Om 7.30 zaten we met zn 5 (Jorik,Berdien,Marieke,Maren en ik) in de
bus, klaar om te vertrekken. Toen we vertelden dat we met de bus zouden reizen
verklaarde iedereen ons gek, en misschien hadden ze zo hun redenen. De
heenreis verliep vrij vlot, en qua meereizigers ook. We hadden
zitplaatsen, een voorraad eten en ramen die we konden openschuiven. Na 15
minuten onderweg te zijn, stormden er echter 10-tallen (welriekende) cholitas op
de bus die met vetomringende sandwiches, gefrituurde of gemuteerde kip, stomende bakjes vlees, kauwgom, koekjes, drinken en
fruit verkochten. En met stormden bedoel ik ook echt stormden,
het zorgde voor een oncontroleerbare drang om te lachen. (-PAPAJA PAPAJA !-)
Na 10 minuten konden we verder, ditmaal zonder verkopers. In de helft van onze reis, wanneer de bergen van Cochabamba al ver achter ons lagen, hielden we
een plaspauze. We stapten uit de bus en kwamen in een straatarm dorpje terecht waardoor
een grote baan lag. Overal bedelende kinderen/volwassenen, hongerige
honden en ook de wc was iets om niet over terug te denken. De geur kwam ons al
tegemoet toen we uit de bus stapten, ik hoef er geen tekening bij te maken
Gelukkig konden we na 20 minuten de bus weer op, konden we onze voorraad al wat aanslagen en wachten op onze eindbestemming. Om 16u reden we een gigantische stad
binnen, gelegen middenin de Bergen en op zon 3000m hoogte. We waren er, La
Paz. Daar bracht de gastpapa van Marieke ons naar onze slaapplaats voor de
komende dagen: een kamer boven/achter Wistupiku (bekende restaurantketen
waarvan de naam in Quechua scheve mond betekent. De oprichter heeft dynamiet
in zijn gezicht gekregen, waardoor zijn mond scheef stond. Vandaar de naam.) Wistupiku
ligt in het centrum naast Plaza Murillo, waar de president woont. Om
in onze kamer te komen moesten we door de winkel, vervolgens door de
keuken, en tenslotte door een stoffige ruimte de trap nemen. We hadden
matrassen, lakens, een douche (met koud water) en een toilet; meer moet dat niet
zijn, zeker als we er niets voor hoefden betalen. Na ons geïnstalleerd te
hebben trokken we erop uit om eten te gaan zoeken. Het werden hamburgers van
5Bs, een waar feestmaal om onze drie maanden in Bolivia te vieren.
Zaterdagochtend wachtte het toeristenbusje (we moesten toch eens de tourist uithangen) ons op. We gingen naar Chacaltaya en vervolgens naar
Valle de La Luna. We vertrokken in het centrum van het centrum, reden de stad
uit, reden door kleinere (en steeds schrijnendere) dorpjes en begonnen tenslotte aan een trip
op smalle weggetjes doorheen de bergen, dalen, valleien en riviertjes. 3uur
later (en hoger) kwamen we aan aan Chacaltaya, ooit het hoogste skigebied
(5400m) en nu een toeristenactiviteit vanwege de opwarming van de aarde. Het uitzicht was prachtig, maar we hadden HET van het nog niet gezien. Hiervoor
moesten we ons begeven aan een kleine beklimming, die door de hoogte waarop we
ons begaven vermoeiend was en ons op onze adem pakte. En toen was het zover, we
bereikten de top, het hoogste punt waar we ons naartoe konden begeven. Het
uitzicht was overweldigend: overal bergen, valleien, wat sneeuw en niets op te
merken dat nog maar in de buurt kwam van een menselijke activiteit. Ik werd er stil
van, en op dat moment overviel een straal geluk me. Ik denk dat Chacaltaya het
hoogtepunt (je kan het zelfs letterlijk nemen) van mijn leven was; een ervaring
om nooit meer te vergeten, om met een lach terug aan te denken. Na Chacaltaya bracht
de bus ons naar Valle de la Luna, een landschap gelegen in de stad dat zijn
naam aan erosie te danken heeft. De erosie heeft dit stuk landschap namelijk zo
aangetast dat het vergeleken kan worden met en maanlandschap, en het dus een ware toeristische locatie is. Ook wij, samen met onze nieuwe braziliaanse
vriend (Henrique Iglesias) die alleen door Peru, Chili en Bolivia trok, vonden het de moeite om te bezoeken. Na
thuis aangekomen te zijn, en een pizza te hebben gegeten, was het tijd voor
LaPaztok, een festival in het stadion van La Paz. Muziek? Elektro (die langdradig maar catchy was), Drum and Bass en
waanzinnige, om op los te gehen, GOA. Om 5.30 vielen we uitgeput maar voldaan
in ons bed, het was een dag om U tegen te zeggen.
Zondag = rustdag. Na een uitgebreid ontbijt, een koude douche en
getreuzel zijn we wat gaan rondhangen aan de Plaza Murillo (vol met duiven! Wat
die beesten overal ter wereld doen snap ik ook niet...) Ondertussen was het 17u en moesten we op zoek naar eten, want om 18u zou
Cristian (de jongen uit La Paz die vorig jaar in Antwerpen woonde) ons
komen ophalen. Toen hij uit de auto stapte was het heel raar, maar geweldig, om hem terug te zien. De laatste keer dat ik hem gezien had was op
het voetbalveld in het park van Ekeren, en nu was het in Bolivia. Hij nam ons mee
naar zijn huis, waar hij ons verwelkomde met 2 blikjes Jupiler, 1 Stella, 1
Westvlieteren en pure chocolade van Cote dor. Ik denk dat onze avond niet meer
stuk kon, een fris pintje in de hand en wat chocolade om op te smullen. We
hebben de hele avond over België, de politiek in Bolivia (waar ik later meer
over vertel, want het is hier serieus aan het mislopen in Bolivia) en ervaringen gepraat.
Om half 1 sprongen we opnieuw in de taxi en kropen we in ons
bed.
Maandag, onze laatste dag, werden we om 8.30 verwacht aan het
toeristenbusje. Dit keer reden we naar Tiwanaku, een van de oudste (3000jr)
en belangrijkste ruïnes van een inca-beschaving uit Bolivia, die verder stond dan ik had
kunnen denken. Doordat de Spanjaarden er lang geleden verschrikkelijk veel
meegenomen hebben, schiet er niet veel meer over van hun ooit zo rijke cultuur/beschaving. Wel werd ons uitgelegd hoe
het er vroeger uitgezien zou moeten gezien hebben. Dat ze ver stonden, en veel afwisten van astrologie/'technologie/... werd me meteen duidelijk. Voorbeeld: in de muren van de ruïnes hadden de incas een soort microfoon uitgevonden; een gat in de
muur in de vorm van een oor, waardoor je moest praten, om zo de hele massa aan
te spreken. Je moet er maar op komen.
s Middags konden we met een rammelende maag lama naar binnen werken;
heerlijk, mals en sappig vlees. Wanneer we terugkeren naar La Paz wil ik dit
zeker nog eens eten. Terug thuis aangekomen, en al wachtend op onze pizza,
sloegen we een babbeltje aan met twee Hollanders en een Brit, die op rondreis
in Zuid-Amerika waren. Altijd leuk om met nieuwe mensen te praten, en wat verhalen uit te wisselen. ('Zo moedig seg, op jullie 18 jaar een vertrouwd land verkennen. Toen ik jullie leeftijd had speelde ik nog met de Lego!')
Dinsdag, na ons ontbijt, was het tijd om onze koffers te pakken (zeg maar alles erin te duwen/proppen/frommelen) en een
grote kuis te houden in ons stekje. Voor we naar de bussen terugkeerden wouden
we nog even de kerk aan de Plaza Murillo bezoeken. De terugreis kostte ons Bs20, omdat we ons ticket niet op voorhand gekocht
hadden; we hadden goede plaatsen, dus zeker voor herhaling vatbaar! Wat me wel
opviel was dat er op de terugreis veel, hoe zeg ik het, onhygiënischere mensen
zaten. De raam was (voor mij en de andere AFS'ers) verplicht om open te blijven, omdat sommige
medereizigers hun bijdrage aan de frisse lucht deelden.. Achja, ook dit is Bolivia. Om
22u waren we thuis, en kon ik tevreden in bed
kruipen.
La Paz, het was de
moeite, maar ik denk dat dat meer dan duidelijk was.