Een hele boterham, en een boek over de reis naar het Titicacameer ! Neem de tijd,
zet je vooral rustig achter de pc en verdiep je in een gigantisch blogbericht.
Donderdag 14.30: het vertrek naar La Paz, voor onze eerste
AFS-reis naar het Titicaca-meer. Omdat AFS onze busrit betaalde kwamen we
terecht in een luxueuze dubbeldekker met gigantische zetelbedden en een
aangename (!) geur. Na 8uur stijgen, dalen,
bochten nemen en eten kwamen we aan in het centrum van La Paz, om van daaruit
naar het AFS-kantoor te gaan. Hier
kregen we per 2 onze gastgezinnen voor de komende dagen toegewezen. Jessica en
ik werden meegenomen in een blitse auto door Jorge (18 en terug van Italië) die
ons naar huis bracht. Onze eerste indruk die we van hem hadden: wat
een serieuze jongen. Hij had een serieuze blik, droeg nette kleren en was zeer
beleefd. Gelukkig zijn vooroordelen slecht en verwerpelijk (wat leren we toch allemaal niet bij AFS he) want na 15 minuten
begon hij losjes te babbelen en nam hij ons mee naar een aantal
vrienden. Wij hadden geen zin om te drinken, maar wij waren dan ook de enige.
Bolivia= zuipcultuur? Ik ben ervan overtuigd dat dit zo is, hoewel ik het
vreemd vind dit bij een aspect van de cultuur de rekenen...
s Morgens
werden we vroeg verwacht aan het AFS-kantoor voor onze Mid-Orientation. Mid-Orientation = eten, energizers, praten over de conflicten die je al
dan niet gehad hebt de afgelopen maanden, eten, een curve voorstellen waarin je
je humeur tijdens je verblijf in Bolivia weergaf (bij de meeste ging hij na wat heuveltjes in stijgende lijn), je gastfamilie weergeven met een
tekening (de mama al kokend, de broertjes al spelend op de computer en de papa
al werkend tussen de bomen), eten en
tenslotte een persoonlijk interview (in het Spaans uiteraard, want dat begint
echt goed te gaan). In de late namiddag werden we terug naar huis gebracht door
onze, intussen nieuwe broer, Jorge. Uit zijn we niet geweest, aangezien we
zaterdag om 7uur s morgens aan de bus werden we verwacht.
Het was
zaterdag, en iedereen sleepte zich met wallen op het rammelende
busje naar Copacabana. Na anderhalf uur rijden moesten wij (alsook onze bus!) een
oversteek maken op het Titicaca-meer. Net zoals wij in een bootje moesten
kruipen, reed onze bus een waggelend bootje op. Na 20minuten
konden we de reis weer voortzetten. En toen kwamen we aan in
Copacabana, een vrij toeristisch stadje aan het Titicacameer. We hadden
uitzicht op het prachtige en immense (8340 km²) Titicacameer op een hoogte van 3812m
boven de zeespiegel (dan ook het hoogst gelegen meer ter wereld).
Na toeristje te spelen begaven we ons op een kleine witte boot
waar we op het dak konden gaan zitten met ons middagmaal in de hand; een plastieken bakje gevuld met hamburger, rijst met erwtjes , wakke frietjes,
1 schijfje komkommer en ketchup+mayonaise. Met de wind in onze haren, de boot
volop aan het varen smulden we ons maaltje op terwijl we konden genieten van
een uitzicht dat quasi niets van menselijke activiteit vertoonde. Overal in het
meer liggen eilanden, sommigen al wat groter dan de andere. Na een klein
uurtje op de boot (den Barco) te hebben gevaren kwamen we aan op Isla del Sol
(het Eiland van de Zon, waar volgens de Inca's de Zonnegod geboren zou zijn). Omdat we op bijna 4000m zaten scheen de
zon enorm fel, met gevolg ik (mits zonnecreme) verbrand ben. Maar goed, we
konden beginnen aan de beklimming van het eiland, met de rugzak op de rug en de
zon brandend in het gezicht. We kwamen aan in ons hotelletje, een bouwvallig
huis waarvan onze toilet stuk was. Wat we moesten doen was naar het toilet
gaan, een emmer water vullen uit de regenton op het dak en deze vervolgens leegkappen om
zo de indruk te geven dat je had doorgespoeld. De indruk dat je had
doorgespoeld, want na een paar uur was onze toilet niet meer de aangenaamste om
naartoe te gaan
De omgeving waar we zaten deed me denken aan het Bokrijk
van Bolivië. Huisjes van steen en riet, ezeltjes in de wei, de waslijn gemaakt
van een houten paal, niets modern of technologisch aanwezig (op een paar elektriciteitspalen na). Heerlijk, puur natuur en geschiedenis.
Na ons geïnstalleerd te hebben gingen we wandelen op het eiland, met gevolg er
prachtige fotos zijn die jullie ooit wel eens te zien zullen krijgen :) Op een
hoog punt van het eiland hadden we uitzicht op het meer, de eilandjes, de
zonsondergang en allerhande natuurlijke fenomenen. Ons avondeten bestond uit
lekkere soep, trucha (vis uit het Titicacameer) met rijst en als dessert
blubberige flan. De avondactiviteit was een kampvuur op Isla del Sol, klinkt
hemels toch? Want dat was het ook, onvergetelijk mooi.
Zondag
kregen we een mager ontbijt en konden we, na het maken van onze rugzak, terug
naar beneden wandelen. Tijdens onze tocht passseerden we de
fontein van de jeugdigheid ('was je voeten en blijf eeuwig jong?') en wandelden
we de Inca-trap af. Aan de weerszijden van deze trap stonden twee kleurrijke
beelden die, naar mijn mening, de Zonnegod en Zonnegodin voorstelden. Tijd voor
fotos en, hupakee, terug in ons bootje. We werden voorlopig nog niet terug naar
Copacabana gebrachtmaar naar Isla de la Luna (het Eiland van de Maan). Ook aan
dit eiland hangt een legende/historie vast.
Er was eens
Een eiland
in het midden van het Titicacameer. Weg van het eiland, in de bewoonde wereld op het land,
werden er Miss-Verkiezingen gehouden om de, zoals ik het noem, mooiste vrouw tot
Miss-Inca te dopen. Deze vrouwen wonnen echter geen autos of jaarabonnementen
bij schoonheidsspecialisten maar een leven op het Maaneiland. Alle Miss-Incas
werden hier (vrijwillig?) naartoe gestuurd, om eens aangekomen er de
rest van hun leven door te brengen tussen allemaal andere vrouwen. Maaneiland =
Vrouweiland, en slechts 1x per jaarwaagde een ware man (DE Sjamaan) zich op het eiland om een toespraak te
geven. Wat deze juist inhield weet ik niet, en waarom deze vrouwen hier leefden
ook niet. Ten tijde van de vrouweninvasie op dit eiland stond er een
gigantische tempel, waar helaas niet veel meer van overblijft. De vrouwen
hadden hun eigen samenleving opgebouwd, met eigen waarden en normen,
agricultuur en allerlei rituelen.
Na een
kleine rondleiding was het tijd om te eten. Er werd een lange witte doek op het gras
gelegd, waarop een klein vrouwtje vervolgens allerlei potten legde. Er
waren zoete aardappelen, gewone aardappelen, smalle aardappel-worstjes, rijst,
maïs en kaas (deze dien je samen te eten), saus, banaan, brood, . Een waar eetfestijn, ik ben
niet voor niets in Bolivië.
Na ons
festijn begaven we ons terug op de boot naar Copacabana. Aangekomen hadden we
nog even de tijd om de toerist uit te hangen (fotos maken, allerlei frulletjes
kopen, meer foto's maken en wat eten). Na een uur sprongen we uitgeput de bus
terug op naar La Paz, de drukke immense stad die onvergelijkbaar is/was met
onze twee dagen in het midden van de natuur. Aangekomen stond Jorge
klaar om ons op te halen, en eens thuis aangekomen duurde het niet lang voor we
lagen te ronken in ons bed.
Maandagochtend
stelde onze gastfamilie voor of we niet nog een dag langer zouden blijven, we
zaten nu toch in La Paz. De volgende twee uur hebben Jessica en ik als kippen zonder kop rondgebeld naar AFS Cochabamba, AFS La Paz, AFS
Cochabamba en nog eens AFS La Paz. Na het invullen van een document was alles in orde, en mochten we blijven.
Dinsdagochtend
was het ook in Bolivië Allerheiligen (ik hoop dat ik het niet verwisseld heb
met Allerzielen?) met gevolg alles gesloten was. Na een rustig ontbijt en het
inpakken van onze spullen vertrokken we met de Taxi naar de Terminal (het
Centraal Station maar dan voor bussen, en dit in Bolivië) We kregen tickets te
pakken voor 20Bs, en om 12.30 vertrok de bus naar Cochabamba. Na 5uur onderweg
te zijn ontpopten de boliviaanse medereizigers zich tot ramptoeristen: een
bus was op zijn zij gevallen, een auto was gecrasht. Toen ik naar
buiten keek was dit niet het eerste dat ik zag; er lagen immers drie doden op
de weg, niet afgedekt. Heel raar en vooral schokerend om dit te zien,
ik denk dat dit de eerste keer was drie doden op de weg te hebben zien liggen.
Het was om stil van te worden, zeker toen we pas na een uur een ambulance zagen
rijden. Hoe kan het ook anders, je zit midden in de bergen
Jongens, ik
denk dat ik jullie voorlopig niet meer lectuur aanbied aangezien jullie het nu
even beu zullen zijn. Al mijn avonturen, en er komen er ongetwijfeld nog zoveel bij !
Het einde van het schooljaar, en dus ook de examens.
België:
picknick onder de vrienden, eten in t stad, 't vlot, feest, wat je maar wil.
Bolivië: een ervaring om U tegen te zeggen. Donderdag 28 november werd ik om 12u
verwacht op school voor het afscheid van de Promo-2010. Toen ik aankwam, in
jeansbroek en witte polo van de school, zag ik het hele middelbaar
dansen/springen/gillen en feesten op de speelplaats. Maar er klopte iets niet,
ze waren allemaal nat. Voor ik het wist klampte de leerkracht literatuur zich
aan me vast en zei ze Eva! Wat doe jij hier nog meisje, maak dat je bij je
klas staat, jij hoort er ook bij! Ik keek naar de Promo, waarop vervolgens een
aantal mensen begonnen roepen. Maak dat je hier bent meisje! Toen ik
tussen de klas stond werd ik plots vastgegrepen door Luis en Rodrigo en werd
ik, onder het gelach van de meisjes, naar Andres gebracht. Toen pas wist ik waarom iedereen nat was; op de
speelplaats stond een brandweerwagen geparkeerd met een brede waterslang
waaruit water stroomde. Andres bediende deze slang, en was dan ook dolgelukkig
om me ermee te bewerken tot ik doorweekt was.(dit was dus waarom de meisjes
geen witte t-shirt droegen..)Tweemaal werd ik bewerkt; toen was ik gedoopt en
kon ik mee feesten/dansen en gillen zoals de meisjes. (Hoera!) In slechts een
uurtje had in mijn afscheid gehad,en
kon ik te voet en al druipend van het water naar huis slenteren. Even wat
spaghetti naar binnenwerken, om me vervolgens om te kleden en naar de Terminal
te vertrekken; het was tijd voor TITICACA!