Hij viel me ergens halverwege de eerste schoolweek vorig schooljaar op wegens zijn boosheid. Warre zal ik hem noemen, 17 jaar, alle dagen heel boos, spottende glimlach verschijnt sporadisch als hij de verbeten trek om de mond even kon lossen. Op de klassenraad over de nieuwkomers in het 5e jaar had ik vernomen dat zijn papa een jaar eerder om het leven was gekomen bij een tragisch werkongeval. Hij wou er echter niet over aangesproken worden, wat ik dan ook niet deed. Tijdens de lessen "Samenlevingsopbouw" zat hij nonchalant onderuit gezakt op zijn stoel, droedelend (zo van die boze aziatische stripfiguurtjes), met een lichaamstaal die op z'n minst vijandig te noemen is. Ik had met hem te doen, maar probeerde het te verbergen, met wisselend succes. Ik herkende de boosheid: mijn vader is overleden aan kanker toen ik 17 was. Ik was heel lang boos op alles en iedereen, maar vooral op de gelovige goegemeente, wiens Goede Vader wel mijn goede vader had meegenomen naar ergens waar ik niet eens meer in geloofde. Toen toch niet. En ik herinnerde me ook mijn venijnige opmerkingen aan het adres van een zuster, die me in de speeltijd kwam opzoeken en vroeg of ze me ergens mee kon helpen ("ze kon bijvoorbeeld goed luisteren". Nee danku. "Ze zou voor me bidden." Juist ja, dat zou vast enorm helpen. Kortom: ik weet nog hoe het voelde.) Bon, ik wou Warre niet voor het hoofd stoten. Ik zou hem niet bemoederen en proberen om hem zijn recht op boosheid te gunnen. Na de les zocht ik nooit zijn blik (man, dat was lastig). In de gang plofte ik net zo goed bij hem mijn spullen in de armen om mijn deur te kunnen openen als bij de anderen. Hij moest ook meewerken in de les, wat hij eigenlijk nooit weigerde, al was het wel niet van harte en nooit zonder een spottende blik. Groot was dan ook mijn verbazing toen hij eind november, kort na de start van het terrein "Lijden en Hoop" na de les zelf bleef plakken en me zei dat hij blij was dat ik over de dood en over rouw sprak, want dat hij het er moeilijk mee had. Zelf huil ik bij letterlijk elke disney-film, dus hoef ik je niet te zeggen zeker, dat ik totaal onprofessioneel de waterlanders voelde komen? Dat was nu precies wat Warre kon missen. En toch zei ik hem: "Ik vind het zo erg voor jou en je mama en je broer, Warre. Het is zo verschrikkelijk wat jullie doormaken. Lukt het een beetje met jou? En met je familie? Kunnen jullie elkaar een beetje recht houden?" Lap: zei ik toch net weer wat ik me had voorgenomen niet te zeggen! Warre werd niet boos, maar was toch enigszins geïrriteerd: "Iedereen blijft dat maar vragen. Hoe kan ik dat nu weten? We leven van dag tot dag, maar betekent dat dat het lukt? Het is niet alsof we erover praten of zo. We zijn geen amerikaanse film of serie. Mijn broer komt bijna nooit naar huis (die zit blijkbaar op kot), mijn tante woont praktisch bij ons en is altijd zo over haar toeren als ze op mijn kamer komt. Ik moet altijd maar alles opruimen, mag niet voortdurend met mijn laptop bezig zijn en moet mijn moeder meer helpen en al. En mijn moeder is zelf ziek." "Ernstig?" vraag ik. "Ik weet het niet: ze heeft borstkanker gehad, maar dat is nu voorbij normaal. Maar het duurt een paar jaar eer dat uit je lijf is. Ze moet veel rusten." Hoe is het mogelijk, dacht ik? Zo veel leed in 1 gezin. "Geen wonder dat je altijd boos bent." "Ik ben niet boos, mevrouw. Waarom denkt u dat?" "Tja, omdat je er zo een beetje uitziet." Warre glimlacht, en het is een glimlach, die ik nog niet eerder bij hem zag:"Maar nee, het is niet dat ik geen vrienden heb of zo. Ik heb ook een vriendin en ik kan bij haar wel terecht. Haar opa is ook gestorven. We zijn enkele weken geleden samen naar het kerkhof geweest." "Hopelijk zijn jullie ook al eens samen ergens anders naartoe geweest?" We lachen samen. "Ik weet wel dat ik er met u over kan praten, mevrouw, maar het is echt okee. Ik kom er zelf wel uit." Dat was vorig schooljaar, nu zo'n 10 maanden geleden. Deze week stond Warre me op te wachten bij de schoolpoort op een middag. Hij vroeg of hij eens met me kon praten. We spraken af na de lessen die dag. Hij zit nu in het zesde. Zijn vader is 2 jaar geleden overleden. Zijn moeder is nog steeds niet gezond. Zijn vriendin start in het hoger onderwijs, terwijl hij (na een C-attest in een andere school) een jaar achterop is geraakt. Hij wil zijn vriendin niet kwijtspelen. Maar het botert niet zo goed tussen haar en zijn moeder. En haar vader vindt hem ook niet zo'n goede partij (zittenblijver, defensieve houding tegenover de wereld???). Hij is bang dat ze de relatie gaat beëindigen, want ze wil niet dat hij elke woensdagnamiddag naar haar kot gaat. "Tja: ik begrijp dat je je zorgen maakt." Stilte. "Misschien moet je haar een beetje vrij laten. En haar vertrouwen. Krampachtig vasthouden en haar vrijheid beknotten zal averechts werken. Probeer wat afstand te nemen. En blijf jezelf, want daarom houdt ze van je. Het zou kunnen dat ze zelf onzeker is over haar nieuwe vrijheden en een beetje bang is voor de reactie van haar omgeving omdat ze een vriend heeft die nog op het middelbaar zit." Patat! Dat werkt als een rode lap op een jonge stier. Het heeft geen zin om fabeltjes te vertellen. daarvoor is deze jongeman te slim. Maar ik hoop van harte dat het lukt tussen hen, want ik wil hem zo graag nog meer verdriet besparen. En toch kan ik dat niet. Hij heeft geen boodschap aan romantische prietpraat. daarvoor heeft Warre te veel klappen gekregen. Hij ging naar huis en nam afscheid met de woorden: "O ja, mevrouw: ik ga tegenwoordig naar een therapeut. Twee keer per maand. Maar ik wil dat niet blijven doen, hoor. Gewoon nu even, om mijn moeder een plezier te doen. Die vindt dat belangrijk." Mooi zo. Een beetje professionaliteit kan geen kwaad. in dit geval toch niet.