antwoord gekomen, tot een soort vademecum voor de postmoderne zinzoeker, die de traditie niet wil verloochenen. Een gelovige twijfelt niet aan het bestaan van God (Is dat dan nog geloven? Of is dat zekerheid?) en is ervan overtuigd dat God de wereld en de mensen heeft geschapen. Er is ergens een begin geweest van alles en alles heeft een doel. Dat doel of die zin kan je vinden in het samenleven, in de solidariteit, in de vriendschap, in de liefde. Christelijke waarden in ere houden is belangrijk. daarvoor heb je een zekere kennis van de bijbelverhalen nodig. Rituelen zijn belangrijk, al was het maar om ons leven te zegenen, te heiligen.

    Als ik opper dat God Zich heeft laten kennen in Zijn Zoon, Jezus Christus, dan is er toch duidelijk meer moeite om daarin te geloven. “Jezus was een hele goede gelovige Jood, die de waarden heeft op punt gesteld en de voortrekker was in een strikte beleving van wat we de christelijke waarden zijn gaan noemen. Christenen zijn Hem de Zoon van God gaan noemen, en noemen uiteindelijk alle mensen kinderen van dezelfde Vader. “

    Na zo’n half uur brainstormen en trachten te komen tot een antwoord op onze uitgangsvraag (consolideren zoals dat heet), is het voor sommigen genoeg geweest. Ik zie hen één voor één afhaken en daarom vraag ik: “Willen we nog wel geloven? Vinden we dat belangrijk?” Mensen zijn wellicht meer bezig met pakweg gezonde voeding dan met hun geloofsleven? Een meisje antwoordt: “Ik vind het goed dat we daar tijdens de les Godsdienst zo eens diep over nadenken en brainstormen. Maar eerlijk gezegd denk ik er hierbuiten niet echt over na.”

    Ooit zei een gepensioneerde godsdienstleraar me dat het geloof niet voor jongeren bedoeld is. Ik wil dit blijven betwijfelen. 

    14-11-2012 om 09:13 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En waar halen wij dan troost?
    Bij de lessen over "Lijden en hoop" vertelde een meisje dat ze vorige week met haar ouders naar het kerkhof was gegaan. Haar aandacht werd getrokken door een oudere mevrouw, die een heel verhaal vertelde tegen een grafsteen. Blijkbaar lag haar man daar begraven. Het meisje was geïntrigeerd door de vrouw en dacht er de volgende dagen regelmatig aan terug. Plots kwam ze tot de ontstellende ontdekking dat ze zich afvroeg waar zij later troost zou uit putten, "want die mevrouw gelooft duidelijk in de hemel, in een leven na de dood. En wij, mevrouw: wij zijn niet meer vertrouwd met dat geloof, wij kennen dat niet meer. Hoe gaan wij over nog eens 50 jaar troost kunnen vinden?"
    Even stond ik met de mond vol tanden. Dan begeef ik me (meestal) op de weg, die door Socrates werd geëffend: ik stel hen een wedervraag...: "Wat denk je zelf? Hoe zie jij het hiernamaals? Geloof je zelf dat de dood het absolute einde is of geloof je dat er méér is, dat er nog iets is na ons aardse bestaan?"
    Schoorvoetend werd een puzzel gelegd: het leven eindigt niet zonder meer; er is wellicht wel iets, maar niemand weet zeker wat; na de dood is het met ons gedaan, in het beste geval leven we verder in de herinnering van onze nabestaanden; na ons aardse leven worden we opgenomen in een ander universum en worden we één met een gemeenschappelijke ziel; ...: veel visies. 
    "Maar er zijn geen zekerheden, he mevrouw?"
    Nee, die zijn er niet. Maar sommige mensen hun geloof is zo sterk dat het voor hen een zekerheid geworden is dat ze hun geliefden zullen terugzien na hun dood en dat ze zelfs nu nog met hen kunnen praten. Dat is niet alleen iets voor oude mensen, ook kinderen doen dat. 
    Je kan de visies op het hiernamaals allemaal leren kennen en afwegen wat voor jou het meeste klopt. En zo kom je tot geloof. 
    Het is niet hopeloos wanneer je van thuis uit geen geloofsopvoeding hebt meegekregen. Je kan je eigen wortels stevig in de grond verankeren door op zoek te gaan naar antwoorden op vragen. Besef wel dat de zoektocht op zich zeer waardevol is en dat de vragen soms interessanter zijn dan de antwoorden. Het is trouwens weinig voorkomend dat er pasklare antwoorden te vinden zijn op zinvragen. 
    Troost vind je maar als je ook zoiets als de dood van een geliefde kan catalogeren als een onbeantwoorde vraag: waarom is hij/zij gestorven? Dat weet ik niet, alle wetenschappelijke antwoorden ten spijt: de dood is nooit zinvol. De dood van een geliefde is pijn en verdriet, daar kan je geen zin aan geven. Maar beseffen dat je liefde voor de overledene niet eindigt waar zijn of haar aardse bestaan ophoudt, dat is al een hele troost.

    05-11-2012 om 16:56 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allerzielen
    Soms zie je het gewoon, wanneer een woord raakt. 
    Bij de gelegenheidsles over Allerheiligen/Allerzielen pinkte Lander een traantje weg. Hij zag er overstuur uit.
    Na de les bleef hij gelukkig hangen. (was dat niet zo geweest, dan was ik hem gaan zoeken...). Het was deze week precies vijf jaar geleden dat zijn vader een eind had gemaakt aan zijn leven. Zijn ouders waren al bijna 10 jaar eerder gescheiden en kort voor de zelfdoding had de nieuwe vriendin zijn vader verlaten. Hij had hem nog eenmaal gezien en toen had hij aan zijn toenmalig 12-jarige zoon gevraagd of hij de nieuwe vriend van mama nooit papa zou noemen...
    Zijn mama praat nooit over hem. Lander heeft daar wel behoefte aan, maar weet niet zo goed hoe en met wie hij erover kan praten. Zijn vader was voor hem ook al sinds zijn prilste kleuterjaren een weekendpapa, die hij 2x per maand zag en soms ook wat langer in de vakantie. En toch mist hij hem verschrikkelijk.
    Logisch, natuurlijk. Vijf jaar is ook helemaal niet zo lang, ook al ben je nog maar 17. Hele kleine prikkels zijn voldoende om je uit het lood te slaan en te doen beseffen wat je mist. Zo is het al gebeurd dat Lander helemaal van de kaart was toen een makker hem vertelde dat hij zijn eerste rijles achter de rug had met zijn vader. Lander besefte dat hij dat nooit zou meemaken.
    Ik heb vooral geluisterd, ook al kwamen de woorden heel moeizaam over zijn lippen. Er waren lange stiltes in zijn verhaal, maar ik had gelukkig wel wat tijd. Toen hij stilletjes huilde heb ik hem -geheel tegen bepaalde regels in- toch een stevige knuffel gegeven. Ik heb hem gevraagd of zijn vader begraven of gecremeerd was en of hij nog wel eens een bezoekje brengt aan het kerkhof. Dat had hij nog nooit gedaan, omdat zijn moeder hem niet bracht en het niet echt bij de deur is, maar hij wil het wel heel graag. Hij zou het deze week nu zeker eens doen: hij vindt zelf dat hij nu de leeftijd heeft om met het openbaar vervoer deze pelgrimage te ondernemen. Ik wenste hem sterkte. En ik beloofde hem dat ik aan hem zou denken in deze dagen vol leven en dood. 
    Daarnet heb ik hem nog een mailtje gestuurd met woorden, die troostend bedoeld zijn, maar hoe dan ook ontoereikend zullen blijven.

    Wat jammer dat zo weinig jongeren nog iemand hebben, die hen geregeld een kruisje geeft met de woorden:"God zegene en God beware je"...

    28-10-2012 om 07:18 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.postmoderne tienerogen...2
    Bij de "lessen", die door de leerlingen zelf werden gegeven, zat onder andere een pareltje, waarin interviews werden afgenomen van kinderen van een jaar of 7 en van 17-jarigen. De filmpjes waren knap gemonteerd, zodat de antwoorden van een 7-jarige meteen werden gevolgd door gelijkaardige antwoorden van 17-jarigen. Zo was de vraag naar godsbeelden heel erg gelijklopend. En dat werd natuurlijk druk besproken achteraf: veel jongeren waren oprecht verrast door de vaststelling dat godsbeelden zo weinig evolueerden in die 10 belangrijke jaren van een mensenleven. Ook heel mooi waren de antwoorden op de vraag of de persoon gelooft in God. Het "ietsisme" is wel bijzonder populair bij alle leeftijden, zo blijkt. Een meisje van 17 nam zich prompt voor om nooit nog te zeggen: "ik geloof dat er iets is", omdat ze het zo'n vrijblijvend antwoord vindt en het haar toch wel verwonderde dat we zo weinig echt durven te benoemen wat we denken of geloven. "Misschien is het antwoord te persoonlijk?"vroeg een ander zich luidop af. Je praat toch niet zo openlijk (en al zeker niet voor een camera) over wat er in het diepste van jezelf leeft. Geloof is vast en zeker een zaak, waarmee je niet graag te koop loopt, vanwege de kans op (negatieve) reacties, die je heel erg zouden kunnen raken.

    24-10-2012 om 14:06 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.alternatieve werkvormen: de voorbereidingsfase
    Op de contactavond met afgestudeerden bleken weinig laatstejaars zich aangetrokken te voelen tot de lerarenopleidingen. Ergens had ik het gevoel dat leerlingen die talenten in zichzelf beter leren ontdekken door zelf eens met een echte les voor de klas te staan. Het is niet de bedoeling dat ze een spreekbeurt geven, maar wel dat ze een echte les van 10 à 15 minuten voorbereiden binnen een welbepaald hoofdstuk. Ze maken een lesvoorbereiding aan de hand van de richtlijnen, die je vindt op de sites van hogescholen en lerarenopleidingen. Nadenken over leerdoelen, zinvolle impulsen, evaluatiemogelijkheden enzovoorts doen hun op een andere manier stilstaan bij de leerinhouden. Bovendien gaan ze zelf lesgeven op de manier dat ze zelf liefst les willen krijgen, en daar kan je als leerkracht heel veel van opsteken. De lesvoorbereidingen bezorgen ze me een week op voorhand, zodat ik indien nodig kan bijsturen (tot nu toe was dit alleen op het gebied van timing en op het vergeten van bronvermelding; de gekozen impulsen zijn doorgaans erg verschillend, eigentijds en goed gekozen) Leerdoelen formuleren doen ze zoveel mogelijk aan de hand van mijn persoonlijke jaarplanning, waarvan ik hen het relevante deel bij de opgave bezorg. Ik koos voor een hoofdstuk over "Postmodernisme en geloof". Ik gaf hen naast de algemene richtlijnen over lesvoorbereidingen maar weinig beperkingen omtrent leerinhouden, al beschikken ze natuurlijk wel over de informatie uit hun cursus. Het is de bedoeling dat dit geëvalueerd wordt op basis van peer-evaluation. 
    Het vraagt heel wat voorbereidingswerk, dat is waar, maar het is wel erg verfrissend om jongeren op die manier bij de les te betrekken. 
    En nu ben ik echt benieuwd naar wat ze ervan maken in de klas. Ik kijk uit naar volgende week en ... wordt ongetwijfeld vervolgd op deze blog!

    15-10-2012 om 17:53 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.50 jaar na Vaticanum II
    Het mocht in de zesdes toch niet onvernoemd blijven dat 50 jaar geleden het Tweede Vaticaans Concilie van start ging.
    *"Was u erbij, mevrouw?" Haha. Ik was nog niet geboren. Dit terzijde.
    *"Er waren geen vrouwen bij, zeker? Nee? Typisch!"
    *"50 jaar geleden waren er nog bijna nergens vrouwen bij aan de top."
    *"Maar nu zijn er nog steeds geen vrouwen bij als de top van de katholieke kerk samenkomt."
    Laat het dat nu net zijn wat Mgr Léonard ook heeft opgemerkt vanuit Rome: "Zonder vrouwen kan er van evangelisatie geen sprake zijn."
    *"Die opmerking is juist, maar komt 50 jaar te laat."
    Voor alle duidelijkheid: ik heb op elk van deze opmerkingen gereageerd én nog wat tekst en uitleg gegeven over de betekenis van Vaticanum II voor de kerkgeschiedenis. 
    Maar deze opmerkingen van de 17-18 jarigen wou ik toch even delen. Klinken ze niet bekend in de oren?

    12-10-2012 om 17:18 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ik geloof het wel, ja
    Een meisje zat vanmorgen honderduit te vertellen over het voorbije weekend. Ze was blijkbaar met de jeugdbeweging "op weekend" geweest en had een toffe tijd gehad. Ze had amper geslapen, maar wat een energie: zoveel dat het haar niet lukte om in stilte haar agenda in te vullen. Daarom vroeg ik haar of ze een goed weekend had gehad.
    "Ja, mevrouw: het was zaaaalig! Ben op weekend geweest met de jeugdbeweging."
    "En wat was er dan zo leuk aan?"
    Blijkbaar was het heel moeilijk om dat precies te vertellen. "Alles eigenlijk: het samenzijn, de spelletjes, de nachtelijke gesprekken,... We mogen nu zelf de activiteiten 's avonds een beetje kiezen en we hebben voor DOEN-DURVEN-WAARHEID gekozen. Maar dan wel op een respectvolle manier, had de leiding gezegd."
    Ik liet haar voor de klas uitleggen wat het betekende om dit op een respectvolle manier te doen. En ze gaf enkele voorbeelden: vragen om te zeggen wie de ander het liefste ziet, iemand uit de groep imiteren zonder te kwetsen, geblinddoekt iemand herkennen aan zijn heupen,... Toen vroeg ik hoe er werd bepaald wanneer een opdracht respectvol was. Een ander meisje uit de klas antwoordde spontaan: "Dat je een ander niets laat zeggen of doen dat je zelf niet zou willen zeggen of doen!" Gaf ze me meteen een hele mooie invulling van de gouden regel zowaar! En daar  ben ik even op ingegaan en heb geluisterd naar voorbeelden uit hun eigen leven. 
    En toen hebben we onze cursus genomen. Een wijsneus vroeg of ik dan toch nog ging lesgeven. En ik antwoordde: "Ik heb, denk ik, nog niets anders gedaan dan lesgegeven, denk je ook niet?
    "Ik geloof het wel, ja...", was zijn antwoord.

    08-10-2012 om 16:30 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bidden
    "Er zijn drie soorten boeken waar je je best nergens anders mee laat betrappen dan aan een zwembad: een Santa Montefiori, een Aspe en 1 van de 50 tinten." 
    Dat zullen ze vast onthouden hebben uit de les van vandaag. En toen hebben we een heel klein stukje gelezen uit zo'n zwembadboek:

    Uit “De Affaire”- Santa Montefiore

    Twee vrouwen praten over hoe zich zorgen maken over de kinderen geen zoden aan de dijk brengt. Anna oppert het idee dat de truc is om je zorgen te maken over de dingen waar je iets aan kunt doen, en niet over de dingen waar je geen invloed op hebt.


    “Bid je wel eens?”

    “Jawel. Meestal als er iets vervelends aan de hand is.”

    “Natuurlijk.”

    “Dan kun je je zorgen maken zien als een negatief gebed. Je omhult jezelf dan alleen maar met donkere gedachten. Maar als je hun liefde toezendt, komen jouw gedachten tot hen in de vorm van licht. Stuur hun je angsten niet toe, maar je liefde. Je moet constructief zijn.”

    “Geloof jij dat bidden iets uithaalt?”

    (...)

    “Ik geloof in wonderen,”ging Anna verder. “Maar ik geloof ook dat er dingen in ons leven zijn die in steen staan gebeiteld en waar we niets aan kunnen veranderen, ook niet met de kracht van gebed.”

    “Zoals wat?”

    “De dood. Wanneer we hebben gedaan wat we moeten doen, is het domweg tijd om naar huis te gaan, of we nou oud zijn of jong.”

    “Ik ben almaar bang om mijn kinderen te verliezen,”bekende Angelica.

    “Ik ook. Maar alles wat het leven op ons pad brengt is bedoeld om er belangrijke lessen uit te leren. We kunnen niet sturen wat ons overkomt, maar kunnen wel kiezen hoe we erop reageren. De grootste vrijheid van de mens bestaat eruit dat hij zelf kan kiezen.”(...)”Nietzsche heeft gezegd:”Wie een waarom heeft om te leven kan vrijwel elk hòè verdragen.”

    “Heb jij een waarom?”

    “Ja zeker. Mijn leven heeft een doel. Alles wat het leven op mijn pad brengt, goed of slecht, dient ergens toe. Maar niemand kan een ander vertellen wat diens doel is. Daar moet iedereen zelf achter zien te komen.”


    Wat volgde was een heel boeiend gesprek over hoe geloven eigenlijk neerkomt op vertrouwen. Je zorgen maken is een gebrek aan vertrouwen en staat dan voor een negatief gebed. Alhoewel je zorgen maken ook een manier is om bezorgd of bekommerd te zijn om je medemens. Toch verkiezen de meesten het vertrouwen boven het zorgen maken. 
    Een gesprek zoals dat in het zwembadboek had nog niemand zelf gevoerd. 
    Een jongen zei dat hij dat zeker ook nooit zou doen, omdat bidden iets van een andere tijd is en hij -als hij het ooit zou doen- het nooit er met anderen zou over hebben. Een ander vertelde dat ze in elke kerk waar ze komt een kaarsje brandt voor haar geliefden en dat dit eigenlijk ook neerkomt op een gebed. En dat zij dat gewoon durft te vertellen in de klas, omdat ze er zeker van is dat ze niet de enige is. 
    "Maar is een kaarsje branden niet eerder bijgeloof dan geloof, mevrouw?"
    "Volgens mij kan een kaarsje branden een oprecht gebed zijn, waarbij je de gedachte aan je geliefden heel intens maakt en hun wedervaren op deze manier wil zegenen, of aan God toe-vertrouwen. In die zin kan zelfs het strijken van iemands hemd een stil gebed zijn, een gebed zonder woorden, waarbij je heel intens aan hen denkt over wie je de zegen vraagt."
    "Mijn oma geeft me altijd een kruisje en zegt dan God zegene je en God beware je: dat is ook zoiets."
    Maar bidden is ook danken om de zegen, vragen om kracht, hopen op vertrouwen en nog zoveel meer.

    Het werd stil in de klas. Zo stil als het perron van een station op een stakingsdag.  

    Ik vertelde dat ik me herinnerde hoe ik met bobonneke naar de kerk ging om de rozenkrans te bidden en ik dat monotone geprevel zo rustgevend vond. Ik had pas heel laat door welke gebeden er precies werden gebeden, want het ging zo snel dat ik het weesgegroet zelfs niet herkende. Maar de schoonheid van het samen bidden, het opzeggen van mantra's als het ware...
    Ik heb veel geleerd uit de les van vandaag, want ja hoor: ook postmoderne tieners bidden, al is het dan op een andere manier dan onze grootouders, het is ook zo oprecht.

    02-10-2012 om 18:39 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verward en vooral: heel boos.
    Hij viel me ergens halverwege de eerste schoolweek vorig schooljaar op wegens zijn boosheid. Warre zal ik hem noemen, 17 jaar, alle dagen heel boos, spottende glimlach verschijnt sporadisch als hij de verbeten trek om de mond even kon lossen. Op de klassenraad over de nieuwkomers in het 5e jaar had ik vernomen dat zijn papa een jaar eerder om het leven was gekomen bij een tragisch werkongeval. Hij wou er echter niet over aangesproken worden, wat ik dan ook niet deed.  Tijdens de lessen "Samenlevingsopbouw" zat hij nonchalant onderuit gezakt op zijn stoel, droedelend (zo van die boze aziatische stripfiguurtjes), met een lichaamstaal die op z'n minst vijandig te noemen is. Ik had met hem te doen, maar probeerde het te verbergen, met wisselend succes. Ik herkende de boosheid: mijn vader is overleden aan kanker toen ik 17 was. Ik was heel lang boos op alles en iedereen, maar vooral op de gelovige goegemeente, wiens Goede Vader wel mijn goede vader had meegenomen naar ergens waar ik niet eens meer in geloofde. Toen toch niet. En ik herinnerde me ook mijn venijnige opmerkingen aan het adres van een zuster, die me in de speeltijd kwam opzoeken en vroeg of ze me ergens mee kon helpen ("ze kon bijvoorbeeld goed luisteren". Nee danku. "Ze zou voor me bidden." Juist ja, dat zou vast enorm helpen. Kortom: ik weet nog hoe het voelde.) 
    Bon, ik wou Warre niet voor het hoofd stoten. Ik zou hem niet bemoederen en proberen om hem zijn recht op boosheid te gunnen. Na de les zocht ik nooit zijn blik (man, dat was lastig). In de gang plofte ik net zo goed bij hem mijn spullen in de armen om mijn deur te kunnen openen als bij de anderen. Hij moest ook meewerken in de les, wat hij eigenlijk nooit weigerde, al was het wel niet van harte en nooit zonder een spottende blik. 
    Groot was dan ook mijn verbazing toen hij eind november, kort na de start van het terrein "Lijden en Hoop" na de les zelf bleef plakken en me zei dat hij blij was dat ik over de dood en over rouw sprak, want dat hij het er moeilijk mee had. Zelf huil ik bij letterlijk elke disney-film, dus hoef ik je niet te zeggen zeker, dat ik totaal onprofessioneel de waterlanders voelde komen? Dat was nu precies wat Warre kon missen. En toch zei ik hem: "Ik vind het zo erg voor jou en je mama en je broer, Warre. Het is zo verschrikkelijk wat jullie doormaken. Lukt het een beetje met jou? En met je familie? Kunnen jullie elkaar een beetje recht houden?" Lap: zei ik toch net weer wat ik me had voorgenomen niet te zeggen! Warre werd niet boos, maar was toch enigszins geïrriteerd: "Iedereen blijft dat maar vragen. Hoe kan ik dat nu weten? We leven van dag tot dag, maar betekent dat dat het lukt? Het is niet alsof we erover praten of zo. We zijn geen amerikaanse film of serie. Mijn broer komt bijna nooit naar huis (die zit blijkbaar op kot), mijn tante woont praktisch bij ons en is altijd zo over haar toeren als ze op mijn kamer komt. Ik moet altijd maar alles opruimen, mag niet voortdurend met mijn laptop bezig zijn en moet mijn moeder meer helpen en al. En mijn moeder is zelf ziek." 
    "Ernstig?" vraag ik.
    "Ik weet het niet: ze heeft borstkanker gehad, maar dat is nu voorbij normaal. Maar het duurt een paar jaar eer dat uit je lijf is. Ze moet veel rusten."
    Hoe is het mogelijk, dacht ik? Zo veel leed in 1 gezin. "Geen wonder dat je altijd boos bent."
    "Ik ben niet boos, mevrouw. Waarom denkt u dat?"
    "Tja, omdat je er zo een beetje uitziet."
    Warre glimlacht, en het is een glimlach, die ik nog niet eerder bij hem zag:"Maar nee, het is niet dat ik geen vrienden heb of zo. Ik heb ook een vriendin en ik kan bij haar wel terecht. Haar opa is ook gestorven. We zijn enkele weken geleden samen naar het kerkhof geweest."
    "Hopelijk zijn jullie ook al eens samen ergens anders naartoe geweest?"
    We lachen samen.
    "Ik weet wel dat ik er met u over kan praten, mevrouw, maar het is echt okee. Ik kom er zelf wel uit."
    Dat was vorig schooljaar, nu zo'n 10 maanden geleden.
    Deze week stond Warre me op te wachten bij de schoolpoort op een middag. Hij vroeg of hij eens met me kon praten. We spraken af na de lessen die dag. Hij zit nu in het zesde. Zijn vader is 2 jaar geleden overleden. Zijn moeder is nog steeds niet gezond. Zijn vriendin start in het hoger onderwijs, terwijl hij (na een C-attest in een andere school) een jaar achterop is geraakt. Hij wil zijn vriendin niet kwijtspelen. Maar het botert niet zo goed tussen haar en zijn moeder. En haar vader vindt hem ook niet zo'n goede partij (zittenblijver, defensieve houding tegenover de wereld???). Hij is bang dat ze de relatie gaat beëindigen, want ze wil niet dat hij elke woensdagnamiddag naar haar kot gaat. 
    "Tja: ik begrijp dat je je zorgen maakt."
    Stilte.
    "Misschien moet je haar een beetje vrij laten. En haar vertrouwen. Krampachtig vasthouden en haar vrijheid beknotten zal averechts werken. Probeer wat afstand te nemen. En blijf jezelf, want daarom houdt ze van je. Het zou kunnen dat ze zelf onzeker is over haar nieuwe vrijheden en een beetje bang is voor de reactie van haar omgeving omdat ze een vriend heeft die nog op het middelbaar zit."
    Patat! Dat werkt als een rode lap op een jonge stier.
    Het heeft geen zin om fabeltjes te vertellen. daarvoor is deze jongeman te slim.   Maar ik hoop van harte dat het lukt tussen hen, want ik wil hem zo graag nog meer verdriet besparen. En toch kan ik dat niet. Hij heeft geen boodschap aan romantische prietpraat. daarvoor heeft Warre te veel klappen gekregen. 
    Hij ging naar huis en nam afscheid met de woorden: "O ja, mevrouw: ik ga tegenwoordig naar een therapeut. Twee keer per maand. Maar ik wil dat niet blijven doen, hoor. Gewoon nu even, om mijn moeder een plezier te doen. Die vindt dat belangrijk."
    Mooi zo. Een beetje professionaliteit kan geen kwaad. in dit geval toch niet.

    21-09-2012 om 10:43 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moraal en condooms
    In een column van Rik Torfs uit de Standaard van enkele weken geleden ("De grenzen van de straf"-DS 01/08/12) staat de zinsnede: "De absolute suprematie van de moraal is amoreel". In een 6e middelbaar vraagt deze zin om uitleg van minstens drie woorden (heb nochtans op een bijscholing eens gehoord dat dit bijgevolg te moeilijk is voor de doelgroep), maar is deze toch het bespreken waard. Zo vond tenminste een jongeman van bijna 18: "Mevrouw: dat zou Rik Torfs eens tegen de paus mogen zeggen. Ik bedoel met zijn uitspraken over condooms en al". Lang geleden dat we dat nog eens gehoord hadden. Met alle (media-)turbulentie rond pedofiele priesters en onbetrouwbare butlers zouden we bijna vergeten dat men in het Vaticaan een mening heeft over condooms en die mening niet past in de overtuiging van de meeste mensen (waaronder heel wat katholieken), die bezorgd zijn over de verdere verspreiding van het HIV-virus en ander onaangenaams. Even afwijken van de doelstelling van de les: een door mij veelbeoefende discipline, tot groot jolijt van mijn publiek dat ervan overtuigd is "dat ze dat niet moeten kennen voor de toets". 
    "Daar heb je een punt. Verduidelijk je het even voor iedereen?"
    "Wel euh: de paus denkt dat hij iets mag zeggen over seksualiteit en zo, terwijl hij daar toch niets van af weet. Maar veel katholieken luisteren naar wat de paus zegt en in Afrika en al geloven ze dat de paus gelijk heeft als hij zegt dat condooms u niet beschermen tegen AIDS en dat ze dus geen enkel nut hebben."
    Paus, kardinaal, bisschop, kerkjurist etc: we gooien het voor het gemak maar allemaal even in eenzelfde tonnetje en labelen hen als condoomwerende middelen. Wie neemt het deze jongeman kwalijk? Hij leest de krant.
    Toch kom ik even docerend tussenbeide en probeer ik de uitspraak te kaderen. Als ik me niet vergis heeft de paus gezegd dat condooms het AIDS-probleem niet oplossen (maar zelfs verergeren) en was er een bisschop die er een schepje bovenop deed met een pseudo-wetenschappelijk praatje dat condooms je zelfs niet beschermen tegen AIDS. Iedereen weer even bij de les. 
    Weinig verdeeldheid in mening bij de leerlingen:"Ja, dat is waar: de paus denkt dat wat hij zegt heilig is en al de rest ongelijk heeft. Zijn moraal staat boven al de rest, denkt hij."Is er verbazing bij de leerlingen dat ik hen niet tegenspreek? Ik heb er alvast geen opgemerkt. 
    "Mevrouw: bent u voor het gebruik van condooms?
    Deze vraag verdient een eerlijk antwoord: "Ik vind het heel erg dat door ze te verbieden er een verdere verspreiding van het HIV-virus in de hand wordt gewerkt en ik geloof dat het belangrijk is dat mensen, die meerdere seksuele partners hebben de verantwoordelijkheid nemen om de verspreiding van SOA's tegen te gaan en dat dit het beste wordt voorkomen door condooms te gebruiken." Duidelijk genoeg, maar toch komt de vraag:"En vindt u het niet erg dat u daarmee de mening van de baas van de katholieken tegenspreekt?"
    "Ik zou het vooral erg vinden als mijn geloof me zou verhinderen om zelf te denken. En dat de katholieke moraal me zou beletten om zelf een rangorde van waarden te hanteren, waarbij ik kan kiezen voor het minste kwaad."
    "En dat is niet zo?", dat zegt de eerste jongen weer. Hij is bij de pinken, nietwaar?
    "Ik denk van niet. De christelijke boodschap bevat zoveel waardevolle ideeën, dat ik haar niet wil afrekenen op een aantal meningsverschillen."
    En dan keerde ik terug naar de uitspraak van Rik Torfs. Fundamentalisten zijn gevaarlijk voor de menselijke vrijheid. Communicatie over waarden is zeker erg belangrijk. En een column verschijnt openbaar, dus deelt de auteur zijn mening met iedereen. Ook met de paus. Al weet ik niet of die de Standaard leest. Maar de pauselijke nuntius wellicht wel. 
    En daarna hebben we de grenzen van een straf verder besproken. Want dat moet wel zijn gekend. Al ben ik er vrij zeker van dat geen enkele leerling volgende week of volgende maand vergeten zal zijn dat ik niet tegen condooms ben. Wie weet: misschien krijg ik er op de 100-dagen wel een pakje cadeau.


    12-09-2012 om 15:07 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kennismakingsles
    Het is mijn 25e keer dat ik een schooljaar start met enkele voor mij totaal nieuwe klassen. Maakt dit me tot een expert in do's en don't's van de eerste kennismaking tussen leerlingen en godsdienstleerkracht? Geen idee. Wat ik wel weet is dat er een aantal zaken zijn, die ik niet meer zal doen in een eerste les. 
    Voorbeelden? De leerlingen onderwerpen aan een soort van "ondervraging" over hun thuissituatie waarbij ze het beroep van hun ouders mogen neerschrijven of vertellen. Dat leerde ik alvast van mijn eigen kroost, die het afschuwelijk vonden om te moeten vertellen dat hun ouders allebei(!) godsdienstleraars zijn. 
    Verder is het niet zo'n goed idee om leerlingen te laten noteren wat ze van de godsdienstlessen verwachten. Je hebt nu eenmaal je leerplan en de desillusie aan beide fronten kan nauwelijks groter zijn in bepaalde gevallen. 
    Ook geloof ik niet dat je je jaarplanning moet afhaspelen. Teveel is trop. En tussen droom en werkelijkheid staat tot nader order een wereld van verschil, of is dat alleen bij mij het geval? 
    Misschien best ook niet de hippe sympathiekeling uithangen, als je dat niet echt afgaat (de aandachtige lezer voelt dat dit een beproefde methode van ondergetekende is). 
    Té streng is dan ook weer uit den boze. 
    Te grappig is geforceerd... 
    Wat moet je dan in godsnaam doen? Aha! Dat is dan weer een voordeel als je kan geloven. In godsnaam...in Gods-naam: laten we dus rustig rekenen op de heilige Geest en Zijn sublieme gaven. Iets te hoog gegrepen voor jou? Ook voor mij, vrees ik. 

    Wat te doen als je een nieuwe klas met allemaal nieuwe gezichten binnentreedt? In mijn geval is het stilletjes hopen dat er iemand het jaar overzit en dan laat ik die mij voorstellen. Flauw, ik weet het, maar het werkt. En als dat niet zo is, dan probeer ik vooral rustig en correct te blijven. Wat verwacht ik van de lessen en van de leerlingen? Wat gebeurt er als ze dit niet doen? Waar laat ik hen de vrije keuze in? Hoe gaan we om met uiteenlopende meningen (respectvol, hoe anders?). En vooral: niet vergeten te zeggen hoe leuk ik het vind om na bijna drie maanden eindelijk weer voor de klas te staan. 
    Vlaanderen heeft hele toffe godsdienstleerkrachten, dat is alvast een opsteker. Dat merk ik als ik ontdek dat de meeste leerlingen niet zo heel erg negatief de klas binnenkomen. Ze vinden de lessen godsdienst niet de allersaaiste uurtjes van de week. Alhoewel: vanmorgen viel een 17-jarige knaap ei zo na in slaap tijdens het laatste leskwartier ( godsdienstlessen duren bij ons 2 lesuren na elkaar, gelukkig!). Na de les vroeg ik hem om volgende week iets vroeger te gaan slapen, en als dat niet lukte wat dichter tegen het open raam plaats te nemen. Hij gaf toe dat het festival van vorig weekend nog niet helemaal uit de leden was, maar beloofde beterschap.

    Bestaat er een toverformule om de eerste kennismaking iets minder te laten uitmonden in klamme-handen-gevoel? Ik vrees van niet. Ik probeer eerlijk gezegd de strengste versie van mezelf te zijn en nog niet mijn hele curriculum prijs te geven. Kwestie van hen nieuwsgierig te houden naar de volgende les. En ik vraag hun naam en van waar ze komen. Want natuurlijk wil ik ook wel weten wie ik voor me heb. En tegen de volgende les hoop ik dat er fotolijsten beschikbaar zijn, zodat ik hun naam al een beetje kan leren. Niets zo vervelend als 2 maanden lesgeven zonder iemand bij zijn naam te kunnen noemen.

    04-09-2012 om 16:18 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van augustusblues tot septemberstress...: of hoe een sudoku je daarbij kan helpen
    Elk jaar zo rond 8 à 10 augustus overvalt me een eigenaardig soort melancholie, die eigenlijk ook een zekere stress met zich meebrengt. Elk jaar denk ik in die dagen dat de vakantie weer erg snel zal voorbij zijn en dat ik - zoals Bart in The Simpsons-aflevering The Monkey Suit- nog een heleboel zaken wil gedaan krijgen voor de vakantie echt weer definitief voorbij zal zijn. Ik noem dit gevoel: "de augustus-blues".
    En naast deze toch wel erg drukke plannen-makerij besef ik des te meer dat de komende septembermaand ook weer de nodige stress met zich zal meebrengen, omdat de nieuwe leerlingen mij en ik hen moeten besnuffelen en meten hoe ver we langs beide kanten kunnen gaan.
    Eerlijk is eerlijk: als godsdienstleraar moet je toch wel een aantal vooroordelen kunnen weerleggen tegen je persoon en je vak bij een bepaald percentage van je leerlingen. 
    Zo had ik enkele jaren geleden een jongen in het vijfde jaar, die geheel conform zijn puberale leeftijd aan image-building deed en daarin absoluut geen plaats wist voor het vak godsdienst, noch voor de godsdienstlerares. Hij zat dan ook al twee, drie lessen bezig met alles behalve dat wat ik verwacht van een goede student. In week 3 van de snuffelmaand zag ik hoe hij onder zijn bank naar zijn handen zat te loeren en heel af en toe heel kort iets noteerde. De minder geslaagde acteurprestatie bestond bovendien uit een sporadisch opkijken in mijn richting en naar het bord. Diep zuchten en met de ogen draaien bij een grapje van mij of een tussenkomst van een medeleerling behoorde eveneens tot het repertoire. Gezien de geringe bewegingsvrijheid voor mij in het lokaal, slaagde ik er niet meteen in om te ontdekken wat daar zo interessant was onder zijn lessenaar. Tot ik het opeens wist: hij was een sudoku aan het invullen. 
    Na de les vroeg ik hem even te blijven. Hij zuchtte zo mogelijk nog dieper en wierp veelbetekenende blikken naar enkele klasgenoten. Uit zijn lichaamstaal sprak een mengeling van selffulfilling prophecy, minachting en toch ook wel een beetje angst. Vooral dit laatste wou ik benutten.(ach: dit wordt me wel vergeven, toch?) Ik ging naast hem zitten en vroeg hem of hij me eens kon uitleggen hoe een sudoku nu precies werkte. Zelf behoor ik tot de kruiswoordraadsel-generatie en ik had me tot dan toe nog nooit verdiept in het uitdokteren hoe je aan een sudoku moet beginnen, hoewel het me wel heel leuk leek. De arme jongen werd bloedrood, maar keek ook enigszins verrast. Ik was heel kalm en oprecht geïnteresseerd. Het invullen van een sudoku was namelijk een niet-afgestreept item op mijn augustus-blues-lijstje. Aarzelend begon hij het uit te leggen. Ik snapte het niet meteen (ja, zeg...!) en vroeg het eens te tonen. Zijn handen trilden toen hij het verfrommeld krantje uit zijn map haalde. Hij keek me een beetje schuchter in de ogen en ik bleef geduldig wachten op zijn uitleg. Ik stelde nog enkele vragen en hij antwoordde beleefd. Toen ging de bel. Ik zei:"Ik ga dat ook eens proberen. Maar wel in het weekend of zo." Hij knikte.
    Nee, ik heb met geen woord gerept over zijn houding. Nee, ik heb niks gezegd over het feit dat hij moest opletten in de les. Nee, ik heb hem niet gezegd dat hij misschien ook wel iets van mij zou kunnen opsteken (hoewel dat natuurlijk wél degelijk het geval is, haha). 
    Maar hij heeft het begrepen. 
    Het werd nooit mijn grootste fan. Hij heeft me als afgestudeerde nog geen vriendschapsverzoek gestuurd op Facebook. Hij volgt me niet op Twitter...
    Maar: hij keek de weken daarna iets minder verveeld en heeft maanden later zelfs enige inbreng in de les gehad toen het ging over euthanasie, geloof ik. 

    31-08-2012 om 12:52 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.M.Martin en Malone in de godsienstles???
    Misschien heb je je -net als ik- de laatste weken wat geërgerd aan het mediacircus omtrent de mogelijke vervroegde doch wettelijke vrijlating van Martin en de scherpe kritiek op de zusters Clarissen van Malone op allerlei netwerksites? Heb je je afgevraagd of je hiermee iets kan doen in je godsdienstlessen van binnenkort? Dan heb je misschien iets aan bijgevoegd dossier/lesmateriaal.
    Christenen brengen niet zelden een controversiële en onpopulaire boodschap... En dit doet niet af aan je respect en mededogen voor de (nabestaanden van de) slachtoffers. Dat blijft uiteraard van het allergrootste belang.

    Bijlagen:
    De Verloren Zoon - Rembrandt.doc (685.5 KB)   

    22-08-2012 om 00:00 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 03/10-09/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 30/11-06/12 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 17/11-23/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs