Inhoud blog
  • Perfect naar het einde van het jaar
  • Donker zijn de dagen
  • Beste terrorist of strijder, wat je zelf verkiest,
  • Eindelijk: een roodborstje!
  • Gewaagd
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    doeikhetofdoeikhetniet

    08-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.fight for you rights

    Fietsend ben ik opweg naar de klas van een van mijn tieners. Ik moet schoonmaken, dat is een bijdrage die van de ouders wordt gevraagd en deze week ben ik van wacht. De hete zonnestralen vallen op mijn gezicht, het frisse windje doet me deugd. In de lucht zie ik witte wolken varen en de hemel kleurt koningsblauw. Aan de muren staan gele en blauwe afvalzakken die het straatbeeld kleuren maar ontsieren en ik ruik een doordringende geur van stinkend rondslingerend restafval. Doordat een stormpje door het Gentse dal woedde, liggen zakken en papieren overal in het rond. En dat alles omdat een werkgever en een werknemer hun werk niet naar behoren hadden uitgevoerd. Er ontstond een aanvaring en er volgde een protest, met al die rommel tot gevolg.

    De tweelingzoon had ook een aanvaring met een leerkracht van de school. Ook hij vond dat ze haar werk niet naar behoren had uitgevoerd. Het is iemand die wat kookles probeerde te geven maar ze bakte er niet veel van. Na afloop van een les wou de zoon haar eens bedanken: “bedankt dat ik nu een appel kan schillen en ook bedankt omdat ik nu weet hoe ik hem in stukken kan doen”. Uiteindelijk heeft hij dat, voor de lieve vrede, toch maar niet gezegd.

    Bovendien heeft de leerkracht een wel erg brutale mond en veel noten op haar zang. Ze durft de kinderen te beledigen en deelt heel gemakkelijk straffen uit. Op een keer mochten ze koekjes bakken, dezelfde van in de kleuterklas. De zoon vroeg: “Heb ik het deeg stevig genoeg opgeklopt? Ze sprak: ”wat denk je er zelf van?” en hij antwoordde: “ik denk dat het voldoende is”. Toen grinnikte ze zonder gêne: ”als je dat denkt, waarom vraag je het dan?” Of wanneer een kind het kookgereedschap niet meteen vindt, zegt ze: “doe uw ogen open, wie zoekt die vindt.”

    Ook vroeg ze eens: “Wie heeft thuis al eens wat gekokkereld ”: De zoon antwoordde enthousiast: “ik bakte eens pannenkoeken en ze repliceerde: “ja, dat zal wel zeker, ik geloof er geen snars van”. Ook zei hij: “ Ik heb eens wraps klaargemaakt met kaas ertussen” en ze antwoordde: “en waren die ook mislukt?” Nochtans had dat ventje dat thuis hier heel goed gedaan. Daarvan kreeg de zoon het dus op zijn heupen en eerlijk gezegd, ik ook. Die keer kon hij zijn mond niet houden en toen heeft hij eens zijn mening over haar gedrag geuit. En hij kreeg straf. Achteraf loofden de medeleerlingen hem om zijn moed en lef: “man, wat heb je dat goed gezegd”. De zoon kan niet tegen onrechtvaardigheid en komt op voor zijn recht. Niet alleen ten aanzien van zichzelf, maar voor alle klasgenoten en voor iedereen.

    Ook ik zou wel stilaan eens een praatje willen slaan met die kokkin. Ik wil mijn kinderen verdedigen zoals een moederkloek dat voor haar kinderen hoort te doen. Ik bedenk wat ik haar eens zou willen zeggen, want het probleem sleept al een tijdje aan. Ik zou zeggen dat ze moet opvoeden zoals het hoort en haar taak als leerkracht moet uitvoeren zoals het moet. Ook moet ze leren om haar woordenschat te beheersen en ze moet haar giftige tong drie keer omdraaien voordat ze iets zegt. Indien de stichter van de school haar eens bezig zou horen tegen de kinderen, hij zou zich omdraaien in zijn graf. Terwijl ik aan het afstoffen, vegen en dweilen ben, spoken al die gedachten door mijn hoofd.

    Het is heerlijk om de klas te poetsen, je voelt de geest van de leerlingen hangen in het lokaal. Je kan de tekeningen aan de muur bewonderen en je voelt een beetje aan wat ze daar allemaal hebben gedaan. Toch ben ik ook blij en tevreden als de klus weer is geklaard. Het is akelig stil wanneer ik de klas verlaat. Niemand loopt er en geen enkel kind is aanwezig, als ik op de speelplaats kom. Toch hoor ik wat gestommel aan de andere kant van het gebouw. Iemand is er aan het rommelen en dit kan geen toeval zijn: driemaal raden wie het was.

    De kokkin met al haar praatjes merkt me op en roept “hallo”, ik beantwoord haar begroeting met een koele ”hey” en stap rechtdoor. Hoe is dat nu mogelijk dat juist zij daar stond, het was een uitgesproken moment geweest om haar eens te vertellen wat ik zonet allemaal had bedacht. Ik heb het niet gedaan, misschien voor de lieve vrede. Toch wens ik mezelf dat ik af en toe en net iets vaker, eens wat meer zou opkomen voor mijn rechten en wat meer noten op mijn zang had.

     

    08-06-2015 om 15:29 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de paravent

    “Hoe gaat het werk?” vraag ik aan de heren die de poort van ons huis aan het repareren zijn. De oude poort is wat versleten, begint te slepen en eigenlijk weegt ze veel te zwaar. Met stalen staven en een laspost gaan ze renoveren en met wat creativiteit maken ze er haast een nieuwe van. “Hoe gaat het werk?” herhaal ik nog een keer en ze antwoorden: “het werk gaat goed en vlot”. Ik bedenk opeens hoeveel kleuterjufgehalte er eigenlijk nog in mijn lichaam leeft. Die uitspraak komt immers van een verhaaltje dat ik ooit aan de kleuters had verteld, in de tijd dat ik nog een kleuterjuf was. “Hoe gaat het werk?” vroeg de dikke, vette, luie boer aan de dieren van het hof, die heel hard moesten werken, maar zelf deed hij gene slag. Het leven in de klas als juf vond ik zalig en verhaaltjes vertellen deed ik het liefst van al.

    Ik vertelde sprookjes, van de gebroeders Grimm, sprookjes die doordrongen zijn van humor en heel wat fantasie. Het is belangrijk om de fantasie van een kind te stimuleren en dat doe je best met een verhaal. Beter zo dan met het beeld van een computer of een tv. Fantasie en humor zijn noodzakelijk om obstakels en problemen uit het leven te omzeilen. Zo kan een mens beter zoeken naar een manier om er creatief mee om te gaan. De sfeer op school was ook bijzonder, de klasjes waren natuurvriendelijk ingericht en de juffen hadden respect voor het unieke van elk kind. Nooit werd er geroepen of een klap aan een kindje uitgedeeld. Ik vond de taak van kleuterjuf echt wel een job naar mijn hart. Helaas kon ik geen eigen klasje bemachtigen en ik holde voortdurend van pier naar pol en mijn geduld geraakte langzaam op.

    In de namiddag bezoek ik een winkeltje waar ze stof verkopen, want ik wil ook een deur repareren, eigenlijk een paravent. Die is nogal versleten nadat  Sir George er zijn klauwen eens heeft ingezet. Ik ga dat niet renoveren met stalen staven en een laspost, maar wel met een lapje stof en wat creativiteit. Het is een bizar winkeltje maar ze verkopen er prachtige lappen betaalbare stof. Het ruikt er muffig en alle rollen liggen gestapeld op een hoop. Maar als je er binnenwandelt slaat je fantasie op hol. Een commerciële vader en zijn verlegen zoon houden er de boel recht. De vader lijkt autoritair en de zoon is zeer beschaamd, hij durft haast niet te kijken in de ogen van de klant. Ik vermoed dat hij waarschijnlijk als kind, regelmatig een klap in het gezicht of een schop onder zijn kont van de strenge vader kreeg.

    Toevallig loop ik daar een ex-collega kleuterjuf tegen het lijf, zij werkt nu in een eigen klasje van die zalige school, dat eigen klasje waar ik zo lang had op gewacht. Heel enthousiast stel ik haar de vraag: “hoe gaat het werk?”

    “Het werk gaat goed” antwoordt ze, al heeft ze af en toe wat last. Die jonge kindjes optillen en heffen doet pijn aan haar rug en nu zitten die spieren wat verkrampt. Ze vindt het lastig als een kind eindeloos blijft huilen en steeds maar terug naar zijn mama wil. En vijftien kleine ukjes samen in een klasje van ’s morgens vroeg tot aan de noen, geeft stress en daar krijgt ze een punthoofd van. De kindjes van tegenwoordig zijn mondig en soms ongehoorzaam en doen graag hun eigen zin. En ze hebben vaak een accident en plassen op de grond en niet op het toilet. Ook de ouders zijn veeleisend en het vraagt moed en kracht om altijd goed te doen. Om nog niet te spreken van al de vergaderingen en al dat naschoolse administratieve werk. Volgens haar is het werk van een kleuterjuf toch niet zomaar een top job.

    Dus ben ik blij dat ik mijn grenzen heb verlegd en voor een job binnen een andere setting koos. Ik kan daar ook wat creativiteit gebruiken wanneer ik merk dat de patiënt het lastig heeft. Ook kan ik er knippen en plakken bijvoorbeeld bij de wondzorg. Soms gebeurt er ook wel eens een accident, niet op de grond maar wel in hun bed. Een fantasievol vertellinkje of een zinsnede uit de sprookjes van de gebroeders Grimm komen er ook  regelmatig goed  van pas, in het bijzonder wanneer de patiënt het moeilijk heeft en niet meer weet hoe hij het obstakel best verwerkt.

    “Heel goed en super, het is een job naar mijn hart. Ik werk als verpleegkundige maar met een kleuterjuf accent “ antwoord ik met  enthousiasme als  iemand me vraagt:  "hoe gaat het werk? “ 

    31-05-2015 om 17:09 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.was dit nu echt of was het een droom?

    Ik ontwaak met een ijl hoofd en een gevoel alsof ik zweef. Het lukt maar niet om de grond te raken en ik weet ook niet meer hoe ik hier opnieuw op de aarde beland. Het is omdat ik eigenlijk niet eens meer weet of dit nu een droom was of een fantastische dag die ik in het echt heb beleefd. Daarom dit verhaal over een dame en een heer:

    Er was eens een dame, heel lief en charmant. Zij leefde samen met een al even lieflijke, innemende en tedere man. Al drie jaar waren ze de gelukkige ouders van een heel vriendelijk kind. Een lief meisje dat liever een jeansbroek met sportschoenen, dan een roze kleedje aantrok. Ze hield niet van strikjes in haar haar en al helemaal niet van een paardenstaart. Het jonge gezin woonde sinds kort in een oud en groot kasteel. Zo een met brede, dikke muren en vensterramen o zo hoog. Het kasteel bevond zich te midden van een enkele hectaren groot groen bos en in dat bos leefden hertjes en eekhoorns, hazen en konijnen, ontelbare vogels en zelfs een vos. Achter het kasteel lag een lange diepe vijver en daarin zwommen vissen, groot en klein en er dreven zwanen rustig in het rond. Rondom de plas bevonden zich  bomen en boomstammen van wel zeker honderd jaar oud. En in dat bos daar kwamen de jagers en die schoten de herten en de konijnen en de hazen soms dood.

    Op een dag besloot de kasteelvrouw dat het tijd was om een feestje te geven, een feest voor familie, voor neven en nichtjes en voor een tweeling die ze bijzonder lief had. De kasteelheer had de poorten wagenwijd voor hen geopend en de kasteelvrouw ontving de kinderen en hun familie met open armen en een hartelijke groet, ook ik was erbij. We traden binnen in de imposante vertrekken en onze mond viel open van verbazing door het aanschouwen van zoveel schoonheid, pracht en praal.

    De gasten mochten plaatsnemen op stoelen met een Louis quinze look. Ze dronken hemelse dranken uit kristallen bolle glazen, aten smaakvolle gerechten met een zilveren vork en een zilveren mes. Het dessert: vers gemaakte ananasijs, verorberden ze met een zilveren spoon. Het was op een pinksterzondagnamiddag dat het feest plaatsvond en ieder genoot er met volle teugen van de overweldigende natuur rondom hun kasteel. 

    Ik zag het bijna kerstekleinkind dat er ook aanwezig was. Ik hield het jongentje in mijn armen en ik zong een liedje voor het kind. Ik zong een liedje over moeder  kip die haar teen had gestoten aan een grote steen en dat deed zoveel zeer. Maar toen kwam dokter haas die er een snel een doekje had omgedaan en toen kon moeder kip weer gaan. Dat vond het vijf maand oude ventje precies wel heel plezant. Terwijl hij de klank van mijn zingende stem aanhoorde, bleef hij maar staren met zijn donkere oogjes en zijn blik liet mij niet meer los. Toen viel hij in slaap en hij werd pas wakker nadat ik, met hem in mijn armen, twee toertjes rond de vijver had gestapt. Al die tijd was er een stilte zo sterk aanwezig waar ik naar  luisterde en alleen de vogels maakten een beetje lawaai.

    De vriendelijke gastvrouw liet haar familie de imposante woonruimtes bewonderen en opnieuw vielen de genodigden en ook ik, van verbazing weer omver. Ze bestegen de brede houten trap en bewonderden de kamers waar ooit de baron en de barones vertoefden en waar ze met hun zoon en dochter hadden geleefd. Hier en daar stonden beelden van engelen en aan de wanden hingen schilderijen uit de vorige eeuw. Ik zag gordijnen uit stijlvolle stoffen die de ramen bekleedden en die gedrapeerd waren van het hoge plafond tot aan hun vloer van parket. We betraden de badkamer die helemaal met marmer was omringd.

    De kasteelvrouw vertelde ondertussen over de tijd van toen, van de meid die de was deed en de kokkin die zorgde voor het dagelijkse verse brood. Ze vertelde van de naaisters en van de strijksters en van de poetsvrouw die de vloer schrobde en al het poetswerk deed. Misschien woonde er ooit een Assepoester in het huis die door de stiefmoeder werd gepest of zat er op een van de zolderkamertjes iemand aan een spinnewiel te draaien, maar dat heeft de kasteeldame me niet verteld. 

    Later op de avond liet de kasteelheer nog een bijzondere antieken kast aan de echtgenoot zien. Toen hij de deuren opende viel ook die van verbazing haast omver. Ontelbare flessen whisky, sommigen leeg maar de meeste nog vol. En ik moest sleuren, trekken en zagen, want de echtgenoot wou uiteraard niet meer mee naar huis. Maar om middernacht 12 uur precies, verlieten we het indrukwekkende gebouw. Het koppeltje leefde nog lang en gelukkig enfin dat is toch wat ik hen van ganser harte wens.

    Maar nog steeds kan ik het niet bevatten en mijn hoofd dat voelt zo ijl. Ik blijf me maar afvragen of dit nu echt was of heb ik deze pinksterzondagnamiddag in mijn dromen beleefd?

     

    27-05-2015 om 11:00 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kermis in het dorp

    Er was kermis in het dorp, ik las het op een briefje dat in de brievenbus stak. Ik slenterde er even langs, de kinderen gingen niet mee, ze hebben niet eens geweten dat er kermis in ons dorp was. Van kermissfeer was weinig te voelen, het heeft me niet geraakt. Ik hoorde geen fanfaremuziek, zag geen marionetten marcheren door de straat. Ik kwam geen vrienden noch buren tegen waar ik een praatje mee kon slaan. Het weer was druilerig en triest, dat viel tegen. Ik rook geen geur van oliebollen uit een oliebollenkraam. Er was een paardenmolen maar die schitterde niet, ik zag een autoscooter maar ik hoorde geen knallende muziek dat mijn hart sneller liet slaan. De ziel van de kermis is in dit dorp vergaan.

    Er was een rommelmarkt, de verkopers keken triest, kopers waren er veel te weinig en degene die er waren kochten niets. De meeste spullen waren afgedekt met een folie dus dat was pech. Daar zag ik een bekend  energiek dametje erg druk in de weer. De ex-buurvrouw met het kleine grijze autootje stond er, ze deed er haar spullen van de hand. Ze slaagde erin om een bijbel te verkopen aan toevallige passanten, ik stond versteld van haar overtuigingskracht, de motregen kon haar niet deren, één euro kreeg ze ervoor. Ze heeft me niet opgemerkt, ze had het te druk, ze had teveel werk. Ze ging sterk op in haar rommelmarktje en ze meende het helemaal, voor haar was het echt.

    Een uur en vijftien minuten later stond ik terug in mijn huis, dat was het dan. Kermis 2015 was weer voorbij en was alweer gedaan.

    Niks kan tippen aan de kermis uit mijn geboortedorp, wat een schitterend feest was dat. Weken van tevoren waren alle inwoners bezig met het opsmukken van hun gevel, het poetsen van hun trottoir. Alles moest blinken want er was weldra feest in hun dorp. Ook binnen werd de grote schoonmaak aangevat, alle familieleden werden trouwens uitgenodigd om samen aan de feestdis plaats te nemen om er te proeven van de kermismaaltijd: rosbief met groene erwtjes, verse huisgemaakte kroketjes en als dessert heerlijke taart.

    Wat een spanning was er te voelen, we konden haast niet wachten. Nog zoveel keer slapen en dan stond de kermis weer opgesteld. Wat een sensatie toen de prachtige indrukwekkende vrachtwagens er aankwamen met daar achteraan de woonwagens van de kermislui. Iedereen stond op de uitkijk, het kerkplein stond helemaal vol. Met veel geduld bouwden de foorreizigers hun attracties op, blokje voor blokje werd de piste opgebouwd. De volgende dag werd alles opgepoetst en kraaknet opgesteld. Op zaterdagavond barstte het volksfeest dan los. De felle lichten schoten aan en knallende muziek was te horen tot ver buiten het dorp.

    Onder een stralende zon marcheerden de marionetten en de fanfare langs de straat. De paardjes van de molen blonken, het was vechten om een zitje te bemachtigen, de ritjes waren kort, en was veel volk. Er klonk dansmuziek uit de boxen van de autoscooter en dat liet mijn hart sneller slaan.

    Hoe de foorreizigers het klaarspeelden, dat begreep ik niet, maar na een nachtje doorwerken was alles weer opgeruimd, of was het een nachtmerrie, de kermis was weer weg. Alleen de ziel bleef er nog wat hangen, tot het volgende jaar. Dat feest in mijn geboortedorp was een indrukwekkende beleving, de kermisziel heeft me diep geraakt.

    Er was kermis in het dorp, ik las het op een briefje dat in de brievenbus stak. Ik slenterde er even langs, de kinderen gingen niet mee, ze hebben niet eens geweten dat er kermis in ons dorp was. Van kermissfeer was maar weinig te voelen, het heeft me niet geraakt. Ik hoorde geen fanfaremuziek, zag geen marionetten die marcheerden door de straat. Ik kwam geen vrienden noch buren tegen waar ik een praatje mee kon slaan. Het weer was druilerig en triest, dat viel tegen. Ik rook geen geur van oliebollen uit een oliebollenkraam. Er was een paardenmolen maar die schitterde niet, ik zag een autoscooter maar ik hoorde geen knallende muziek dat mijn hart sneller liet slaan. De ziel van de kermis is in dit dorp vergaan.

     

    18-05-2015 om 00:00 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. de tien geboden

    Mijn lichaam woog loodzwaar deze voorbije week, ik hoorde mijn benen smeken: “mogen we niet in de zetel liggen, dat zouden we heel erg waarderen”. Het hoofd wou ook al niet goed mee en het gastro - intestinale stelsel liep een beetje in de war. Het woord “ opgeven” staat helaas niet in mijn woordenboek geschreven, het werkwoord “voortdoen” daartegenover staat er bovenaan. De meimaand is hier altijd druk, druk, druk, dus rusten zal niet gaan. En 12 mei wordt ook heel bijzonder, die dag staat in mijn agenda met een vette rode stip aangeduid.

    Er is niemand jarig in de familie en ik werd niet uitgenodigd om naar een familiefeest te gaan, ik boekte geen belangrijke afspraak. “Examens afleggen” staat er geschreven en dat is niet erg naar mijn zin. De afgelopen weken zat ik weer regelmatig eens op de schoolbanken om er belangrijke lessen te volgen, daar hangt nu nog een “toetsing” aan vast. Het is een noodzakelijk kwaad om bovenop mijn diploma ”bachelor in de verpleegkunde” ook de beroepstitel: “recoveryverpleegkundige” te behalen. Ik werk immers op een afdeling waar de patiënt een beetje moet bekomen nadat hij eerst opengesneden en daarna weer werd dichtgenaaid. En het is soms een behoorlijke klus om hem helemaal op te krikken vooraleer hij terug naar de kamer mag gaan.

    Het waren lange dagen en niet alle vakken werden even boeiend gebracht. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat stond een docent te kwebbelen vooraan daar aan het bord. Het was vaak moeilijk en ingewikkeld, ik dacht: “ik lees het allemaal thuis nog wel eens na”. Ik denk dat mijn medestudenten dat ook vonden, tijdens lastige momenten zag ik dat ze hun sociale netwerk controleerden of anderen lazen het laatste nieuws van de dag. Zelf bezit ik geen smartphone toestel en hield me anders bezig. Ik stelde tijdens saaie momenten of wanneer ik me verveelde, meerdere boodschappenlijstjes op. Ook checkte ik mijn agenda opdat ik niets zou vergeten of vertoefde ik in dromenland.

    Het wordt een multiplechoicetest, dat doe ik niet zo graag, je kunt gewoon kiezen tussen A, B of C ofwel: “het is waar of het is niet waar”. Maar ik ben een eeuwige twijfelaar, eerst denk ik het antwoord met zekerheid te weten, maar bij het nalezen bedenk ik dat het ook wel eens het andere antwoord zou kunnen zijn, en dan zit het spel natuurlijk op de kar.  Er wordt gezegd dat het antwoord “B” is wanneer je twijfelt, maar daar geloof ik ook niet in. Ik moet hier dringend studeren, samenvattingen maken en de belangrijkste details uit het hoofd leren. Het is de moeite, ik verzamelde twee classeurs vol met powerpoints.

    Ik ga het niet halen, het lukt niet meer, ik heb ook geen zin, de moed is op. Ik moet een ander plan bedenken, misschien kijk ik voor een keertje op mijn buurman zijn blad. Normaal gezien zou ik zoiets nooit doen, ik hou me altijd min of meer aan de regels van de tien geboden, maar bij mijn weten staat het gebod: “je zult niet spieken”, daar niet in. Ik stelde het dubieuze voorstel ook eens aan de puberkinderen voor. Och, sprak de oudste tweelingzoon, geen enkele leerkracht die dat tegenwoordig nog merkt, het is een fluitje van een cent. Ik zou ook spiekbriefjes kunnen schrijven: hele petieterige briefjes met petieterige lettertjes op. Ik heb daar eens een voorbeeld van gevonden op de puberdochter haar bureau.

    Maar afkijken zal me ook stress bezorgen, dat weet ik nu al. Ik zal moeten giechelen omdat ik dat eigenlijk erg grappig vind. Ik herinner me in mijn jeugdjaren een studente die tijdens het examen koelbloedig en met een pokerface haar spiekbriefjes zat te lezen. Dat vond ik heel erg voor te lachen en proestte het haast hoorbaar uit, dat vond zij niet plezant. Misschien begin ik te zweten en te stressen of word ik zo rood als een tomaat en dat valt zeker op. En het zou niet raar zijn dat het toevallig ik ben die wordt betrapt: “Ja, mevrouw daar vanachter, ik heb het wel gezien, je mag je blad afgeven, dat wordt dan een dikke nul.”

    Een gênant moment en schande, schande zou dat zijn, dat mama dat heeft gedaan. Ach ja, ik zal me maar aan de regels houden, eerlijk zijn zoals altijd, het goede voorbeeld geven. Het woordje “spieken” staat  ook niet in mijn eigen woordenboek geschreven en trouwens: ik durf het niet. Ik zal maar ophouden hier met schrijven voor mijn wekelijkse blog, stoppen met al dat gejammer en geklaag er voor de rest van de dag er nog eens stevig invliegen. Laat misschien een kaarsje branden en wens me maar veel succes.

    10-05-2015 om 19:42 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hot item

    “Gratis koffie terwijl je wacht”, kan ik lezen op de gevel van de bandencentrale, waar ik word verwacht, fijn is dat. Een knappe, sympathieke mannelijke bediende met brede schouders, verschaft me de gewenste informatie en wijst me daarna de “guest room” aan. Er staan heel wat modieuze zetels en enkele banken, ik ben er niet alleen. Ook een andere dame wacht er geduldig terwijl ze koffie drinkt en er aandachtig de krant doorneemt. Nog een dame komt ons vergezellen, wat een vrouwen bedoening is dat hier, toen waren we al met drie. Die derde heeft lange benen, dat is erg opvallend en ik heb het meteen duidelijk en goed gezien. Ik kan me niet vergissen: zij, dat was vroeger een man. De knappe vriendelijke bediende verschaft haar eerst de nodige informatie en wijst haar daarna de koffiemachine aan. Stiekem gluurt hij naar haar benen, ik zie hem denken: “ zij, dat was vroeger een man”.

    Het blijft toch wat gevoelig liggen, dat “transgenderisme” maar het is hot item, het is in, het is van deze tijd. Een tikkeltje ingewikkeld, een beetje moeilijk maar anderzijds ook weer vrij simpel: een man werd vrouw of een vrouw werd man. Ik heb er eentje in mijn familie, een man werd er een vrouw, dus ben ik ook een beetje hot. En iedereen mag het weten dat ik een  transgenderzus heb.

    Ik schrok me een hoedje toen ik het nieuws vernam en was een tijdje van de kaart. Wie had dat nu zien aankomen, ik in elk geval niet. Nooit gezien dat hij vroeger mijn bikini stiekem testte en ik zag hem ook nooit spelen met mijn pop. Ik was totaal overdonderd en moest het wat verwerken. Plots was mijn broer weg, dus ik was in rouw. Ik moest afscheid nemen met het nodige verdriet. Eerst het ongeloof, daarna het protest om het dan na lang treuren te aanvaarden: mijn broer waar ik naar opkeek die was voorgoed weg en kwam nooit meer terug. Maar toen ging ik beseffen dat het eenvoudiger was dan verwacht: de persoon is nog steeds dezelfde maar met een ander jasje aan.

    Man, man, man dacht ik, na haar operatie, maar dat mocht ik niet meer zeggen, want toen werd ze kwaad. Ze doet het niet slecht, die zus van mij, al was het een beetje schrikken toen ze pannenkoeken aan het bakken was met haar hoge hakken aan. Ze heeft gevoel voor al wat vrouwelijk is, voor de make up en voor de kledingstijl. Ze heeft charme en allure, ze is een echte vrouw van de wereld, veel meer “een woman” dan ik. Toch blijft het altijd wennen als ik haar zie zitten op een stoel, met haar lange blonde haren en haar sjakosse op haar schoot. Maar ik heb het ondertussen wel aanvaard.

    Het hele gebeuren heeft nogal wat voeten in de aarde gebracht,  stof doen opwaaien in onze omgeving. Je hebt de voor en de tegenstanders, ik noem het de  pro’s en de contra’s. Je hebt er die tegen zijn, de andere kunnen er mee overweg. De ene zijn modern, de andere nog wat ouderwets. De ene vindt het voor te lachen, de andere neemt het au serieus of nog een ander weet niet wat gezegd. De ene groep kan er mee leven, de andere denkt er zelfs nog niet aan.

    Jongens toch, al dat gekibbel en gekwaak. Laat ons gewoon voort doen met het leven dat ons nog rest, ons concentreren op interessantere zaken. Laat ons de mens die dat wil gewoon zichzelf zijn opdat hij zich goed voelt in zijn vel. Het moet al verschrikkelijk genoeg zijn om je gevangen te voelen in een lichaam dat niet past bij je ideaal. En wat een lef moet je niet hebben om uit de kast te komen, het was een marteling voor hem, ik bedoel voor haar. 

    Ik ben zo blij dat ze nu gelukkig is en bij deze moeilijke beslissing haar mannetje staat, excuseer. Ik blijf me nog vergissen, als ik over hem spreek bedoel ik haar. Dus neem me het niet kwalijk, het komt wel in orde. Ook moet ik me verontschuldigen aan de persoon in kwestie voor de periode dat ik in de war was, maar ik ben er door. Nu kan ik eindelijk en zonder probleem verkondigen aan iedereen die het horen wil:  dat ik een geweldige attente, mooie en lieve transgenderzus heb, die ik bewonder voor het lef en de moed die ze doorstaan heeft om te tonen wie ze werkelijk is: respect.

     

    02-05-2015 om 23:41 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dive is life

    En de zeeman hier in Gent heeft het druk, druk, druk, het duikseizoen is weer in volle gang. Zijn gsm staat roodgloeiend: “Meneer de duikinstructeur, zou het passen om ons te leren duiken, want we vertrekken binnenkort naar een tropische bestemming, we zouden de sport daar willen beoefenen, het zou dus eigenlijk snel moeten gaan”. Of: ” Meneer de duiker, zouden wij dat een keertje  mogen proberen in dat zwembad daar van jou, misschien is dat ook wel iets voor ons.”

    Ik zie hem langs de oprit heen en weer sloffen: lege duikflessen naar vanachter, gevulde flessen weer naar voor. Het is heerlijk om in de lentetijd te gaan duiken maar het leven van een duikleraar is in deze maanden hard labeur. Hij snuffelt in zijn agenda om het allemaal rond te krijgen want hij wil ook nog wat duiktijd voor zichzelf.  In mei naar de Oosterschelde, in juni naar Frankrijk, in juli naar Kroatië en in september staat een weekje Spanje genoteerd. De echtgenoot heeft de duikmicrobe serieus te pakken en is er heel erg door gefascineerd.

    Met enige trots kan ik vertellen dat ik lang geleden ook dat fel beheerde duikbrevet heb behaald. Ik was totaal overdonderd van mijn eerste duik meteen in de Rode Zee. De schoonheid van het onderwaterleven valt niet te beschrijven en dan nog niet te spreken van alle eenvoud, de rust en de stilte die daar in het zoute zeewater heerst. Een visje naar hier, eentje keert terug, onverstoord zwemmen ze verder, geen stress daar onderwater, een paradijs.  

    Maar ik ben een “luxe duiker”, dat moet ik bekennen, ik ben er eerlijk in. Het moet warm zijn buiten, niet te veel wind en het water niet te koud, de zichtbaarheid moet goed zijn en ik eis een ervaren mededuiker aan mijn zij, want ik heb nog altijd een beetje schrik om mijn weg niet terug te vinden.  Ik kan me moeilijk oriënteren, er staat geen boom die ik kan herkennen of een plakkaat of een andere aanwijzing, alles lijkt er op elkaar. Ik zou een onderwater GPS moeten hebben, dan zou het vlotter gaan. Ik ben een goede duiker, zegt mijn persoonlijke duikinstructeur: je bent kalm, beheerst, je kan goed je evenwicht bewaren en je volgt me overal zo goed als je kan. Eigenlijk een beetje zoals ik boven water ook ben.

    Maar de zeeman hier verlegd zijn grenzen, ik heb het wel in het snotje, het is al lang niet meer om een mooi visje te doen. Het is de  moed en kracht verzamelen  om het sterke zeewater te trotseren, de kick te voelen en tegen de stroming in durven te gaan. De weerstand van dat krachtige water te ervaren , je eigen grenzen te bewaken en zien hoe ver je hierin mag gaan. Het is duiken niet alleen in de zomer maar ook in de winter als het vriest en kraakt.  Het is niet mopperen als er dan na vier dagen een koortsblaas op je lippen staat.

    Het is de juiste techniek bezitten om in lastige situaties jezelf te redden. Het is een goede conditie bewaren om niet ten onder te gaan. Het is lef hebben om diep te duiken of in het donker te zoeken naar een oud verzonken schip. Het is de uitdaging aangaan om door een open gat te kruipen, het wrak van binnen te bewonderen en te verkennen, weer te zoeken naar een opening om er uit te gaan. Het avontuur  hiervan te beleven,  ontelbare geheimen van een  diepe zee te ontdekken, kalm zijn,  blijven ademen rustig in en weer rustig uit. Het is je lichaam volledig beheersen, niet panikeren en  zuinig met de lucht in je fles omgaan. Hij zegt het ook zelf: DIVE IS LIFE

    Dat lef, die attitude, is echter niet voor mij, dus blijf ik beter thuis. Ik ga niet mee naar een tropische bestemming, ik laat hem gaan: “ga maar zeeman, ga maar, geniet ervan en draag zorg voor jezelf.” Vele anderen hebben de microbe ook te pakken, mannen zowel als vrouwen, zij hebben wel dat lef. Zij gaan wél mee want zij  hebben ook die goesting om het grote avontuur aan te gaan. En samen kunnen ze dan genieten onder een stralende zon en een blauwe hemel, de emotionele gelijkgestemde passie daar beleven en ’s avonds bij een ondergaande zon grote vertellingen doen tegen elkaar. Met warme thee, een whisky of een glaasje witte wijn, namijmeren  over het bijzondere dat de duik hen heeft gebracht, die voorbije dag.

    Als ik  de deur dichtsla nadat hij is vertrokken en hij begonnen is aan het grote avontuur, blijf ik met een klein en verweesd hartje achter, eigenlijk voel ik me dan rot. Ik voel me ellendig, ik ben aan het beven, het voelt  onwennig om hier achter te moeten blijven, eenzaam en alleen. Ik kan het niet beschrijven, misschien  is het jaloezie. Misschien omdat die andere gepassioneerde mededuikers samen met de echtgenoot in een sfeer verblijven waar ik dan niet van mee genieten kan. Ik zal een beetje voortdoen in mijn hoveke en er niet teveel aan denken, wat afleiding zoeken, een bloemeke planten, nog een beetje zaaien of een beetje snoeien. De was buiten hangen, een beetje boodschappen kopen, een beetje geld verteren, zorgen dat de boel hier verder draait. Het leven van een duikersvrouw, het is anders dat weet ik, maar het is toch ook wel hard labeur.

     

     

    27-04-2015 om 20:36 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen." mooi he, mama"!

    We gaan de zolder ontruimen, de oudste dochter helpt een handje mee. Er kondigt zich een dringende verbouwing aan, het leggen van een modern nieuw dak. De echtgenoot schiet het best in actie, dat leerde ik uit ervaring, als alles erg netjes, proper en pico bello aan de kant is gedaan. De bedoeling is dat we gaan sorteren, een deel naar de zolder van de dochter, een deel voor de rommelmarkt en nog een deel naar het afvalpark. Mijn oude pop staat ook nog op die zolder, ik moet nog even denken wat ik er mee aanvangen zal. Ik heb als kind gezworen dat ik ze nooit of te nooit weg zou gooien en al  zeker niet in de vuilnisbak.

    Ik had de pop gekregen van mijn lieve oma, in de sinterklaasperiodetijd. Het was een cadeau die me moest troosten nadat er een vreselijk ongeluk was gebeurd. De twee varkens die mijn vader destijds kweekte, waren uit hun kot gebroken op een zondagnamiddag, we waren toen niet thuis. En het was erg dom van me, dat weet ik, maar ik had mijn popje buiten laten staan. De beesten hadden dat kopje helemaal kapot gevreten en dat gezichtje, wat een drama, wat een drama was dat toen. Een schokkende ervaring voor een kind van een jaar of zes.

    Het nieuwe exemplaar oogde prachtig, ik zie haar nog altijd liggen in de verpakkingsdoos. Ze had van die helderblauwe ogen, een fijn mondje en ook prachtig koperkleurig, krullend, lang haar. Ze lachte onophoudelijk, eigenlijk was ze altijd content. Toch voelde ze niet zacht aan, ze was uit plastiek vervaardigd en hoe ik haar ook draaide of keerde, ze hield zich altijd stijf.

    Och, ik jeunde mij met dat meisje, ze was mijn eerste kind. Uren heb ik aan haar geprutst en gewerkt aan dat lange haar. Wassen, kammen en  ontwarren of twee staartjes erin.  Een keer een dotje maken, dan weer vlechtjes of gewoon simpel en eenvoudig: los. Ik was er wat jaloers van, van die mooie haren, ik wilde dat ook hebben. En sparen, sparen dat ik deed om het mijne te laten groeien, maar van zodra het een beetje te lang werd, zette mijn moeder de schaar erin.

    Heel mijn leven heb ik aan dat popje verteld, al mijn zorgen, mijn ellende, mijn groot kinderverdriet. En ze bleef zij altijd lachen, hoe triestig mijn verhaal ook was. Ze bleef mij aankijken met haar helblauwe ogen, ze toonde geen emotie, ze verpinkte niet, gaf geen krimp. Maar wat een oneindige troost heeft dat popje mij gegeven. Ik was toen een jaar of tien, misschien al twaalf.

    Maar later had ik haar niet meer nodig, ik had een ander leven. Op een keer heb ik ze dan maar, ja, wat moest ik er anders mee gaan doen, gewoon aan ons oudste kind gegeven. Stiekem hoopte ik dat ook zij er zorg voor droeg. Ook de dochter vond het leuk om aan dat haar te prutsen, ze had wel wat minder geduld. Op een dag zei ze:” mooi hé, mama”….. ze had er een punker van gemaakt. Ik zag daar die prachtige lange koperkleurige lokken, zomaar liggen op de grond, tezamen met de schaar. Toen heb ik een trauma opgelopen, dat is de reden dat ik mijn haar laat groeien, uit colère, als het moet tot aan de grond.

    De pop staat hier nu nog altijd boven, op onze zolder, al die jaren in eenzaamheid.  Ze ligt zij in een wiegje, haar benen steken er wel  twintig centimeter boven uit. Wat is er met die ogen gebeurd, ze kijkt zo scheel als een otter, het helderblauw zit nu van onder en van boven is het spierwit. Ik vind dat  ze nu zo lelijk kijkt naar mij, al blijft ze wel nog altijd lachen. En die beentjes, wat is er daarvan gekomen, die billetjes schieten er de hele tijd uit en dat is verschrikkelijk ambetant. En de vingers van haar handjes zijn verstorven, er  zitten gaten in, ik wist niet dat plastiek toch kon vergaan.

    Waar moet ik die pop toch zetten, het blijft een grote vraag. Zeker niet in de kamer van de tweelingzonen, de puberdochter is er ook nooit zot van geweest. Ook niet in de woonkamer, niet in de keuken of de slaapkamer, de echtgenoot vindt nu al dat ik soms een draai teveel bezit, wat zou dat dan niet zijn. Of stel dat ik het ooit aan een eventueel kleindochtertje wil geven, dat kindje verschiet zich een grote bult.

    Ik zou haar een vers kleedje kunnen aantrekken, de oogjes lijmen, de billetjes met een rekkertje bevestigen. Ik kan ze weer in het wiegje leggen en er nog een keer een warm dekentje rond doen. En eventueel kan ik ze in een hoekje van de zolder verbergen, tot de volgende keer. Of wel, hupla, verdorie, weg ermee, gedaan met al die zever en ik maak van mijn hart een steen. Ik zwier ze in de container van het afvalpark, weg met dat lelijk ding.

    Maar ik weet niet of ik dat ga kunnen, ik ga nog een keer goed nadenken en er nog een nachtje over slapen om dan uiteindelijk te beslissen wat ik er mee aanvangen zal.

     

     

    17-04-2015 om 00:00 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.grote beer en kleine beer

    “ Schrijf iets over die twee wilde katten die voortdurend in ons tuintje zitten te roffelen en die jagen op alle  vogeltjes, die nog maar pas geboren zijn”, stelt de jongste tweelingzoon me voor. Hij heeft gelijk, geen enkel beestje maakt hier nog een schijn van kans, het doet me denken aan een hedendaags oorlogstafereel. In mijn gedachten weet ik echter: “ nee jongen, ik schrijf een keer over u “.

    We telden samen af naar de paasvakantie, nog even volhouden en dan is die vrije tijd weer heel erg verdiend. En nu het zo ver is, verveelt hij zich en hij kan maar niet bedenken wat hij met die overvloed aan vakantietijd kan doen. De andere tweelingzoon, zijn broer, zegt me gniffelend: “zie je dat dan niet, hij wil gewoon een lief”. Ik begin terecht te vermoeden dat ze, net zoals de puberdochter, de strijd willen aanbinden met het bootje en de gevaarlijke Rubicon, de spreekwoordelijke levensrivier. De meester van de oudste dochter zou me zeggen: “haha, daar gaan ze, maak alvast je borst maar nat”. Ik weet heel goed dat ik de teugels strak moet houden voor ik ze volledig vrij en los mag laten gaan. Maar dat trekken, sleuren en voortdurend bijsturen vind ik toch een behoorlijke lastige taak.

    Wat was dat een zaligheid, ongeveer tien jaar geleden, samen voor het slapen gaan, zo rond een uur of acht. Dan namen ze hun knuffel, hun dekentje en ja ook hun tuutje en toen hadden ze nog een identiek pyjamaatje aan. We settelden ons gezellig  op een schapenvelletje en elkeen zocht een plaats dicht bij mij, ieder langs een andere kant. En dan las ik een verhaaltje, van de grote en van de kleine beer. De moeder wou een boek lezen maar het kleintje kon de slaap niet vatten. Grote beer slofte naar haar kindje en sprak heel teder: “kan je niet slapen, kleine beer?” En het beertje antwoordde: “nee, ik ben zo bang, het is veel te donker” en mama beer stak een klein lichtje aan. En op het einde viel het teddybeertje toch in slaap in haar dikke warme armen en de moeder las het boek eindelijk, helemaal en toen antwoordden de jongens in koor: “uit”. En ook ik zette dan het licht uit en er viel een overweldigende stilte. Je zou dat gestommel nu eens moeten horen, hier, ’s avonds, op de trap, terwijl ik al lang in bed lig en daardoor de slaap maar niet vatten kan.

    En we zongen ook heel veel slaapliedjes en een klassieker was” goedenavond speelman”. We zongen ook voor de engeltjes en vroegen bescherming voor de donkere en de lange nacht. Ze genoten ook van het liedje over een klein konijntje dat in het bos de weg verloren was en het riep zo bang: “help me, help me toch uit de nood" en het liedje eindigde met: “ik zal je dankbaar zijn”. Op een avond zeiden ze: “mama, je moet dat nu niet meer allemaal zingen”, ik had de boodschap goed begrepen. Je denkt dat ze voor eeuwig van u zijn en alles wat je zegt en zingt voor hen de waarheid is, maar mis poes, dan heb je je wel goed vergist.

    Ik zal ze moeten laten varen en dat loslaten valt me zwaar. Mijn moederhart werd al twee keer gebroken, het werd gelijmd maar het is toch nog erg fragiel. Zie je me in gedachten staan terwijl de bootjes steeds verder en verder varen en ik blijf achter, als mama, opnieuw helemaal alleen. Begrijp je wat het voor me betekent die bootjes te zien dobberen op dat gevaarlijke stromende puberwater. En in de verte is er daar ook nog eentje aan het ploeteren en aan het sukkelen en het geraakt er maar niet uit.

    En waar zijn die opa’s en die overgrootvaders toch om een voorbeeld te stellen, over hoe het in het leven zou moeten gaan. Nergens zijn ze hier te bespeuren,  geen teken van leven meer, ik moet het alleen maar zien te redden met enkel hun foto aan de muur. Ik zou de kracht van hun oude werkhanden zo goed kunnen gebruiken om die bootjes te helpen tegenhouden of juist vooruit te duwen. 

    En in mijn gedachten zing ik nog eens het liedje van dat bange konijntje, help me, help me, help me toch uit de nood. En lieve vaders, opa’s en overgrootvaders, ik zou je ook heel dankbaar zijn.

     

    12-04-2015 om 19:28 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    05-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.quality time

    “Er komt een verlengd weekend aan”, hoor ik de echtgenoot aankondigen en ik voel de bui meteen al hangen. Want nu onze zeswieler verkocht is zullen we niet op verplaatsing kunnen gaan en dat vindt hij maar een beetje saai. Ik besef dat ik mijn beste beentje zal mogen voorzetten om die eentonige gewone paastijd te doorbreken en de vraag is: hoe speel ik dat nu weer klaar? Maar ik beslis vrijwel meteen om toch voor volledige “quality time” te gaan.

    Twee jaartjes geleden brachten we het weekend door aan de Nederlandse Zeelandbrug, echt onze favoriete stek. Toen had ik een paasbrunch in elkaar geknutseld en de oudste kinderen uitgenodigd en we hebben daar hele fijne herinneringen aan. ’s Morgens vroeg was ik fietsend naar het stadje gereden om daar allerlei lekkers aan te schaffen om daarmee de paastafel te versieren. Toen ik terug kwam, fietsend in het ochtendgloren en even stopte om enkele frisse paaslelies te plukken, zag ik plots op het veld twee hazen staan. Ze waren in een gevecht verwikkeld en staarden elkaar erg uitdagend aan. Ik dacht dat ze toen wellicht streden om de felbegeerde titel: “ik ben de echte, nee ik ben de echte paashaas”. Een tafereeltje om nooit meer te vergeten, een momentje “quality time”.

    Vorig jaar heb ik thuis een paasbrunch in elkaar gestoken en ook dan was ik van ’s morgens vroeg opgestaan. Ik versierde de tafel met zelf gebakken croissantjes, krentenbrood en mooie gekleurde eitjes. En er stonden ook vele gezellige kaarsjes aan. Maar toen waren de oudste kinderen toch zo laat gekomen en mijn maag kon dat lange wachten niet zo goed verdragen. Mijn lichaam begon ontwenningsverschijnselen te vertonen, van het veel te vele koffie drinken in combinatie met veel te veel chocola. Daarom besloot ik om het dit jaar in alle stilte voorbij te laten gaan. Maar geen nood, we hebben goed nieuws gekregen, het bijna kerstekleinkind wil samen met zijn ouders op bezoek komen en ook dat betekent voor ons “quality time”.

    We bedenken dat het leuk zou zijn om samen te gaan wandelen, omdat het paaszonnetje wellicht zal schijnen en omdat het me fantastisch lijkt het wandelwagentje eens vooruit te mogen duwen. De echtgenoot stelt voor om na de wandeling oliebollen te bakken en hoewel dat meer voor Nieuwjaar is, vind ik het uiteindelijk toch een goed plan. Wanneer we in de supermarkt staan wil hij absoluut een heerlijke fles Irish whisky aanschaffen, want dat hoort uitstekend bij een goed gesprek en een koffie, zo vindt hij, en ook dat is natuurlijk “quality time”.

    Maar op zaterdag krijgen we een berichtje dat de stiefzoon niet zo lang kan blijven omdat ze ook nog ergens anders heen moeten gaan. Wanneer ik het berichtje voorlees zie ik de echtgenoot op zijn stoel een beetje achterover schuiven. Hoe moet het nu met die oliebollen, zegt hij en ik vermoed dat hij de gezellige babbel mét de whisky ook aan zijn neus voorbij ziet gaan. Voor een wandelingetje met de wandelwagen zal helaas geen tijd genoeg zijn en als de baby bij elke huisgenoot enkele minuten op de schoot heeft gezeten, is de tijd alweer om. En dat is voor ons geen “quality time”.

    Op zondag gaan we wandelen met ons tweeën en proberen  van het zonnetje te genieten. Eens thuisgekomen zie ik de echtgenoot naar de heerlijke whisky grijpen en hij zegt: “het mag in orde zijn.”  Ook zie ik dat hij naar een foto van zijn vader staart, hij heft het glas en zegt : “gezondheid pa”. Het verlies van zijn vader is hij nog steeds niet goed te boven gekomen, hij mist hem heel erg. Die babbels op zondagnamiddag en op Pasen, met zijn vader én een goeie cognac: dat was nog eens “quality time”.

    En ik ben zo stom geweest om een sabbatjaar in te lassen en geen alcohol te drinken en mijn God, wat heb ik me dit vandaag beklaagd. Want zo een glaasje met frisse bubbels of een goeie “dreupel” en gewoon santé zeggen tegen elkaar, dat kan troost bieden en geef toe: dat is pas pure "quality time".

     

     

     

    05-04-2015 om 00:00 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    29-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.een vondelingetje

    Afgelopen week heb ik late shift gehad op de verpleegafdeling, dat verleent me in de ochtend een immense zee van vrije tijd. Die tijd is soms wat lang en saai als er binnen geen huisgenoot aanwezig is. Als ik mijn hoofd even door het raam laat hangen is er ook buitenshuis geen kat te zien. Er valt hier zo weinig te beleven nu de buurvrouw met het kleine grijze autootje niet meer naast ons woont. Ook die nieuwe buurman, de krullenbol, is in geen uren in het rond te bespeuren. Zelfs de goddelijke lookalike, met de langlaufstokken, komt bij dit herfstweer niet naar buiten. Alleen de vuilniskar zal nog passeren maar op zich is dat ook weinig interessant. Wat verder zie ik aan de gevel van een woning een opschrift hangen en ik lees de letters: “huis te huur”. Dan bedenk ik hoe eenzaam, saai en triest het leven toch soms kan zijn. Wat een troost als ik me weer omdraai en daar dan toch een kat zie staan, onze blauwe kater en lieveling: sir George.

    Wat een schattige en evenwichtige baas is dat zeg, zo rustig en altijd tevreden. En zo snoezig als die knusse teddybeer zijn pootje gaat likken en daarmee over zijn bolle wangen wrijft. Het is een gentleman die zijn plaats goed kent binnen ons gezin. George eist  weinig aandacht maar is er gewoon overal graag bij. Nooit gedacht dat deze kater een troost bij eenzame momenten zou kunnen zijn. Het is echter geen schootkat, daar moet ik niet op rekenen en hem te vaak optillen is ook niet aan George besteed. Hij woont nu al tien maanden in ons huis en ik geraak er nog steeds niet op uitgekeken. Als hij dan wel op mij is uitgekeken draait hij zich om, loopt met zijn sierlijke heupen langzaam en koninklijk weer weg, om een beetje te gaan dutten op zijn hoge troon.

    George is in zijn nopjes als ik thuis ben want dan kan hij me de hele  morgen achtervolgen en dat is een keer wat anders dan vogels te spotten in onze tuin. Hij is een en al oog voor een koppel merels, dat hier bij ons verblijft en hun doen en laten fascineert hem mateloos. Dat zal hier in de meimaand vonken geven als straks de jongskes er zullen zijn. Ik zag het koppeltje trouwens vorige week rondfladderen in een prachtige synchronische parendans. En nu is het vrouwtje al bezig met het in elkaar knutselen van een warm en veilig nest. George wil er voortdurend achter springen maar wordt belemmerd door het raam. Helaas mag hij hier niet naar buiten want een raskat is het buitenleven niet gewend. Toch zou ik hem zo graag eens uit nieuwsgierigheid, willen observeren terwijl hij losloopt in de tuin. Heel even zou ik willen weten of hij er achteraan zou springen en of hij sneller is dan hen. Maar ik vrees dat eens hij van de buitenlucht geproefd heeft, hij zijn grenzen verder verlegt en ook eens uit nieuwsgierigheid gaat snuffelen in de buurman zijn tuin. Waarschijnlijk ontdekt hij op die manier ook wel eens de rijbaan en ik mag er niet aan denken dat hij een aankomende auto niet meer ontwijkt.

    Op het werk vertelt een collega toevallig over een heel klein vondelingetje, een kat, dat haar man een tijd geleden meebracht naar hun huis. Het was een diertje met een heel ander karakter dan dat van onze George. Het was een wild en mager weesje, te druk en had last van ADHD. Maar het was een soul mate geworden van haar jongste zoontje, die net zoals het katje ook wat last had van ADHD. Het jongske was heel eigenzinnig en liep graag buitenshuis. Zo ook die ochtend, maar het was zo hard aan het regenen en het katje kwam maar niet terug naar huis. En tegen de avond kreeg de collega een verontrustend berichtje: “dat het dutske was gevonden, helemaal doorweekt en een van de vier billetjes ging er wat raar en losjes aan.” Ze dacht aan haar jongste zoontje en hoe verdrietig en ontroostbaar hij nu wel zou zijn, toen ze wellicht zou moeten vertellen dat het katje om het uit zijn lijden te verlossen, maar beter terug naar de kattenhemel kon gaan. Ik vond dat zo een aandoenlijk en pakkend moment.

    Na het werk kom ik terug thuis en opnieuw is er geen huisgenoot te bespeuren. Ik settel me nog even in de zetel en steek de televisie aan. En terwijl ik de beelden van de afgelopen gebeurtenissen uit het nieuws probeer te verwerken, komt Sir George me weer groeten en aait met zijn bolle kaak tegen me aan. Hij weet dan ook als geen ander hoe hij me moet benaderen als ik een beetje moe maar ook wat triestig ben. Dan streelt hij zich met zijn dikke kop tegen mijn lichaam aan en valt in slaap. Omdat dat zo zalig is durf ik me haast niet meer te bewegen. Voor ik ga slapen denk ik nog even aan het pakkende en aandoenlijke moment en zeg dan tegen de kater: ”Luister lieve vriend, het is jammer maar helaas, die buitendeur die blijft voor jou gesloten, omdat ik het op dit moment echt niet zou kunnen verdragen jou nu al naar de kattenhemel te moeten laten gaan”.

     

    29-03-2015 om 00:00 geschreven door kvervaek  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 28/12-03/01 2016
  • 30/11-06/12 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs