Mijn lichaam woog loodzwaar deze voorbije week,
ik hoorde mijn benen smeken: mogen we niet in de zetel liggen, dat zouden we
heel erg waarderen. Het hoofd wou ook al niet goed mee en het gastro -
intestinale stelsel liep een beetje in de war. Het woord opgeven staat helaas
niet in mijn woordenboek geschreven, het werkwoord voortdoen daartegenover
staat er bovenaan. De meimaand is hier altijd druk, druk, druk, dus rusten zal
niet gaan. En 12 mei wordt ook heel bijzonder, die dag staat in mijn agenda met
een vette rode stip aangeduid.
Er is niemand jarig in de familie en ik werd niet
uitgenodigd om naar een familiefeest te gaan, ik boekte geen belangrijke
afspraak. Examens afleggen staat er geschreven en dat is niet erg naar mijn
zin. De afgelopen weken zat ik weer regelmatig eens op de schoolbanken om er
belangrijke lessen te volgen, daar hangt nu nog een toetsing aan vast. Het is
een noodzakelijk kwaad om bovenop mijn diploma bachelor in de verpleegkunde ook
de beroepstitel: recoveryverpleegkundige te behalen. Ik werk immers op een
afdeling waar de patiënt een beetje moet bekomen nadat hij eerst opengesneden
en daarna weer werd dichtgenaaid. En het is soms een behoorlijke klus om
hem helemaal op te krikken vooraleer hij terug naar de kamer mag gaan.
Het waren lange dagen en niet alle vakken
werden even boeiend gebracht. Van s morgens vroeg tot s avonds laat stond een
docent te kwebbelen vooraan daar aan het bord. Het was vaak moeilijk en
ingewikkeld, ik dacht: ik lees het allemaal thuis nog wel eens na. Ik denk
dat mijn medestudenten dat ook vonden, tijdens lastige momenten zag ik dat ze
hun sociale netwerk controleerden of anderen lazen het laatste nieuws van de
dag. Zelf bezit ik geen smartphone toestel en hield me anders bezig. Ik stelde
tijdens saaie momenten of wanneer ik me verveelde, meerdere boodschappenlijstjes
op. Ook checkte ik mijn agenda opdat ik niets zou vergeten of vertoefde ik in
dromenland.
Het wordt een multiplechoicetest, dat doe ik
niet zo graag, je kunt gewoon kiezen tussen A, B of C ofwel: het is waar of
het is niet waar. Maar ik ben een eeuwige twijfelaar, eerst denk ik het antwoord
met zekerheid te weten, maar bij het nalezen bedenk ik dat het ook wel eens het
andere antwoord zou kunnen zijn, en dan zit het spel natuurlijk op de kar. Er wordt
gezegd dat het antwoord B is wanneer je twijfelt, maar daar geloof ik ook niet
in. Ik moet hier dringend studeren, samenvattingen maken en de belangrijkste
details uit het hoofd leren. Het is de moeite, ik verzamelde twee classeurs vol
met powerpoints.
Ik ga het niet halen, het lukt niet meer, ik
heb ook geen zin, de moed is op. Ik moet een ander plan bedenken, misschien
kijk ik voor een keertje op mijn buurman zijn blad. Normaal gezien zou ik
zoiets nooit doen, ik hou me altijd min of meer aan de regels van de tien
geboden, maar bij mijn weten staat het gebod: je zult niet spieken, daar niet
in. Ik stelde het dubieuze voorstel ook eens aan de puberkinderen voor. Och, sprak
de oudste tweelingzoon, geen enkele leerkracht die dat tegenwoordig nog merkt,
het is een fluitje van een cent. Ik zou ook spiekbriefjes kunnen schrijven:
hele petieterige briefjes met petieterige lettertjes op. Ik heb daar eens een
voorbeeld van gevonden op de puberdochter haar bureau.
Maar afkijken zal me ook stress bezorgen, dat
weet ik nu al. Ik zal moeten giechelen omdat ik dat eigenlijk erg grappig vind.
Ik herinner me in mijn jeugdjaren een studente die tijdens het examen koelbloedig
en met een pokerface haar spiekbriefjes zat te lezen. Dat vond ik heel erg voor
te lachen en proestte het haast hoorbaar uit, dat vond zij niet plezant. Misschien
begin ik te zweten en te stressen of word ik zo rood als een tomaat en dat valt
zeker op. En het zou niet raar zijn dat het toevallig ik ben die wordt betrapt:
Ja, mevrouw daar vanachter, ik heb het wel gezien, je mag je blad afgeven, dat
wordt dan een dikke nul.
Een gênant moment en schande, schande zou dat
zijn, dat mama dat heeft gedaan. Ach ja, ik zal me maar aan de regels houden,
eerlijk zijn zoals altijd, het goede voorbeeld geven. Het woordje spieken
staat ook niet in mijn eigen woordenboek geschreven en trouwens: ik durf het niet. Ik zal maar
ophouden hier met schrijven voor mijn wekelijkse blog, stoppen met al dat
gejammer en geklaag er voor de rest van de dag er nog eens stevig invliegen. Laat misschien een kaarsje branden en wens
me maar veel succes.