Wat
kon ik afgelopen week genieten van de prachtige ruiker rozen die ik ontving en van
hun heerlijk geurende bloemblaadjes. Elke keer ik er voorbij liep, wierp ik een
blik op het boeket en telkens was ik verbaasd over de schoonheid van deze
natuurcreatie. Ik werp ook al stilaan eens een blik op mijn pittoresk
wintertuintje en hoop algauw een eerste blauwkleurig krokusje of wit sneeuwklokje
te ontdekken. Maar het zal niet vet zijn dit jaar omdat ik merkte dat de aangekochte
bloembollen hier nog onderaan mijn kast staan. Een aankoop van afgelopen
herfst, zo een 2 voor de prijs van 1 pakket, waar ik me liet aan verleiden.
Zonde
van mij dat ik de klus steeds maar uitstelde en het is de eerste keer in jaren
dat dit me overkomt. Ik doe het tuinwerk nochtans erg graag ook al zie ik dat de
bloembolletjes het hier niet gemakkelijk hebben. Als ik er 100 onder de aarde stop,
mag ik tevreden zijn als er 10 boven geraken. Misschien zijn ze gewoon lui of
vinden ze dat daar gezellig zo samen onder de warme grond. Het komt omdat er te
weinig zonlicht op de tuin valt, dat ontdekte de oudste tweelingzoon hier
afgelopen jaar. Hopelijk bloeien de klimrozen in mijn zomertuintje dan binnen
enkele maanden wel rijkelijk, daar geraakt de zon gelukkig wel aan.
Elk
jaar opnieuw is het fantastisch om de in mijn ogen magische bloemenweelde te
aanschouwen. Voor de echtgenoot lijkt het meer een wildernis en moet er
dringend gesnoeid worden. Eigenlijk is het waar, maar met mijn 1,63 m en een onstabiele tuinladder ga ik de uitdaging met de stekelige doornen liever niet
aan. En de echtgenoot is dan wel een stoere zeeman maar geen tuinman. Laat maar
wild en weelderig bloeien dan.
Mijn
blik viel deze week echter ook op, en dat was minder mooi, op de tranen van vele
patiënten. Toen zij aan mij hun verhaal in horten en stoten vertelden, werd ik telkens
weer een beetje week vanbinnen. Hun ogen dwaalden rusteloos in het rond, vast
op zoek naar iets wat toch nog mooi zou kunnen worden de komende dagen, maar
beseffend dat het lastig wordt. Wat een tijd geleden nog onschendbaar leek werd
onlangs door een hartverscheurende diagnose teniet gedaan. En wellicht zie ik
meer dan hen en weet ik dat hun dagen of toch zeker de laatste maanden geteld
zijn. Door dit lot te winnen zullen zij misschien nooit meer witte
sneeuwklokjes, hemelkleurige krokusjes of rozerode klimrozen mogen bewonderen.
Nee,
ik neem de verhalen niet mee naar huis maar ik voel wel dat ik sneller ontstemd
geraak van gekibbel en gekwaak over oppervlakkigheden en banaliteiten. Ook besef
ik dat het beter is om klussen niet uit te stellen. Ik weet en dat wil ik hier benadrukken,
dat je maar beter vandaag naar mooie bloemen kunt kijken in plaats van morgen.
En als er een droom is voer het dan nu maar uit en wacht niet tot morgen. Want
ondertussen ben ik er zeker van dat niet iedereen een levenscontract krijgt tot
zijn 93 jaar. En neem het van mij aan dat je meer kans hebt zo een lotje te
winnen in plaats van het lot van 1 miljoen.
Stiekem
hoop ik dat ditzelfde leed me nog een tijd bespaard blijft, maar als het lot me
dan toch vroeger zou treffen, dan moet er een plan zijn. Voor de echtgenoot is
dat duidelijk: hij wil een zeemansgraf en voor mij, doe maar gewoon en strooi
me liever rond in mijn magisch tuintje. Of stop me onder de grond, tussen de
krokus- en de sneeuwklokjesbollen, dan kan ik eindelijk eens lui zijn én het is
daar toch vast heel erg warm en het lijkt me er gezellig.