Een cruise. Hierbij denk ik aan overbodige luxe, decadentie tot in de kleinste details en relatief oud, rijk volk. Ongelijk kon ik mezelf niet geven, want de 'MSC OPERA' waarop we ons begaven paste volledig in dat stereotiepe plaatje. De Cruise bestond uit zo'n 14 verdiepen en was 251m lang, 75m breed en zo'n 100m hoog. Binnenin waren er verschillende lounge ruimtes, fitnessruimtes, een casino, restaurants, bars, een theaterzaal (waar je elke avond Bingo kon spelen), duty free-shops, discotheken, zwembaden, jacuzzi's en een enorm aanbod aan eten. Maar liefst 5 keer per dag konden we aanschuiven en ons buikje rond(er) eten. Als ontbijt was er alles: van gezonde yoghurt en fruit tot spek, eieren en chocoladebroodjes. Van 12u-18u was er het pizzabuffet, van 12u-15u het pastabuffet, vanaf 14u het middagmaal en om 22u konden we smullen van een 4-gangen menu in het chique restaurant. Onze obers kwamen van Costa Rica en Indonesië, en zo liepen er rond van over de hele wereld. Ook was alles op de 'MSC OPERA' in het portugees aangezien zo'n 70% van het volk Braziliaans was. Het verbaasde me dat ik er toch iéts van verstond, omdat het vergelijkbaar is met het Spaans. De crew organiseerde, net zoals in van die foute Amerikaanse films, de hele dag activiteiten: zo werd er gedanst op Grease met alle oudjes op het dek, werden er battles tussen mannen en vrouwen gehouden en massa's spelletjes gespeeld. Ook onze kamers waren ruimer dan we gedacht hadden, en werden dagelijks gekuisd en opgeruimd (zelfs ons bed werd elke dag op een verschillende manier opgedekt).
Maar gelukkig heeft een cruise ook bestemmingen. Zo kwamen we aan in Punta del Este, een toeristische havenstad in Uruguay waar tientallen zeehonden/zeeleeuwen lagen te zonnen in hun natuurlijke habitat. Je kan het al raden, een heuse attractie voor wij toeristen... Met een busje werden we gebracht naar een aantal stranden en prachtige uitzichtspunten over de stad, om tenslotte gedropt te worden in de winkelstraat. Onvoorstelbaar hoeveel mensen er die avond aan boord kwamen met de handen vól zakken. Kijken naar je geld? Ik denk dat de meerderheid er liefst blindelings mee smijt. Maar het is zoals het is, aan luxe raak je snel gewend, dus vonden wij de cruise al snel geweldig. (Wel niet in de zin dat ik het opnieuw zou doen; geef mij maar een rugzak om mee rond te trekken door Zuid-Amerika =) )
Toen we onderweg naar onze volgende bestemming waren, zaten we 1 dag op open zee, met gevolg onze dag bestond uit bakken in de felle zon op het dek, eten, voor de afwisseling nog eens eten en uitgaan in de discotheek. Die volgende dag kwamen we aan in Ilhabela, een tropisch stadje in Brazilië, waar we een aantal watervallen bezochten en genoten van het strand. Vermoedelijk werd ik hier gestoken door éen of ander braziliaans monstertje, want die volgende dag verscheen een beet (leek op een muggenbeet) op mijn been, die gedurende de reis enkel bleef groeien en enorm hard jeukte. Nu nog (16/04/2011) probeer ik hem weg te krijgen met allerlei zalfjes; tervergeefs.
Maar goed, 's avonds konden we genieten van een spectaculaire show op de gala-avond (want wat is een cruise zonder een avond waarbij iedereen nóg eleganter kan rondlopen?) die bestond uit flamenco, cancan, zang, acrobatie tussen twee mannen, flauwe mopjes en meer van dat. Een sfeervolle afsluiter was het zeker, want die volgende ochtend kwamen we aan in Santos (Brazilië) waar ons tweede avontuur erop zat. Santos heeft bij mij een slechte indruk achtergelaten: vuil, grauw en vies. Als het zijn oude gebouwen nog gerenoveerd zou hebben, zou er nog iets aantrekkelijks zijn geweest buiten dat éne pleintje in de hele stad. Ook werden we met onze neus op de realiteit geduwd: de kostprijs was terug zoals in België. Wat een verschrikkelijke aanpassing, ik miste Bolivië meteen! In Santos reden we nog met een toeristisch treintje doorheen het centrum, om ons 's avonds naar de Terminal te begeven. Want die avond sprongen we met voer en vol enthousiasme op de bus die ons naar de eindbestemming van onze Grote Reis bracht: RIO DE JANEIRO!
Een tweetal weken geleden verliet ik Cochabamba om, kwestie van afwisseling ( ;-) ), de wijde wereld in de trekken. Deze keer ruilde ik m'n leven in Cochabamba om voor een reis richting Buenos Aires, Uruguay en Brazilië, en omdat ik bijna een boek kan schrijven over deze onvergetelijke reis zal er een verslag in drie delen volgen.
Beginnen doe je bij het begin, en het begin van onze reis begon in Buenos Aires, hoofdstad van Argentinië. Eerste indruk? Nee, we zitten terug in Europa jongens ... Want B.A., hoe geweldig het er ook is, lijkt het Europa van Latijns Amerika wel; proper, verkeersregels/borden, normale kledingwinkels (en geen mini/haast binnengerakende rommelwinkeltjes), dure levensstijl, modern openbaar vervoer (met even vriendelijke buschauffeurs), ''chique'' auto's, ... En ja, het is er prachtig. Er staan indrukwekkende gerenoveerde gebouwen, er is een grote en mooie haven (Puerto Madero), gezellige cafeetjes, een eeuwig stralende zon en ook ons Hostal leek in geen honderd jaar op dat tijdens onze 3-stedentocht in Bolivië. We verbleven in 'Hostal Suites Florida', een aanrader voor elke jongere die een relatief goedkope verblijfplaats zoekt in Buenos Aires. Het hostal lag centraal, de kamers waren proper en hadden een eigen badkamer, de staff was vriendelijk, het ontbijt was een buffet en naast dit allemaal werden er massa's feestjes georganiseerd. Iets belangrijks was het gevoel van veiligheid dat de stad me gaf; geen enkele moment liep ik met schrik over straat na een avondje op cafe of een gratis tango op straat. Ook zijn Argentijnen veruit een van de mooiste volkeren. Wauw, liep je over straat kon je overal wel een of andere knappe jongeman spotten. Mijn goesting? die vond ik er zeker. Wel vond ik de oudere Argentijnen geen vriendelijk volk; zure, onbehulpzame, saaie mensen. Slechts enkele momentopnames van mezelf, de realiteit zal uiteraard wat anders zijn. Maar dit is mijn blog, en dus is mijn schrijfstijl ook allesbehalve objectief.
De paar dagen we verbleven in Buenos Aires deden we ons best de stad zo goed mogelijk te leren kennen. Zo gingen we (meestal te voet en voorzien van zonnecrème en kodak) naar San Telmo -een oud en antiek gedeelte van de stad waar je allerlei kleine winkeltjes treft alsook een paar mooie parken- , Caminitos -het meer toeristische gedeelte van B.A. gekend om zijn kleurrijke huisjes, artistieke schilderijen en graffiti- , het beroemde kerkhof waar Eva/Evita Perron begraven ligt, het huis (zeg maar kasteel) van de Argentijnse presidente, de indrukwekkende Puerto Madero en zo veel meer. We ontdekten, genoten maar keken vooral uit naar het hoogtepunt van ons verblijf: de bewuste avond van het concert van U2 met Muse (!) als voorprogramma. Jessica en ik trokken de laatste avond naar het stadion, waar duizenden mensen bleven toestromen om U2 in levende lijve bezig te zien. Toen we hoorden dat Muse begonnen was renden we vliegensvlug binnen, en omdat we vrij ver stonden kropen we dichter en dichter met het excuus 'excuseer, onze vrienden zijn daar!' Strakke tacktiek, ik zeg het u.
In 5 minuten stonden we dichterbij en konden we meekelen op klassiekers als 'Starlight' , 'Super Massive Black Hole' en noem maar op. Er was sfeer, maar doordat Muse vrij onbekend is onder de Argentijnen was de sfeer niet zoals hij in België geweest zou zijn. Niettemin genoot ik ten volle teugen van het voorprogramma, ook al was de feedback met het publiek minimaal. Maar daar zou snel verandering ik komen, want U2 kwam op en werd verwelkomd met massa's waves & oorverdovend applaus en gejuich. Het optreden was ... wel, om eerlijk te zijn vind ik er geen woorden voor; overweldigend, ontroerend, prachtig, sfeervol, uniek, onvergetelijk. Veruit het beste concert ooit gezien! Ze speelden en zongen met hart en ziel, kregen het publiek mee in alles (op een gegeven moment werd alles stil en stak 100.000 man het licht van z'n gsm aan. Kippenvel, samenhorigheidsgevoel op en top), gaven rakende boodschappen mee en zorgden voor ontelbare kippenvelmomenten, om maar te zwijgen over de momenten we met tranen in onze ogen stonden.
Ja, Buenos Aires kon niet in nóg meer stijl afgesloten worden. Voldaan konden we die volgende ochtend vertrekken naar de haven waar onze cruise (de MSC Opera) ons stond op te wachten. Deel I van de reis zat erop, nu kon het tweede meer luxueuze en decandente deel van de grote reis beginnen: De Cruise.
Aangezien ik weer even verdwenen leek te zijn, en ik binnen enkele dagen op vakantie vertrek, lijkt het me een goed idee jullie een vergeschreven bericht voor te schotelen. En hoewel ik veel te vertellen heb, prop ik het in éen bericht. Enjoy!
Zoals AFS zegt, bestaat mijn jaar uit 1/2 middelbaar en 1/2 universiteit. Van juli tot november ging ik naar school, en enkele dagen geleden is mijn vakantie opgehouden. Jullie lezen het goed, sinds een paar dagen ben ik dan toch begonnen met de universiteit. En hiervoor hebben we AFS moeten lastigvallen tot er uiteindelijk iemand werd aangewezen als verantwoordelijke voor de univ. Het comité in Cochabamba trekt eigenlijk op niets, en dat heeft bijna alles te maken met het hoofd (Sra. Eleni). Haar verantwoordelijkheid bestaat uit het organiseren van activiteiten, regelen van de universiteit, in orde maken van ons visum, etc. Activiteiten hebben we niet meer gehad sinds het nieuwe comité er is, wat iedereen wel jammer vindt. Ons inschrijven in de universiteit bleek voor haar ook een uitermate moeilijke opgave te zijn, met gevolg ze deze taak op iemand anders schoof die het in 3 dagen in orde kreeg. Maar goed, de universiteit! Sinds een paar dagen ga ik naar 'Universidad Mayor San Simon' (U.M.S.S) als sociologe in spe. En deze faculteit, deze universiteit, is onvergelijkbaar met Anglo Americano (de 'elite-school' waar ik zat). Racisme bestaat, ook in Bolivië, en dit gaat vooral om een racisme tussen de rijken en de armen (campesinos) Omdat U.M.S.S. een universiteit van de staat is, betaalt men quasi niets om hier te studeren, met gevolg de arme bevolking hier studeert. Het is een ander 'soort' mensen; ze denken anders, zien er anders uit, en velen hebben (ik hoop dat het niet grof overkomt, want dat is zeker de bedoeling niet) zo'n typische geur. Niettemin, staan zij helemaal open voor zo'n vreemde blanke als ik. Helemaal alleen kwam ik aan en werd ik meteen aangesproken door een aantal van mijn klas. Ook de leerkrachten vinden het een 'eer' dat ik nog drie maanden sociologie kom volgen bij hen op de faculteit, en hebben me dan ook een kolos van een boek in de handen geduwd. We zitten met zo'n 30 à 40 man in klassen met bankjes uit de jaren stillekes. Onze faculteit is diegene die het meest verwaarloosd is, qua infrastructuur dan toch; door de vele regen in Cochabamba (het regenseizoen was heel fel dit jaar) is er gevaar op instorten van het dak, wc's kan je van meters ver ruiken, verf bladert in grote plakken van de muren, etc. Daarom zal er volgende week een staking worden gehouden (want als er 1 richting is die voor alles wil staken, is het sociologie wel. Allemaal zijn ze heel defensief opgesteld, en willen ze verandering brengen in de samenleving) om hopelijk een verbetering te krijgen. Mijn lessenrooster valt heel goed mee, hoewel het soms grote blokken zijn; zo heb ik bv. elke donderdag les van 14.15 tot 20.15. Ook heb ik het vak 'Quechua', het dialect van o.a. Cochabamba. Ver-schri-ke-lijk moeilijk, alsook de uitspraak. Voorbeeld ? - Lees het getal 6 780 luidop = suqtawaranqa ganchispachak pusaqchukayuq - Vertaal 'gele kleren wassen' = q'illu p'achaykila t'oqsay - Doe jezelf geen pijn, de uitspraak bespaar ik jullie -
Leerkrachten komen regelmatig niet opdagen, en de leerkracht Quechua gaf ons gisteren toestemming vroeger door te gaan omdat we honger hadden. Studeer ne keer in Bolivië, je maakt wat mee. Tot zover de Univ!
Want nu volgt het misschien wel belangrijkste nieuws: mijn visum is in orde ! Na 8.5 maanden 'illegaal' verblijf in Bolivië, is AFS er dan toch in geslaagd een visum te regelen. Nu hebben we een visum tot maart 2012; misschien overwegen hier te blijven tot die datum ? Just kidding. Want ook onze vertrekdatum staat sinds enkele weken vast: 23 juni vertrekken we naar huis, om 24 juni aan te komen in Zaventem, kapot van een lange reis. En of ik er naar uit kijk? Ja, om jullie na al die tijd terug te zien en in de armen te vliegen. En nee, want ik zal mijn tot dan opgebouwde leven hier moeten verlaten, niet wetende wanneer ik hier terug naar kan komen.
Vorige vrijdag trokken we trouwens met alle Belgen naar het concert van 'Los Kjarkas', de vrijwel bekendste muziekgroep uit Cochabamba die folklorische muziek voor jong en oud uit hun panfluiten, gitaar en charango's toveren. Zeker de moeite dit eens te googlen. Zaterdag was het feest bij m'n neef (die eind juni gaat trouwen! Hopelijk ben ik hier dan nog) en zondag werd Jorik 19. En zo'n verjaardag, dat lieten we niet aan ons voorbij gaan. 's Morgens stonden Marieke, Emily en ik aan Jorik's deur met versgebakken pannekoeken, broodpudding en een verjaardagskaart. Die dag erna maakten we ook nog koffiekoeken met pudding en chocolade, kwestie van hem zijn grootste gemis in België voor te schotelen. Hij was er blij mee, en terecht (:
Ook vierden we 'Vaderkesdag' vorige week zaterdag. Hiervoor kwam de papa speciaal overgevlogen van Cobija, om deze dag met ons door te brengen. Na een gezamelijk middagmaal en een siesta van de oudjes, vertrokken we met z'n allen naar de cinema. We zagen 'Yogi the Bear' (el oso Yogi) in 3D en met popcorn in alle kleuren. 's Avonds zouden de oudjes iets gaan drinken, maar hiervoor moest ik me even op hun bed zetten. De papa wou met me praten, en aan de manier waarop hij dit zei dacht ik dat er iets mis was. Maar niet heus, want wat hij zei ontroerde me helemaal. ''Eva, dochter, binnen 3 maanden ben je weg ... We gaan je enorm hard missen hoor! We mogen zeker het contact niet verliezen, want jij hoort nu bij de familie, en je zal hier voor de rest van je leven welkom zijn. En dat met wie je wilt: of je nu met je ouders komt (want die willen we dolgraag eens ontmoeten), met je zus, je broer, je vriendje (want dat zal je in België wel hebben!) of wie dan ook, we installeren ons zo dat je bij ons kan verblijven. Zie maar dat je ons nog veel komt bezoeken meisje'' Ik voelde me meer geaccepteerd dan ooit, aanvaard en welkom in de familie Ik heb hen maar gezegd dat we nog niet aan het afscheid moeten denken, want dat 3 maanden nog iéts is! En heb ik geld, keer ik terug. Want het afscheid zal iets pijnlijk zijn, misschien wel het pijnlijkste wat ik zal moeten doen in m'n 18de levensjaar.
En dat het avontuur begint te korten, is wel zeker! Twee weken geleden vierden we onze 'Chrisostemos Bolivië', de laatste 100 dagen in Zuid-Amerika. We maakten er een gezellige avond van met lekkere hapjes en pasta.
Wat heb ik jullie nog meer te vertellen ... Het Spaans blijft verbeteren, mijn band met de familie versterken en zelfs de fitness houd ik nog trouw vol! Enkel ga ik nu later, want fitnessen om 7uur 's morgens is toch gekkenwerk. En ja, de grote reis komt nu wel heel dichtbij. 30/03/2011 vertrek ik naar Buenos Aires, 1/04/2011 is er het concert van U2 (met Muse als voorprogramma!) en 3/04/2011 vertrekken we met een cruise naar Uruguay en Santos (Brazilië). In Brazilië verblijven we een nacht in Sao Paolo en nog 3 in Rio de Janeiro, om vervolgens 12/04/2011 terug aan te komen in Cochabamba (hopelijk met een zuiders kleurtje!)
Voorlopig laat ik het hierbij, ik heb jullie bijna een boek vol geschreven. Mijn eigen schuld, want elke week bloggen lijkt iets onhaalbaars te zijn gewroden. Maar blogberichten zullen er zijn; vroeg, laat of heel erg laat.
Carnaval de Bolivia, sin duda lo mejor del mundo !
Het regenseizoen komt stilletjes aan op z'n einde, mensen bekogelen jan en alleman met waterballonnen en keken ongeduldig uit naar het feest van het jaar: Carnaval. Ook ik trok deze keer, samen met de belgen uit Cochabamba, naar Oruro om carnaval te vieren op z'n boliviaans. Onze meerderjarigheid zorgde ervoor dat we toestemming kregen om te gaan, want wegens een te zatte bedoeling vorig jaar weigerde AFS Bolivia om dit jaar Oruro te organiseren. Wij vertrokken vrijdagochtend (4/03) voorzien van massa's warme truien richting Oruro, waar we 's avonds verwelkomd werden door kou en een massa volk. We dropten onze rugzak en trokken uit op verkenning. Zo wandelden we langs de tribunes, waar we die volgende dag zouden genieten van een waar spectakel op cultureel en folklorisch niveau. Overal en nergens kon je eten voor weinig geld, en ook proefden we 'leche de tigre', een naar zeggen typische drank uit Oruro. Deze drank bestaat uit kokende melk, gecondenseerde melk en Singani (boliviaans). Onze vrijdagavond werd afgesloten met een concertje, waarna we onder 4 dikke dekens kropen en een koude nacht tegemoet gingen. Die volgende dag verzamelden we ons op de tribunes, ditmaal voorzien van plastieken poncho, paceña, roosgelakte nagels en schuim-spuitbussen. Want ja hoor, de 'spuit-zoveel- mogelijk-schuim-op-gringo's-en-terug-oorlog' begon al snel; iedereen zag wit en plakte maar gaf daarom niet op. Het was carnaval, en op carnaval mag dat. De stoet zelf was indrukwekkend; van 's morgens vroeg tot diep in de nacht konden we genieten van boliviaanse dansen als Caporales in al even prachtige kostuums. Er waren mensen in berenpakken, indianenpakjes, boliviaanse outfits, caporales, ... De mannen van de Caporales dansten op een manier die heel het publiek in vuur en vlam zette; ze dansten met hart en ziel, dat kon je meteen zien. Maar ook werd er gevochten met hart en ziel; tussen twee groepen door vond een gevecht plaats waarbij een man zo hard op de grond werd gegooid dat hij bewusteloos bleef liggen, tot hij rechtstond en bloedend verder probeerde vechten. Politie ? Afwezig, uiteraard. Eigenlijk is het erg dat er bijna gezegd kan worden dat geweld een deel van de boliviaanse cultuur is; Bolivianen zijn temperamentvol, en wanneer er alcohol bij komt kijken eindigt een avond vaak ik geweldadigheid. Wij zaten veilig op de tribune, dus riepen/dansten/vierden verder feest tot we in de nacht besloten (zeg maar, onze begeleidsters) een tweetal uurtjes uit te rusten. Want om 5uur 's morgens stonden we in het centrum, klaar om 'Lalva' mee te maken; hierbij spelen een aantal bandjes muziek op de trappen voor een feestvierende massa tot de zon helemaal aan de hemel staat. En na deze ochtendgymnastiek (we moesten toch dansen zeker!) zagen we het slagveld van twee nachten non-stop feestvieren: comabezopen/roes-uitslapende mensen op straat en onvoorstelbaar veel afval. Ook ontdekten we tijdens onze zoektocht naar broodjes een specialiteit uit Oruro: ''rostro de llama'' - ''lama-kop'' Deze kop werd stomend en met haar en al door twee vrouwtjes in twee gezaagd, om vervolgens verkocht te worden aan hongerige mensen. Wij kozen toch maar voor een broodje met hesp en een warme chocomelk. Nog eventjes konden we genieten van Oruro, maar al snel kropen we gepakt/gezakt/met kleine oogjes en een huid vol schuim op de bus richting Cochabamba.
Want een week later, gisteren dus (ik sta weer geweldig goed op schema..), was het tijd om carnaval in mijn hometown te vieren. Samen met een aantal van 'den Anglo' (Anglo Americano) genoten we een hele dag van heuse spectakels, hoewel deze 'corso' (stoet) amper te vergelijken viel met die van Oruro. Voor mij was carnaval in Oruro folklorischer, veiliger, georganiseerder en minder participerend dan in Cochabamba. In Oruro kreeg je een hele dag folklorische muziek en dans, terwijl er in Cochabamba minder caporales (je weet wel, die typische dans) en cultuur was. Niettemin, in Cochabamba nam iédereen deel aan carnaval, in de zin van mee dansen en vieren. Mensen daalden af van de tribunes om mee te dansen met de voorbijkomende groepen; iedereen nam actief deel, de hele dag. Maar actief deelnemen wil voor velen zeggen dat er ook actief gedronken moet worden, met gevolg er in Cochabamba veel meer geweld was. En wat de politie in Cochabamba betreft, ik haat ze. Ik weet het, misschien heel grof om het zo te verwoorden, maar gisteren was ik enorm gefrustreerd, alsook de rest van het volk op de tribunes. De politie misbruikt haar machtspositie, profiteert van het feit dat ze mensen mogen 'slagen' en oppakken. Voorbeeld? Ik heb er genoeg. - Soms mag er gedronken worden, dan weer niet. Met carnaval was dit toegelaten, totdat de politie besloot dat dit niet zo was. Vergezeld door de media (mensen moeten toch op het nieuws kunnen zien hoe verantwoordelijk de politie wel niet is zeker?) en voorzien van traangas/matrakken en legeroutfit begon de politie pintjes uit de handen van mensen te trekken om deze vervolgens leeg te kappen op straat, en als echte held geïnterviewd te worden door de media. - Zoals eerder gezegd worden bolivianen sneller agressief als ze gedronken hebben (naar mijn mening dan toch, en stereotiep gedacht) In plaats van dat de politie deze even met rust laat (ze deden niets verkeerd) omsingelen ze 1 of andere zuipschuit om deze vervolgens al roepend uit te dagen tot deze reageert met een stomp en het hele leger er bij wijze van spreke terug op vliegt. Ze dagenuit, om vervolgens een 'excuus' te hebben iemand in elkaar te slaan. - Stond er iemand in de weg, kon er niet normaal gezegd worden 'meneer/mevrouw, begeef u a.u.b. terug naar uw plaats'. Neen, hiervoor moest geroepen en gedreigd met traangas (!) worden. En het bleef niet bij dreigen, plots vond 'Mr. Agressieve Zot' het nodig traangas te gooien naar een aantal tribunes, met gevolg sommige mensen op de grond vielen van de pijn en andere wegliepen om het gas te vermijden. De politie ? Die doet toch enkel en alleen haar plicht. (maar niet heus)
Om deze redenen zongen de tribunes hetvolgende: ''Que se necesita por ser policia? Ser hijo de puta de noche y de dia'' Hoe ongepast en grof ik dit in het begin vond, na een aantal 'showkes' van de politie zong ik mee uit volle borst.
Al bij al, carnaval van Cochabamba was zeker ook de moeite ! Er werd gelachen, gedanst en gefeest tot in de vroege uurtjes, en heb dan ook een onvergetelijke carnaval meegemaakt. En om nu te zeggen welke carnaval ik het geslaagst vond ? Geef me wat Oruro, geef me wat Cochabamba, maar vooral, geef me een goede portie carnaval van Bolivië.
Nee hoor, geen typfout; na een geslaagd verblijf in Sucre vertrokken we opnieuw naar Potosi, die charmante koloniale stad. Voor we namelijk onze reis verder wouden zetten stond er ons nog een toeristisch hoogstandje op te wachten: 'el ojo del inco' - 'het oog van de inca' Dit 'oog' is een natuurlijke waterbron (diameter 100m; diepte 22m) die door onderbevindende vulkaan de temperatuur van een warm bad heeft. Naar zeggen baadden hier vroeger de inca's zich, toen dit gebied nog Peru was. Ook de inca's hielden van een warm badje, zo blijkt. Na een nacht in Potosi (we kwamen immers 's avonds aan) vertrokken we, voorzien van zwemgerief en kodak, naar de bron. We konden het water al zien stomen toen we aankwamen, en eens in het water was ik versteld van de warmte; het leek écht of ik in bad zat, weliswaar immens veel groter en bewoond door eendjes. Heerlijk, maar dit was ook de stralende/brandende zon. Wij, in de ban van het warme water, dachten er niet aan om ons in te smeren, met voorspellende gevolgen vandien ... Na het bezoeken van een kleinere warmwaterbron (waarvan het water letterlijk borrelde, alsook er zwavelgeur ontsnapte en onze neus in kroop) voelden we onze gezichten en schouders al branden. Van bodylotion waren we niet voorzien, en alvorens we dit konden kopen stond er ons de verschrikkelijkste (10uur lange) busreis te wachten. Want ja hoor, met brandende huid kropen we in onze 'bus Cama' (slaapbus) richting de laatste stop van onze driestedentocht: Tarija, de zuidelijkste stad van Bolivië, gekend om zijn smaakvolle wijnen en vriendelijke bevolking.
Maar voor we deze wijn konden proeven stond er ons een helse reis te wachten, dit vooral om de slechte weg. Van slapen kwam er niet veel huis aangezien we zowat de volledige busreis van de ene put in de weg naar de andere put schokten. Het werd zelfs nóg dat beetje fijner toen het afkoelde en ik wegens gebrek aan een deken(tje) het gevoel kreeg dood te vriezen. Ja jongens, veruit de beste busrit ooit ! Er zijn geen woorden om te zeggen hoe blij ik was uit de bus te kruipen, aangekomen in Tarija. Maar daarmee was het nog niet afgelopen, we moesten op zoek naar een hostal. 5,6, misschien wel 7 hostals passeerden we, tevergeefs. 'Residencial Central' had nog massa's plaats, wij kwamen snel te weten waarom. Onze bedden waren hard of zakten door, slechts 2 douches werkten en warm water tijdens het douchen werd een heus mirakel. Maar waarom treuren, de oude eigenares verwelkomde ons met stralende glimlach en warme woorden. We aten ontbijt, gingen uit op verkenning in de stad en toen overkwam me het onvermijdelijke: hoofdpijn en een misselijkheid om 'waarom!' tegen te zeggen. Dit kon niets anders dan een zonneslag zijn, misschien logisch ook. Het werd middag en avond in bed samen met Marieke -die het ook had zitten- zonder eten en een pilletje. Veel slapen was de boodschap, ik wou beter zijn tegen de volgende dag.
En gelukkig, die volgende ochtend voelde ik me weer kiplekker ! Maar goed ook, want vandaag zouden we onze wijntour maken. De voormiddag werd sightseeing, de namiddag werd wijn proeven. Omdat we hier vrij laat aan begonnen waren, waren er niet veel wijnhuisjes meer open en besloten we om te blijven hangen in 'Casa Vieja' (een wijnhuis uit de 16de eeuw) We werden ontvangen met open armen en mochten meteen wijn en singani (boliviaanse sterke drank) proeven. Lekkere wijn, maar geef mij maar Zuid-Afrikaanse.
De volgende dag werd avontuurlijker, en mijn persoonlijke hoogtepunt van onze driestedentocht: 17km mountainbiken naar Caimata, een plek tegen de bergen gekend om zijn prachtige watervallen en weinige toeristen. De zon scheen, we moesten voornamelijk stijgen en ons poep deed zeer van het zadel, maar al snel kwamen we aan. Een prachtige, groene plek met berggeitjes en amper (zeg maar geen toen we aankwamen) mensen overviel ons. Na een picknick besloten we naar boven te wandelen, het water al volgend. Natuurlijk was ik het weer die z'n evenwicht verloor en viel, alsook mijn topje even later zijn vrijheid in het stromende water zocht ... en vond. Gelukkig kwamen wij heelhuids aan bij een rustige plek met diep water, rots en waterval. Logisch dat we niet konden weerstaan aan het springen van de rots, waardoor we dit niet veel later ook deden. De moeite, zalig. Tegen de late namiddag klommen we naar beneden en reden we tegen een vliegensvlug tempo naar huis (stijgen in de heenreis = dalen in de terugreis!) Geweldig om bijna naar huis te vliegen, met de suizende wind door onze haren. Aangekomen in '' 't stad '' dronken we een pintje, at ik lasagna en trokken we naar een feestje. Want feest zou de perfecte afsluiter zijn geweest, maar niet heus. 14-15 jarigen domineerden de dansvloer, dronken afgrijselijk mierenzoete (maar YES (?), alcoholbevattende) rommel en krijsten bij elke hit die gedraaid werd. Om 2uur kwamen we thuis, trots het zo lang volgehouden te hebben. Een korte nachtrust, rugzak klaar en recht richting hell: 16uur hobbelend richting Potosi, van Potosi naar Oruro en van Oruro naar Cochabamba. Het zal jullie heus niet verbazen als ik zeg dat wanneer we de volgende ochtend om 5.30 aankwamen, ik meteen m'n bed in kroop en er niet snel ben uitgekropen.
En bij deze eindigen mijn verslagen over onze meer dan geslaagde driestedentocht. Het was een reis waarvan ik met volle teugen genoten van heb; alweer drie steden rijker, rijker aan buitenlandse vrienden en weer duizendnnieuwe herinneringen om mee naar huis te brengen en voor altijd te koesteren.
Een nieuw blogbericht in minder dan
24 uur? Misschien heb ik mezelf toch wat overschat.. Niettemin gaat onze
driestedentocht verder, ditmaal naar Sucre.
Sucre,
hoofdstad van Bolivië, is bekend om zijn witte huizen en vele studenten. Wij
Belgen, die er 's avonds toekwamen werden verwelkomd door een aangename
temperatuur en een vriendelijke taxichauffeur die ons naar 'Hostal Amigo'
bracht. En wat betreft de naam van ons Hostal, neem deze gerust letterlijk,
want Sucre is een verblijf geweest vol van nieuwe vrienden.
Na een
snelle installatie in het hostal trokken we de stad in voor een heerlijke pizza
en een feestje. En feest vonden we, maar niet bepaald het gewenste genre.
Muziek oke, sfeer bizar: om een lang verhaal kort te maken, het volk bestond
enkel uit kussende koppels + wanhopigkijkende vrijgezellen. Maar zo snel laten
wij ons niet afschrikken, dus gooiden wij ons al dansend tussen de massa. Het
feestje werd net dàt beetje fouter toen het Hollandse hee, heey Baby. Hu ha, I
wanna know uit de boksen weerklonk. En toen maakte ik kennis met wat dansen
is, dit door Mr. de Braziliaan. Voor ik goed doorhad hoe te dansen werd ik in
de lucht gegooid en naar alle kanten geleid. Onze Belgen? Ze kunnen er niets
van, en reken mij daar (voorlopig) gerust nog bij ;)
Zondagochtend
kropen we vroeg en met kleine oogjes uit bed voor ons ontbijt in de
gemeenschappelijke keuken van het hostal, om hierna met de Trufi (een mini
Lijn-busje, in antieke staat) naar Tarabuco te gaan.Tarabuco is een dorpje
buiten de stad waar men op zondag artesenale producten tegen lage prijs kan
kopen. Mijn geld ging naar een aantal inca-truien, beenwarmers en rugzak. Ook
eten kon je hier goedkoop: voor 15Bs (1.5 euro) kregen we soep, salade met
frietjes, hoofdgerecht én dessert! En ook hier zijn de mensen zo vriendelijk
Het lijkt wel of er een eeuwige glimlach op hen gezicht getoverd staat. Terug
in Sucre was het plan pannekoeken bakken, hiermee niet rekening gehouden met
een rotslecht kookvuur. Het was tijdens deze mislukking dat we onze nieuwe
vrienden leerden kennen; Rodrigo en Diego uit Chili, Pierre uit Parijs. Zij
hadden Singani en een charango (mini gitaar), wij hadden Sprite en Uno. Het
werd een onvergetelijke, grappige avond aan de keukentafel van Hostal Amigo,
eentje die ik niet snel vergeet.
Maandag
besloten we een uurtje langer in bed te blijven, om na ons ontbijt naar het
fameuze Dinopark te gaan. Dit is een minimuseum met opgezette (ware grootte,
het leek wel Jurrasic Park, maar niet heus) dinos & authentieke
voetafdrukken uit het dino-tijdperk. Het was niet echt de moeite, hoewel we
weer een ervaring rijker zijn: korting vragen als bewoner van Bolivië.
Bolivianen moeten immers 10Bs betalen voor het fameuze park, buitenlanders 30.
Wij, die er absoluut geen 30Bs voor over hadden, gingen een heuse strijd aan
met de kassavrouw, die niet geloofde dat we uitwisselingsstudenten waren. Na
een mislukte poging hielpen twee meisjes (uit Argentinië en Roemenië) ons,
waardoor we met de andere kassierster aan de praat raakten die ons probleemloos
binnenliet aan de prijs van 10Bs. Hèhè, het was gelukt!
s Middags
besloten we een hamburger te gaan eten, waarna het begon te gieten (en het niet
meer stopte) Lopend op sleffers naar het hostal, waar een Chileen, Argentijn en
een aantal Denen ons uitnodigden mee op café te gaan. Natuurlijk zeg je hier
geen nee tegen, zeker niet als het sympathieke mensen zijn (mét charangos en
zangtalent!) Best gek hoeveel mensen je leert kennen op een aantal dagen, hoe
klein is de wereld eigenlijk niet. Hoewel we enige klanten waren in het café
was het een zalige avond, die we weer in klasse afsloten; luisterend naar de
muziek die de Chileen uit zijn charango toverde.
De volgende
dag deden we het rustig aan; 's morgens een bezoekje aan de cathedraal, s
middags zo goedkoop mogelijk eten op de markt, 's namiddags naar het museum
Arte Indigena, een museum met kunst van de Indigenas (oorspronkelijke
bevolking) Echt de moeite, we werden bijna stil door schoonheid van de met hand
gevlochten- wandtapijten. Hier was ook een vrouwtje aanwezig, dat op de koer
van het museum geduldig een nieuwe wandtapijt vlocht om deze daarna te
verkopen. Waar ze het geduld vandaan haalt weet ik niet, maar mijn respect
kreeg ze wel.
Na een warm
afscheid van onze nieuwe vrienden vertrokken we naar de Terminal om onze bus
richting Potosi te halen (hier gingen we nog 1 dag naartoe om twee redenen: el
ojo del inca bezoeken + ons ticket naar Tarija)
Voor mij is Sucre een bruisende stad
vol leven, cultuur en nieuwe vrienden. Ik denk dat ik gelijk heb als ik zeg dat we stuk voor
stuk tevreden waren Sucre ook te hebben bezocht tijdens onze driestedentocht.
We maakten een tocht, een driestedentocht, en deze werd een nieuwe herinnering van m'n avontuur. We waren een genootschap van 5 Vlamingen (Marieke uit Gent, Jorik en Emily uit Antwerpen, Maren uit Limburg en ik) die Cochabamba 10 dagen de rug toe keerden om Bolivië verder te ontdekken. Met kleine oogjes en een grote rugzak stonden we 's morgens vroeg klaar om te vertrekken naar Oruro, om van daaruit naar Potosi te gaan. Die reis was peanuts tegenover wat ons te wachten stond, want na slechts 3.5 uur over hobbelende wegen kwamen we aan in een, voor mij, grauwe en vuile stad. Oruro, de stad waar 1 maal per jaar het hele land naartoe stroomt voor het folklorische feest van Carnaval. Wij konden na 2 uur onze reis naar Potosi verderzetten, een reis van 6 uur rijden met welriekende medereizigers (met even welriekend reisvoer). Toen de bus zijn motor afzette konden we niet snel genoeg uit de bus kruipen; een nieuwe stad en frisse lucht! Door een vriendelijke taxi-chauffeur werden we naar hostal Casona gebracht, waar we de nacht doorbrachten met 5 (tot dan toe) onbekende kamergenoten. Het hostal kostte ons 30Bs (3 euro) / nacht, ontbijt inbegrepen, en lag op twee straten van de plaza (het centrale plein) verwijderd. Na het droppen van onze rugzak gingen we op zoek naar ons avondmaal, pizza. We vonden een restaurantje, eentje waarvan kleine tafeltjes op elkaar gepropt waren en de bekleding bestond uit boliviaanse doeken/landkaarten, houten figuurtjes en gezellige muziek. En toen werd het vreemd, voor mij dan toch. Onze 'ober' was een jongetje, ik schat hem 12 jaar. Hij alleen runde de hele zaal en gaf bestellingen door via het luik, voor hem zo hoog dat hij hiervoor een stoel op moest kruipen. Omdat wat later het restaurant wat voller werd, verscheen een nog kleiner meisje om mee te helpen in de zaal. En dan zijn er, zoals overal, die typisch ongeduldige en onrespectvolle toeristen die niet snappen waarom ze na twee minuten nog geen drinken krijgen. Voor zoiets bijt ik op m'n tanden, vriendelijk zijn is zo'n kleine moeite, zeker als je bediend wordt door 8 en 12- jarigen. En hoewel deze situatie ongemakkelijk/onbegrijpelijk en bevreeemdend was -bediend worden door zulke kleine kinders- voelde ik het verschrikkelijke gevoel van 'gewoon worden' naar boven sluipen. Al bijna 7 maanden woon ik hier en maak ik zulke dingen mee, waardoor het schokerende gevoel lijkt af te slijten, hoe verkeerd dit ook is. Het gebeurt zonder ik het wil, maar ik denk dat het ergens wel normaal is.
De pizza was lekker, en voldaan keerden we terug naar het hostal waar we kennis maakten met onze kamergenoten; drie sympathieke Britten, een Boliviaan en een Chinees die ons in slaap zong met oorverdovend gesnurk tot 's morgens vroeg. 'Jeezes' was dan ook wat één van de britten zei toen hij uit z'n bed kroop. Volkomen gelijk geef ik hem.
Wij kropen uit bed en schoven aan voor ons ontbijt; een glaasje fruitsap, warme melk, twee broodjes, confituur en boter. Allevijf waren we zenuwachtig, vandaag zouden we naar de mijnen gaan. De mijnen zijn een toeristische trekpleister voor Potosi, en wij lieten dit ook niet aan ons voorbij gaan. We kregen waterbestendige kledij, laarzen (onze voeten in plastiek zakjes), een helm met koplampje en vertrokken met een klein hartje. Lampje aan en we stapten de mijn binnen. Het was er stikdonker, de wanden werden ondersteund door jarenoude houten balken en wat verder kropen we via een trap de diepte in. Sommige tunnels waren groot genoeg, voor andere moest je je (diep) bukken om door te gaan. Op sommige momenten kreeg ik een benauwd gevoel, maar ik zette door. De mijnen zijn een toeristische trekpleister, maar niettemin een plek waar de dag van vandaag nog veel mensen werken, in de hoop om iets te vinden waarmee ze hun leven een draai kunnen geven. Sinds 1936 is ze open, en werken er mensen (+ kinderen van zo'n 14 jaar) dag in dag uit tot op dieptes van 90m. 25 jaar geleden besloot de regering (hoewel mineralen hun voornaamste inkomstbronnen zijn) geen steun meer te bieden, waardoor de werkomstandigheden er enkel maar op achteruit zijn gegaan. Net zoals vroeger sleuren de mijnwerkers met prehistorische karren van 0.5 ton (gevulde kar = 1.5 ton), twee duwend, twee trekkend. Per gevulde kar verdienden ze schaarse lonen, belachelijk weinig voor de arbeid die ze leveren. Mijnwerkers hebben een gemiddelde leeftijd van 30 jaar, te verklaren door de smerige lucht (schimmel, vochtigheid, stof) waarin ze werken. (Na twee uur rond te kruipen/lopen had ik het al op mijn longen, stel je eens voor dat je dit 20 jaar doet)
Velen beginnen te werken in de mijnen in de hoop iets waardevols te vinden waarmee ze hun leven kunnen verbeteren. Vaders nemen hun zonen mee (die er blijven werken) en dalen af met de hoop op het einde van de dag terug levend uit de mijn te kunnen komen (dagelijks sterven mensen). Dit is hun leven, ze kennen niets anders. De plek waar je geboren wordt bepaalt zoveel van je toekomst, je leven. Toch zeker in ontwikkelingslanden als Bolivië. De wereld van de mijnwerkers is een andere wereld, ook zo anders door het sterke geloof in God. De Pachamama is de God van de aarde, de Duivel die van de onderwereld. Daalt men af in de mijnen, bevindt men zich in de wereld van de Duivel. In een inham staat een zwart stenen beeld van de Duivel, bekleed met slingers (voor carnaval) en cocabladeren. Hier wordt alcohol (96%) over het beeld gegoten, alsook een brandende sigaret in de mond wordt gestoken en men cocabladeren in de schoot legt. Zo vragen de mijnwerkers om geluk op een goede vondst (bescherming aan de Pachamama) en 1 maal per jaar laten ze het bloed van 5 geofferde lama's in de mijnen sijpelen om de honger van de duivel te stillen. Sterft er immers iemand in de mijnen, wil dit zeggen dat de duivel honger had. Bijgeloof, het bepaalt zoveel voor deze mensen. Iets wat ik me haast niet kan voorstellen, en ergens ook wel. Want waar hou je je anders aan vast als je dagen onder de grond werkt, zeg maar leeft.
Ik ben blij de mijnen bezocht te hebben, maar vond het heel raar/ongepast om als toerist droog toe te kijken hoe mensen sleuren en afzien met het vullen van de metalen tonnen. Het was leerrijk, deed m'n ogen open en liet me nog maar eens beseffen hoe goed wij het niet hebben in België.
's Namiddags deden we iets ontspannenders, 'la casa de la moneda'. Een museum over het maken van de geldstukken, die ten tijde in Potosi gemaakt werden. Niet echt de moeite, en ook moesten we vroeg weg om onze bus te halen.Vlug naar het hostal om af te rekenen, onze zak te pakken en even later op de bus naar Sucre te springen.
Potosi is klein, fijn en heeft een vriendelijke en hulpvaardige bevolking t.o.v. Cochabamba. Bolivianen vinden de cochabambino's een raar volk, en nu wij even weg waren viel dat ook voor ons op.
Op naar Sucre, de hoofdstad van Bolivië, deel 2 van onze driestedentocht. Verslag vinden jullie in minder dan 24uur, ik kruip m'n bed in.
Jullie
hebben je geduld weer op de proef kunnen stellen Hier ben ik eindelijk weer,
klaar met een versgeschreven blogbericht!
Na meer als
een maand te vertoeven in Cobija, was het (eindelijk) tijd om mn koffer te
maken en te vertrekken naar huis. Punctueel als we zijn, kwamen we te laat aan
op de luchthaven, waar de chef het vliegtuig tegenhield tot we allemaal
opgestapt waren. Een vliegtuig dat later de lucht ingaaat omdat we te laat zijn,
maak dat eens mee! Na een dik uur vliegen landden we op cochabambaanse grond,
waar het zonnetje aangenaam op me straalde. Heerlijk, terug functioneren zonder
airco! Voor jullie me weer op de voet kunnen volgen in Cocha, deel ik jullie nog
de laatste gebeurtenissen in Cobija mee.
Zoals reeds
meegedeeld, viel er in Cobija niet al te veel te doen, waardoor ik mn tijd
voornamelijk op de chako met de paarden doorbracht. Ter afwisseling sprong ik
eens bij mn nicht binnen, gingen we naar de kerk (heb van mn gastouders een
poster van Maria gekregen) of dook ik mn kamer met airco in.
Maar af en
toe waren er toch momenten waarop we afweken van onze dagelijkse routine (de
chako). Zo ging ik met mn ouders uiteten in Brazilië, waar een interessant
onderwerp op de tafel kwam: homoseksualiteit, en wat is hun perceptie hierover.
Mijn gastouders zijn van mening dat het iets onnatuurlijks is, iets dat niet normaal.is.
God heeft de mens geschapen met als doel hem in paren te laten leven, paren van
man en vrouw, die elk hun specifieke functies hebben. Als je écht in God
gelooft, laat je dit niet toe, luidde hun mening. Ook al denk ik er absoluut
niet zo over, snap ik wel hoe het komt dat ze er zo over denken. Beide zijn
200% gelovig (geloven letterlijk in het scheppingsverhaal, alsook verhalen uit
de bijbel) en opgegroeid in een cultuur met zijn eigen waarden/normen en
opvattingen. Alles hangt zo hard af van de cultuur waarin je geboren bent ..
Maar natuurlijk weerhield dit me er niet van mijn menig te zeggen, en dat
appreciërden ze ook, hoewel ze toch niet begrepen waarom ik dit normaal
natuurlijk vind.
Ook hebben
we gepraat over de reizen die ik wil maken, tenslotte moeten ook zij akkoord
gaan met mn wilde plannen. Ik vertelde hen over Machu Picchu, La Paz,
Shakira in Sta Cruz, de driesteden tocht (Sucre, Potosi, Tarija), Carnaval in
Oruro en de reeds goedgekeurde reis naar Argentinië, Uruguay en Brazilië. Gelukkig
als ik maar zijn kon, kreeg ik toestemmingtoe, op voorwaarde dat ook AFS en de
oudjes toestemming geven. Ik moet genieten van de 5 maanden die me nog resten,
en deze nuttigen door te gaan reizen (en te studeren..) Want ja jongens, ondertussen zit ik al over de
helft van mn hele avontuur. 5 maanden is alles wat er nog rest van het, eens
langlijkende, jaar in Bolivië. En of ik België mis ? Ja, alles en iedereen. Maar
nee, niet in de zin dat ik (al) wil terugkeren. Het is tenslotte maar een jaar,
en ik moet er alles uit halen wat er maar uit te halen valt. Wel kan ik uren
dromen van het eten en drinken dat ik al 6 maanden moet missen: Lipton Iced
Tea, speculaas, écht brood,geitenkaas, dinokoeken,Jupiler, chocolade,koffiekoeken,smoskes
van de panos,fritjes met satékruiden mayonnaise en stoofvleessaus, mamaskookkunsten, . Ik hou moedig vol!
Maar goed, enkele dagen later beviel een vriendin van de
familie, en moest mee naar het ziekenhuis van de mama. Ze wou me laten zien hoe het ziekenhuis van
Cobija eruit ziet, en hoe de president zegt hoe goed dit wel niet is. Tegendeel
meteen bewezen .. Het ziekenhuis was armzalig:de vloer lag vol met vuil en
overal hosten katten/honden rond, om maar te zwijgen over de rondvliegende
monstertjes. Niets liet me denken dat
het hygiënisch was, en ook de kamers waren even erg. Angela (diegene die
bevallen was) lag ik een verstikkend hete en kleine kamer, samen met vijf andere
vrouwen. De verf van het korte, metalen bed bladerde van hetverroeste bed, en het dunne matrasje zorgde
voor zero comfort. Airco was er niet, de kamer was voorzien van 1 kleine
ventilator. Het kinderbedje was in dezelfde staat als het grote bed, en overal
lag vuil.Ik kreeg er een krop van in mn keel, zulke armzalige kamers (5 in het
hele ziekenhuis), zulk armzalig ziekenhuis.. Nog maar eens de realiteit waarmee ik
geconfronteerd werd. Aan de uitgang vertelde mn gastmama dat een tijdje
geleden het ziekenhuis voor lange tijd gesloten was. Niemand kon wekenlang
verzorgd werden in Cobija, en wel maar om één (om niet voor mogelijk te houden)
reden: de plastieken handschoentjes waren op Maar meneer de president? Hij
blijft moedig volhouden dat dit ziekenhuis in perfecte staat is en voorzien wordt
van al het noodzakelijke. Hij zegt wat hij wil geloven, dat is duidelijk ..
Na een
aantal dagen chako en wat verveling begon het aftellen naar huis. Een kleine
week voor we terug naar huis vertrokken organiseerden we een
afscheidsbarbecueop een land van de
opa, waarbij de hele familie (+ wat vrienden die ik mocht uitnodigen) aanwezig
was. De mama had Kepi klaargemaakt, een turkse massa van graantjes, rauw
gehakt,ajuin en allerlei kruiden. Klinkt het niet lekker? Proef het dan, want
het is heerlijk (mn smaakpapillen zijn dan ook al aan zoveel gewend) Waar ik
in België soms met vreemde ogen naar kon kijken, proef ik hier van alles wat er
mn bord verschijnt. Zo heb ik in Cobija bv. heel veel masaco gegeten: bakbananen in schijfjes frituren,vervolgens
verbrijzelen tot een massa en hier kaas, peper en zout aan toevoegen. De eerste keer was het gruwelijk, nu
vind ik het heerlijk!
De laatste dagen Cobija bestonden uit laat opstaan, koud
douchen, genieten van de airco, paardrijden en eten. Maar de laatste ávond
Cobija mocht ik niet zomaar voorbij laten gaan! Nee, deze moest ik in stijl afsluiten. Feest,
en dat met mn andere nicht, haar bende en mensen die ik kenden van ziens. De
muziek was beter dan ooit tevoren (een soort elektro aan het begin van avond,
braziliaanse funk tot in de vroege uurtjes) Ik heb dan ook met volle teugen van
mn laatste avond genoten. Ook zijn mn gastouders losser geworden in het uitgaan.
Ik heb het gevoel dat ik hun vertrouwen volledig gewonnen heb, ben er echt blij
om.
En dan misschien nog het gekste nieuws (vanaf nu terug uit
Cochabamba) van allemaal! Omdat
ik, zoals jullie al wel weten, België niet binnen wil rollen eind juni, heb ik
besloten om te gaan fitnessen. Gisteren (maandag 17/01) ben ik begonnen, en ga
ik vanaf nu elke weekdag om 7u s morgens voorkomen dat ik nog bijkom. 3
dagen per week cardio, 2 dagen musculación en dat gedurende de komende vijf
maanden. Of het effect gaat
hebben, valt nog te bezien, maar deugd doet het in ieder geval wel om terug te
sporten.
En ja, ik
ben heel gelukkig (noem het gerust euforisch) om terug thuis te zijn. Terug dat
aangename klimaat, het rijke aanbod aan groenten en fruit, mn eigen badkamer,
een stad waarin je iets kan doen en het weerzien van iedereen! Hoe ik mijn
avontuur hier verder zet lezen jullie in volgende berichten.
Gelukkig Nieuwjaar! Dat 2011 een jaar mag zijn vol vreugde,
gezondheid,goed weer, lekker eten en geluk. Of de feestdagen een moeilijke periode waren? Volgens AFS zou dit het
eerste dieptepunt worden. Persoonlijk had ik geen dieptepunt maar was ik
eerder nostalgisch. Ik zat meer met mn gedachten bij België (zeker met een
witte kerst!) dan normaal, maar was daarom niet minder gelukkig om Kerstmis en
Nieuwjaar op zn Boliviaans te vieren. Dat het zo anders zou zijn had ik niet
gedacht. Ik zat met verwachtingen gebaseerd op mneigen cultuur , en had m.a.w. geen flauw idee
waar ik me aan kon verwachten.. Hoe jullie het gaan opvatten, kunnen jullie in volgend blogbericht zelf
uitmaken.
En laten we
maar meteen beginnen met hèt feest dat niet gevierd kan worden zonder familie:
Kerstmis. In vorig blogbericht had ik een opsomming gemaakt van de kadootjes
die ikgekocht had, en op kerstavond was
het tijd deze open te maken. In Bolivië is het de gewoonte om s avonds laat te
eten (21u-22u) en voor Kerstavond werd er dan ook geen uitzondering gemaakt. Om
23u stonden we fris gewassen, opgekleed en vol verwachting in de living, klaar
om te vertrekken naar de familie voor het kerstdiner. Maar net zoals iedereen,
konden ook mijn broertjes niet wachten om de kados zo snel mogelijk open te
scheuren ommet glinsterende ogen te
kijken wat de Kerstman dit jaar voor hen gebracht had. (de Kerstman is zowat
onze Sinterklaas) Het was dus tijd voor de kados, maar voor deze werden
opengemaakt was er het belangrijkste van de avond: dank aan God. Hiervoor
moesten we hand in hand- rond de (witte plastieken) kerstboom staan, waar
vervolgens zowel de mama als de papa een dankgebed uitspraken. God werd bedankt
om zijn zoon naar de aarde te hebben gestuurd om ons te redden, om het gezin in
gezondheid en welzijn te laten leven en om mij als nieuw lid van te familie te
ontvangen. Eigenlijk was het best emotioneel,vooral om te zien hoeveel belang hier nog aan de oorspronkelijke waarde van
Kerstmis wordt gehecht. Onze Vader werd opgezegd door iedereen, en
vervolgens werden de kados uitgedeeld en (jammer genoeg) tegelijkertijd
uitgedeeld en dus snelsnel opengemaakt. Waar we in Ekeren zoveel tijd aan besteden, was hier het
openmaken van de pakjes op 10 minuten voorbij. Van mijn ouders kreeg ikMiss Dior Chérie, reuk. omdat wezo blij zijn dat je bij ons bent dit jaar, dat je
lid bent van de familie. Bedankt om bij ons te zijn dit jaar Emoties alom,
opnieuw.
Maar goed,
we vertrokken naar de familie om. Iedereen was vrolijk, er hing een echte
familiale sfeer en allemaal serveerden we ons een bord vol om ons aan de lange
tafel om te zetten met de rest van de familie. Na het eten, bijna middernacht,
maakte iedereen zich klaar om Kerstmis ècht te beginnen vieren. Hier is
Kerstavond de belangrijkste dag (op Kerstdag doen wordt er niets speciaals
gedaan) en wordt er vanaf klokslag 12u Vrolijk Kerstfeest! geroepen. Het had
iets weg van Nieuwjaar: Champagne (Laurent Perrier; schandalig lekker/duur)
werd ontkurkt, iedereen vloog elkaar in de armen en wenste elkaar een vrolijke kerst,
familie en vrienden werden opgebeld, vuurwerk werd de lucht in geschoten,
Het was een totaal andere ervaring , en
ik heb er dan ook met 100% van genoten.
De dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar waren rustig;zwemmn bij mn nicht (kwestie van van de
warmte te ontsnappen)feest,misviering om 8u s morgens en jawel- NEPNAGELS! Om 7.30 werd ik wakker gemaakt door de meid en werd ik onder handen
genomen door de manicure/pedicure. Voor Nieuwjaar zou ik nepnagels laten
zetten.Nooit meer doe ik dit opnieuw. Mn
nagels werden geknipt en er werden witte plastieken op geplakt met superlijm.
Deze werden zò hard vastgeplakt, dat het leek of mn echte nagels in mn huid
werden geduwd. Pijnpijnpijn, verschrikkelijk veel pijn! Vervolgens werd er
donkerrode nagellak op gesmeerd eneen
geel met wit/roze bloem +blaadjes op
geschilderd. Ik raak er nog steeds niet aan gewend ; kan amper schrijven en
voel constant dat plastiek op mn vingers hangen.
Genoeg
hierover, tijd voor Nieuwjaar! En dat zou ik vieren in Insomnio samen
met mn nicht(en) en haar vriendenbende. Misschien toch de moment om hetwoord teleurstelling aan te halen; in vergelijking met België, hing hier
geen echte nieuwjaarssfeer. De voorbereidingen van het eten, muziek, Er waren zelfs geen hapjes! Pas om 23u schoten
we in actie en maakte ik me klaar.(een half uur kostte het me om de mama te
overtuigen dat ik mn haar gekruld wou laten, wat zij heel erg vreemd vond.) Om
23.45u stonden we op het terras met het gezin en een paar nonkels, klaar om
2011 met open armen te ontvangen. Hier is het traditie dat je 0.00u viert met
je gezin/familie en dan pas naar het feest gaat (het brullend aftellen was er
dit jaar dus niet bij) Glazen werden gevuld met champagne, de papa keek even op
zijn horloge tot hij zei het is zover, gelukkig 2011! Iedereen werd omhelsd,
dronk zijn glas zo snel mogelijk leeg en begon aan traditie nummer 2 : druiven
eten! En wel 12, voor elke maand van het nieuwe jaar. Iedereen had zn druiven
op en begaf zich naar traditie nummer 3: varken eten. Met Nieuwjaar eet men
altijdvarken, en wel omdat een varken (aldus
Bolivia) alles met zijn snuit vòòruit duwt. Eet je met Nieuwjaar varken, hoop
je dat je jaar vooruit gaat, in de zin
van succes en vooruitgang in je leven te maken. Vreemd verhaal, maar lekker was
het absoluut!
Na het diner stond mn nicht aan de deur om (eindelijk) ècht
te gaan vieren! Er was een
massa volk, en buiten een dansvloer stonden er ook tafeltjes met bonnetjes (inkom
betaalen=, inlusief bonnetjes voor bier/frisdrank/whisky/ ) En toen volgde de
muziek: live-bandjes die allerlei dansbare Spaanse/Braziliaanse muziek
speelden. Na een paar drankjes stondiedereen dan ook op de dansvloer, stervend van de hitte maar genietend
van 2011. Ook heb ik weer mensen leren kennen, o.a. uit La Paz, Tarija en
Cochabamba. Heel de nacht feest, en thuisgekomen uitgeput in bed.
2011 is begonnen, ik zit bijna in de
helft van mn avontuur.. Hoe gek is dat?
Ondertussen zit bijna een maand in Cobija, en zal ik blij
zijn terug thuis (cocha) te komen) Niet dat het hier verschrikkelijk is, neen, ervalt gewoonweg niets te doen. Cobija heft
zero cafes, 1 discotheek en 1 ijskraam. Verder kan je wat met de brommer rondrijden
(achterop weliswaar) maar heb je op 20min Cobija gezien. De mensen die ik hier
ken zijn tof, maar minder open dan ik dacht (zie blogbericht I Cobija) Het
lijkt moeilijker je te integreren in de groep, en hoewel ik hier vrienden heb,
ben ik meer voor de sociale mentaliteit in Cocha. Ik vond het zeker de moeite om Cobija gezien te
hebben (het is tenslotte een andere ervaring in mn jaar) en eens te hebben
geleefd in een tropisch klimaat, maar mn hart ligt toch in Cocha : )
Wegens
verdere uitrekking van mn, stop ik hier. Ik kruip mn kamer (noodgedwongen) in
om te genieten van een goedwerkende airconditioning.
Wonder boven wonder zit ik terug op schema met mn blogberichten, en hoef ik jullie enkel over de afgelopen week Cobija te vertellen.
Ondanks het slechts een week was, heb ik weer veel nieuwe indrukken opgedaan, die ik maar al te traag met jullie wil delen. De afgelopen week heb ik zowel van het uitgaansleven, als van den Boerenbuiten (de jungle) genoten.
Als jullie m'n laatste blogbericht gelezen hebben, zullen jullie al wel gemerkt hebben dat Cobija een andere wereld is vergeleken met Cochabamba. Boerderijen, paarden, uitgestrekte velden, oneindig veel groen, Een beeld zullen jullie je ongetwijfeld al wel gevormd kunnen hebben. En door in volgend blogbericht over vanalles en nog wat te praten, kunnen jullie je beeld wat bijschaven.
Feit: zon 90% van Pando (het departement) is groen
Feit; mijn gastpapa bezit zon 700 hectare grond (jungle, velden) waar in 1 van de gebieden onze boerderij gebouwd is. Volgend jaar wil hij hier een huis bouwen met alles erop en eraan, zodat ze hier binnen een aantal jaar kunnen gaan wonen.
Den chako (boerderij) is er geen zoals wij er kennen. Om binnen te rijden wordt een houten poort opengemaakt; vervolgens rijd je een lange rode-aarde-weg op (met langs beide kanten kokosbomen) die je binnen laat op de boerderij. De huisjes die er staan zijn volledig van houten planken gemaakt, en beschikken niet over elektriciteit. Op den chako leeft een gezin dat bij ons in dienst is, om het zo te zeggen. Zij zorgen voor de verzorging van de paarden, maar ook van de boerderij in ruil voor eten, brandstof (voor de brommer) en andere primaire behoeften. Een aantal dagen geleden mocht ik deelnemen aan wat zij alle dagen doen; we gingen naar de jungle, op zoek naar fruit...
Met muggenstift in aantocht en hoed op het hoofd sprong ik het paard op en galoppeerden we richting de jungle, waar we de paarden vastmaakten aan een kokosboom en vervolgens te voet de jungle in trokken. Na twee stappen viel er een drukkende warmte op me, en krioelde het van muggen/wespen en andere beestjes. Kruidvat, uw muggenstift trekt op niks!
Hoewel de papa zei dat ik de insecten niet als een panische gek moest ontwijken, was de angst groter als mezelf en huppelde ik heen en weer. En ja hoor, voelde ik plots toch wel een pijnscheut door mn arm heen gaan zeker? Een of ander beest vond het geweldig zijn gif in me te spuiten Gestoken of niet, ananas moesten we zoeken en vinden nog ook! Ik zelf had nog nooit de ananasboom (ik dacht dat het een boom was) gezien, en was dan ook verbaasd dat we op een plant stuitten waartussen grote ananassen verborgen zaten, klaar om geplukt te worden. Zo snel mogelijk plukken, alsook een aantal mangos en andere tropische vruchten, om zo snel mogelijk weer met de paarden te gaan rijden.
Het fruit was heerlijk; natuurlijk, fris, vers, vrij van chemische rommel en onvergelijkbaar met het fruit uit de supermarkt.
Een aantal dagen later ben ik met de papa naar een ander domein geweest, uiteraard vergezelfd met de paaGigantisch groot, niets van menselijke activiteit te bespeuren, puur natuur. Zalig. We hebben er lang rondgereden, langst de kudde koeien gereden om uiteindelijk uitgeput en oververhit van de brandende zon thuis te komen. En gelukkig, want ik ging uit vannacht!
En dit met mn nicht en haar bende. We trokken met de brommer naar ''Insomnio'', dè discotheek van Cobija, waar live-bandjes Braziliaanse en Spaanse muziek uit hun instrumenten toverden. Die avond was het fiesta de cerveza waardoor we enkel inkom moesten betalen en verder gratis bier konden bestellen. Geweldig om gewoon nog eens bier te drinken, met toffe mensen die allemaal flauwe mopjes maakten.
Die volgende dag nam mn nicht me mee naar een barbecue (=hopen vlees + yucca. Uiteraard, GEEN groenten) waar al haar unief-vrienden naartoe zouden komen. Wel goed om terug onder jongeren te komen, want door alle dagen op den chako door te brengen voel ik me soms wat afgezonderd. Er was zon 20 man, en bijna allemaal tof! We aten, dronken bier, aten nog wat, en tenslotte besloot iedereen in het zwembad te springen met kleren aan. Eva doe je handtas weg, we gooien u erin! en Whoops, ook ik lag met mn kleedje in het water.. Toen ik erna naar huis werd gebracht (om me om te kleden, want we zouden nog gaan eten in Brazilië) keek iederen me verbaasd aan, maar mij kon het eigenlijk niet schelen: Ein-de-lijk wat afkoeling !
Wat meer? Oja, kerstkadootje kopen! Dit jaar krijgt de gastmama een mooie portefeuille, de gastpapa een hemd (wegens verslaving aan hemden), mn aan wapens-verslaafde tweelingbroertjes nep-politie-attributen en mn andere broertje een cd van Enrique Iglesias en Daddy Yankee.
En meer nieuws over Kerstmis krijgen jullie in, jawel, een nieuw bericht te lezen!
En tot we daar zijn aanbeland, wens ik jullie allemaal een Vrolijk Kertsfeest. Dat er leuke kadootjes mogen zijn, lekker (en veel te veel) eten, sneeuw (tòch maar een witte kerst) en een familiale kerstsfeer )
Ondertussen zijn we aanbeland in Cobija, en staat er versgeschreven blogbericht dan ook klaar voor jullie.
Vlucht 1: Cochabamba - La Paz (35min)Vlucht 2: La Paz - Cobija (1u)
Onderweg van La Paz naar Cobija kon ik aan de vegetatie zien dat we steeds dichterbij kwamen. Van een koud/bergachtig landschap vlogen we richting een vlakke, groene en tropische vegetatie. Alleen nog maar bij het zien van Cobija leek het wel of ik de warmte kon voelen, de zon voelde branden in de uitgestrekte velden.
En ja, toen ik me uit het vliegtuig begaf viel de warmte als een gigantisch zware blok op me neer. Binnen de vijf minuten stonden we allemaal in het zweet, en werden onze koffers gelukkig op een karretje naar de auto gebracht.
De papa stond ons op te wachten met een gigantische jeep waarin de airco vollen bak stond te draaien; maar goed ook, want bij de aankomst had ik het gevoel dat ik deze hitte geen maand ga kunnen uithouden.
Mijn (voorlopige) ervaring in Cobija :
-40graden = haast uithoudbaar
-het lijkt een dorp; volgens de papa wonen hier zon 80.000 mensen (de menigte van Pukkelpop 2009 ...)
-geen enkele supermarkt te bespeuren, enkel kleine winkeltjes waar je àlles kan vinden.
-Mini-eetkraampjes aan de rand van de straat
-Een ander type mensen: Cobijenen hebben een donkerdere huidskleur
-Omdat we ons op 5minuten van de Braziliaanse grens begeven, lopen hier veel brazilianen rond. (deze zien ero ok stukken beter uit dan de Bolivianen)
-De taxi is een moto/brommer
-VLEES + rijst met kaas (rijst gekookt in water, waar vervolgens kaas bij wordt gekapt tot het een brij wordt. ik ben nog steeds niet gewend aan de afschuwelijke smaak..)
-Familie lijkt nog belangrijker als in Cochabamba; je ziet ze praktisch alle dagen
-Stortbuien zijn vaak voorkomend
-Nieuwe gruwelijke insecten (ook hàd ik een vriendje in mijn kamer, die leek op het vriendje van Wall-E. Wegens de grootte en de snelheid waarmee het door mijn kamer hostte kon ik hem niet langer in leven laten.)
-Muziek = Funky; braziliaanse muziek die je kan vergelijken met Reggaeton alleen sexier (aldus neef Jaime) Ik moet dringend iets doen aan mijn hakkerige danspasjes..
-Bijna iedereen bezit een Chako (boerderij op de boerenbutien). Wij hebben er koeien (melk kopen we niet in de winkel) en paarden.
-Mensen zijn opener dan in Cochabamba, en lijken gelukkiger.
-Douche = douchekop waar dunne sliertjes water uitkomen.Gebruiksaanwijzing: laat de douchekop openstaan tot deze een plastieken bak vult met koud (¡) water. Neem een kruik, kap deze over je heen, smeer je in en kap de rest van het water over je zeeploos bent.
-Hier hebben we twee meiden: Nancy die eens in Cocha was (ik kan ze niet uitstaan) en Miyuki (15 jr) die sinds een maand werkt bij ons thuis.
-Internet = meeeeega traag
-Armoede reikt zich over heel Bolivië, en dus ook in Cobija. Op straat lopen nog steeds 8-jarigen rond die je helpen met te parkeren, in de hoop ze hiervoor een paar bolivianos krijgen.
-Het hele gezin lijkt wel open te bloeien nu ze hier zijn; veel vrolijker, vragen constant of ik het hier ook zo leuk vind als zij, en genieten van de hitte en de boerderij met huisgekweekte ananas. Ook valt het me op dat mn relatie met hen steeds beter en beter wordt, waar ik natuurlijk ook vrolijker van word.
Èen van mijn (voorlopige) hoogtepunten de trouw van Yvanna en Elias (11/12/10) Hiervoor moèst ik een (Braziliaans) kleedje kopen, werd mn haar platgetrokken (door een rokende/zwetende kapper die meedanste op de 90s muziek weerklinkend uit zijn kapsalon) en mn gezicht volgeplamuurd. De trouw zelf was èèn decadente bedoeling, alles tot in de kleinste details uitgewerkt. Er was een ceremonie, de aantrede van het koppel, de eerste dans, het aansnijden van de taart en veel feest.Er was zon 400 man aanwezig, en iedereen kreeg een aandenken mee naar huis: een bord met foto van het koppel, gebakjes, een speciale servet met hun initialen, een vaas met bloemen, een waaier en meer gebakjes. Hoeveel geld er in deze avond gestoken is wil ik echt niet weten Niettemin was het een schitterende avond! Het koppel strààlde echt geluk uit..
+ : op de trouw heb ik de Boliviaanse SAmmy TANghe leren kennen. Het duurde even voor ik wist aan wie hij me deed denken, mar als snel moest ik mn lach inhouden.Ge-wel-dig !
Boodschappen doen en gaan uiteten in Brazilië is de gewoonste zaak van de wereld in Cobija. Een paar dagen geleden nam mn nicht me met haar vrienden mee naar Braziliê om te smullen van een pizza buffet. Pizza met kip, vlees, fritjes, spek, kaas, groentjes maar ook pizza met dulce de leche (caramelachtig), chocolade en allerlei fruit ! Ik beeld me jullie al in met gruwelijk afkerende gezichten, maar deze pizzas waren heerlijk :)
Ook boodschappen doen, doen we geregeld over de grens, ook vooral omdat ze er een groter aanbod hebben. Wel tof om zo maar even de grens over te gaan voor wat melk en fruit, om vervolgens weer terug te keren.
Zoals jullie kunnen lezen, heeft Cobija veel te bieden. Zoveel nieuwe indrukken, nieuwe mensen met verschillende persoonlijkheden. Hoewel Cochabamba de top is, wil ik hier nog niet weg. Er valt nog veel te ontdekken, feesten, leren eten en meer van dat.
merken jullie ook niet dat praktisch al mijn blogberichten met ''omdat het weer lang geleden is'' , ''sorry, het is weer lang geleden'' aanvangen ? Misschien stop ik er beter mee en vlieg ik beter meteen met de deur in huis om jullie alles te vertellen. Maar, dan is er geen inleiding en in een goed blogbericht mag dit niet ontbreken. Goed, in volgend bericht vertel ik jullie kort samengevat wat er de afgelopen twee weken gebeurd is in Cochabamba. (te beginnen na Chapare)
Soms zijn er van die dagen dat je thuis wat rondhangt, eens lekker kookt, wat interessante weetjes op facebook zoekt (met de nadruk op zèèr interessant) en meer van die onbenullige dingen zoekt om je mee bezig te houden. Wel, als een cake bakken onder koken valt is dit nummer 1 op mijn lijstje. Deze was bedoeld voor Emily (Antwerpen) die een feestje gaf voor haar 18 verjaardag, waarvoor Jorik Judith en ik ons best hebben gedaan onze beste bakkunsten te tonen. En met succes, hij was heerlijk. Ook blogberichten onderhouden zijn een verplichting waarvoor ik soms de moed niet verzameld krijg; maar dit lukte me op bepaalde dagen.
Belangrijk om weten is dat we tòch niet gaan verhuizen. ''dit is Bolivië'' denk ik dan ... De eigenares van ons appartement (die ons zonodig vòòr december uit het huis wou) belde de dag dat we net een appartement gevonden hadden (Penthouse, centraal, veel licht en een grotere oppervlakte) en op het punt stonden het contract te tekenen. Om financiële redenen besloot de eigenares om het appartement tòch niet te verkopen, waarop ze ons bijna smeekte te blijven. Omdat er weinig tijd restte voor we naar Cobija gingen, en verhuisstress toch altijd iets is wat je wenst te vermijden, besloten we om op haar wens in te gaan en voorlopig te blijven. Wel wordt het tijdens ons verblijf in Cobija helemaal onder handen genomen; al het stijlvolle (!) behang van de muren, een nieuwe laag verf, ...
Waar ik me vooral mee bezig heb gehouden de afgelopen twee weken zijn de proclamaties van andere Belgen. Zo ben ik naar de act (je weet wel; diplomauitreiking in toga, volkslied, melig gedoe en het gooien met de hoedjes) van Jessica geweest, en vervolgens naar haar grote feest. Omdat ik m'n kleed van de mama niet mocht gebruiken, moest ik een kleedje van m'n gastzus aandoen. Net zoals mijn feest was er de aantrede van alle studenten, een diner en een leuk feest. De volgende act was die van Jorik, waarvoor we deftig opgekleed naar een school mochten rijden die meer leek op het witte huis dan wat anders. Na de act werden we door zijn ouders uitgenodigd om pizza te komen eten, een glaasje schuimwijn te drinken en wat te waterpijpen.
Omdat het afgelopen zondag 2de week van de Advent was, en Kerstmis dus steeds dichterbij komt, woonden we met het hele gezin nog eens een viering bij. Op zondagmiddag gaan we meestal uiteten (zondag=familiedag), en deze keer gingen we nog eens naar het restaurant van de tante en nonkel (Rodizio), waar ik een heleboel nieuwe familie leerde kennen. Hoe groot families hier zijn kan je je niet voorstellen. Via via is iedereen wel een beetje van familie van elkaar. Iedereen heeft namelijk zowel de achternaam van de vader als van de moeder, waardoor je vaak mensen tegenkomt die 1 van je achternamen delen. En deze zijn familie, waardoor de hele stamboom nòg gigantischer wordt ... Ik vind het wel iets, die familiale sfeer. Er wordt zoveel belang gehecht aan je familie; familie gaat altijd voor, wat er ook gebeurt.
Maar gelukkig kan je na je familiale verplichtingen plaats maken voor je vrienden. Zondag was ik dan ook uitgenodigd door Alexandra (een meisje uit de klas) die een paar dagen later vertrok naar de VS (studies) en hiervoor een afscheidsbarbecue deed. Ik was wel blij dat ik was uitgenodigd, tenslotte kennen ze mij nog niet lang. 1 groot hamburgerfestijn en bijhorende drankjes. Er waren niet veel mensen, waardoor het ook gezellig was en ik de mensen wat beter kon leren kennen. Mijn eerste ritje achterop de moto heb ik trouwens zondag meegemaakt; ge-wel-dig ! Met de wind in de haren scheejste ik door de straten van Cocha, een echt gevoel van vrijheid.
En ondertussen naderde het vertrek naar Cobija, waarvoor ik enerzijds heel enthousiast was, maar anderzijds met 'schrik' naartoe ging omdat het voor zo'n lange tijd zal zijn. Van 9 december tot 15 januari 2011 (!) vertrek ik naar het Noorden van Bolivië, COBIJA. Een streek in het departament Pando (Bolivië) aan de grens met Brazilië. Tropische temperaturen, veel groen, veel brazilianen, ... Uiteindelijk, ik denk dat dit een hele nieuwe ervaring (een ander deel) in mijn AFS-avontuur zal worden ... Koffer gepakt, zonnebril/crème en muggenstick in de hand, hop naar niemandsland !
Brandende zon, venijnige insecten en een prachtige tropische
vegetatie
Ja jongens, het
afgelopen weekend zat ik met AFS in Villa Tunari (Chapare), het tropische
gedeelte van Cochabamba. Vroeg in de ochtend stapte AFS Cochabamba een busje op
dat ons na 4uur reizen in Chapare zou droppen. Met de ramen wagenwijd open en
cumbia/reggaeton weerklinkend uit de boxen kwamen we aan, waar
de hitte als een betonnen blok op ons viel. Voor we naar ons hotel gebracht
zouden worden moesten we eerst iets gaan eten in een plaatselijk restaurant aan
de rand van de weg. Het toilet bevond zich achter het restaurant onder een met
golfplaten stenen hokje, met als deur een gescheurde zwarte vuilniszak. Wou je
je handen wassen, kon je deze in een regenton onderdompelen. Naast het toilet
was een vuur gebouwd (in veronderstelling de keuken van het restaurant)
waarboven iets groots wit, rozig en harig lag. Toen we dichterbij kwamen keken
we met grote ogen naar een stuk vlees dat blakend in de zon lag te wachten om
klaargemaakt te worden. Als dit ons middagmaal zou worden, zouden we gedurende
ons verblijf in Chapare niet meer van de wc raken.. Nee, we hadden geluk; voor ons haalde de kok
een grote surubi (vis) uit de diepvries, die we wat later gefrituurd en
vergezeld met yucca, rijst en groenten op ons bord kregen. Toen iedereen
genoeg had, vertrokken we naar het hotel: twee bungalows met keuken,
slaapkamer, badkamer en vliegenramen. Maar goed ook, want al snel maakten we
kennis met onze tropische vriendjes. Muggen; ze zagen er eerder uit als
vleesetende monstertjes, 3x zo groot als een Antwerpse wesp. Na een afkoelende
plons in het zwembad trokken we erop uit om het omringende dorpje te verkennen.
Het dorpje was gezellig, arm en de bewoners keken ons met vreemde gezichten aan
(wat komen die gringa s hièr nu doen?). Tegen de avond kwamen we terug aan in het hotel waar we de rest van de avond in het zwembad
hebben doorgebracht met een lekkere mojito.
Zondagochtend
bracht de buschauffeur ons (op muziek van Enrique Iglesias cuando me enamoro) naar
het park in de jungle waar we de kick van ons leven zouden beleven. Ik, die
natuurlijk niet goed had nagedacht, kwam aan met sleffers Klaar voor
het avontuur, maar natuurlijk ! Met een gids die in tegenstelling tot ons al
gewend was aan het drukkende klimaat kregen we een rondleiding door het park.
Gedurende deze tour moesten we wandelen door een parcour, konden we genieten
van de natuur en vloeken op de hitte, tot we bij het hoogtepunt van de dag
waren aanbeland. Springen (met een soort schommel + touw) op hoogtes van 3m,
8m, 12m en 18m! Na een aantal voorbereidende sprongen op lagere hoogtes
stond deze laatste ons op te wachten. Met knikkende knieën en een klein hartje
kropen we op een krakkemikkelige houten stelling, waar een begeleider ons stond
op te wachten. Ik wurmde me in een soort beveiligingspakje tot ik vervolgens
aan de afgrond plaats moest nemen en de schommel over me heen werd getrokken. Er
stond een enorme druk op, waardoor ik niet meer terug kon. Het was zover, 3 2 1
en WHAM! Ik vloog! Wat een kick, het was gelukt! en ik leefde nog! We hadden het
gedaan, en verlieten het park dan ook met opgeheven hoofd.
Hop naar het volgende park van de dag: Parque Maichi. Hier
stond er ons een wandeltocht naar boven te wachten, om eens aangekomen een
prachtig uitzicht van de stad vast te leggen op camera. Toen we boven aankwamen, leek het wel of we
gezwommen hadden; drijfnat waren we. Een paar fotos van het uitzicht en ja
hoor, stond daar toch wel een aap zeker ? Ook deze kon niet ontsnappen aan een
foto. Tijdens de tocht terug naar beneden stootten we op een tamme zwarte beer,
die begeleid werd door drie vrijwilligers van het park. Stuk voor stuk waren we uitgehongerd,
uitgedroogd en hadden we dringend nood aan water en rust. Voor we terug naar
ons hotel konden gaan stopten we nog even om fruit te kopen voor onze fruitsla.
Toen we gezellig in de bungalow van de anderen zaten gebeurde wat we de hele
dag al aan hadden zien komen: Storm in Chapare. Elke
5seconden verlichtte bliksems de intussen donker geworden wereld, af en toe
weerklinkte een donder die steeds dichterbij kwam en onvermijdelijk viel de
regen met bàkken uit de lucht. Het goot pijpenstelen, het waaide, de
elektriciteit begaf het, het donderde en bliksemde, het was een tropische
storm zoals we deze nog nooit hadden meegemaakt. Omdat het na uren nog steeds
niet was opgeklaard, waren we wel gedwongen om ons in het midden van de storm naar ons
huisje te begeven. Aan onze bungalow was een overdekt terras, en omdat we toch
niet zouden kunnen slapen door het lawaai, besloten we ons even buiten te
zetten. Van de schrik kropen we dicht tegen elkaar terwijl we genoten van een
ware tropische storm. Terug in de slaapkamer waren Jessica en ik blij een
dubbelbed te delen, en ook Jorik kroop even bij ons. Toen hij zich echter uit
het bed hijste om naar zijn eigen bed te gaan, begaf de steunbalk van de lattenbodem
het. (KRAK!) Gelukkig is hij niet helemaal doormidden, anders had deze gratis
(!) reis ons tòch nog iets gekost...
Toen we
maandagochtend wakker werden merkten we dat het nog steeds aan het regenen
was. Ik, altijd even goed georganiseerd, had natuurlijk geen regenjas bij (suf
en vergeetachtig, ik ben nog niet veranderd!) en mocht me met een rokje + topje
buiten begeven. Snel sprong ik in de bus, die ons bracht naar het cocamuseum
(een museum over cocaïne, opgericht door het leger van Chapare). Vol
verwachting stapten we uit de bus, door de regen, naar het museum; het museum
was niet meer dan een kazerne gevuld met voorwerpen waarin mensen mogelijk cocaïne
kunnen verstoppen. Ook werd er uitgelegd hoe men vroeger cocaïne maakte (men
begon met uren te wandelen door een bak gevuld met cocabladeren). In minder dan
een uur waren we alweer buiten en moesten we, na een verschrikkelijk
middagmaal, snel snel onze koffers pakken om terug naar huis te gaan.
Chapare,
het was de moeite, maar Cochabamba blijft toch mijn thuis.
25/11/'10 - 26/11/'10 - Graduaciòn de la Promociòn 2010 !
Glitter & Glamour = Graduacion de la Promociòn 2010.
Beste vrienden, afstuderen in
Bolivië? decadentie, exageratie + elegantie. Als jullie mijn
blogs af en toe volgen, zullen jullie al wel gemerkt hebben dat schoonheid iets
verschrikkelijks belangrijks is in Bolivië. Schmink ontbreekt nooit bij een meisje, en
donderdag 25/11 + vrijdag 26/11 voelde ik me dan ook 100% boliviaans. Donderdag en
vrijdag was het proclamatie, twee dagen feest om met opgeheven hoofd het
middelbaar te kunnen verlaten.
Laten we
van start gaan met donderdag, el Acto. El acto, de act, begon om 19u s
avonds, nadat iedereen uren had doorgebracht bij de kapper en styliste. Helemaal
opgemaakt trok ik de toga over mijn hoofd en zette ik het bijhorende hoedje op; het was tijd. Op het middenplein van de school was een rode loper
uitgerold, waarnaast allemaal mensen neerzaten. Iedereen werd op alfabetische
volgorde naar voren geroepen en omdat ik Vrijens ben EN uitwisselingsstudente
ben was ik uiteraard laatst. Het leek wel of ik ging trouwen. Werd je naam geroepen, liep je (met opgeheven
hoofd!) samen met je papa over de rode loper naar het podium, waar je na een
innige omhelzing van de leerkracht wiskunde je diploma overhandigd kreeg. Met
diploma in de hand en een glimlach op het gezicht begonnen we aan het hoogtepuntvan de avond: ZINGEN; en dit wel driemaal. Na een
hele middag oefenen kon ik het volkslied van Bolivië meebrullen, alsook het lied
van Anglo Americano en het lied van de Promo. Het lied van de
promo (nunca decirte adios) vond iedereen geweldig. Zeker met het refrein 'no voy a llorar, me quiero emborrachar' (''nee ik ga niet wenen, ik wil me
bezatten'') gaf iedereen het beste van zichzelf. Deze hele ceremonie eindigde met
de overhandiging van het jaarboek, waar ook ik een plaatsje in heb gekregen, en
een boeket bloemen van de oudjes. Omdat ook zij het een speciale avond vonden, besloten ze om te gaan eten
in een exclusief restaurant. De papa bestelde boliviaanse witte wijn (die
verbazingwekkend heer-lijk was) en na sint-jacobsschelpjes met parmezaanse kaas
verscheen er trucha (vis) met heerlijke groentjes op mijn bord. Om 00.30 kwamen
we thuis, en kropen we snel in bed want morgen zou nog decadenter worden...
Want ja
hoor, toen was het tijd voor HET feest van het jaar. Iedereen was zenuwachtig,
en na een frisse douche trokken de mama en ik naar de kapper. Mijn haar werd
platgetrokken, losjes gekruld en opgestoken met wat speldjes.
Vervolgens werd ik gedurende een half uur opgemaakt. De kapper, die een echt meesterwerk van mijn haar wilde maken, vroeg me of ik
niet wou poseren om in de vitrine van het kapsalon te hangen. van MIJ?! was
dan ook het eerste wat ik vroeg. 'Ja, van jou!' Ja jongens, vanaf volgende week ben ik te
zien in de vitrine van het kapsalon, wie had dat ooit gedacht.. Thuis aangekomen
restte me weinig tijd, waardoor ik met hulp van Alejandra (mijn nicht) het
kleed over mijn hoofd trok en m'n voeten in de zilveren naaldhakjes schoof. Voor de nieuwsgierigen
onder jullie, fotos krijgen jullie zeker te zien! Aangekomen op het feest (een
gi-gan-tische zaal gevuld met dansruimte, tafeltjes, obers, drinken en heel veel mensen)
konden de gastpapa en ik ons opnieuw in de rij voegen om, eens mijn naam werd
afgeroepen, naar de dansruimte te wandelen op muziek van the Verve (the
bittersweet symphony). Toen iedereen zich met zijn vader/moeder op de dansvloer
had verzameld begon, jawel, de wals. Terwijl er fotos werden gemaakt en
iedereen langst alle kanten tegen elkaar duwde vanwege plaats tekort dansten
mijn gastpapa en ik de wals. Geweldig was het, en allemaal zo verschillend met de
proclamatie in België.. Dat de Verenigde Staten een grote invloed uitoefenen op Latijns Amerika, werd nog maar eens bevestigd.
Na de wals
begon het feestmaal: een reepje biefstuk met saus, groentjes, aardappelpuree, kip
met asperges en een fles rum voor ons tafel. Toen we ons
buikje vol hadden ging iedereen naar zijn vriendengroep voor een gezellige
babbel en fotoshoot. Hierna verzamelde iedereen zich opnieuw op de dansvloer om
het afscheidslied te zingen, en vervolgens in tranen uit te barsten. Hoewel ik
slechts deel van de klas was voor drie maanden, voelde ik me echt deel van de
groep, en ben ik ervan overtuigd dat ik iedereen ga missen. Als gevolg kon ook ik me
niet langer inhouden, waardoor de tranen over mijn gezicht vloeiden terwijl iedereen melig knuffelde. Er waren mensen die God al roepend begonnen te bedanken, en hier was iedereen enorm aangedaan door ... Heel deze
ceremonie en decadentie, het was een ervaring om U tegen te zeggen. Nooit gedacht
dat mijn uiterlijk zo kon veranderen. Ik heb er weer een unieke ervaring bij,
en die koester ik voor de rest van mijn leven.
Na het
feest (+- 3u) kleedde iedereen zich om om op de bus te stappen richting La
Continuada (de verderzetting) Iedereen trok naar het huis van Dani Perez, om
daar te drinken en te slapen met de hele promociòn. Ook ik had er graag bij willen
zijn, maar omdat we zaterdagochtend (8u) met AFS naar Chapare vertrokken kon ik
jammer genoeg niet mee.
NEEN, ik
ben niet van plan jullie aan jullie lot over te laten door niets meer van me te laten horen. JA, ik blijf mezelf
verplichten jullie regelmatig op de hoogte te houden van wat er zich allemaal
afspeelt in Bolivië. En JA, die regelmatigheid begint langzaam maar zeker te
veranderen in een onregelmatigheid. Maar wees gerust, hoe lang het ook mag
duren, de blogberichten zullen er zijn !
Laat ik van start gaan... Santa Cruz! Voor diegenen die het niet weten: ik zat in Santa
Cruz. Na een helse zoektocht naar de juiste (en veilige) bus vertrokken we
(Jorik, Jessica, Marieke, Berdien en ik) om 22u richting het tropische gedeelte
van dit magische land. Na een uitputtende busrit (onze medereizigers waren enkel jongeren die naar het concert van David Guetta gingen) kwamen we na zon 10uur
reizen aan, en werd ik opgehaald door Andy (mijn broer van 25, getrouwd en 1
kind) Bij hem mocht ik blijven tot ik terug naar huis ging. Na een
noodzakelijk koude douche, konden we samen de stad gaan verkennen. Aan Plaza
Principal (het hoofdplein van de stad) had je cafeetjes, restaurants (waaronder
een Irish Pub), ijskraampjes en toeristische winkeltjes. We kozen er dan
ook voor om met alle AFSers (uit Santa Cruz, Tarija, La Paz en Cochabamba)
pizza te gaan eten, om vervolgens te vertrekken naar het stadion David Guetta
kwam steeds dichterbij.
Het concert begon om 21u. In Bolivië wil dit
zeggen: afschuwelijk, eentonige djs tot 2u en met gevolg enorm verveelde mensen. Na 2u barstte de menigte dan ook
los toen David Guetta op het podium verscheen en ontvangen werd met gekrijs, gejuich en gedans. Zijn show bevatte vuurwerk, licht en geweldige beats die een
sfeer tot in Ekeren met zich meebrachten. De sfeer zat goed tot het onvermijdelijke gebeurde:
pickpockets, en wel bij (bijna) iedereen. Er was vanalles weg: cameras, gsms
, mp3s, portefeuilles, een sjaal, Beroofd worden moest eens gebeuren, ditmaal
in Santa Cruz. Gelukkig is enkel mijn gsm gestolen, waardoor het waardevolste niet in onbekende handen is geraakt.
Maar goed,
in Santa Cruz hebben we genoten van (en gevloekt op) het warme weer. Ijsjes,
terrasjes, parken, lekker eten, Berdien haar 18de verjaardag, het was een
rustige maar plezante reis.
Omdat er de
afgelopen twee weken (de twee weken waarvan blogberichten ontbreken) er zich niet
al te veel spectaculaire dingen hebben voorgedaan, zet ik in volgende
blogbericht de dingen die ik jullie wil vertellen. Als jullie er
hierna nog niet genoeg van hebben (ik kan me wel voorstellen dat al die letters
jullie op den duur gek maken) overlaad ik jullie met de bekende wist je dat,
ditmaal over Bolivië uiteraard !
Allereerst,
op 4 november heb ik een spaghetti-saus gemaakt volgens het recept van DE mama
(en hier bedoel ik niemand minder dan mijn echte mama mee), die hoe kan het ook anders-
geslaagd was, en hiermee bedoelende dus (bijna) smaakte naar de spaghettisaus in
Ekeren. Meestal experimenter/kook ik als de gastoudjes weg zijn, waar mijn
broertjes blij om zijn zolang er geen groenten in het experiment verzeild
raken. Helaas, daar draait het hele experiment om: mijn broertjes groenten
leren eten! Resultaat van de spaghettisaus? Ze hebben gegeten, gesmuld en
slechts de gourgetten laten liggen. Op naar stap 2: meer groenten.
Jullie
weten ondertussen al wel allemaal dat ik Skype
geïnstalleerd heb. Zondag heb ik hier 4 maal gebruik van gemaakt, door te
skypen met Laura, Babette, Evelien en het thuisfront. 4 maal skype = TE VEEL.
Omdat ik zo enthousiast was dat iedereen online was, had ik er niet aan gedacht
dat het misschien te veel zou zijn. Toen ik dan ook na een paar uur klaar was
met de Skype zaten mijn gedachten onvermijdelijk in Ekeren, met gevolg ik niet
de vrolijkste was die avond. Les voor mezelf; met maximum 2 mensen per skype-date praten.
Wat ik
jullie ook kan vertellen is hetvolgende: sinds een week zijn mijn broertjes veranderd
in yoghurtvretende monstertjes. Elk uur van de dag sluipen ze naar de ijskast,
om er een zak (veel vloeibare producten als melk en yoghurt zijn niet verpakt
in karton maar in een zak) yoghurt uit te halen en deze vervolgens vo-lle-dig
op te drinken. Hierdoor moest ik gedurende de 5 dagen dat ik alleen thuis was,
4 maal naar de supermarket om de ijskast (en mijn broers) te voorzien van hun
nieuwe verslaving: Yoghurt.
26 november
2010 heb ik mijn graduacion m.a.w. mijn proclamatie op Anglo Americano. Op
het Koninklijk Atheneum Ekeren gingen we hier naartoe met een deftig kleedje
boven de knieën, eventueel hakken en wat opgemaakter dan anders.
Maar beste mensen, ik begeef me in Bolivië en zo gaat dat hier niet. NEE. in
Bolivië kruipen de meisjes, na de kapper/styliste bezocht te hebben
en na een grondige bruinings-en dieetkuur, in een waar galakleed (zoals wij op
tv zien, maar NOOIT gebruiken) tot op de grond met hakken om U tegen te zeggen.
Zwart mag het kleed niet zijn, want dan ben je in de rouw en dus niet in form
voor het feest. Ik mag me de komende dagen zulk een kleed zoeken, dat me
gemiddeld 150$ gaat kosten
Wat meer? Oja,
in februari 2011 trek ik naar de Universidad San Simon om me tussen de filosofen
in spe te begeven. Ja, mijntoekomstige boliviaanse (!) studie wordt filosofie. Eind September 2011,
wanneer ik terug aangepast ben aan België, ga ik voor bachelor in de
sociologie aan de Universiteit Antwerpen. Kan ik rustig van t stad
genieten en hoef ik niet nog meer geld van de oudjes af te luizen om op kot te
gaan.
Sinds een week huizen mijn grootouders langst de mama haar kant
mee bij ons omdat ze ziek zijn en goede medische zorgen nodig hebben die niet
in Cobija, maar in Cochabamba te vinden zijn. De oma is 74, de opa is 81 en omdat ze niet
weten wat ze juist hebben start een volledige analyse in het ziekenhuis.
Meer nieuws
uit Bolivië: woensdag was ik op een decadente theekrans met de mama, een
theekrans ten voordele van de eindejaarsreis voor de toekomstige Promo-2011.
Een gigantische zaal bekleed met witte gordijnen, ronde tafels met bloementafellakens, dure tassen + bestek & als kers op de taart een bord met allerlei speciale
-duur uitziende- taartjes en koekjes. Alleen al aan de zaal en de
bekleding hebben ze, naar mijn mening, een fortuin moeten uitgeven, laat staan
aan het eten en de thee. Iedereen was opgekleed, maar omdat ik niet op de
hoogte was van het niveau van de theekrans strompelde ik (naast mijn
opgekleede mama) binnen op sleffers, mn grijze tweedehandsrokje, een gewone
t-shirt en zero shmink. weer
een uitwisselingsstudent zullen ze denken Achja, ik ben nu eenmaal niet
opgewasssen tegen dat decadente gedoe.
Misschien
wel het belangrijkste nieuws van allemaal: IK GA VERHUIZEN. Geen paniek, ik
moet/wil niet van gastgezin veranderen. De eigenares van wie we ons
huidige appartement huren heeft plots besloten dat ze het appartement enkel nog
wil verkopen, en dit voor een belachelijk dure prijs. Gevolg hiervan is dat
mijn gastouders besloten te verhuizen, maar dit moet gebeuren voor December
Veel tijd hebben we niet, we zijn als gekken op zoek en hebben al wat
appartementen bekeken. Het kan dus zijn dat we wat later naar Cobija gaan,
omdat we pas willen vertrekken als we genesteld zijn in ons nieuwe appartement.
Als ik nieuwjaar haal, ben ik blij : ) Ook al is het huidige appartement nog
maar vier maanden mijn thuis, ik ben er echt gehecht aan, alsook aan mijn
vertrouwde stekje (de slaapkamer). Ik vind het dan ook jammer dat we verhuizen
maar dan heb ik deze, voor mij nog onbekende, verhuisstress ook eens
meegemaakt.
Eergisteren
heb ik iets meegemaakt, iets geweldigs-leuk-fijn-onvervangbaar en dus iets waar ik
gelukkig van ben. Toen ik de ondergrondse garage opreed met de mama,
overhandigde de portier van ons appartementsgebouw me een groot postpakket,
waarvan ik het handschrift van Laura herkende op de doos. Thuis was het eerste
wat ik deed dan ook het postpakket zorgvuldig openmaken, om vervolgens echte
schatten te ontdekken. Echte Belgische chocolade (waarvan ik 2 reepjes reeds verorberd heb), een gigantische Belgische vlag een welverdiende plek aan mijn muur verdient, een prachtige sjaal die sinds
eergisteren rond mn nek hangt, avonturenvoer = chocolademousse uit een zakje (enkel
water toe te voegen), een rasecht stationsromannetje dat ik intussen al uit heb
wegens zin om me te verdiepen in Nederlandse lectuur van topkwaliteit (!) en
tenslotte ellenlange maar niettemin zalige brieven van Laura, Caitlin, Elien en
Evelien. It made my day
Laat ik
even een einde maken aan mijn blogbericht, dat mits inkorting toch nog lang is
geworden. Morgen verlaat ik Cochabamba en vertrek ik naar Santa Cruz voor het
concert van mijn goede vriend David Guetta. Meer nieuws krijgen jullie volgend
weekend dan ook te horen!
Een hele boterham, en een boek over de reis naar het Titicacameer ! Neem de tijd,
zet je vooral rustig achter de pc en verdiep je in een gigantisch blogbericht.
Donderdag 14.30: het vertrek naar La Paz, voor onze eerste
AFS-reis naar het Titicaca-meer. Omdat AFS onze busrit betaalde kwamen we
terecht in een luxueuze dubbeldekker met gigantische zetelbedden en een
aangename (!) geur. Na 8uur stijgen, dalen,
bochten nemen en eten kwamen we aan in het centrum van La Paz, om van daaruit
naar het AFS-kantoor te gaan. Hier
kregen we per 2 onze gastgezinnen voor de komende dagen toegewezen. Jessica en
ik werden meegenomen in een blitse auto door Jorge (18 en terug van Italië) die
ons naar huis bracht. Onze eerste indruk die we van hem hadden: wat
een serieuze jongen. Hij had een serieuze blik, droeg nette kleren en was zeer
beleefd. Gelukkig zijn vooroordelen slecht en verwerpelijk (wat leren we toch allemaal niet bij AFS he) want na 15 minuten
begon hij losjes te babbelen en nam hij ons mee naar een aantal
vrienden. Wij hadden geen zin om te drinken, maar wij waren dan ook de enige.
Bolivia= zuipcultuur? Ik ben ervan overtuigd dat dit zo is, hoewel ik het
vreemd vind dit bij een aspect van de cultuur de rekenen...
s Morgens
werden we vroeg verwacht aan het AFS-kantoor voor onze Mid-Orientation. Mid-Orientation = eten, energizers, praten over de conflicten die je al
dan niet gehad hebt de afgelopen maanden, eten, een curve voorstellen waarin je
je humeur tijdens je verblijf in Bolivia weergaf (bij de meeste ging hij na wat heuveltjes in stijgende lijn), je gastfamilie weergeven met een
tekening (de mama al kokend, de broertjes al spelend op de computer en de papa
al werkend tussen de bomen), eten en
tenslotte een persoonlijk interview (in het Spaans uiteraard, want dat begint
echt goed te gaan). In de late namiddag werden we terug naar huis gebracht door
onze, intussen nieuwe broer, Jorge. Uit zijn we niet geweest, aangezien we
zaterdag om 7uur s morgens aan de bus werden we verwacht.
Het was
zaterdag, en iedereen sleepte zich met wallen op het rammelende
busje naar Copacabana. Na anderhalf uur rijden moesten wij (alsook onze bus!) een
oversteek maken op het Titicaca-meer. Net zoals wij in een bootje moesten
kruipen, reed onze bus een waggelend bootje op. Na 20minuten
konden we de reis weer voortzetten. En toen kwamen we aan in
Copacabana, een vrij toeristisch stadje aan het Titicacameer. We hadden
uitzicht op het prachtige en immense (8340 km²) Titicacameer op een hoogte van 3812m
boven de zeespiegel (dan ook het hoogst gelegen meer ter wereld).
Na toeristje te spelen begaven we ons op een kleine witte boot
waar we op het dak konden gaan zitten met ons middagmaal in de hand; een plastieken bakje gevuld met hamburger, rijst met erwtjes , wakke frietjes,
1 schijfje komkommer en ketchup+mayonaise. Met de wind in onze haren, de boot
volop aan het varen smulden we ons maaltje op terwijl we konden genieten van
een uitzicht dat quasi niets van menselijke activiteit vertoonde. Overal in het
meer liggen eilanden, sommigen al wat groter dan de andere. Na een klein
uurtje op de boot (den Barco) te hebben gevaren kwamen we aan op Isla del Sol
(het Eiland van de Zon, waar volgens de Inca's de Zonnegod geboren zou zijn). Omdat we op bijna 4000m zaten scheen de
zon enorm fel, met gevolg ik (mits zonnecreme) verbrand ben. Maar goed, we
konden beginnen aan de beklimming van het eiland, met de rugzak op de rug en de
zon brandend in het gezicht. We kwamen aan in ons hotelletje, een bouwvallig
huis waarvan onze toilet stuk was. Wat we moesten doen was naar het toilet
gaan, een emmer water vullen uit de regenton op het dak en deze vervolgens leegkappen om
zo de indruk te geven dat je had doorgespoeld. De indruk dat je had
doorgespoeld, want na een paar uur was onze toilet niet meer de aangenaamste om
naartoe te gaan
De omgeving waar we zaten deed me denken aan het Bokrijk
van Bolivië. Huisjes van steen en riet, ezeltjes in de wei, de waslijn gemaakt
van een houten paal, niets modern of technologisch aanwezig (op een paar elektriciteitspalen na). Heerlijk, puur natuur en geschiedenis.
Na ons geïnstalleerd te hebben gingen we wandelen op het eiland, met gevolg er
prachtige fotos zijn die jullie ooit wel eens te zien zullen krijgen :) Op een
hoog punt van het eiland hadden we uitzicht op het meer, de eilandjes, de
zonsondergang en allerhande natuurlijke fenomenen. Ons avondeten bestond uit
lekkere soep, trucha (vis uit het Titicacameer) met rijst en als dessert
blubberige flan. De avondactiviteit was een kampvuur op Isla del Sol, klinkt
hemels toch? Want dat was het ook, onvergetelijk mooi.
Zondag
kregen we een mager ontbijt en konden we, na het maken van onze rugzak, terug
naar beneden wandelen. Tijdens onze tocht passseerden we de
fontein van de jeugdigheid ('was je voeten en blijf eeuwig jong?') en wandelden
we de Inca-trap af. Aan de weerszijden van deze trap stonden twee kleurrijke
beelden die, naar mijn mening, de Zonnegod en Zonnegodin voorstelden. Tijd voor
fotos en, hupakee, terug in ons bootje. We werden voorlopig nog niet terug naar
Copacabana gebrachtmaar naar Isla de la Luna (het Eiland van de Maan). Ook aan
dit eiland hangt een legende/historie vast.
Er was eens
Een eiland
in het midden van het Titicacameer. Weg van het eiland, in de bewoonde wereld op het land,
werden er Miss-Verkiezingen gehouden om de, zoals ik het noem, mooiste vrouw tot
Miss-Inca te dopen. Deze vrouwen wonnen echter geen autos of jaarabonnementen
bij schoonheidsspecialisten maar een leven op het Maaneiland. Alle Miss-Incas
werden hier (vrijwillig?) naartoe gestuurd, om eens aangekomen er de
rest van hun leven door te brengen tussen allemaal andere vrouwen. Maaneiland =
Vrouweiland, en slechts 1x per jaarwaagde een ware man (DE Sjamaan) zich op het eiland om een toespraak te
geven. Wat deze juist inhield weet ik niet, en waarom deze vrouwen hier leefden
ook niet. Ten tijde van de vrouweninvasie op dit eiland stond er een
gigantische tempel, waar helaas niet veel meer van overblijft. De vrouwen
hadden hun eigen samenleving opgebouwd, met eigen waarden en normen,
agricultuur en allerlei rituelen.
Na een
kleine rondleiding was het tijd om te eten. Er werd een lange witte doek op het gras
gelegd, waarop een klein vrouwtje vervolgens allerlei potten legde. Er
waren zoete aardappelen, gewone aardappelen, smalle aardappel-worstjes, rijst,
maïs en kaas (deze dien je samen te eten), saus, banaan, brood, . Een waar eetfestijn, ik ben
niet voor niets in Bolivië.
Na ons
festijn begaven we ons terug op de boot naar Copacabana. Aangekomen hadden we
nog even de tijd om de toerist uit te hangen (fotos maken, allerlei frulletjes
kopen, meer foto's maken en wat eten). Na een uur sprongen we uitgeput de bus
terug op naar La Paz, de drukke immense stad die onvergelijkbaar is/was met
onze twee dagen in het midden van de natuur. Aangekomen stond Jorge
klaar om ons op te halen, en eens thuis aangekomen duurde het niet lang voor we
lagen te ronken in ons bed.
Maandagochtend
stelde onze gastfamilie voor of we niet nog een dag langer zouden blijven, we
zaten nu toch in La Paz. De volgende twee uur hebben Jessica en ik als kippen zonder kop rondgebeld naar AFS Cochabamba, AFS La Paz, AFS
Cochabamba en nog eens AFS La Paz. Na het invullen van een document was alles in orde, en mochten we blijven.
Dinsdagochtend
was het ook in Bolivië Allerheiligen (ik hoop dat ik het niet verwisseld heb
met Allerzielen?) met gevolg alles gesloten was. Na een rustig ontbijt en het
inpakken van onze spullen vertrokken we met de Taxi naar de Terminal (het
Centraal Station maar dan voor bussen, en dit in Bolivië) We kregen tickets te
pakken voor 20Bs, en om 12.30 vertrok de bus naar Cochabamba. Na 5uur onderweg
te zijn ontpopten de boliviaanse medereizigers zich tot ramptoeristen: een
bus was op zijn zij gevallen, een auto was gecrasht. Toen ik naar
buiten keek was dit niet het eerste dat ik zag; er lagen immers drie doden op
de weg, niet afgedekt. Heel raar en vooral schokerend om dit te zien,
ik denk dat dit de eerste keer was drie doden op de weg te hebben zien liggen.
Het was om stil van te worden, zeker toen we pas na een uur een ambulance zagen
rijden. Hoe kan het ook anders, je zit midden in de bergen
Jongens, ik
denk dat ik jullie voorlopig niet meer lectuur aanbied aangezien jullie het nu
even beu zullen zijn. Al mijn avonturen, en er komen er ongetwijfeld nog zoveel bij !
Het einde van het schooljaar, en dus ook de examens.
België:
picknick onder de vrienden, eten in t stad, 't vlot, feest, wat je maar wil.
Bolivië: een ervaring om U tegen te zeggen. Donderdag 28 november werd ik om 12u
verwacht op school voor het afscheid van de Promo-2010. Toen ik aankwam, in
jeansbroek en witte polo van de school, zag ik het hele middelbaar
dansen/springen/gillen en feesten op de speelplaats. Maar er klopte iets niet,
ze waren allemaal nat. Voor ik het wist klampte de leerkracht literatuur zich
aan me vast en zei ze Eva! Wat doe jij hier nog meisje, maak dat je bij je
klas staat, jij hoort er ook bij! Ik keek naar de Promo, waarop vervolgens een
aantal mensen begonnen roepen. Maak dat je hier bent meisje! Toen ik
tussen de klas stond werd ik plots vastgegrepen door Luis en Rodrigo en werd
ik, onder het gelach van de meisjes, naar Andres gebracht. Toen pas wist ik waarom iedereen nat was; op de
speelplaats stond een brandweerwagen geparkeerd met een brede waterslang
waaruit water stroomde. Andres bediende deze slang, en was dan ook dolgelukkig
om me ermee te bewerken tot ik doorweekt was.(dit was dus waarom de meisjes
geen witte t-shirt droegen..)Tweemaal werd ik bewerkt; toen was ik gedoopt en
kon ik mee feesten/dansen en gillen zoals de meisjes. (Hoera!) In slechts een
uurtje had in mijn afscheid gehad,en
kon ik te voet en al druipend van het water naar huis slenteren. Even wat
spaghetti naar binnenwerken, om me vervolgens om te kleden en naar de Terminal
te vertrekken; het was tijd voor TITICACA!
Ik ben alweer laat met het plaatsen van blogberichten, waarvoor mijn
gemeende verontschuldigingen. De moed om te beginnen schrijven
lijkt steeds verder weg te drijven, dus wordt het tijd dat ik deze terug vastgrijp.
Vandaag heb ik me, met een heerlijke groene appel, gezet aan de computer
om jullie een nieuw bericht voor te schotelen.
Woensdag 20 oktober (ja hoor, voor mijn blog gaan we terug in de tijd) begaf ik me
terug naar school, met La Paz nog in mijn gedachten. Het gedacht dat ik nog
maar even naar school moest gaan deed echt deugd. Op school vroeg iedereen waar
ik in godsnaam uit had gehangen (Eva, jij bent te lui om naar school te
komen, maar ik zou het in jou plaats ook wel doen meisje!) Noem me maar lui, ik vind
het geweldig school te skippen. s Middags moest iedereen van AFS naar Interpol gaan om opnieuw wat
beweging in ons visum te krijgen. Na Interpol zijn we met zn allen naar mij
thuis gegaan om ons rond de tafel te zetten en reisplannen te maken. Het werd
een hele kalender, met voor elke maand een reis, die we hopelijk uit kunnen voeren.
Vandaag kreeg ik te horen dat Louisa, onze meid, voortaan niet meer bij
ons komt werken. Het is al een aantal keer zo geweest dat ze vroeger vertrekt
en later aankomt dan er is afgesproken. Aangezien we het altijd druk hebben
thuis (zeker met mijn twee gehandicapte broertjes) vond de mama dat het genoeg was. Ze wil iemand met
verantwoordelijkheid, iemand op wie ze kan rekenen, en vandaar dat het agentschap
een nieuwe meid gaat zoeken. (Ze hebben hier een hele organisatie/agentschap
met potentiële meiden)
Donderdag stonden we om 8.30 klaar om bloed te laten trekken in het
ziekenhuis. Omdat we vroeg klaar waren en nog niet echt zin hadden ons op de
schoolbanken te storten besloten we rustig te ontbijten bij iemand thuis.
Resultaat? Toen we op school aankwamen restte ons slechts een uurtje les,
waardoor de tijd eens snel voorbij ging.
s Middags ging ik eten bij Marieke thuis en van daaruit naar de
Relieve. Relieve is een fotostudio waar alle laatstejaarsstudenten uit
Cochabamba fotos laten trekken voor het jaarboek. Aangezien ik vorige week een
Spaanse tekst in elkaar moest puzzelen, kan mijn foto er toch niet bij
ontbreken, toch? Gekleed in een felblauwe-met witte kraag- toga en bijpassende
hoed (de naam ontglipt me) kon ik me laten vastleggen op camera. De fotograaf
was me er eentje; voor hij fotos nam werd mijn haar goedgelegd en mijn gezicht
in de juiste richting geduwd om vervolgens in een verkrampte houding een geforceerde
tandpasta-smile te tonen. Maar het is gelukt, ik sta in het jaarboek !
Omdat de griep was uitgebroken (vrij tot zeer overroepen) moesten we vrijdag
niet naar school gaan. Na een hele dag luieren (we doen hier ook niets anders)
hadden we zin om, s avonds, na Cartys, een nieuw discotheekje te ontdekken. Het
werd Chupitos, een kleine maar gezellige discotheek, 18+ en gratis inkom.
Zaterdag werd ik vroeg uit bed gehaald door de mama; het was
International Day op de school van mijn broertjes en België was ook van de
partij! Dat België hier dan toch ergens bekend is verbaasd me echt. Op AISB
(American International School Bolivia) werden 28 landen tentoongesteld in
kleine kraampjes met typisch eten en/of drinken. België was niet veel soeps,
aangezien niemand wist wat typerend was aan ons land. Samen met de gastmama
hebben we gesmuld van Peru, Taiwan, Paraguay, Uruguay, Afrika, Zwitserland,
Italia, China, Korea, Venezuela, Nieuw-Zeeland, Je kan het al raden, we
hebben (nog maar eens) veel te veel gegeten
(Diegene die geïnteresserd zijn, twee kilo extra heeft zich een weg tot
bij mij gevonden)
Zondag was het barbecue op het dakterras van Jorik en net zoals de
barbecues ten huize Ekeren hadden we te veel eten. De zon straalde over
Cochabamba, we hadden muziek, het vlees lag op de barbecue, START! Eten! Het
werd een eetfestijn tot en met, waar we allemaal van genoten hebben.
Maandag ging de laatste week les van start. Eigenlijk kan ik het geen
les meer noemen; wanneer ik aankwam op school werden de twee eerste lesuren
ingelast als examen, waardoor ik niets anders kon doen dan met mijn duimen
draaien. I-pod in de oren, hoofd op de bank en luisteren maar. Maandag, dinsdag
en woensdag waren dezelfde liedjes. Gelukkig zijn er nog de vriendjes en
vriendinnetjes die school even beu waren, anders waren deze dagen een
marteling.
Dinsdag trof ik een sympathieke vrouw in mijn badkamer, onze nieuwe
meid. Cynthia is 31 jaar, heeft 6 jaar in Spanje gewerkt als huishoudster, heeft
daar ook haar vriend gevonden, heeft geen kinderen, is altijd vrolijk en kuist
het huis geweldig! Ook is ze streng tegenover mijn kleine broertjes, waar ik
wel blij om ben aangezien ze niet echt opgevoed zijn..
Ik denk dat ik met Cynthia een goede relatie kan opbouwen, in
tegenstelling tot de lieve maar zwijgende Louisa. Voor sommige betekent zon
band niets, maar ik vind het belangrijk om met Cynthia een band op te bouwen.
Woensdag ging ik na school naar Berdien. Met haar familie is het serieus
misgelopen, en omdat het beter was dat ze er zo snel mogelijk weg was, moest ik
haar komen helpen inpakken. Toen de koffers ingepakt waren en een droog
afscheid volgde, mocht ze bij mij intrekken tot er een nieuwe familie gevonden
was. Toch altijd raar, het veranderen van gastgezin, omdat het soms van de ene
dag op de andere (zonder dat je het ziet aankomen) kan gebeuren.
Zo, ik heb nog een typisch Boliviaanse gebeurtenis om te melden, maar deze verdient een apart blogvakje!
Om 7.30 zaten we met zn 5 (Jorik,Berdien,Marieke,Maren en ik) in de
bus, klaar om te vertrekken. Toen we vertelden dat we met de bus zouden reizen
verklaarde iedereen ons gek, en misschien hadden ze zo hun redenen. De
heenreis verliep vrij vlot, en qua meereizigers ook. We hadden
zitplaatsen, een voorraad eten en ramen die we konden openschuiven. Na 15
minuten onderweg te zijn, stormden er echter 10-tallen (welriekende) cholitas op
de bus die met vetomringende sandwiches, gefrituurde of gemuteerde kip, stomende bakjes vlees, kauwgom, koekjes, drinken en
fruit verkochten. En met stormden bedoel ik ook echt stormden,
het zorgde voor een oncontroleerbare drang om te lachen. (-PAPAJA PAPAJA !-)
Na 10 minuten konden we verder, ditmaal zonder verkopers. In de helft van onze reis, wanneer de bergen van Cochabamba al ver achter ons lagen, hielden we
een plaspauze. We stapten uit de bus en kwamen in een straatarm dorpje terecht waardoor
een grote baan lag. Overal bedelende kinderen/volwassenen, hongerige
honden en ook de wc was iets om niet over terug te denken. De geur kwam ons al
tegemoet toen we uit de bus stapten, ik hoef er geen tekening bij te maken
Gelukkig konden we na 20 minuten de bus weer op, konden we onze voorraad al wat aanslagen en wachten op onze eindbestemming. Om 16u reden we een gigantische stad
binnen, gelegen middenin de Bergen en op zon 3000m hoogte. We waren er, La
Paz. Daar bracht de gastpapa van Marieke ons naar onze slaapplaats voor de
komende dagen: een kamer boven/achter Wistupiku (bekende restaurantketen
waarvan de naam in Quechua scheve mond betekent. De oprichter heeft dynamiet
in zijn gezicht gekregen, waardoor zijn mond scheef stond. Vandaar de naam.) Wistupiku
ligt in het centrum naast Plaza Murillo, waar de president woont. Om
in onze kamer te komen moesten we door de winkel, vervolgens door de
keuken, en tenslotte door een stoffige ruimte de trap nemen. We hadden
matrassen, lakens, een douche (met koud water) en een toilet; meer moet dat niet
zijn, zeker als we er niets voor hoefden betalen. Na ons geïnstalleerd te
hebben trokken we erop uit om eten te gaan zoeken. Het werden hamburgers van
5Bs, een waar feestmaal om onze drie maanden in Bolivia te vieren.
Zaterdagochtend wachtte het toeristenbusje (we moesten toch eens de tourist uithangen) ons op. We gingen naar Chacaltaya en vervolgens naar
Valle de La Luna. We vertrokken in het centrum van het centrum, reden de stad
uit, reden door kleinere (en steeds schrijnendere) dorpjes en begonnen tenslotte aan een trip
op smalle weggetjes doorheen de bergen, dalen, valleien en riviertjes. 3uur
later (en hoger) kwamen we aan aan Chacaltaya, ooit het hoogste skigebied
(5400m) en nu een toeristenactiviteit vanwege de opwarming van de aarde. Het uitzicht was prachtig, maar we hadden HET van het nog niet gezien. Hiervoor
moesten we ons begeven aan een kleine beklimming, die door de hoogte waarop we
ons begaven vermoeiend was en ons op onze adem pakte. En toen was het zover, we
bereikten de top, het hoogste punt waar we ons naartoe konden begeven. Het
uitzicht was overweldigend: overal bergen, valleien, wat sneeuw en niets op te
merken dat nog maar in de buurt kwam van een menselijke activiteit. Ik werd er stil
van, en op dat moment overviel een straal geluk me. Ik denk dat Chacaltaya het
hoogtepunt (je kan het zelfs letterlijk nemen) van mijn leven was; een ervaring
om nooit meer te vergeten, om met een lach terug aan te denken. Na Chacaltaya bracht
de bus ons naar Valle de la Luna, een landschap gelegen in de stad dat zijn
naam aan erosie te danken heeft. De erosie heeft dit stuk landschap namelijk zo
aangetast dat het vergeleken kan worden met en maanlandschap, en het dus een ware toeristische locatie is. Ook wij, samen met onze nieuwe braziliaanse
vriend (Henrique Iglesias) die alleen door Peru, Chili en Bolivia trok, vonden het de moeite om te bezoeken. Na
thuis aangekomen te zijn, en een pizza te hebben gegeten, was het tijd voor
LaPaztok, een festival in het stadion van La Paz. Muziek? Elektro (die langdradig maar catchy was), Drum and Bass en
waanzinnige, om op los te gehen, GOA. Om 5.30 vielen we uitgeput maar voldaan
in ons bed, het was een dag om U tegen te zeggen.
Zondag = rustdag. Na een uitgebreid ontbijt, een koude douche en
getreuzel zijn we wat gaan rondhangen aan de Plaza Murillo (vol met duiven! Wat
die beesten overal ter wereld doen snap ik ook niet...) Ondertussen was het 17u en moesten we op zoek naar eten, want om 18u zou
Cristian (de jongen uit La Paz die vorig jaar in Antwerpen woonde) ons
komen ophalen. Toen hij uit de auto stapte was het heel raar, maar geweldig, om hem terug te zien. De laatste keer dat ik hem gezien had was op
het voetbalveld in het park van Ekeren, en nu was het in Bolivia. Hij nam ons mee
naar zijn huis, waar hij ons verwelkomde met 2 blikjes Jupiler, 1 Stella, 1
Westvlieteren en pure chocolade van Cote dor. Ik denk dat onze avond niet meer
stuk kon, een fris pintje in de hand en wat chocolade om op te smullen. We
hebben de hele avond over België, de politiek in Bolivia (waar ik later meer
over vertel, want het is hier serieus aan het mislopen in Bolivia) en ervaringen gepraat.
Om half 1 sprongen we opnieuw in de taxi en kropen we in ons
bed.
Maandag, onze laatste dag, werden we om 8.30 verwacht aan het
toeristenbusje. Dit keer reden we naar Tiwanaku, een van de oudste (3000jr)
en belangrijkste ruïnes van een inca-beschaving uit Bolivia, die verder stond dan ik had
kunnen denken. Doordat de Spanjaarden er lang geleden verschrikkelijk veel
meegenomen hebben, schiet er niet veel meer over van hun ooit zo rijke cultuur/beschaving. Wel werd ons uitgelegd hoe
het er vroeger uitgezien zou moeten gezien hebben. Dat ze ver stonden, en veel afwisten van astrologie/'technologie/... werd me meteen duidelijk. Voorbeeld: in de muren van de ruïnes hadden de incas een soort microfoon uitgevonden; een gat in de
muur in de vorm van een oor, waardoor je moest praten, om zo de hele massa aan
te spreken. Je moet er maar op komen.
s Middags konden we met een rammelende maag lama naar binnen werken;
heerlijk, mals en sappig vlees. Wanneer we terugkeren naar La Paz wil ik dit
zeker nog eens eten. Terug thuis aangekomen, en al wachtend op onze pizza,
sloegen we een babbeltje aan met twee Hollanders en een Brit, die op rondreis
in Zuid-Amerika waren. Altijd leuk om met nieuwe mensen te praten, en wat verhalen uit te wisselen. ('Zo moedig seg, op jullie 18 jaar een vertrouwd land verkennen. Toen ik jullie leeftijd had speelde ik nog met de Lego!')
Dinsdag, na ons ontbijt, was het tijd om onze koffers te pakken (zeg maar alles erin te duwen/proppen/frommelen) en een
grote kuis te houden in ons stekje. Voor we naar de bussen terugkeerden wouden
we nog even de kerk aan de Plaza Murillo bezoeken. De terugreis kostte ons Bs20, omdat we ons ticket niet op voorhand gekocht
hadden; we hadden goede plaatsen, dus zeker voor herhaling vatbaar! Wat me wel
opviel was dat er op de terugreis veel, hoe zeg ik het, onhygiënischere mensen
zaten. De raam was (voor mij en de andere AFS'ers) verplicht om open te blijven, omdat sommige
medereizigers hun bijdrage aan de frisse lucht deelden.. Achja, ook dit is Bolivia. Om
22u waren we thuis, en kon ik tevreden in bed
kruipen.
La Paz, het was de
moeite, maar ik denk dat dat meer dan duidelijk was.