En zo kwam het dat ik alweer de
vensters stond te kuisen, al moet ik dat tegenwoordig een beetje stiekem doen: er
is iemand die me in de gaten houdt. Laatst passeerde een dame op haar fiets
terwijl ik op de ladder stond met mijn emmer en mijn spons. Ze stopte en sprak
me aan: amai, dat moet hier toch proper zijn, zoveel dat gij kuist, en dat
lijkt hier altijd zo netjes, kuis je dan zo graag? Ik antwoordde haar
vriendelijk maar toch duidelijk: nee hoor, ik heb de kuisziekte en ze
antwoordde: amai en fietste voort.
Misschien moet ik haar toch gelijk
geven en kuis ik wat teveel. Want waarom sta ik hier weeral te zemen als ik
weet dat het morgen regenen gaat? Volgende week is dé grote dag, dat maak ik
mezelf wijs, dus moet ik grondig poetsen, ook al besef ik dat de bruidsstoet
hier niet voorbij passeren zal. Toch blijf ik wrijven en alles moet schitteren,
je weet nooit waar het goed voor is. Het is om mijn geweten te sussen en waarschijnlijk
omdat het oog ook wat wil.
Terwijl ik alles opblink overloop
ik in mijn hoofd de voorbereidingen nogmaals voor de aankomende belangrijke
dag. Ik mag nochtans op mijn twee oren slapen nu ik weet dat de jurk van de
aanstaande bruid af is geraakt. Alle genodigden bevestigden hun aanwezigheid en
volgens mij werd alles in gereedheid gebracht, de pastoor heeft de boeken al. Dringend
tijd om aan mezelf te denken, stel je voor dat ik iets vergeten ben.
En zo kwam het dat ik de volgende
dag in het pashokje van de lingeriewinkel sta. Ik wil een modelletje dragen dat
niet te groot is, niet te klein, maar perfect goed past. De verkoopster doet
haar uiterste best om me te helpen en reikt me verschillende pasvormen aan. Ik
moet me haasten, dat is lastig, voor ik de sluiting dicht heb, wordt het
gordijn al weer open gemaakt. De ongeduldige verkoopster vraagt me of het goed
zit en of het model voldoet aan mijn wens. Van de stress begin ik te knoeien
met de haakjes en ik sta daar niet zo graag zomaar in mijn evakostuum te staan.
Ik kies een model uit zonder
schouderbandjes omdat dat bij mijn jurk nu eenmaal moet. Maar als bruidsmoeder
zal ik s avonds vast een danspasje wagen, ik mag er niet aan denken dat het
allemaal zakt. Ik maak een paar wilde sprongetjes in het hokje, omdat ik dat dan
zo even uitproberen kan, het eerste model voldoet niet aan die wens. Want na
drie keer springen, hangt het modelletje al halfweg op mijn buik. Hopelijk past
het volgende beter, de stress stijgt, de verkoopster merkt het, ik weet het, ik
ben geen gemakkelijke klant.
Toch bedient ze me geduldig verder
op mijn wenken en biedt me iets revolutionairs en origineels aan, iets wat ik
nog niet ken. Het lijkt zowat op kipfilets, bedenk ik, het is uit silicone
vervaardigt, maar ze zegt dat iedereen daar best tevreden over is. Het is een
eenvoudig systeem, je trekt er het plastiekje af en kleeft het op de huid. Ik
heb geen vertrouwen in die twee filets en de verkoopster ziet het aan mijn blik.
Ik zie het gezicht van de echtgenoot al voor mijn ogen als hij die twee rubberen
flappen rond mijn boezem ontdekt. Uiteindelijk en na lang zoeken denk ik dat ik
toch het perfect passend en mooi ogend modelletje gevonden heb.
En zo kwam het dat ik s avonds stond
te kijken, naar mezelf in het pas gewassen vensterraam. Ik besloot de hele
outfit eens aan te trekken inclusief de nieuwe uitgekozen lingerie. Tevreden
kijk ik naar mijn schoentjes die blinken en die passen me alvast perfect. Ik
bekijk mezelf kritisch in het gewaagde kleedje maar als ik een beetje spring en
wild ga doen blijft alles netjes op zijn plaats. Ik moet alleen maar vertrouwen
denk ik, het komt allemaal wel goed. Gewoon rustig wat danspasjes plaatsen en
mezelf onder controle houden, ik vraag aan de echtgenoot om tijdens het dansen niet
te wild te gaan doen. Of hoe een bruidsmoeder kan lijden en dat alles omdat het
oog toch ook wat wil.