Crocodile Trophy 2014 (en andere mtbike-uitdagingen)
De beslissing, de zware en lastige voorbereiding, de uitdaging om als 49 jarige Parkinson-patient de extreem zware mountainbike wedstrijd Crocodile Trophy in Australie en andere meerdaagse mtb-wedstrijden in het buitenland te rijden.
01-05-2018
1mei 2018 ; nog 25 dagen
1 mei 2018; nog 25 dagen
(relaas van de voorbije
wintermaanden)
Ik heb de afgelopen twee weken in droefheid
beleefd.
Na de Cape Pioneer Trek in oktober
heb ik in 2017 weinig, om niet te zeggen haast niet meer gefietst. En daar zijn drie
redenen voor;
-Daags na mijn crash ben ik met Geja
(die de schoenlepel moest gebruiken om mijn door de crash gebroken lijf in de auto te
krijgen) naar Kaapstad gereden, waar we de volgende dag 2 Harleys gereserveerd
hadden om kriskras door die scone ZudAfrikanerland te brommeren. Hoe ik op
die Harley geraakt ben en daarmee vertrokken ben doet er hier niet toe, maar
geloof me als ik zeg dat het hilarisch was. Wat vroeg u? Veilig en verantwoord.......Ander
onderwerp.
-Bij onze thuiskomst stond er een
kleine medische ingreep op het programma. Tussen mijn benen was de laatste
maanden een bijwijlen ambetant gezwel ontstaan ..in het rennersjargon een
derde bal. Die ingreep is gelukt en sindsdien ben ik officieel 1/3 minder
klootzak.
-Omdat ik dan toch enkele weken niet
kon fietsen, en al enkele jaren rondloop met een bijwijlen fors gezwollen en
daardoor opspelende bakerscyste in mijn rechter
knieholte, heb ik deze begin december ook laten
verwijderen. Ook deze ingreep is goed verlopen, en zo ben ik op 1 januari terug met sportieve bedoelingen beginnen fietsen, na twee zeer rustige vooral herstellende maanden. In april 2018 stond immers de formidabele JoBerg2c voor het derde jaar op rij op mijn programma.
Eind januari had ik al meer dan 1500 km op de teller staan,
een combinatie van koersfiets en mountainbike, maar haast allemaal beton- en
asfaltkilometers.
En dat is dus niet doorgegaan. Begin
april heb ik noodgedwongen de JoBerg2c moeten schrappen vanwege mijn Parkinson-probleem. Ik heb de
afgelopen dagen met tranen in de ogen naar de filmpjes en fotos gekeken van
de net verreden negende editie.
Want de hele maand februari ben ik ziek geweest, eerst een
griep-attack, aansluitend een 3 weken durende antibioticakuur vanwege een
vreemde bacterie in mijn lijf, gevolgd door een forse aanval van diarree. Meer
dan 4 kilo lichaamsgewicht door de wc gespoeld gedurende 1 weekend. Dit samen
met de twee gehele operatie-verdovingen in de laatste maanden van 2017 + mijn
Parkinson-ellende. De som van deze dingen hebben een impact gehad op mijn lijf.
Of het daaraan te wijten is weet ik niet maar sinds die februari-maand heb
ik echt last van de Parkinson. Er zijn nog weinig dingen die ik vlot kan. Maar
goed, het is niet anders. En dat is de reden waarom ik de dagen aftel. Tot 25
mei, D-Day, dag van de Grote Operatie aan en in mijn hersenpan. Het kan niet
rap genoeg 25 mei zijn.
Ik hoop dat de dokters specialisten, neurologen en
neurochirurgen gelijk hebben en dat ik op 26 mei het gevoel heb 10 jaar terug
in de tijd getoverd te zijn, enfin wat de Parkinson betreft toch. Jammer dat
dat niet voor het hele lijf kan.
Na de revalidatie, die waarschijnlijk wel een tijdje zal
duren, geraak ik misschien klaar voor mijn volgende uitdaging(en). In oktober
de Crocodile Trophy (voor de 2e keer), in februari 2019 de Transcape
(Zuid-Afrika), en natuurlijk daaropvolgend in april de JoBerg2c (voor de derde
keer).
Ik ga ervan uit dat de dokters hunne stiel kennen en kijk
uit naar het volgend verslag dat ik hier kan plaatsen, dat van de Crocodile
Trophy dit jaar!!!
Flashback november 2016 (zie blog the sequel .2 jaar later, laatste alinea).
Ik
schreef toen over mijn Crocodile Trophy beleving de historische woorden; . mijne kopman, Mr Parkinson, zal straf uit
de hoek moeten komen wil hij mij thuishouden van de Crocodile Trophy in 2017.
Dat is
dus gebeurd. Nadat ik in het voorjaar de JoBerg2c heb gereden ben ik tot het
besef gekomen dat het vanwege mijn Parkinson-probleem alweer wat moeilijker
functioneren en fietsen is dan vorig jaar in november. Ook had ik het plan
opgevat om een week na de Crocodile 2017 te starten in de Himalaya Bike
Challenge. Dat vond ik nog eens een pittige uitdaging.
Maar dat
is dus niet doorgegaan om bovenvernoemde reden. Ik val meer en sneller stil
(off-toestand), zeer sterk merkbaar als ik fiets. Om dit stilvallen tegen te
gaan en toch enigszins nog wat te functioneren moet ik sinds mei alweer meer en
zwaardere medicijnen slikken. Daardoor heb ik meer last van medicinale
bijwerkingen zoals, oncontroleerbare bewegingen, sufheid, krampen en stijfheid,
zeer sterk verstoord slaappatroon (snachts), slaperigheid (overdag) en zo kan
ik nog wel wat doorgaan. Tijdens het fietsen klik ik daardoor af en toeuit mijn klikpedalen, wat me al wat
tuimelpartijen heeft bezorgd. En bij het stoppen geraak ik soms niet op tijd
uit mijn klikpedalen, en lig ik ook daardoor af en toe tegen de grond. Of ik
begin plots als een plank zo stijf op mijn fiets te zitten, te knijpen in mijn
stuur, mijn ene been duwt vooruit, en het andere probeert dat tegen te houden.
Ook hier is de lijst bijwerkingen tijdens het fietsen langer, maar als ik wil
fietsen, moet ik deze bijwerkingen erbij nemen. Of kiezen tussen de pest en de
cholera, zoals mijn neurologe dat mooi zegt.
Eigenlijk
zou ik nog zwaardere medicijnen moeten nemen , om al die bijwerkingen te
vermijden, maar dan loop ik de hele dag versuft rond. Om dat te vermijden en
het medicijngebruik fors te verminderen en mogelijk (voor een niet vooraf te
bepalen periode) helemaal weg te laten, heeft mijn neurologe het voorstel geopperd
om een DBS (Deep Brain Stimulation)- operatie te laten uitvoeren in het
UZ-Leuven.
Ik was onmiddelijk
bereid om de talloze onderzoeken en testen te ondergaan om te zien of ik
hiervoor in aanmerking kon komen. Het resultaat was positief, lang geleden dat
ik nog eens een goed rapport mee naar huis mocht nemen, met een diploma dat ik
tenminstenog een brein heb dat werkt.
Wie kan dat nog zeggen?Ik sta dus op de
lijst om twee antennekes in mijn hoofd te laten boren, een batterij in mijn
borstkas te laten planten, en de afstandsbediening in de pollen van mijn
Hollandse milf Geja te geven. Zodoende kan ze mij laten afwassen, poetsen,
strijken .. neen, even serieus, meer informatie hierover vind je op volgende
link ;
Ondanks
het feit dat deze operatie niet vaak wordt uitgevoerd is de datum voor deze
ingreep vastgesteld op 25 mei 2018. Heel waarschijnlijk duurt het zolang voor
er een Poolse bezetter vrij is om de twee boorgaten in mijn schedel dicht te
plamuren.
Tot zover
mijn huidige Parkinson toestand.
Geen
Crocodile Trophy en Himalaya BC (dit jaar) dus, ik heb me dan maar tevreden
gesteld om dan maar de Cape Pioneer Trek in Zuid Afrika te rijden. Kort na
mijn inschrijving kreeg ik contact met een mtbiker uit de buurt , de Kristof,
die ook deze 7-daagse ging rijden.
De eerste
kennismaking met dit manneke, was enkele dagen na mijn terugkeer van de
JoBerg2c op de ToerTocht, aan de inschrijving in Overijse en dat ging zo;
Hallo, ik
ben de Kristof, hallo ik ben de Jan.
Kristof;
Goesting om met ons mee deze TT te rijden (Hij is lid van de mtbclub MTBHa8, en
was daar met nog enkele leden).
Ikke;
Jazeker, als ik mag , graag.
Kristof;
Dan zijn we weg. En we vertrokken, bergaf en na 200 meter scherpe bocht
linksaf.
PATS!!!!
En daar lag de Kristof, plat oep zijn bakkes. Ik dacht : Amai das weer ne
nette die ik heb leren kennen maar ik gaf hem toch nog een tweede kans. Dik
100 km verder besloot ik om voor de eerste keer sinds ik mtbike, ook lid te
worden van deze club. En ondanks de bijzondere manier van kennismaken heb ik
tot op heden daar nog geen seconde spijt van gehad. Info, zie de website; www.mtbHa8.be
In
tussentijd heb ik de Kristof, Krikke voor de vrienden (37 jaar, een schriel
venteke, droog aan de haak 60 kg, anderhalve meter groot en rijdend op een S
Works kinderfietske), leren kennen als een kadee met fameus wat kracht in
zijn korte poten. Iemand die maar al te graag plezier maakt, niet zal nalaten
om een practical joke uit te halen, en ook tegen een weerbots kan, kortom een
bijzonder toffe kerel. Ook één van de hardwerkende krachten, initiatiefnemer en
organisator allerlei van mtbHa8.
En
zo vertrok ik met de Krikke en mijn Geja op 11 oktober naar Mosselbaai waar
de start zou plaatsvinden. Na de race ben ik met Geja een week gaan Harley
rijden aldaar, en is de Kristof met zijn eega ook gaan rondtoeren ginder. Maar
dan met de auto, vanwege te klein voor een echte bike tussen zijn benen? . Maar
dat zijnandere verhalen.
Het
minste dat je van de heren organisatoren kan zeggen is dat ze blijkbaar een
hekel hebben om te communiceren. De website van 2017 hangt met haken en ogen
aan elkaar hangt en is verwarrend. Het is niet makkelijk om je hele pakket
(tenten, massage, transport, service etc) samen te stellen. Eens je je daardoor
hebt geworsteld blijf je met de vraag zitten of alles wel correct is zoals
jezelf wenst. Vragen daarover worden niet of nauwelijks beantwoord.
Ook staat
er op hun website op de ene pagina dat het tentendorp aan de start in
Mosselbaai beschikbaar is vanaf zaterdag, daags voor de start zondag. Een
pagina verder staat er te lezen vanaf zondag na de finish van de eerste rit.
Ook hier wordt niet echt een duidelijk antwoord over gegeven en de verwarring
blijft, want de site wordt ook niet aangepast. Soms vroeg ik (ook Kristof) me
af of die koers wel zou doorgaan. De enige berichtgeving die we ontvangen van
het eventbureau Dryland zijn steeds uitnodigingen om in te schrijven voor
andere wedstrijden in Zuid Afrika die zij organiseren. Dit kan echt stukken
beter, maar het is niet anders.
Na de
lange vlucht komen we donderdagmiddag toe in Cape Town en moeten we nog 400 km
met een huurauto naar Mosselbaai. Het ophalen van een huurauto (al betaald en
geboekt voorafgaand via het internet), neemt aardig wat tijd in beslag. Rekenen
is niet de sterke kant van de man met andere huidskleur achter de balie, maar ook
de manager die ter hulp komt is net het telraam ontsnapt, want zijn
berekeningen met rekenmachiene en op pc kloppen nog minder. Maar de zwarte Zuidafrikaanse
medemens blijft vriendelijk, blijft zijn witte tanden bloot lachen na de
zoveelste foute berekening, en na veel yes yes en ok ok komt een uurtje later
alles in orde. Welkom in Zuid Afrika waar het leven veel trager gaat, maar is
dat erg?
Kristof
is niet echt avontuurlijk aangelegd, en heeft al maanden op voorhand heel zijn
fiets- en reisavontuur geboekt, tot op de minuut is met zijn slimme telefoon
alles geregeld. Twee dagen voor afreis maakt hij zich zorgen dat hij de 400km
lange route naar de start niet in één dag kan maken, en boekt hij nog een kamer
halverwege. Ik en Geja doen dat niet omdat we tijd zat hebben die dag, en moest
het toch niet lukken we wel een hotel vinden onderweg. Uiteindelijk blijven we
samen en komen we in het donker rond 19.00 uur toe in ons hotel The Point
Hotel, dat zichzelf omschrijft als het hotel ter wereld het dichtst bij de
oceaan gelegen. Onze kamers hebben 100% ocean-vieuw, en als we sanderendaags
onze gordijnen open trekken is het uitzicht adembenemend. Geen letter
overdreven in de hotelomschrijving, we staan bijna met onze voeten in de
oceaan, ware het niet dat we op de tweede verdieping sliepen. Als we ons
schuifraam opendoen en op het balkon staan voel je de druppels van het beukende
en schuimende water zo in je gezicht kletsen. Het is prachtig. En hier slapen we dan
drie keer.
Na het heerlijke
ontbijt gaan we onze fietsen monteren, om nadien een 20 km los te rijden. Mijn
twee vederlichte Magura remschijven staan helemaal krom, en na raadpleging van
de slimme Kristof-telefoon besluiten we naar de beste fietswinkel van Mosselbaai
te rijden in de hoop dat ik daar nieuwe remschijven vind. Eén ding wordt onmiddellijk
duidelijk wanneer we vertrokken zijn, wind wind en wind die ongenadig beukt. Als dat ook zo tijdens de
koers is, is het stoempen . Op weg naar de fietsenzaak stel ik ook vast dat er
een schroef van mijn pedaal helemaal losstaat, en op onze tools staat alles,
behalve juist!
We komen
toe in de winkel en worden onthaald door een mechanieker-madam die onmiddellijk
uit haar overall de juiste schroevendraaier haalt en mijn losgekomen
pedaalschroef vastdraait. Binnen in de winkel is het een zooitje, het is eerder
een museum met allemaal 2-hands fietsen, overal staan en hangen oude stalen
verroeste fietsen en kaders aan de muur en het plafond. De werkplaats is één
vettig boeltje en rommelig tot en met. De eerste woorden van de Krikke zijn;
Das ie moar niks, leutte gij een madam aan uwe velo sleutelen? Terwijl hij
deze gevleugelde woorden eruit flapt komt er nog een zwarte medemens uit de
vettige werkplaats gekropen, even vettig en ook mecanieker.
Ik leg
aan de vriendelijke vetvrije winkeldame op leeftijd uit dat ik op zoek ben naar
twee remschijven, waarna zij, de vettige zwarte mecanieker, en ook de vettige
blanke madam-mecanieker tussen alle rommel op zoek gaan, en even later halen ze
uit de rommel twee spiksplinternieuwe remschijven, en dan nog verstevigde
zelfs! Ik vraag of ze tijd hebben om die te monteren en negeer de Krikke die
zijn gevleugelde woorden nog eens herhaalt , maar ook zwette eraan toevoegt,
en een kwartier later draaien mijn wielen als nooit voorheen, zonder tegen mijn
kaarsrechte remschijven te wrijven.
In die 15
minuten is het een komen en gaan in de winkel, en gaat de Kristof vruchteloos op
zoek naar Hope remblokjes, want zenuwachtig als hij soms is vertrouwt hij plots
zijn rempads niet meer. Ik koop nog drie 25 gram co2-bommetjes, en twee
reservebinnenbanden. Mijn rekening, inclusief de 2 remschijven en de montage
450 Rand of nog geen 30 euro. Ik probeer de Krikke uit te leggen dat je vaak beter
af bent in een vettige rommelige workshop dan in een werkplaats waar alles
netjes blinkt en glanst. Maar dat staat niet in zijn slimme telefoon, dus
begrijpt hij dat niet.
In de
namiddag gaan we Kristof zijn huurwagen afzetten in Oudtshoorn aan de
aankomstplaats van deze 7-daagse race, 100 km dieper het land in. Als we
afkomen rijden we via George (aankomstplaats dag 3 en 4) waar een Specialized
dealer te vinden is, in de hoop dat hij de Hope rempads heeft voor Kristofs
bike. Een lekker stuk taart en koffie in Oudtshoorn beslissen daar anders over.
Te laat om nog naar George te rijden, dat doen we zaterdagmorgen dan maar.
De
volgende morgen rijdt chauffeur van dienst Geja met ons naar George naar de
Specialized dealer. Het contrast met mijn vettige fietswinkel daags voordien
met deze nette, blinkende concept store van Specialized kan niet groter zijn.
De Krikke zijn smile op zijn gezicht is niet weg te krijgen. Ik denk zelfs
dat zijne slimme telefoon meelacht. Ook ik kan hier wel een tijdje in
rondwandelen. Kristof vindt zijn setje rempads die haast evenveel kosten als
mijn rekening gisteren. Maar het paniekmannetje is weer even rustig nu hij zijn
pads heeft. We maken een leuke babbel met de mecanieker die niet veel om handen
heeft, zijn werkplaats is kraaknet en blinkt even hard als de hele winkel. De
hele tijd komt er ook geen mens in de winkel. Ook dit contrast is bijzonder
groot met het vettige winkeltje in Mosselbaai.
Na de
lunch gaan we naar het tentendorp voor registratie en het rugnummer etc. Daar
aangekomen blijken de tenten nu toch wel beschikbaar te zijn, maar zonder
ontbijt zondagmorgen. Heren organisatoren van Dryland, dit zijn toch fameuze
minpunten, hopelijk betert het de volgende dagen. Maar wij slapen die
zaterdagnacht nog in onze kamer met 100% ocean-vieuw. De registratie gaat
vlotjes en we gaan onze luxetenten eens bekijken. We zijn zeer blij dat we
deze meerkost betalen want de gewone tentjes zijn bijzonder klein. De Krikke
loopt daar nog wel in verloren, maar mijn milf , de haast twee meterlange Geja
kan daar nooit in. Leve de luxetent!
Op het
moment dat we vertrekken kom ik een oude bekende Hollander tegen. Mark Vennix
die ik leren kennen heb als steengoede mtbiker in de Crocodile Trophy vorig
jaar. Superkerel, het weerzien is hartelijk en ik stel Kristof en Geja voor.
Mark stelt zijn maat Stijn voor, supporter, verzorger, stand up comedian, en
vooral cameraman die Marks prestaties en hun daaropvolgende reis door Zuid
Afrika, in zeer leuke filmpjes gaat vastleggen voor hun reisblog.
Het klikt
onmiddellijk en zeg tegen Kristof As ge dieje kunt volgen en voorbij rijdt
stade oept podium, waarbij Mark ontkennend lacht (hij lacht altijd trouwens),
maar nadien zal blijken dat dit geen loze woorden waren.
Mark weet
ons nog te zeggen dat er 3 Belgen en 10 Nederlanders aan de start staan. Omdat
Kristof nog weet heeft van twee startende Belgen vinden we dat raar. Later
komen we nog twee andere Belgen tegen, dat zijn er dus al 6. Kristof neemt zijn
smartding in zijn hand en begint te schuiven, en barst in lachen uit. Blijkt
dat Mark en Stijn in de alfabetische deelnemers/landen lijst zijn gaan
snuffelen. Belgie staat alfabetisch op drie en Nederland op plaats tien in de
19 landen die vertegenwoordigt zijn. Dat hebben de Hollanders wel enkele keren
moeten horen die week , net als het woord neger dat Mark onbewust gebruikte
tijdens een conversatie ipv zwarte medemens. Enfin, het was plezant toeven met
die gasten, en ik kom hen hopelijk nog wel eens ergens tegen op de aardkloot.
Een
tweede bekende die ik tegenkwam, ook uit dezelfde Crocodile was de Duitser
Thomas die nadat hij mijn verhalen over de superkoers de JoBerg2c zich ook
hiervoor had ingeschreven ..hij had onthouden dat het in Zuid Afrika was, en niet de Cape Epic, dus was het de Cape Pioneer. Nadat ik hem al lachend had uitgelegd dat hij er toch enkele maanden en locaties naast zat en niet op
de JoBerg2c ingeschreven was zei hij lachend Dan mut ik das nextes jaare machen (of zoiets).
Die zaterdagavond zijn
Kristof, Geja en ik uit eten gegaan in het beste restaurant van Mosselbaai,
aldus internetheld Kristof en zijn phone. En het was lekker, tot we de rekening
kregen, bijna 900 Rand of geen 60 euro totaal, 3 gangen en een lekkere fles
wijn, ongelooflijk toch, maar duur naar Zuidafrikaanse norm.
Uiteindelijk start de koers dan toch!
Day 1 Mosselbaai Mosselbaai 95 km / 1600 htm
Zondagmorgen
7.30 wordt in een druilerig Mosselbaai de wedstrijd op gang geschoten, want
daar zijn we tenslotte voor naar hier gekomen. Enkele kms neutralisatie tot we
buiten Mosselbaai zijn, en dan wordt de meute van 300 deelnemers losgelaten en
gaat het onmiddellijk bergop. Ondertussen is het gestopt met regenen maar de
wind steekt sterk op en het gaat alsmaar harder waaien. Het hele peleton
scheurt helemaal uiteen en onmiddellijk begint voor mij mijn lijdensweg. Ik
word door velen voorbijgereden en geraak verzeilt in de achterste gelederen.
Kristof en Mark zie ik allang niet meer. Naargelang de kms vorderen op de
vooral brede rotserige gravelwegen door parken begin ik in mijn ritme te komen,
en na 15 km begin ik volgens mijn gekend procédé mensen in te halen. Dit zal de
rest van de etappe zo zijn, ik rij van groepje naar groepje alhoewel het soms
lang kan duren eer ik terug iemand voor me zie rijden. Aan de eerste
bevoorrading onderweg stop ik even om met Geja 5 minuutjes te babbelen en te
vragen waar de twee helden zitten. Kristof enMark zijn echt goed bezig en rijden ver voor me uit.
Halverwege
de rit krijgen we een leuk stuk singletrack doorheen een droge rivier, onmiddellijk
gevolgd door bevoorrading twee. Mark en Kristof rijden dan een half uur voor me
uit. Het laatste derde deel is eerder saai. Op een 7-tal km gaan we terug de
geasfalteerde wegen opzoeken en razen we vanwege een fameuze afdaling
Mosselbaai binnen. Mijn top in deze afdaling tegen de beukende wind in bedraagt
78 km/uur. Ik haal nog enkele leeftijdsgenoten in en eindig op plaats 66
algemeen, 22ste in de categorie solo mannen (leeftijd tussen 16 en
88 jaar), en verlies een slordige 40 minuten op de twee snotneuzen van 37,
Kristof komt binnen op 30 algemeen/ 7e solo man. Mark 26 alg/ 6e
solo man. Maar ik heb wel de hoogste topsnelheid in de laatste afdaling. Het
was een plezant ritje over af en toe toch wel saaie stukken. Douchen, samen
middageten, massage en avondeten, verder is er die dag weinig te beleven. De
meerderheid van de deelnemers komen echt om te koersen en blijven de hele
namiddag in hun tent liggen.
Blooper
van de dag is toch het maatje van de Mark Stijn, die met reservemateriaal ,
proviand en drinkbussen naar de bevoorradingspunt rijdt waar de koers enkele
dagen later passeert. Zenuwen zeker.
Kristof
en ik hebben als extra service een dagelijks check up en onderhoudspakket voor
onze fietsen aangekocht, zodat we daar niet bezig moeten mee zijn. Elke dag
wordt de bike grondig gereinigd, gesmeerd en nagekeken. s Morgens kunnen we
dan onze propere mtbike ophalen, en daar check ik alle dagen mijn bandendruk.
Het
zenuwachtige paniekmannetje in kleine Krikke vergeet dit, en aan zijn tent
aangekomen, gaat hij zijn banden oppompen met een handpompje. Hij heeft nog 15
minuten tot de start en begint te pompen. Ik was er jammer genoeg niet bij want
ik was nog steeds bij de mecaniekerstent, maar ik zou geld
willen geven om het moment mee te maken toen de Krikke in al zijn
geweldigheid zijn ventiel in 2 brak. Dieje moet nogal gevloekt en gesakkerd
hebben, en met zijn kleine zevenmijlslaarzen lopend terug naar de mecanic-stand
om rap rap nog een nieuw ventiel te laten steken, zijn band op te pompen om
toch maar tijdig aan de start te geraken. Dit wordt mij met tranen in de ogen
verteld door de drie Hollanders Mark, Stijn en Geja. En ik was daar niet
bij .dju toch!!! De mecaniciens panikeren veel minder en de Krikke al wat
minder Krikkig komtmooi op tijd voor
de start gegeven wordt.
Net als
de eerste dag vertrekken onder neutralisatie, maar na één km gaat de vlag naar
beneden en gaat het bijzonder steil trapsgewijs bergop tot het hoogste punt van
Mosselbaai centrum. Sommige stukken gaan over enkele tientallen meters aan
stijgingspercentages van 25% en meer. Bovengekomen hebben we al meer dan 300
htm en ligt het peleton natuurlijk volledig uit elkaar, er is ook alweer die
beukende wind. De rest van deze etappe is min of meer een kopie van de eerste,
qua parcours, en qua verloop. Alleen gaat er een deelnemer vlak voor mij op een
nogal domme manier overkop en raak ik met mijn linkerknie zijn pedaal, en dat
was toch even slikken en vloeken vanwege de pijn.
De
laatste 7 km zijn exact hetzelfde als gisteren, inclusief de steile afdaling,
maar deze keer met de wind in de rug. Ik kan het niet laten en mijn topsnelheid
gaat naar 88,02km/uur. Op alle kruispunten staan politieagenten, maar het is
toch spannend om beneden op tijd te stoppen voor de autos die op de weg staan.
Ook vandaag win ik de trofee gek van de dag vanwege de hoogste topsnelheid
van ons drieen. Net als gisteren , en dat zal de hele koers zo zijn kom ik
binnen algemeen tussen de 60e en 65e plaats, 20e
a 22e solo man.
Mijn twee
maten kennen ook hun vaste stek. Mark eindigt steevast tussen 15 en 20 algemeen,
3e of 4e solo, Kristof steevast enkele minuten later
tussen 17 en 22 algemeen, 4e of 5e solo. Ik verlies
gemiddeld 10 minuten per wedstrijduur op hen, maar daar kan ik mee leven, ik
moet wel.
Ook in
deze tweede etappe is er weer een rol voor Stijn weggelegd op het bevoorradingspunt.
Hij heeft Marks reservewielen mee, en nadat hij vandaag Marks drinkpullen heeft
aangegeven, spurt hij naar zijn wagen om op tijd te zijn aan de volgende
bevoorrading. Daar aangekomen stelt hij ontzet vast dat hij het 2000 kostende
wielset van Mark vergeten is op het eerste punt ergens langs de kant van de
weg. Het zweet breekt hem uit, en als zijn job gedaan is rijdt hij terug, maar
dat punt is allang opgeruimd en geen wielen meer te zien. Hoe moet hij dat aan
Mark uitleggen. Op het tentenkamp aangekomen gaat hij naar het race-office en
kan hij een gat in de lucht springen. Een brave mens heeft die wielen zien
liggen en binnengebracht. En blij dat Stijntje was.
Die dag
leren we nog twee Belgen kennen. Een (domme) nuchtere hartspecialist uit
Bonheiden , die amper 300 km op een mtbike heeft gezeten, 1 tot 2 keer per week
op een koersfiets en dan hier komt meedoen. Hij gaat minstens één keer per dag
tegen de grond vanwege totaal geen techniek. Hij zou de eerste moeten zijn om
te weten dat dat niet gezond kan zijn, en geeft dat ook ruiterlijk toe. Zijn
fietsclubmaat is een triestige plant, een brandweerman die we de hele week niet
één keer zien lachen, zelfs niet glimlachen. Een zeurpiet die over van alles en
nog wat zaagt en klaagt wanneer hij aanschuift aan de avondtafel. En dan hebben
we nog Michel, een Belg die al 20 jaar in Zuid Afrika woont met zijn Belgische
madam, en die ik in april in de JoBerg2c heb leren kennen. Toppunt is dat deze
man vroeger in mijn huidige gemeente Kampenhout heeft gewoond. Net als de
dokter is hij echter ook eerder een saaie grijze mus, maar fietsen kan hij wel.
Onze grote tafel heeft dus een plezierige kant en een saaie kant, maar echt
storend is het niet.
Na de
podiumceremonie, de film en fotos van de voorbije dag gaat iedereen godbetert
om 8.00 uur slapen, en zit ik met Geja moederziel alleen in de grote eettent
ons glas wijn te nuttigen. Een half uurtje later gaan we dan ook maar naar onze
tent.
Afgelopen
nacht heft het gestormd en bij de éénpersoonstenten is het een echt slagveld.
Vele tenten zijn weggewaaid of hangen helemaal door. Onze luxetenten
ondervinden geen hinder van de nog steeds beukende wind.
Start in
de regen om 7.30 met gelukkig rugwind. Na de neutralisatie gaat het in een
rotvaart naar de eerste bevoorrading. Ik zit in een peletonnetje en vlak voor
de bevoorrading nemen we een haakse bocht van 90 graden waardoor de wind fors
van opzij komt. Niemand stopt om te eten en te drinken, ik ook niet, bang om
dan helemaal alleen tegen de wind te moeten vechten. In een flits zie ik Geja
staan maar meer dan mijn hand opsteken en even glimlachen doe ik niet, ik wil
bij deze groep blijven.
Ook vandaag
is er niet veel te beleven op de voornamelijk brede gravelwegen. Na 40 km
beland ik plots in mijn off-periode en moet ik de hele groep laten rijden. Ik
sukkel verder en af en toe rijdt er mij eens iemand voorbij. Na een half uur
sukkelen slaat de Parkinson modus weer af, kom ik weer ineens op snelheid, en
mijn dagelijks inhaalrace begint weer. Ik haal renner per renner of kleine
groepjes in van dat peleton dat van me is weggereden, en na 70 km zowat houdt
dat op en duurt het lang vooraleer ik sporadisch nog iemand kan inhalen. Op een
tiental km van de finish haal ik twee teams in, een Hollands Veteran-team (40
tot 49 jaar) en een Zuidafrikaans Master-team met groene shirts (50 tot 59
jaar, mijn categorie indien men ook in de Solo man leeftijdscategorieen had
gemaakt).
Eén van
die twee is een beer van een mens en heeft kracht over. s Anderendaags verneem
ik dat deze beer vorig jaar de Pioneer heeft gewonnen en dit jaar derde was in
de Cape Epic. En dat zegt alles over deze Powerman. Deze twee teams zal ik
vanaf nu elke dag overrulen tijdens mijn dagelijks inhaalkoers na mijn
ParkinGson-ellende. In het derde deel van deze rit komt er dan toch nog een
fun-stuk na de vele kms brede bos-en gravelwegen. Hier rij ik van de vier
anderen weg, maar de laatste vijf km kom ik weer in mijn blokkeerfase. Deze 5
km zijn slopend voor mij en ik doe alles om de vier anderen die enkele
honderden meters achter mij rijden en gegangmaakt worden door Powerman voor te
blijven. Ik voel ze naderen, en bij het binnendraaien van de aankomstarena is
het zover. Toch blijf ik koelbloedig en behoud de binnenkant van de bocht waardoor
ik Powerman een beetje in de tang zet, en dan beginnen 5 oude venten te spurten
of hun leven ervan afhangt .voor de 61ste plaats!!! Ik win deze
spurt, en sta te daveren op mijn benen achter de streep waar we met zijn vijven
veel leute en plezier hebben over deze laatste kms. s Avonds bij het filmpje
en fotos van de dag is onze spurt één van de top-items.
Groot is
mijn verbazing die dag dat het Hollands Veteran-team als tweede gehuldigd
wordt, en het Zuidafrikaans Powerman team als derde Master-team General
Classement op het podium mag. Ik rij dan ondanks mijn gezondheidsprobleem dan
toch zo slecht niet. Ik sta 22e in de Solo Man categorie. Kristof en
Mark komen ook op hun plaats binnen.
Mijn
start wordt gefilmd door Stijn de Hollandse cameramaat van Mark. Als ik later
die dag dat filmpje bekijk, vraag ik hem waarom hij dat vertraagd heeft
opgenomen. Man, man, niet om aan te zien. Als ik nadien de start van Kristof,
Marc en de elite teams zie weet ik echt niet waar te kruipen. Mijn start is te
vergelijken met Comedy Capers maar dan ipv versneld echt vertraagd, belachelijk
gewoon. Maar wel plezant. Het parcours van deze tijdrit was een stuk prettiger
rijden dan de drie saaiere dagen voorheen. Pluim voor de organisatie is wel dat
de hele week alles goed afgepijld is met meer dan genoeg waarschuwingen wanneer
het parcours wat tricky wordt en als danger wordt omschreven. Goed gedaan!
Vandaag
verlies ik wel enkele plaatsen en kom ik pas als 74ste binnen,
slechtste uitslag van de hele week. Maar morgen en overmorgen komen de beren-
en survivalritten eraan, en dan weet ik dat ik mijn plaatsen wel
terugneem.De Krikke en Mark blijven
hangen waar ze staan. Verder verloopt de dag zoals gewoonlijk, haast iedereen
in zijn eigen tentje de rest van de dag, avondeten en om 20.00 gaat iedereen
slapen.
Day 5 George Oudtshoorn 95km / 1500 htm
Ondanks
de neutralisatiestart ben ik vanwege het ParkinGson probleem onmiddellijk
geparkeert en passeert haast iedereen mij tijdens deze neutralisatie van zo gauw we een heuveltje op
moeten. Ik weet dat ik dit maar moet doorbijten, want de feitelijke start
wordtgegeven aan de voet van een zware
bergpas. Het eerste uur is het alleen maar stevig klimmen op deze bloedmooie
maar zware Montagu bergpas. Na ¾ van de klim ben ik haast allerlaatste , maar dan voel
ik dat mijn motor aanslaat, en ik haal nog vele andere mtbikers in het laatste
stuk bergpas. Bovengekomen is er weinig afdaling omdat we nu in het hoger
bergachtige gedeelte van de streek vertoeven. Poweren maar en halverwege kom ik
weer bij het groen shirtdragende Zuid Afrikaans team van Powerman, met steeds
in zijn wiel zijn teammaat. Ik kom even op adem, maar na de tweede bevoorrading
doe ik mijn deel van het kopwerk, afgewisseld met Powerman. Zijn teammaat
blijft steeds in derde positie rijden. Wat later halen we het Hollands
Masterteam dat eergisteren op de tweede plaats GC stond, en gisteren notabene
de beste waren in de tijdrit bij de Veterans. Ze proberen aan te pikken maar
moeten ons drie laten gaan. Anderen ondergaan hetzelfde lot. Eerlijkheidshalve
geef ik toe dat Powerman langer op kop blijft rijden dan ik, en ik laat hen dan
ook netjes voor mij over de finish rijden.
Ik kom
weer op mijn stek binnen, 62e daguitslag , maar win 2 plaatsen in de
GC. Kristof (nu 5e) en Mark (nu 4e)winnen elk een plaats bij de Solos. De rest
van de dag was het zeer kalm en ook vandaag gaat iedereen na het altijd lekkere
eten om 20.00 slapen. Geja en ik blijven alweer een half uurtje plakken in de
lege eettent.
Dag 6 Oudsthoorn Oudtshoorn 100km / 2500 htm
(Koninginne-etappe)
De dag
waar iedereen het meest voor bevreesd is. Lang, vele hoogtemeters, wind en
vooral de beklimming na 92 km van de Swartbergpas. De laatste 8 km moet er
bijna 1000 hoogtemeters overwonnen worden. Vandaag kan je veel tijd winnen en
veel tijd verliezen. We zullen zien wie het meest gedoseerd heeft de voorbije
dagen.
Mijn
start was weer dramatisch slecht en het duurde weer een dik halfuur vooraleer
ik kon stampen op de pedalen en omwentelingen draaien. Ondertussen zat ik naar
dagelijkse gewoonte heel alleen, en begon mijn eigenlijke koers daar.
Groepjes
inhalen en achterlaten, groepjes inhalen en achter laten, solorijders inhalen
en achterlaten, en na 70 km . De Hollanders en Powerman!!! Ik haalde hen in,
begroette hen en hoorde hen zeggen, daar is hij weer. En zoals gisteren deelde
ik het kopwerk met Powerman. De Hollanders moesten er op een lange helling af,
en ik moest krabben en harken om op die helling van 4 a 5% Powerman te
volgen .die notabene zijn teammaat ondertussen aan het duwen was.
Ongelooflijke sterke pee. En dat deed hij telkens weer wanneer het niet te
steil omhoog ging op de brede gravelwegen. Waar ik kon nam ik over van
Powerman, maar in mijn achterhoofd zat ik te denken aan de laatste klim.
Net voor
de klim was er de laatste bevoorrading waar Geja stond met een gelleke en mijn
windjack om na de aankomst op de top met de mtbike terug naar dit punt te
dalen. Ik mijn tijd nam om te eten en te drinken. Dat deden mijn Zuidafrikaanse
kameraden niet en zo waren ze weer uit mijn gezichtsveld toen ik terug opstapte en aan de
klim begon.
Ik had
duidelijk nog kracht over en algauw passeerde ik Powerman en zijn teammaat die
het duidelijk moeilijk had. Op deze hellingen kon Powerman zijn teammaat niet
helpen. Ik reed nog verschillende mensen voorbij en tijdens mijn klim op 4 km
van de top kwam ik Mark en wat later de Krikke tegen die allang over de
finish waren en nu in daalmodus terug naar het laatste waterpunt reden. De Krikke stopt, stak zijn
fiets in de hoogte om met luide stem te roepen "Allei Jakke, komaan, alles geive"!!!. Uiteindelijk rijd ik
hijgend boven over de aankomstlijn, waar ik toch enkele minuten moest bekomen van de inspanningen. Terwijl ik naar mijn windjack op zoek was die Geja, in mijn camelbag had gestoken, genoot ik van het waanzinnige uitzicht. Ik ben in mijn camelbag gekropen, maar mijn windjack had ik niet mee. Zoals meestal zijn de vrouwen vooral in de weer voor andere venten, de broodwinner thuis......? Misverstand tussen twee mensen uit verschillende landen die een andere taal spreken zeker. Dan maar een stuk karton gezocht en als een Ikea-doos naar beneden. Dit was echt een mooie mountainbike
parcours. Dat wordt ook door iedereen beaamt.
56ste
in de daguitslag maar ik win geen plaats in de GC alleen veel tijd. Kristof
behoudt zijn ranking maar Mark staat opnieuw als derde op het podium die avond,
en het ziet ernaar uit dat dat zo blijft met nog één korte etappe te gaan. Het
is ook opvallend dat op alle podiums die avond veel Hollanders staan. Mijn
wederhelft Geja vergeet weer dat ze op enkele weken na eigenlijk Belgische is
en emigreert weer naar Holland, de overloopster. Veel leute aan de eettafel
langs de plezante kant, zelfs de ietwat serieuzere kant van tafel lacht af en
toe mee, behalve de brandweerman natuurlijk. De Krikke blijft ook plakken die
avond, ipv van 20.00 uur blijft hij zitten tot 20.15 uur, het fuifbeest. Hij
bestiert het zelfs om 2 glazen wijn te drinken.
Day 7 Oudtshoorn Oudtshoorn 70 km / 1000 htm (Final stage)
De laatste etappe. Je ziet het onmiddellijk
aan de deelnemers die morgen bij het ontwaken. Iedereen is blijgezind, lacht en
is content (ik vermoed zelfs dat ik zowaar het begin van een glimlach op het
gezicht van de Belgische brandweerman waarnam). De eindstreep komt in zicht. De
sfeer is goed in de Holland-Belgische hoek van het tentendorp. Mijn
Zuidafrikaanse buur heeft een bluetooth speakertje bij, en ik heb ook een
slimme telefoon (alhoewel ik nog steeds niet weet waarvoor zon ding dienen
kan). Maar ik kan wel mijn muziek streamen naar zijn speakertje, waar ik ook
een map schlagermuziek op staan heb.
Om 6.00 die morgen is de sfeer uit de door de Hollanders geannexeerde bocht 7 op Alpe Dhuez niet veraf. Voor wie dit niet kent moet
maar eens googlen of klik op deze link;
De schlagers van de Sjonnies, de Marlets etc knallen uit het speakertje en Stijn en Mark komen onmiddellijk al
polonaise-stampend uit hun tent, mijn Zuidafrikaanse verbaasd kijkende buurman
en enkele anderen haken aan en van overal wordt er verbaasd gekeken en gelachen. Daarna de vogeltjes- en de kabouterdans, die ik met
Mark en vooral Stijn helemaal dansend uitvoer. Een Italiaans elite-renner weet
niet wat hij zit en blijft stokstijf staan. Geja durft de tent niet uit, ende Krikke blijft de hele tijd
hoofdschuddend het spel bekijken. Ik zie hem denken ; joenge, joenge, joenge,
wat hebben we nu weer aangenomen als lid van onze club. Hoe kan ik diene zijn
lidkaart en zijn Haachts mtbshirt terug laten inleveren". Maar het beste moest
nog komen toen mijn Zuidafrikaanse buur de tophit van Rita de Neve dit is de
allereerste keer in zijn Zuidafrikanertaal begint mee te zingen. Geweldig!!!
Omdat de etappe kort is, is het te verwachten dat er
onmiddellijk gasgegeven zou worden. Daarom had ik mijn eerste medicijn-inname van de dag om 5.30 uur bij het
opstaan genomen en ipv om 9.30 mijn tweede, nam ik die bij de start om 7.30 uur.
Of dat slecht of fout was, dat weet ik niet. Ik hoopte dat mijn off blokkering
vanwege dopaminetekort zou uitblijven voor de eerstvolgende drie uur. En
inderdaad kon ik van bij de start goed mee. Ik zat in de derde groep maar na de
eerste beklimming lag alles uit elkaar. Ondanks mijn hoop om geen off-periode
te hebben blokkeerde ik toch na 20 km, en was het weer traag verder bobbelen
over rots en zandtracks. Regelmatig werd ik voorbij gereden, tot ik plots weer
op mijn plaats zat ergens halverwege het pak, want de gaten tussen de rijders
werden groter en groter.
Ik zie een hondertal meter voor mij uit
een man fietsen in een rood t-shirt die mij een tijdje geleden gepasseerd
is ..
*** Aan de bevoorrading is het prettig toeven, veel
lekkers, en er wordt gelachen, het is de laatste etappe. Geja is daar ook, en de bevoorrading is op een
geasfalteerde weg ***
Kreunend kom ik overeind en zie een
bikster in roze outfit en twee bebaarde bikers diemij helpen rechtstaan. Mijn hoofd draait als
een tol en barst van de hoofdpijn. Ik wil mijn fiets nemen, maar één van de
mannen houdt mij tegen en zegt You going nowhere, we have already phonet de
doctor. Ze vragen wie ik ben en waar ik zit, en daar antwoord ik correct op. En
ik zeg hen ook dat we net de geasfalteerde bevoorrading achter de rug hebben.
Ze zeggen alledrie onmiddellijk dat er
nog helemaal geen bevoorrading geweest is, dat die er binnen enkele kms
aankomt. Vol ongeloof kijk ik hen aan, en ga op een rots zitten. Ik kijk eens
goed rond en wij zijn op een haast vlakke, rechte zandweg zonder enig obstakel,
enkel struikgewas langs de kant , één meter hoog. Ik herken ook de drie bikers,
omdat ze steevast alle dagen als allerlaatste met veel achterstand binnenkomen.
Het kan niet dat ik voorlaatste reed, das onmogelijk. Ondertussen neem ik mijn
splinternieuwe Specialized Ambush helm af, en die is achteraan helemaal ingedeukt
en gebarsten op 4 plaatsen. Zelf heb ik geen enkele verwonding buiten een
kleine kras, en ook aan mijn fiets is niks te zien.
Wat is er in godsnaam gebeurd met mij?
Enkele minuten later stopt er een
dokter in een Jeep, vraagt wat er is gebeurd, maar ik moet het antwoord
schuldig blijven. De drie zeggen dat ze me bewusteloos hebben gevonden en dat
ik wartaal uitkraamde. Heel mijn lijf, al mijn botten doen pijn en ik kan amper
in de jeep stappen. Mijn koers is voorbij, 30 km voor de finish en ik word per
wagen naar de aankomst gebracht. Elke put of rots dat onder de 4x4 wielen komt
doet enorm pijn in mijn bekken. Mijn hoofdpijn is ondertussen verdwenen.
Wat is er in godsnaam mij overkomen,
das het enige waaraan ik kan denken, ik weet niks.
Aangekomen heb ik hulp nodig om uit de
wagen te geraken, ik ben geradbraakt. De dokter onderzoekt mij en legt mijn
bekken in ijs en geeft mij pijnstillers. Ik kan amper stappen en zie in een
flits de Krikke lopen, en roep op hem. Dolenthousiast en blij als een kind
komt hij op me afgestapt; ook al binnen? Ik lach groen en zeg; ja , met de
ambulance. Ik leg hem uit wat mij overkomen is en dat duurt niet lang, want ik
herinner mij dus niks.
Allee joeng, neeje , neeje , nu toch
ni zegt hij. Al wat bekomen zeg ik hem, beter nu dan in de eerste
etappe. Op mijn vraag gaat hij op zoek naar Geja, die snel gevonden is.
Even later zie ik twee Belgen die ook
meer achteraan in het peleton fietsen en die vragen hoe het is. Ik geef
antwoord en stomverbaasd zeggen zei dat ze mij gepasseerd zijn terwijl ik recht naast mijn fiets aan de kant stond, en dat ik zei
dat alles in orde was terwijl ik mijn helm vastklikte. Ik weet daar niks meer van. Even later de Belgische
dokter die enkele minuten voor die twee andere Belgen reed (want ze hebben
elkaar gezien op het eerste bevoorradingspunt). Die man heeft mij dan weer niet gezien.
En zo hoor ik gelijkaardige verhalen die dag. Velen hebben mij niet gezien en
enkele wel. Waar ben ik geweest dan? Het lijkt erop dat ik meer dan een uur
kwijt ben.
Wat is mij toch overkomen?
Ik doe mijn best om mij te douchen en
aan te kleden, maar verrek van de pijn bij elke beweging dat ik maak. De
Krikke neemt de honneurs van mijn fiets waar, en wat later zie en bedank ik
de drie mensen die me opgeraapt hebben. Er gaan geruchten de ronde dat er iemand is aangereden tegen een zebra. Zou het?
Ik sta dus in de categorie D.N.F. (Did
Not Finished), maar doe een diepe figuurlijke buiging voor Kristof die uiteindelijk
op de 5e plek is geeindigd in de GC Solos, en voor Mark die
inderdaad in dezelfde categorie op het podium gaat, op plaats drie. Super
gereden gasten!!
De verdere namiddag verloopt prettig en
pijnlijk aan de Belgische/Hollandse tafel, maar het plezante overheerst,
ondanks dat de brandweerman nog steeds niet glimlacht, laat staan lacht, hij
blijft zeuren
s Avonds vieren we het gebeuren met
een bijzonder lekker etentje , lekkere wijn in ons hotel met Geja, Kristof,
Mark, Stijn en mezelf. We moeten tenslotte het premiegeld opdoen wat Mark heeft
verdiend met zijn derde plaats. Omgerekend 100 euro, verminderd met 15% tax, en
dan moet hij nog de internationale bankkosten betalen vermits het geld op zijn
rekening wordt gestort. Hij zal moeten bijleggen, denk ik.
Dikke merci Geja voor de bijstand en
het het gesleur met vanalles en nog wat tijdens deze koersweek.
Krikke, Mark en Stijn, proficiat en
merci voor het gezelschap.
Dit was mijn Cape Pioneer Trek 2017 beleving. Een 8/10 is het zeker waard, ondanks dat ik het parcours wat naar de saaie kant vond. De communicatie van organisatoren naar deelnemers is ondermaats. Maar dat staat in schril contrast met de rest van het gebeuren. De route is zeer goed afgepijld, de bevoorradingen bieden alles wat je maar wil hebben, kleren worden voor een spotprijs (10Rand) gewassen. Het eten is bijzonder lekker, en er is genoeg variatie. De tentenkampen zeer verzorgd, en de bedden in onze luxetent worden zelfs dagelijks opgemaakt en zijn voorzien van kraakwitte lakens en donsdekens.
Een dikke week later ben ik zo goed als helemaal
hersteld van mijn smak. En heb al veel nagedacht over dit voorval, waaruit deze theorie komt;
Ik heb op één of andere
manier een aanrijding gehad op die rechte zandweg toen een zebra (of andere
viervoeter) over het struikgewas sprong, en mij meenam waardoor ik met fiets en
al achter het struikgewas ben beland, groggy. Daar heb ik dan een tijdje
gelegen, waardoor diegenen die daar voorbij reden mij niet zagen liggen. Ik ben
uiteindelijk recht geklefferd, terug op de zandweg beland op het moment dat die
twee Belgen en enkele anderen daar passeerden. Nadien moet ik achterwaarts
terug in elkaar gestuikt zijn op enkele rotsblokken, waardoor mijn helm aan de
achterkant zo zwaar beschadigd is. Zelf ben ik dan terug bewusteloos gevallen
tot wanneer ik ontwaakte toen mijn redders over mij heen gebogen stonden. De
rest is geschiedenis. Ik kan niks anders bedenken of het moet E.T. geweest
zijn.
PS; Indien vroeg of laat er een filmpje opduikt op youtube
van een mtbiker die crasht met een zebra, olifant of neushoorn, stuur mij dat
door, want ik zou ooit willen weten wat mij daar overkomen is, waar ik gezeten
heb.
Nawoord door de Krikke;
Klik op deze link en speel dit liedje
af tot het refrein in je hoofd zit.
The JoBerg2c 2017! The Route Is King!!!! (Op weg & Day1)
The JoBerg2c
2017 !!!! The Route Is King!!!!
9 dagen - 900km 13000htm
Na mijn
deelname vorig jaar heb ik in mijn naaste omgeving, en ook in de rest van de
wereld verkondigt hoe fantastisch deze 9-daagse marathon is. Een vol jaar heb
ik de dagen afgeteld om terug naar Johannesburg te reizen. Mijn achterbuurman
Marc V. (de fietsende buurmannen in mijn straat heten allemaal Marc), is in de
aftelperiode ook enthousiast geraakt door mijn verhalen. Met twee zijn we op dinsdag
18 april het vliegtuig op gestapt, naar de JoBerg2c.
Aan de
incheckbalie van Emirates stonden nog 2 Belgen met een fietskoffer uit Diest
voor hun eerste deelname. Ik kon alweer mijn vertellingen doen van vorig
jaar. En toen we na de lange vlucht in Johannesburg op 19 april uitstapten liep
ik in de luchthaven de heren Vincent & Vincent tegen het lijf. Met deze 2
Walen heb ik vorig jaar een heerlijke week beleefd in Mongolie ( ja, die
afschuwelijk slecht georganiseerde Mongolian Bike Challenge). Daar hebben ze de
belofte gedaan dat we elkaar zouden terugzien in Zuid-Afrika, en ze zijn die
nagekomen. Uiteindelijk stonden er enkele dagen later een 20-tal Belgen aan de
start tussen de 800 deelnemers.
Het was ook
een zeer prettig weerzien met Ryan en zijn wederhelft die de buitenlandse
deelnemers opvangen en begeleiden ( Game On Sports & Travel). Een absolute
aanrader als je geen tijd wil spenderen aan hotel- en taxireserveringen etc.
Op donderdag
worden de fietsen in elkaar gezet en afgeleverd, moeten we naar de registratie
en briefing. Daar kom ik ook enkele deelnemers van vorig jaar tegen , en ook
enkel organisatoren kennen me nog, ook dit is een warm welkom. Na de briefing
begint het allemaal wat te spannen. Ben ik wel goed, heb ikgenoeg getraind, maar die zenuwen hebben ook
de andere Belgen, heerlijk toch Mijn belangrijkste vraag is zoals steeds of Mr
Parkinson mij veel parten zal spelen.
Iedereen
kruipt die avond vroeg in bed want morgen vrijdag worden we om 05.00 (u leest
dit goed), om 05,00 uur s morgens opgehaald door bussen om ons naar de
vertrekplaats 80km buiten de stad te voeren. Deze plaats wordt genoemd naar één
van de grootste sponsors van dit event, Karan Beef. Op dit leeg veld gaat die
dag de JoBerg2c om 8.00 uur van
start.
Als we op
dit machtige veld toekomen en uit de tientallen bussen stappen terwijl de zon
majestieus opkomt, is iedereen blij. De sfeer is opperbest, de muziek is
heerlijk, de speaker van dienst heeft geen moeite om iedereen dolenthousiast te
krijgen, de tv-helicopters vliegen enkele keren over, de tv- motoren staan klaar,
het is duidelijk feest. Elke avond wordt deze wedstrijd uitgezonden op tv, en
vooraleer de Afrikaanse Vive Le Velo op tv wordt uitgezonden, krijgen wij de
uitzending te zien rond 19.30 uur, in de eettent na het avonddiner. Ondertussen
valt het me op dat de wachtrijen voor de wcs behoorlijk lang zijn (de zenuwen
weet je wel .).
Ik, Marc,
Nic (een andere Belg uit Zemst) en
enkele andere Belgen staan ongeveer halverwege het peleton van 800 deelnemers.
Vincent & Vincent zijn altijd zenuwachtig en wanen zich echte coureurs,
ze staan helemaal vooraan en zullen dat alle volgende dagen blijven doen.
Deze eerste
etappe is een kennismaking met het Zuidafrikaanse land, en wordt gereden zonder
tijdsopname, iedereen krijgt dezelfde tijd als de winnaar. Bijgevolg kan
iedereen het rustig aandoen, wat ook iedereen zegt te doen. Zeggen hè .mon
oeuil, ik ken het van vorig jaar, als het startschot valt .En dan is het ineens
8.00 uur!!! Het startschot valt en alle 800 deelnemers stuiven als wildemannen
weg.
Day 1 ; Karan
Beef to Frankfort 116km / 870htms
We zijn
vertrokken, de helicopter cirkelt boven het hele peleton en stof, stof stof .
Ik ben de Marc al kwijt na 100 m, is hij voor mij? Achter mij, de andere
Belgen? Dat ik het ni weet. Wat ik wel weet is dat er na enkele kms een nijdige
helling volgt, en dat we daarna een kilometerslange singletrack opmoeten. Ik
zoek mijn tempo en tijdens de klim haal ik de Marc en de anderen die echt als
een fuséé zijn gestart in. Ze zijn absoluut gestart oep t gemakske, ik laat ze achter en
gniffel.
De volgende
40km haal ik alleen maar renners in, en na 50 km kom ik in de groep van de
Vincents terecht. Die vertellen mij dat er nog een peleton voorrijdt. Ik blijf
mijn tempo gestaag aanhouden en tijdens een volgende beklimming rij ik weg uit
de groep Vincents. Enkele kms verder zie ik inderdaad voor mij uit een
stofwolk. Ik heb het gevoel dat ik daar gezien mijn tempo makkelijk naar toe
kan rijden. Ik zen goe!!! En zowaar kom ik na een 65 km in een kopgroep van 35
man terecht, en laat me hier gewoon meedrijven tot aan de derde bevoorrading.
Het heeft
veel geregend de afgelopen weken waardoor er vele rivieren en stuwmeren veel
meer water bevatten dan gemiddeld. Daar is ook niemand kwaad voor, maar de
organisatoren kunnen vanwege de hogere waterstand niet zomaar floterende
bruggen bouwen. En waar vorig jaar mijn eerste kennismaking was met zon op
het water zwevende brug, zijn er nu overzetboten voorzien vanwege de hoge
waterstand in dit stuwmeer.
In deze
kopgroep zitten vele UCI-renners, die misschien niet 100% rijden maar toch niet
willen onderdoen voor elkaar. Haantjesgedrag zeker, en ik doe graag mee dus
raprap door de tweede bevoorrading, afdalen en de boot op. Ik mag als
allerlaatste dat bootje op, en sluit het hekken achter mij, de volgende mtbiker
moet 10 meter verder naar boot 2.
Aan de
overzijde aangekomen moet ik als eerste van het bootje, wip op mijn bike en
pedalleer na 90 km de bergflank op. Bovengekomen kijk ik om, en zie verbaasd
niemand in mijn wiel. Ik ben alleen , rij 200 meter voor de kopgroep uit!!!
Waar zit die fucking helicopter nu!!! Da kan toch ni, en ik leg me plat, rijden
maar . Maar enkele kms verder denk ik toch al anders, het is nog 25 km, en
mijne hartslag is niet echt laag te noemen. Ik rij nog steeds enkele honderden
meters voor op de kopgroep maar besluit toch wijselijk om mij terug te laten
inlopen want dit zou wel eens slecht kunnen aflopen anders, het is nog 8 dagen
koers.
Terug in de
kopgroep en met nog 15 km te gaan wordt het tempo echt verhoogd, ook vooral
omdat het parcours naar het einde toe nog pittig wordt. De renners lossen één voor
één de kopgroep, ook ik moet er aan geloven .en ik begin krampen te krijgen.
Neen, deze keer helemaal niet van Mr Parkinson, maar krampen in mijn bovenbeen
en kuit, van de inspanningen, echte coureurskrampen .heerlijk eigenlijk.
Beetje minderen en de krampen gaan over.
De laatste 2
km zijn constant bergop naar Frankfort, en hoe korter je komt hoe meer volk er
op straat staat te dansen, te zingen, te juichen en te supporteren. De klein
mannen staan met uitgestoken hand naar je om handjeklap te doen, iets waar ik
niet kan aan weerstaan. Net als vorig jaar is binnenrijden in Frankfort hemels,
echte kermis, een sensationeel gevoel.
Uiteindelijk
eindig ik op de 20ste plek!!! Ik voel me fantastisch. Het tentendorp
is net als in 2016 magnifiek, de bagage wordt voor jou gedragen, de fietsen
worden voor jou gepoetst, superdouches, de beenmassage heerlijk. Enkele uren
later is iedereen binnen, en zie je alleen maar contente mensen, ook mijn
buurman Marc is blij hier te zijn. Wat later zitten alle Belgen bij elkaar in de recovery-zone,
eten, drinken, verhalen, lachen, het is plezant. Wat kan het leven mooi zijn.
Over het
avonddiner ga ik niet beginnen, vele hotels, restaurants kunnen hier nog veel
komen leren. Fantastisch! En na het eten de dagfilm, de fotos van de dag,
briefing voor morgen etc etc. Twee uur ambiance in de tent, maar om negen uur
is alles stil. Morgen begint de koers!
Het is nog
donker en stil, zeer stil. En dan begint er stillekes ver weg een haan te
kraaien, maar hij heeft precies een snotvalling, rauw en hees, maar het kraaien
wordt luider, geweldiger, heviger, en dan heb je een hond die ver weg
terugblaft, 5 seconden later lijkt het wel of je in een discotheek vol hanen en
blaffende honden zit, je weet niet wat je overkomt. En dan AC/DC met Thunderstruck!
gitaren gieren, snerpen, loeihard THUNDERSTRUCK!!!! En het stopt niet meer,
van het ene snoeiharde nummer naar het andere Sweet Caroline (Neil Diamond)
andere meezingers, up-tempo nummers, anderhalf uur aan één stuk. Ziehier de wekdienst
in de JoBerg2c, klokvast om 5.30 uur smorgens begint de verkouden haan te kraaien.
Vele deelnemers schrikken zich rot die eerste morgen, maar het zorgt
onmiddellijk voor sfeer.
In anderhalf
uur moet je klaar zijnom te starten
want elke morgen om 7.00uu stipt worden we op gang geschoten. Terwijl ik
gisteren geen moment aan Mr Parkinson heb gedacht laat hij me deze morgen
duidelijk verstaan dat hij het nog steeds voor het zeggen heeft. 10 minuten
voor de start krijg ik mijn gevreesde teenkrampen (oncontroleerbare
bijwerkingen van de zware medicatie of dyskinesieen in het doktersjargon (ik
begin ook die taal stillekesaan te kennen). Ik kan geen kant meer uit en sukkel
naar de allerlaatste positie van het peleton. Daar tref ik de bezemwagen aan.
Een man die op een trialmotor het hele parcours achter de laatste renner
afbotst. En heel die tijd heeft hij een fufuzela bij zich waar hij regelmatig
op blaast. Ge zult maar slecht zijn en de kracht ni meer hebben om die fufuzela
van zijne nek te wringen en weg te smijten, om zot van te worden dus.
Niettemin, het is een geweldige sympathieke kerel die ik vorig jaar ook heb
leren kennen. Ik roep hem tot bij mij en leg hem uit wat er aan de hand is. De
start wordt onder neutrale vlag gegeven de eerste 5 km, tot we het stadje
Frankfort uit zijn. Na de echte start moeten die 800 man op een 2-sporen track,
wat een hele opstopping teweeg brengt. Ook dat weet ik nog van vorig jaar. In
overleg met de fufuzela-man rij ik eerst de startlijn over, stop onmiddellijk
tot mijn teenklauwende krampen weg zijn. Dat duurt een klein halfuur, en om
07.15 kan ik als allerlaatste de weg op en sluit aan wanneer de laatste
deelnemers de 2 sporentrack opgaan. Missie geslaagd, maar wel 800 man voor mij.
Het is niet
moeilijk wanneer ik mijn tempo gevonden heb om constant tragere rijders in te
halen, voorbij te steken waar dat kan. Op sommige bredere stukken met
tientallen tegelijk en zo schuif ik op. Na drie uur inhalen ben ik noggeen enkele Belg tegengekomen, en zeker de
Marc niet, die rijdt ook wel goed dan.Heb ik ondertussen 300 man of 600 man ingehaald? Ik weet het echt niet,
en dan BAF! daar hangt mijn kopman weer aan mijn trui. Van het éné op het
andere moment kan ik met de beste wil ter wereld geen omwentelingen meer maken,
ik zit verstijfd op mijn fiets alleen maar in mijn stuur te nijpen, rij amper
15 km/uur. Bij een beetje bergop zakt dat naar 8 a 10 km/uur, en soms als het
wat steiler wordt 3 tot 5 km/uur. Mijn hartslag gaat niet hoger dan 120. Ik word door velen terug voorbij gereden en
velen vragen of ik wel ok ben, omdat ik meer zwalp dan rechtdoor rij. Mijn
antwoordt luidt steevast ; no problem, i will get you back. En dan ineens in t Kampenhouts
alles ok Jan? DeMarc samen met enkele
andere Belgen. Ik roep terug ; Jaja, Parkinson-momentje. Vermits ik met Marc
samen met enkele andere vrienden, elke week enkele uren mtbike, weet hij
ondertussen wel dat het van voorbijgaande aard is en hij peddelt verder. Ik ben
toch wel verbaasd dat ik hem veel vroeger heb ingehaald zonder daarvan iets te
merken.
Enkele kms
verder is het bevoorrading en op het moment dat ik daartoe kom vertrekken
enkele andere Belgen die bij de Marc zaten toen ze mij voorbijreden, maar Marc
zie ik nergens meer. Ik neem alle tijd omdat ik na het nemen van mijn
medicijnen niks anders kan doen dan wachten tot het motortje weer op on gaat.
Na een kwartier vertrek ik , zeer rustig en wat later is alles weer even snel
voorbij als het gekomen is en ik kan weer trappen. Ik haal de andere Belgen nog
in op 10 km van de aankomst tijdens een single downhilltrack, daarna rijden we
dwars door een wolvenkwekerij. Special gevoel toch als je door zon kennel
rijdt waar bijna 100 van die dieren zitten.
Na alle
Parkinson ellende eindig ik nog vlak achter de groep van Marc op de 118e
plek. De Marc is 109e , 20 sec voor mij. Ik ben content. Later die
dag zal zoals alle volgende dagen, bij de Belgen in de recovery-zone veel
plezier beleefd worden. Het eten en de ambiance in de eettent was ook niet mis,
maar een avondgebed met zijn allen, en een preek er bovenop door één of andere
pastoor mocht van mij wel achterwege blijven. Niettemin was de sfeer kort na
dit gebeuzel terug opperbest.
Day 3 Reitz
to Sterkfontein Dam 130km / 1380htms
5.30 uur
daar is de haan met zijn valling weer,vandaag beantwoord door wolvengehuil, angstwekkend en toepasselijk,
gelet op de passage door de wolvenkennel gisteren. Maar net als de honden
verdwijnen ze pijlsnel wanneer de vlijmscherpe gitaren van AC/DC beginnen te
huilen.
Van deze
etappe weet ik dat het zwaartepunt in de laatste sectie ligt met de beklimming
van Mont Paul. Door zijn unieke ligging heb je spectaculaire vergezichten,
daarna een sublieme afdaling, om daarna 15 km met uw smoel tegen een forse
wind naar de aankomst toe te stormen. Het tentendorp is opgeslagen aan de rand
van een fantastisch meer ontstaan door de bouw van een stuwdam. Lastige etappe.
De eerste 60
km zijn veelal op brede zanderige dirttracks, afgewisseld met nijdige beklimmingen op hotsende singletracks doorgrasvlakten, leve de fully-mountainbike!
Ik vertrek
weer ergens halverwege, rij tijdens de beklimmingen van groep naar groep, en na
40 km kom ik zowaar de twee mannen uit Diest tegen. Deze twee jongere kerels
gaan hard en staan ergens rond de 70ste plaats in het klassement. Ze
denken dat ze in het eerste amateurpeleton zitten. Er zijn zowat 50 profs aan
de start, en met die mannen kunnen amateurs echt niet mee, of toch zeer
weinige. Ook de Waalse Vincents zitten in die groep. Het is een hele sliert en
het valt mij op dat waaierrijden een probleem is voor vele bonkige robuuste Zuid-Afrikaanse
kerels, terwijl de Vlamingen daar handig weten gebruik van te maken. Maar op
een bepaald moment is er toch een split in dit grote peleton. Ik zit net als de
Vincents in het tweede afgewaaierde deel. Maar wat later tijdens een
singletrack-klim maak ik alleen toch terug de oversteek en kom in een groep van
een 20tal renners terecht waaronder de Diest-boys.
Na 70 km is
er de tweede bevoorrading en de Diestse mannen zijn snel weg, ik maak dat ik
kan aanpikken. Hun tempo is zo sterk dat ik wel kan volgen, maar van overnemen
is geen sprake. Ik weet ook wat er nog komt en doe bewust niet te gek. Aan de
voet van de 25 km lange beklimming van Mont Paul begint ook het lampje van
Johan uit te gaan,en zijn teammaat moet
rekening houden met hem. Ik rij solo en moet naar niemand wachten, en mijn
lampeke brandt nog zeer goed. Merci gasten om in het wiel te mogen hangen, ik
betaal jullie straks een pint, maar den deze is weg, ik heb nog kracht op
overschot. Ik haal nog wel wat renners in tijdens de klim, ook op het wind
tegen stuk en eindig die dag 48ste. Ik klim in het algemene
klassement naar de 68e plaats. Als dit maar blijft duren. Marc komt
zowat 45 minuten later binnen op wat zijn plaats is , ergens tussen de 105e en
de 125e stek. Ik schrik toch wel wat van de behoorlijke
tijdsverschillen maar hoe verder je kijkt hoe kleiner ook de tijdsverschillen
onderling.
De Diestse
mannen hun pint betaald, plezant gerecoverd wat ons vanaf die avond de bijnaam
Crazy Belgians bij de organisatie oplevert. En elke avond komt er tijdens het
avondvullend programma wel één of ander opmerking over de Crazy Belgian Riders.
Vandaag
wordt de start gegeven in groepen van 60 man naargelang de ranking. Dit omdat
er spectaculaire mountainbiketracks, zowel uphill als downhill aankomen, en zo
de tragere deelnemers, de rappe of behendiger mtbikers nietgaan hinderen. Elke 5 minuten start er een
groep, en vanwege mijn plaats mag ik starten in groep B. Groep A is voor de
eerste 50 plaatsen + de leiders van de verschillende categorieën.
Om 7.05
worden we op gang geschoten. In deze groep B vertoeven ook Les Vincents en de
Diest-boys, en het gaat hard, zeer hard. Maar ik kan goed mee. Na 20 km haken
er twee rijders voor mij in elkaar en samen met nog een andere mtbiker ga ik
met een klap mee overkop. De klap komt aan want het tempo lag hoog. Ik heb wat
schaafwonden op de rechterkant maar mijn fiets zit helemaal vast aan een
andere, en er is wat gepruts nodig om ze uit elkaar te halen. Tijdens dit
gepruts stuift er een kleine groep voorbij met de Diest-boys bij. Die lagen er
dus al af, en ik doe teken dat alles in orde is.
Uiteindelijk
zijn de fietsen uit elkaar, maar mijn stuur en zadel staan goed scheef, ook
mijn remhendels zijn helemaal verschoven. Ik wil dit allemaal snel verhelpen ,
klop wat recht, spring terug op mijn tuig maar niks staat zoals ik het wil.
Joenge, stop ermee, doe dat rustig en degelijk want er komen nog kms technische
stukken, en op je fiets moet je toch kunnen vertrouwen. Dit afstellen neemt
allemaal wat tijd in beslag want ondertussen is groep C ( vertrokken 5 minuten
na mijn groep B) ook al voorbij. Hierin zit Marc en ook hem roep ik toe dat
alles ok is. Enkele minuten later kan ik terug weg op met een goede afgestelde
fiets en ik sluit aan bij een 20-tal man, bij het opdraaien van de singletrack
klim naar de spectaculaire rotsformatie Great Wall My China. Hier ligt de
singletrack kilometerslang naast een ijzingwekkende diepe klif, wondermooi.
Tijdens de
beklimming passeer ik waar ik kan de tragere deelnemers voor mij, ik maak mij
niet druk omdat ik soms lang moet wachten , maar toch . Uiteindelijk ben ik ze
alle 20 voorbij en rij tijdens de rest van de klim naar het volgende groepje
toe. Ik sluit net aan op de top van de klim op een steil opkantje, wanneer de
renner voor mij ineens stopt om een spectaculaire foto voor zijn nageslacht te
maken. Door deze onverwachte stop van hem bots ik tegen zijn achterwiel en ga
voor de tweede keer die dag ten gronde, deze keer op mijn linkerkant. De
godverdoemmes komen langs alle kanten, en hij excuseert zich, zit ermee
verveeld want hij had de hele klim als laatste gereden en had niet verwacht dat
er iemand in zijn wiel zat.
Allee
vooruit, terug het hort op en verder op deze adembenemende singletrack. Ik
stuif verder en rij van de ene deelnemer naar de andere en wordt nu wel gevolgd
door de tv-helicopter.
Na deze
fantastische singletrack op dit plateau komt de spectaculaire downhill Great
Traverse.Tijdens deze downhill kom ik
terug bij de Marc, en samen bereiken we de eerste bevoorrading. Bij elke
bevoorrading is ook een dokter, en ik besluit toch maar om mijn rechterkant te
ontsmetten en te beschermen, vooraleer verder te rijden. De Marc vraagt of hij
moet wachten. Zot, rij maar verder, ik haal u straks wel weer in.
Na het
oplapwerk vertrek ik weer met een stevig tempo en begin weer aan de zoveelste
inhaalrace, en net voor de tweede bevoorrading na 70 km aan de voet van een
nijdige klim heb ik de Marc terug bij zijn nekvel. De Marc is ook een
karaktermens en een keikop, en hij maakt dat hij wat sneller weg is bij de
bevoorrading dan ik. Maar tijdens deze ambetante klim haal ik hem terug in en
samen bereiken we de top, ik in zijn wiel.
En dan volgt
weer een waanzinnig stukje mountainbiken, bijna 20 km aangelegde downhill track
The Long Drop , nadien nog 4 km vlak naar de finish. Plezier en fun
gegarandeerd, ook voor ons twee. In zijn jonge jaren heeft de Marc (nu 58 jaar)
motorcross gereden. Het is eraan te zien, het zot is er ondanks vele breuken
nog altijd niet af, zijn verstand duidelijk af en toe wel Halverwege de Long
Drop komen we achter enkele madammen terecht die vooraan staan in het
damesklassement en bijgevolg in groep A mogen starten. Het is duidelijk dat ze
technisch een pakminder zijn dan deze
twee ouwe rakkers, en noodgedwongen (en tegen de goesting) blijven we steeds
remmend kilometers aan een stuk achter hen. Tot ineens het oud zot van mijn
buurman opsteekt en hij in een hairpin een move doet en zo twee madammen
ineens pakt ( da moet lang geleden zijn), en hij als een gek verder
wegstuift. Even later zie ik een spoor waardoor ik de volgende hairpin kan afsnijden
en de twee dames ook voorbij kan gaan zonder hen te shockeren. Ik vlieg achter
de Marc aan die toch wel dik 100 meter voorligt. Nu mag er veel gebeuren maar
diene kerel gaat er mij nu niet afrijden
en met alle kracht die mij rest sluit ik op 2 km van de meet terug aan. Het is
te zeggen, ik blijf 20 meter achter hem , want ik weet dat ik er in één ruk
naartoe kan. Marc kijkt geen moment achterom, is gefocust op de track voor hem
en zal alle moeite doen om mij af te houden. Op 500 meter van de meet gaat hij
naar links, ik volg hem blindelings ipv op mijn gps te kijken, en we moeten
onmiddellijk al onze remkracht gebruiken om niet op een weidehek te botsen.
Ezel dat ik ben, dat ik hem zomaar volg. We kijken hijgend naar mekaar, en dan
lachen maar. Nu heeft spurten geen zin meer , de spanning is eraf en we rijden
samen over de meet, hij 111e ik 112e.
In het
tentenkamp toegekomen is het douchen in de open lucht, zalig toch in dit
klimaat. Nadien laat ik mijn wonden nog eens verzorgen bij de dokter. De Belgen
namiddag is weer zeer snel voorbij, evenals de filmpjesavond. Maar velen zijn
toch wat nerveus voor de volgende dagen. Het zwaartepunt van de JoBerg2c begint
morgen, en duurt 4 dagen.
Day5 ; Emseni
to Cliffton 125km / 2010htm
Ook vandaag
vertrekken we in groepen voor deze loodzware rit, zelfs een halfuur vroeger dan de andere dagen.
Ik ben ondertussen wat gezakt in het klassement en sta 83ste maar
vertrek nog steeds in groep B. Vandaag om 6.35 uur. De pees wordt er vanaf de
start weer opgelegd maar ik weet wat er komt en ga me niet laten vangen,
vandaag kan je veel tijd verliezen, maar ook winnen. Les Vincents daarentegen
schieten weer weg als een kanonsbal, als daar maar geen vodden van komen.
Ik kan ook niet
wegschieten want daar hangt mijn kopman Parkinson terug aan mijn trui. Ik doe
het zeer rustig en na een kwartiertje gaat het beter. Ongetwijfeld vanwege het
halfuurtje vroeger starten waren mijn medicijnen nog niet verteerd bij de
start. Maar zoals alle voorgaande dagen, als de motor op gang is, is er geen
stoppen meer aan, en het achtervolgen en voorbijsteken is een dagelijks ritueel
geworden.
Hoe
waanzinnig deze organisatoren het soms weten te brengen, vandaag rijden we
enkele honderden meters op een spoorwegbedding waar de treinen worden gestopt
wanneer er mtbikers aankomen. Het omgekeerde is voor ons logischer, in
Zuid-Afrika daarentegen ..
Van bij de
start van de etappe is het constant vals plat omhoog op bobbelige singletracks
door grasvlakten, het bolt voor geen meter, stoempen, stoempen, stoempen . Maar
hoogtemeters tellen zeer langzaam op de eerste 60 km. Onderweg sluit ik aan bij
een groepje met de Diestse boys, en zit bij het doorrijden van een klein
beekje, gevolgd door een opkant van anderhalve meter in het wiel van de
jongste. Alle rijders voor hem rijden het opkantje op, maar hij slaagt er niet
in en ik bots tegen zijn wiel, en daar lig ik voor de derde keer op mijn zij. Godverdoemme
hoe ist mogelijk, en na zijn excuses begin ik te lachen en van dan af noem ik
hem den Diestse deggereir. Wat later laat ik hen achter want De andere Diestenaar Johan heeft zijndagje niet.
Vlak voor de
tweede bevoorrading na 61 km kom ik in het wiel terecht van Les Vincents, die
overduidelijk teveel energie verbruikt hebben bij de eerste 60 stoempkilometers.
Om hen wat moraal te geven vertel ik hen dat nu pas het echte werk begint ,
want de volgende 30 km is het echt wel bergop, brede dirt roads (zandwegen) kilometers
steil aan een stuk, en dan zeer steil naar beneden zodat er weinig tijd om te recupereren
is, om terug weer steil omhoog te gaan, dit een aantal keer na elkaar. Echt
content zagen ze er niet uit na deze informatie.
Nadat ik aan
deze (en alle bevoorradingen zijn zo) uitgebreide bevoorrading mijn
energiepotteke wat had bijgetankt vertrek ik met de Vincents in mijn wiel naar
het zeer mooie reservaat Zulu Waters. Onmiddellijk bijhet binnenrijden beginnen de dertig kilometer
sadomasochistisch klimplezier. Anders kan ik het niet noemen. Bij het klimmen
halen wij drie gestaag ook weer rijders in die we direct achterlaten. Het is
duidelijk dat deze bikers ook te voorvarend gestart zijn. De klimmen zijn hels
maar de afdalingen nodigen uit tot waanzin. Als we in de zeer late
Belgennamiddag onze gps en/of fietscomputerke vergelijken qua snelheid ben ik
de King, liefst 84,2km/uur met een mtbike. Les Vincents staan op 2 met 82,6 en
de traagste Belg haalt nog ruim de 70. Als ik er nu aan denk, brrrrr..
Halverwege
de klauterpartij is de naft op bij éné Vincent, en laten we hem ook achter. Of
beter, ik laat ze alletwee achter want teamleden moeten bij elkaar blijven. Op
het einde van deze track waar 75% van de dag-hoogtemeters inzitten slaag ik er
in om voor het tweede jaar op rij goed in beeld te komen met de cameraman op de
motor door wat te spelen met elkaar. Kortom, ik heb mijn krachten goed
gedoseerd in deze etappe en eindig 48ste, met nog wat overschot.
Ook deze
locatie van ons tentendorp is weer subliem en er is teveel van het goede,
teveel van alles.
Tot laat die
namiddag blijven er rijders binnensukkelen en om halfzes, 30 minuten voor
sluitingstijd rijdt de laatste over de meet onder luide toejuichingen. Die
rijder heeft die dag wel bijna 11 uur gefietst. Ook de Marc had het niet
makkelijk, bijna een uur na mij spurt hij binnen op alweer min of meer zijn
plaats. Maar enkele tientallen halen deze dag de finish niet.
Zeer zware
rit met na 20km een 2km lange helling, recht omhoog, haast nooit onder de 16%
de Gumtree-klim, waar je neus regelmatig tegen je stuur zal tikken, zo staat
het in het briefingsboekje. Om af te sluiten zijn de laatste 200 meter minimum
20% zwaar, loodzwaar. En erkomt nog
veel meer moois die dag. Persoonlijk vind ik dit de mooiste rit van de negen
dagen, alhoewel het moeilijk kiezen is.
Aan de start
om 7.00 uur is het dringen, alsof ze allemaal niet snel genoeg aan de
Gumtree-klim kunnen beginnen. Ik sta weer ergens halfweg in het pak dat
ondertussen al met 150 rijders minder is. Opgevers, om verschillende redenen
zoals één duidelijk niet getrainde Belg, een Waal metteveel buikvet. Onder begeleiding van
doedelzakspelers en amazones te paard verlaten we de Cliffton High School waar
we bijzonder lekker hebben gegeten en geslapen.
Na 2km wordt
de etappe op gang geschoten, 20km licht dalend naar de voet van de gevreesde
klim. Na 200 meter gebeurt het weer. Een echte Parkinson-blokkage, een
on-periode. Bergop en bergaf moet ik iedereen laten voorbij rijden en na 15 km zie
ik niemand meer achter me. Ik rijd op het vlakke dan ook amper 10 a 12 km/uur. De
fufuzela bezemmotard zie ik nog niet achter mij, maar dat is omdat er enkele
anderen ongelukkige bikers al lek
gereden zijn, en daar moet hij achter blijven. Maar ik weet met zekerheid dat
er geen 20 meer achter mij rijden. Dat betekent dat ervoor mij een slordige 630 bikers fietsen!!!
Ik geef toe
dat ikop dat moment zo niet dacht, want
ik zou ter plekke gestopt zijn. Ik was vooral bezig met het moment af te
wachten wanneer deze verdoemde blokkage over zou zijn. Een tweetal km voor de
waanzinklim was het weer ineens voorbij. Tegen dat we haaks de Gumtree
opdraaiden sloot ik bij de laatste rijders aan die onmiddellijk van de fiets
stapten. Gelukkig is dit een brede klim, en geen singletrack. Hierdoor kon ik
laverend, slingerend en roepend tot boven rijden. Twee keer heb ik voet aan de
grond moeten zetten omdat er tussen de vele stappers op dat moment geen plaats
meer was om voorbij te rijden. Boven gekomen was ik zeker dat ik meer dan de
helft van alle vertrekkers die dag voorbij gereden ben, omdat tragere rijders
op zon hels stuk automatisch in de achterste gelederen verzeilen. Aan de
eerste bevoorrading na 35 km kwam ik Nic tegen, de Belg uit Zemst die alle
dagen rond plaats 300 of verder binnenkwam. Dat bevestigde mijn vermoeden. De
volgende 10 km reden we weer op een plateau met de wind vaak pal op de neus, en
bijgevolg ideaal om weer plaatsen te pikken. En dan reden we de singletracks
op, en dit haast voor de volgende 90km. Eerst was er een speciaal voor de
JoBerg2c gemaakte downhill track ,Harrisons Pass, met meer dan 50 uiterst scherpe steile
haarspeldbochten. Zeer technisch en prettig maar onmogelijk voorbij te steken.
In enkel kms daal je haast 600htms om uit te komen pal in een Zoeloedorp. En
ook daar ishet de hele dag kermis en
feest, zingende, dansende kinderen, vrouwen en mannen. Bijzonder aangenaam maar
als je erover nadenkt, wij westerlingen zullen daar eventjes passeren op onze
10.000 kostende mtbike. Bedrag dat deze mensen nooit van hun leven gaan zien.
Maar we hebben ze op zijn minst toch één dag plezier bezorgd.
Na de
passage door het dorp waar ik weer enkel rijders kan passeren, is het terug
stevig klimmen, om de zone Rock n Roll in te rijden. 30 km op en neer en
waar vooral de eerste 15 km zeer technisch zijn, op en over veel rollende ronde
witte stenen en rotsblokken. Ook nadien gaat het nog verder met de singletrack,
het woud in, waar inhalen soms mogelijk is.
Op de witte stenen-zone
gebeurt het volgende. Ik sluit aan bij een vrouwentrio die veel te traag voor
mij rijden, maar noodgedwongen moet ik erachter blijven. Ze botsen en
schodderen over elke steen en rijden enkele meters uit elkaar. Plots panikeert
de eerste bij het zien van een afsprongetje van 20 a 25 cm, ik hoor ze roepen
owowowow, en pats daar gaat ze over kop. De tweede heeft tijd zat om te
stoppen, maar om één of andere duistere reden lukt dat niet of wil ze niet, en
ze gaat collegiaal haar vriendin achterna. Ze tuimelt ook over kop , pats op
haar vriendin. De derde ja het is echt waar, doet krek hetzelfde, ik geloof
niet wat ik zie. Het is net of ik in een scene van Comedy Capers of Laurel
& Hardy zit. Ik moet zelfs niet remmen om te stoppen, mijn voet uit het
klikpedaal en ik sta stil, stap af en begin de dames op te rapen om nadien hun
fietsen uit elkaar te halen. De eerste had zich toch wel wat bezeerd maar
mtbike madammen kunnen wel lomp zijn, maarhet zijn harde tantes. Van één fiets stond het stuur scheef, van een andere
was de bidonhouder half afgebroken. Ik heb altijd wat materiaal mee, en met een
kniptang en een strippeke lapte ik de bidonhouder op, met de juiste sleutel
positioneerde ik de andere haar stuur. Ondertussen was er toch weer wat trager
volk ons voorbij gereden en besefte ik dat mijn resultaat die dag niet
schitterend zou zijn. Het was voor mij niet alleen een Parkinson-dag, maar ook
vanwege het niet kunnen passeren ook een ParkinGson-dag!
Na de
beklimming volgde er weer een prachtige 3 km speciaal aangelegde singletrack
door het woud, om zo de laatste 7 km vlak naar de finish te rijden. 244ste
ben ik geëindigd, slechts drie kwartier na de Marc die alweer rond de 110e
plaats was binnengereden, de regelmaat zelve.
Het
tentendorp was voor de zoveelste dag op rij op een schitterende plaats
opgetrokken. Op één van de vele boerderijen van farmer Glenn, één van de drie
organisatoren. Superlocatie!
Day 7 ; Glencairn to McKenzie Club
87km / 1378htm
Tijdens de
briefing de avond voordien werd dit voorgesteld als een overgangsrit. Vooral
omdat er meer daalmeters dan hoogtemeters zijn, maar dat wil niks zeggen. Ik heb alle Belgen die ook savonds bij elkaar
aan tafel zitten gezegd ; Tétekeréire, geloof het maar niet. Stevige rit,
niet vergeten dat we al zes dagen weg zijn.
Vanwege de
vele singletracks terug in groepen vertrokken. Ondanks mijn triest presteren
van gisteren , 244ste en daardoor gezakt tot de 122ste
plaats in de ranking, mocht ik nog steeds in groep B vertrekken. Vertrekken
toch, want ook vandaag zat ik 300 meter na de start alleen, iedereen uit groep
B was weggedemareerd en ik bleef eenzaam zitten.Vandaag waren het weer de afschuwelijke
teenklauwen die me parten speelde. Het was zeer lichtjes bergaf de eerste 15
km, maar ik kon mijn voet onmogelijk in het klikpedaal zetten, en moest mij
eerder lichtjes laten bollen omdat elke trapbeweging terug het teenklauwen
veroorzaakte.Tegen dat we na 15 km de
singletrack opdraaiden hadden de koplopers van groep C me ingehaald, maar het
moet zeer eigenaardig zijn voor hen, want op het moment dat ik ingehaald werd
kon ik er terug los van weg rijden. De crisis was weer voorbij en Sterke Jan
(aldus de Vincents) vond zijn kracht en pedaaltred terug. Tijdens de
traditionele inhaaljacht kwam ik op een singletrack vast te zitten achter een
groepje, waarbij de twee laatste forse potige ladys waren. Tijdens de voorbije
dagen en ook deze dag hadden we nog geen modder gezien, alleen stof. En plots
duikt er op de track een modderpoel op van wel drie meter lang!!!! Je kon van
veraf zien welk spoor de voorrijdende bikers genomen hadden, echt niks moeilijk
om erdoor te bollen ..behalve voor forse manwijven. Ons groepje komt in
eendenpas aangereden, niemand sukkelt, maar het eerste manwijf weigert te
trappen, waardoor de tweede op haar botst en deze loemperik tegen de laatste
tikt, en pardoes voor de vierde keer een pausenkus op Zuid-Afrikaanse bodem
geeft. Plat in het slijk, ik had het zien aankomen eigenlijk, ezel dat ik ben.
Manwijven oep ne velo, ge moet er voor opletten. Van wijven oep ne velo
moet je ook geen sorry verwachten. Dat is dan ook de reden waarom het woord
gentleMAN bestaat, en gentleVROUW allang uithet groene boekje en andere woordenlijsten uit het ganse universum
geschrapt is. Enfin, een goed vettig fietskostuumpje was het enige dat ik eraan
over hield, en deels uit colere heb ik ook als een gentleWIJF die twee
onmiddellijk voorbijgereden met ellebogenwerk.
Aan het
eerste waterpunt na 40 km sloot ik terug aan bij een groep van een 40-tal
bikers uit groep B. Hier zaten de Johan en den Diestse deggereir bij, ook de
twee Vincents. Door het voortdurend op en af, technische beklimmingen en
afdalingen was dit zoals voorspeld geen overgangsrit, maar voor de derde dag
opeenvolgend loodzwaar. In de laatste 10 km spat alles uit elkaaren kom ik binnen als 82ste.Ik klim terug wat plaatsen in de algemene
rangschikking en kom uit op de 125ste plaats.
Het
onderwerp van de dag bij de Belgen, het overgangsritteke, manwijven oep ne
velo modderbaden en den Diestse deggereir. Goed gelachen en ook veel leute
aan tafel tijdens het lekkere diner.
Alleen maar
lachende gezichten om 7.00 uur aan de start die weer gegeven wordt in groepen
met tussentijden van 5 minuten. Ik , Marc, De Vincents, en den Distse deggereir
en zijn teammaat starten allemaal met de glimlach in groep B. Dat Happy feeling
gevoel is te wijten aan het vooruitzicht van de eerste 40 km, alleen
bergaf .wat daarna komt, daar weigert ons brein aan te denken. De start wordt
gegeven en de eerste 7 km gebeuren in licht dalende lijn, en dan 20km bergaf
voor mountainbikers. De zoveelste singletrack speciaal aangelegd voor
mountainbikers, de onvergetelijke , wondermooie Umko-Drop. Je kan deze
schoonheid nietvertalen, niet
beschrijven. Het is slingeren, draaien, keren, technisch, speedy-stukken, soms
tricky, van een tafelberg langs de klif naar beneden, naar de Umko-vallei.
Ondertussen komt de zon op, verdampen haar warme stralen de vochtigheid in de
vallei, het is van een ongeziene schoonheid. Ik krijg nu nog kiekenvel als ik
eraan denk, en besef toch weer eens wat een ongelooflijke gelukzakken wij zijn
om daar voor ons plezier met ons fietske te kunnen rijden.
Door welke
mug de Marc die morgen gebeten is weet ik niet, maar de vele tassen koffie die
hij s morgens binnenkapt maken hem zeker niet kalmer. Als een dolle hond stort
hij zich naar beneden en schuwt geen risicos. Ik roep hem enkele keren toe om
toch niet als een dwaas andere bikers te passeren, maar hij blijft erdoof voor. En plots in een scherpe haarpin is
hij verdwenen, onderuit gegaan. Als ik de bocht neem krabbelt hij terug recht,
gelukkig is hij langs de klifkant gevallen en niet langs de valleikant. Enfin,
hij was nadien plots wel iets rustiger. De kilometers vliegen erdoor en voor je
het weet zijn de 20 km onder de wielen gegaan. Beneden fiets je nog enkele kms
door de wonderschone Umko-vallei , langs de mistige rivier.
Het gaat
zeer snel en ik heb echt kracht op overschot. Mijn tempo ligt zo hoog dat ik
van iedereen wegrij en de ene na de andere rijder inhaal en ook achterlaat. Als
de mist is weggebrand komen we aan de eerste bevoorrading, waar een minuutje
later ook de Marc met een smile tot achter zijn oren stopt. Iedereen heeft het
over de fantastische Umko-drop. Maar het lachen zal na het bijtanken wel
vergaan, ook voor ondergetekende.
We moeten
verder en het gaat na de bevoorradingspost onmiddellijk fors bergop en dat zal
het ook de volgende 25km blijven doen. De eerste kms is het op een breed goed
bereidbaar pad, maar dan gaat het rechtsaf. Het volgende uur is een steile klim
, een singletrack met soms zeer technische stukken. En na enkele honderden
meters , pats, het is ni waar hè, nu tochniet de Parkinson-blokkage. Mijn off-periode op het meest slechte
moment. Ik kan niet meer peddelen en balanceer tegen 3 a 4 km/uur de berg op.
Ik kan elk moment omvallen, maar ik weet dat dat niet gebeurt. Ik word langs
alle kanten voorbijgereden (alhoewel voorbijgekropen een betere omschrijving is)
door snellere bikers die wel op een klein verzet omwentelingen kunnen maken.
Hun snelheid zal tussen de 8 a 10 km/uur liggen.
Na een
kwartier kruipen besluit ik toch te stoppen en een koekje te eten, wat te
zitten wachten, tot deze off-periode voorbij is, want zo verder doen heeft echt
geen zin. De klim is nog zeer lang.
Er komen
steeds meer rijders aan en mijn picknick inspireert sommige om dat ook te doen.
Na 10 minuten zittijd (dat duurt lang) kruip ik terug mijn tuig op. Ik voel
direct dat het nog niet voorbij is, mijn hartslag blijft zeer laag (max 120).
Ik sukkel maar verder en op de technische stukken moet ik bij gebrek aan
snelheid soms te voet verder. Ook kan ik zo aan de kant voor de tientallen die
mij voorbijrijden. Hoe hoger ik fiets of wandel, hoe langer het duurt voor er
weer bikers mij voorbijrijden. Soms ben ik minutenlang alleen. En als ik weer
eens afstap op een technisch stuk komt er plots een blonde dame uit de bosjes
gehuppeld (neen, ik lijd niet aan zinsverbijstering en neem geen drugs). Ze
heeft ook een mtbike bij, draagt een fietsbroekske en heeft een JoBerg2c nummer
aan haar stuur hangen.
Ze vraagt of
ik even kan helpen met haar kledij. Haar truitje is volledig opengeritst.
Natuurlijk wil ik dat, ik ben geen gentleWIJF hè, wat moet ik doen? Wel zegt
ze, je moet je hand tussen mijn benen steken en zo mijn broekzeem tegen mijn
aandrukken. Ik weet niet wat ik hoor, denk dat mijn Engels tekort schiet om dit
te verstaan en vraag nog eens wat ik moet doen. Weer zegt ze hetzelfde en doet
zevoor waar ik mijn hand moet leggen.
Ze heeft een zitvlakprobleem (in het coureursjargon, een joekel van een puist
oep haar gat) , en ze komt een hand te kort om een soort van desinfecterende
sticker op de juiste plaats aan te brengen.Ik vertel haar dat ik vanwege Parkinson toch wel wat handshake, . Ze
lacht en zegt ;ik ben wel wel meer
gewend. En ik doe mijn goede daad die dag. Het ene manwijf is de andere
bosnimf niet hè. Je kan wat tegenkomen zomaar ergens in de broesse.
Na het
spelletje broekske wrijven (dat veel te snel voorbij was) moeten ik en zij
weer verder, de steile col op. Uiteindelijk kom ik boven, en kan ik onmogelijk
inschatten hoeveel tijd ik verloren heb. Veel, zeer veel, das een zekerheid.
Maar eens ik terug enkele honderden meters heb gefietst is plots de power terug.
Het is onbegrijpelijk en ongelooflijk, maar ik voel het niet aankomen dat ik in
mijn off-periode val, ik voel het ook niet aankomen datmijn on-periode terug ingaat. Het is ineens
weg, en het is ineens terug. En voor de zoveelste keer begin ik weer te poweren
en in te halen. Er blijven nog zon 30 km te rijden met nog aardig wat klimwerk
en een sterke tegenwind. En daardoor haal ik nog echt veel rijders in, maar ik
heb geen enkel idee in welke positie ik rij.
Bij de
finish ben ik zeer verbaasd dat ik als 147e binnenrij, slechts 18
minuten na Marc, die wel lek gereden is, maar toch moet ik sterk gereden hebben
die laatste 30 km. Het is ook te merken dat we 8 dagen aan het fietsen zijn,
velen zitten op hun tandvlees. Ik daarentegen voel me kiplekker.
Deze finish
is eigenlijk het fictieve eindpunt. Hier wordt het eindklassement van de
JoBerg2c opgemaakt.Morgen, de laatste
etappe, is een paraderit, de Champagne Stage zoals de organisatie het noemt, is
er om te genieten. Er worden morgen geen tijdsopnames meer geregistreerd. Dat
betekent dat ik 120e geëindigd ben in het totaal klassement,12e
bij de Masters of de ouwe venten categorie,ondanks alle Parkinson-ellende.Regelmatige
Marc eindigt 110e en 11e
bij de Masters. Het is wel indrukwekkend want van de 800 gestarte deelnemers
worden er slechts 393 of de helft geklasseerd. De andere helft heeft om een of
andere reden opgegeven, niet alle ritten gereden, is buiten tijd aangekomen etc.
Hetzelfde fenomeen in de Master-categorie, 97 deelnemers aan de start en
slechts 47 geklasseerd.
De rest van
de dag en de avond verloopt natuurlijk in een geweldige sfeer, omwille van het
broekske wrijf verhaal en alles wat daarvan gemaakt wordt, maar ook omdat
het morgen een paraderit is. Toch waarschuw ik de Belgen dat er morgen toch ook
behoorlijk venijnige beklimmingen inzitten, het is geen met 2 vingers in de
neus etappe. sAvonds tijdens de show en de briefing wordt er gezegd dat de
start morgen naar keuze is tussen 07.00 en 08.00 uur. Dit wordt met gejuich
onthaald. De plezante avond duurt een dik uur langer dan de voorbije en rond
21.30 begint de eetzaal leeg te lopen. Op de Crazy Belgian Table blijven
behoorlijk wat lege flessen wijn achter.
Day 9 ;
Jolivet to Scottburgh 83km / 970 htm
Voor de
laatste keer dit jaar in de JoBerg2c begint stipt om 05.30 uur de haan te
kraaien. Het beest is nog altijd snipverkouden, kort daarna beantwoordt een
fiere haan het eerste schorre gekraai,waarop de honden ook weer wakker worden en beginnen blaffen en bassen,
in verschillende toonaarden, kortbij en veraf, de mannen van AC/DC zijn er
ook nog steeds met hun snerpende gitaren en Thunderstruck!!!
Gisterenavond
hebben de Belgen afgesproken om met zijn allen de laatste rit in groep te
rijden, ook de Waal die opgegeven heeft rijdt mee, en we zouden vertrekken om
07.45 uur. Om halfacht rijden Marc en ik naar de start waar ze al allemaal
klaarstaan, en op enkele bikers na is het hele peleton al vertrokken voor 07.10
uur. Het is niet te geloven, dus de Belgengroep vertrekt dan ook na
beeldopnames voor de tv-uitzending die dag. Ik voel weer dat het een
Parkinson-moeilijk begin voor me zal zijn, en zeg tegen de rest dat ze maar
verder rijden zonder naar mij te kijken, ik haal hen wel terug in. Gelukkig
duurt mijn ellende niet al te lang en na een dikke 20 km zit ik terug bij de
Belgengroep die er een gezapig tempo op nahouden. Zoals eerder gezegd zitten er
drie nijdige klimmen in, en even nadat ik terug aangesloten ben is er de Out
of Africa-klim. Bovengekomen is het lang wachten eer de laatste Belg, de
herstarte Waal samen met Nic, terug aansluiten. Halverwege de etappe die door
onnoemelijk veel suikerrietvelden gaat, vooral in lichtjes dalende lijn is,
komt de zoveelste steile moeilijke en technische helling van deze
JoBerg-editie. Deze keer door een weide, en daardoor zie je een sliert van
wandelende bikers naar de top klimmen. Tijdens onze beklimming moeten de betere
Belgen, waar ik mezelf ook toereken, slalommen en balanceren tussen de rotsen
en de wandelaars naar boven toe. En ook hier ga ik voor de vijfde keer dan
tegen de vlakte door een domme beweging van een wandelende biker. Maar ach, een
schaafplek meer kan de pret niet derven. Bovengekomen wachten we op de andere
Belgen. Maar het duurt erg lang en we besluiten dan maar om verder te rijden
tot de bevoorrading en daar elkaar op te wachten.
Na de
bevoorrading valt onze groep weer uit elkaar, alle Vlamingen zijn samen op Nic
na (ook teveel buikvet) , onze Waalse vrienden Les Vincents zijn er ook bij. De
andere Walen zitten in groep 2. Wat verder rijdt er één van de twee Vincents
lek en besluiten ze dat ze op de andere Walen gaan wachten. Federalistisch
Belgie rijdt ook in Zuid-Afrika mee.
We krijgen
nog een extra tv-opname van de Crazy Belgians, alhoewel Wallonie niet meer
vertegenwoordigd is in onze groep, maar dat zeggen we niet. En ineens is het zo
ver, de finish is in zicht, enkel nog de 300 meter lange op het water zwevende
brug over de zee-arm over, en we zijn er. Maar er is geen water, daarvoor zijn
we te laat binnen. Al het zeewater is weg vanwege het getij. Voor de tweede
keer op rij kan ik niet over het zeewater rijden, nu omdathet eb is, vorig jaar omdat de brug gesloten was
vanwege teveel wind. Dus moet ik volgend jaar terugkomen.
Marc en ik
rijden al hand-shakend over de aankomstlijn en krijgen net als iedereen een fles
champagne. Na de proficiats onder elkaar en tegen vele andere deelnemers die we
tijdens dit avontuur leren kennen hebben, worden de flessen ontkurkt. Het
smaakt afschuwelijk, maar daar maakt niemand een punt van. Het was wreed
plezant!!!!
Na een
tijdje rijden we verder en zoeken onze gids Ryan op die staat te wachten met
onze fietskoffers en bagage. Rond 14.00 uur is alles ingepakt en vertrekken we
naar ons hotel in Durban met de bus. We kijken nog eens achterom en ik denk, wees
maar zeker dat wanneer mijn lijf en gezondheid het enigszins toelaten ik in 2018 terugkom, voor de derde keer in
drie jaar tijd.
Ik weet niet
of dat gaat lukken. Ik heb me daar ook voorgenomen om vanaf heden zulke
evenementen eerder op een rustige toeristische manier te beleven, ipv te
koersen. Ik weet niet of ik daartoe in staat ben, maar ik ga het proberen. En
dat zal nog dit jaar zijn, ook in Zuid-Afrika, in oktober tijdens de 7-daagse
Cape Pioneer Trek.
En ga zeker
via dezehomepagina naar de knop
media, en klik op Youtube videos and images. Neem iets om te drinken en te
knabbelen, en geniet van de bijzonder mooie films/ fotos van de dag, die wij
elke dag tijdens het avonddiner mochten bekijken op groot scherm in de enorme
eettenten, voor de tv-uitzending.
Eind 2016 krijg ik een telefoontje van de Luc (de
pechvogel in de derde etappe van de Crocodile Trophy 2016, aan wie ik ook mijn
reservebinnenbandje gaf, met alle narigheden en ellende tot gevolg). Of ik geen
zin heb ommet hem te vormen in de
Algarve Bike Challenge 2016, in Tavira, van 3 tem 5 maart.
Deze wedstrijd bestaat uit een avondproloogvan 2,5 km dwars door het pittoreske stadje ,
en twee ettapes in het binnenland van de regio. Ik ben weer direct akkoord,
als we maar weg zijn en de hort opkunnen. Mijn esposa Geja heeft nog gratis
vliegtickets liggen van Brussels Airlines, dus kunnen we die daarvoor
gebruiken, en met haar beslis ik om er ineens 7 dagen van te maken. Een weekje vakantie
in een luxe-resort in dAlgarve, echt iets voor ons. Dat gaat wat geven.
We proberen ons in te schrijven als Team Tettekerèire, maar
dat lukt jammer genoeg niet. Ik had het de Portugezen graag horen uitspreken.
Dus wordt het maar Team JanLuc, in de categorie 50+, de Grand Masters ,
alhoewel ik de ouweventencategorie leuker klinken vindt. Ik weet weer
waarvoor ik mag trainen.
Eind januari begeeft mijn achterdemper van mijn Specialized
Epic het. Vermits het een onderdeel is van het gepatenteerd Brain Systeem van
Specialized moet de herstelling gebeuren bij de verdeler. Minstens twee weken
zonder fiets. Prachtig marketingsysteem ook vind ik. Ik koop dan maar een
S-Works Epic kader en laat deze opbouwen identiek als mijn Specialized Epic.
Levertijd 4 dagen, en ik kan verdertrainen.Het vervolg van deze
komedie, want zo gaat dat altijd bij mij, vertel ik later eens misschien.
Op 28 februari nemen Geja en ik het vliegtuig naar Faro,
vandaar verder met de huurwagen naar ons resort, Vila-Gale Albacora in Tavira. Geweldige
locatie, een omgebouwd oud visserdorp en
zeer rustig, want bij aankomst zijn er
maar een 10-tal kamers van de slordige 250 bezet. In het hoogseizoen zal dat
wel anders zijn. Net als tijdens het raceweekend.
Met een bang hartje haspel ik daar op woensdag (110 km en
2500htm) en donderdag (80km en 2200htm) twee ferme trainingsritten af. De twee
tracks van de editie 2016 die ik gedownload heb op mijn gps. Ik kom onderweg
regelmatigen vooral op de zwaardere
stukken markeringen en pijlen tegen voor de koers van dit jaar. Het zal duwen,
stoempen , puffen en blazen worden, want dit is ook een UCI-wedstrijd.
Donderdagavond begroet ik mijn teammaat Luc. Ik geef hem de
hand en hij kan nog net op tijd ingrijpen wanneer ik hem een schouderklop wil
geven. Heeft hij toch wel twee weken
voordien drie ribben gebroken bij een schuifpartij op het asfalt, in een
mountainbikerace in Spanje!!! Maar zegt Luc, ik ga proberen de proloog te
rijden, zaterdag te starten en wanneer de mtbikers het veld indraaien, rij ik
rustig verder de weg op, dus Jan ge zult zonder mij moeten rijden. Luc is ook
ingeschreven om de Cape Epic in Zuid Afrika te rijden, de derde week van maart,
en hij wil na zijn val dit weekend terug beginnen bollen. Karaktervent of zou
zot zijn echt geen zeer doen? Behalve met drie gebroken ribben dan!
Het is altijd iets met ouwe mannen dieperse jong willen blijven. Petanque, schaken
en dammen, de drie enige sporten die nog zouden mogen toegelaten worden eens je
de 50 bent gepasseerd. Hoor wie het zegt. Het wordt er ook niet beter op
wanneer we een groot aantal van de 400 twee-mansploegen, 800 deelnemers dus
zien binnenvallen. Zelden zien we iemand die meer dan 65 kg weegt, laat staan
de 80kg van mij, de 90 kg van de Luc. De koers wordt hier duidelijk bergop
gereden en gewonnen.
Op vrijdagavond 3 maart staan wij in het donker op het
startpodium om 19.23 uur voor onze 2,5 km lange proloog. Heel het parcours
bestaat uit kasseien, trappen op en trappen af, en op de koop toe regent het
een beetje, de kasseien zijn spekglad. Ik kan het niet over mijn hart krijgen
Luc achter te laten. Heel behoedzaam rij ik met hem de 2,5 km in meer dan 15
minuten, en samen rijden we over de finish. Hoeveel teams er ons voorbij zijn
gereden tel ik niet, heeft ook geen belang, want als één rijder van een team
opgeeft mag de andere wel verder rijden, maar wordt hij niet meer in de ranking
opgenomen. Ondanks onze recordtijd zijn er nog 8 teams trager dan ons, die
moeten lekgereden en/of gevallen zijn, dat kan niet anders. Maar we hebben ons
toch geamuseerd en een terraske gedaan met de vrouwen. Het heeft wel iets ,
deze avondproloog in dat stadje , ondanks het gedruppel, leuke sfeer.
Zaterdagmorgen 4 maart regent het pijpestelen en ouwe wijven
tegelijk. Er blaast ook een zeer harde wind. De organisatoren besluiten
wijselijk de start 2 uur te verlaten en de eerste etappe wordt ook ingekort met
ongeveer 15 km. Om halftwaalf worden 798 smalle mannen en 2 wat oudere en
dikkere heren, helemaal achteraan in het peleton, op gang geschoten. Enkele kms
verder zwaait Luc mij uit, wenst me hetbeste, en zegt rij maar. Ik maan hem aan tot voorzichtigheid op zijn
wegritteke en duik het rode modderbad in vanwege de regen. Modder is het niet
echt, eerder een rode waterige pap vanwege de hevige regenval. Het zal een proper
ritteke worden, maar de zon is terug van de partij, en datgeeft de burger moed.
Ik vind snel mijn tempo en het verbaast mij dat ik constant
smalle jongere gasten voorbij peddel, ook bergop. Als je in zon pak achteraan
start kom je natuurlijk de traagste eerst tegen, en ook veel sukkelaars die
niet veel kennis hebben in techniek. Niet dat ik zon kennis heb maar goed
gelanceerd bergafrijden om de volgende
helling op te stormen, dat ken ik. Tandje per tandje kleiner schakelen zodat je
steeds een constant omwentelingsaantal draait tegen een behoorlijke snelheid is
iets wat velen niet kennen. Zo rijd ik ze met tientallen voorbij. zij die aan
de voet van een klim onmiddellijk van groot naar klein schakelen en zo direct
stilstaan voor ze eigenlijk aan het klimmen gaan.
Ik blijf constant inhalen maar hoe verder ik door het pak
rij, hoe meer gaten er zijn die ik moet overbruggen vooraleer een volgend
groepje tegen te komen, maar het gaat goed. Hier en daar staat ook Geja te
supporteren die met de auto de punten heeft gezocht waar we de openbare weg
oversteken. Prettig weerzien steeds.
Na zowat 50 km rij ik al een tijdje in hetzelfde groepje en
stop aan de tweede bevoorrading. Dit is zowat het hoogste punt van de rit, en
nu gaat het vooral bergaf naar de kust met toch nog wel wat nijdige klimmen in.
Ook Geja is hier en zegt dat ze de Luc op het vorige punt (waar ik al voorbij
was) heeft gezien. Dieje zit IN DE KOERS!!! Straffe pee, ik kan het niet
dikwijls genoeg zeggen. Ik besluit om op hem te wachten, en sla ondertussen een babbel met een
toevallige voorbijfietsende Belg op een koersfiets die stiekem een banaan kwam
pikken. Een kwartier later reed hij verder en was Luc nog niet te zien. Was hij
nog wel in koers? Ik besluit om toch maar verder te rijden. Geja gaat wachten
en mij per sms berichten of hij daar nog passeert, en te vragen wat zijn
plannen zijn. Ik vind mijn pedaaltred terug en haal weer rijders in, om vlak voor het binnenrijden van Tavira terug bij het
groepje rijders te zitten die mij achterlieten bij de 2e
bevoorrading.
Als ik de finishboog zie staan stop ik in de zon op een brug
om naar mijn telefoon te kijken. De Luc is nog steeds in koers en fietst met
zijn 3 gebroken ribben en een hooppijnstillers op zijn tempo naar de aankomst. Ik wacht want ik wil diene
kerel zien voor de aankomst om samen als team de meet over te rijden.
Zo wacht ik ongeveer een half uur , honderden rijders zijn
al gepasseerd en daar duikt hij op. Scheef op zijne fiets en met een van pijn
verwrongen gezicht tovert hij een grijns op zijn vuile moddersmoel als hij mij
ziet. Super man, ondanks dat ik vind dat je een idioot bent bewonder ik uw
karakter, proficiat, geweldig. Ijzersterkevent,en samen bollen we net als
de dag voordien over de meet. Ons klassement en de tijd? Wat kan ons dat
schelen. Toffe rit (75 km en 2400htm) alhoewel het voor het éné teamlid wat
plezanter zal geweest zijn dan de andere.
SAvonds aan tafel met de bende is het prettig toeven.
Zekerwanneer ik merk dat mijn
solidariteit vanwege het wachten opmijn
halve team, beboet wordt met een STRAFTIJD van 3uur 55 minuten!!!!! Blijkt dat
er onderweg enkele geheime controlepunten zijn. Het reglement zegt dat teams
ten allen tijde bij elkaar moeten blijven , zoniet worden er vijf minuten
straftijd toegekend per minuut dat een team uit elkaar rijdt. Deze straftijd
geldt alleen voor de wegrijder. De achterblijver krijgt gewoon zijn gereden
tijd. Zodoende heb ik door een halfuur te wachten op de brug vlak voor het
laatste controlepunt, de finishlijn150
minuten of 2uur 30 minuten gewonnen Merci Luc!!!!!!
Zondag 5 maart derde etappe. Weerom staan we achteraan het
pak en Luc gaat proberen omna zijn
volhardingstest gisteren deze rit ook uit te rijden. Ik blijf bij hem, ik ga
deze keer geen extra straftijd riskeren. Maar mijn solidariteits-achterstand kan
ik nooit goedmaken op hem als hij uitrijdt. En hij zal uitrijden, want nu heeft
hij een reden meer natuurlijk. Na het startschot zijn we weg en kijk, ook nu
halen we samen regelmatig anderen in. Ik wil ten allen tijde vermijden dat hij
valt omdat hij mij probeert te volgen. Of ik rij achter hem of bij het klimmen
zoek ik mijn tempo , enlaat hemachter, maar zodra ik hem niet meer zie of op
de top wacht ik hem op. Waar het kan neemik hem op sleeptouw en zo rijden we toch een aardig tempo. Ik zeg nog
eens dat hij karakter heeft, botsen en schodderen met drie gebroken ribben, doe
het maar.
De laatste 20 km zijn
vooral bergaf en vlak en daar geef ik er nog eens een lap op, en hij blijft
goed in mijn wiel. Het team JanLuc zal als team uitrijden en aankomen. Op het einde
zitten we op de asfaltweg en wordt Luc zowat euforisch en neemt hij zelfs de
kop, ik moet begot krabben om in zijn wiel te blijven. Neeje, dat plezier
ommij eraf te rijden gun ik hem niet.
In de laatste km jaagt de organisatie ons om één of andere reden door een
ondergelopen fietstunneltje waar het water kniehoog staat, en moeten we nog van
de fiets, ik ben daar niet kwaad voor. Even later rijden we blij en voldaan
hand in hand de meet over waar onze vrouwen ons staan op te wachten.
Leuk evenement, goed georganiseerd en goede sfeer (zelfs met
drie gebroken ribben).
Ik heb hem gereden, helemaal uitgereden, van de eerste tot
de laatste meter, de Crocodile Trophy 2016, ik heb hem gereden, ik heb
hem gereden. Ik heb ook gewandeld en gekropen, letterlijk, over onbereidbare
steile hellingen ., ik heb hem meer dan eens verwenst en vervloekt, ik heb
gezucht, geblazen ,gevloekt, getwijfeld, ik heb liters zweet verloren, ben diep
geweest, zeer diep, met momenten meer dan ik in mijn lijf had, uitgeput Soms stonden de tranen in mijn ogen van
ellende en uitputting, mezelf afvragend waarom ben ik hier aan begonnen. Ik heb
willen opgeven, niet meer afzien. Op andere momenten stonden de tranen in mijn
ogen van geluk, van contentement, opperste verrukking, was ik zeer blij dat ik
hier toch nog aan begonnen ben. Zoveel emoties, zoveel gevoelens ik kan
het niet omschrijven.Overweldigend.
Terug naar september 2014. Na twee operaties ben ik 3 maand
later voorzichtig beginnen fietsen, zegge en schrijven begin december. Omdat ik
moeilijk stilzitten kan ben ik tijdens mijn herstelperiode wat plannetjes gaan
tekenen om onze badkamer wat op te frissen, om uiteindelijk uit te komen tot
een grondige opfrisbeurt/halve verbouwing van onze woning, dit tot ergernis van
mijn eega Geja .. die nadien wel tevreden was.
Om die reden heb ik tijdens het voorjaar 2015 minder
gefietst, heb hier en daar een toertocht in het weekend meegepikt,maar ben vooral met verbouwingen aan onze
woning bezig geweest. De Crocodile Trophy zat ergens diep in mijn achterhoofd
verborgen.
Na de renovatie en de jaarlijkse motorvakantie in de
zomer van 2016, heb ik terug wat meer tijd gemaakt voor de mountainbike. Het
krokodillebeestje kroop stillekesaan terug naar voor in t koppeke. En tijdens
de prachtige, droge herfst van 2015 zat
de Crocodile Trophy terug helemaal daar waar hij met een smak verdween in
september 2014.
In de voorbije twee jaar ismijn dosis dopamine-inname noodzakelijkerwijs verhoogt, en kan ik geen 4
uur meer zonder, dat ontdek ik op de volgende manier;
In het najaar en de winter van 2015/2016 stel ik vast dat Mr Parkinson,
samen met de Crocodile Trophy, ook meer op het voorplan komt. Zowel
tijdens de dagelijkse beslommeringen, maar tot vervelens toe ook tijdens het
fietsen. Ik heb hem dan maar dik tegen mijn goesting opgenomen in mijn
tweemansploeg, hem ineens benoemd tot kopman voor het leven. Hij profiteert
alleen maar van me, haalt nooit drinken of eten, zet mij nooit even uit de
wind. Integendeel, plots duikt hij op, hangt aan mijn zadel, erger nog, hij
kruipt gewoon als ballast in de zakken van mijn fietstrui of kruipt gewoon opmijn rug.
Vandaag de dag ,november 2016, is het zover gekomen dat
kopman Parkinson tijdens elke rit één tot twee uur al mijn aandacht opeist. Dat
uit zich tot het in kramp trekken van mijn tenen aan mijn rechtervoet. Of het
ongecontroleerd wiebelen van mijn linkervoet, die dan soms uit mijn
klikpedaal springt. Op die momenten, vooral wanneer mijn rechtertenen in
klauwvorm komen te staan, zit er niks anders op dan te stoppen met pedaleren,
af te stappen en te wandelen, zodat mijn klauwtenen terug ontspannen. Soms gaat
het voorbij na één keer 100 meter wandelen, veeleer moet ik dit enkele keren
herhalen en kan het soms een half uur duren eer mijn klauwtenen terug
ontspannen zijn.
Maar de wiebelende linkervoet, en de klauwende rechtervoet is
nog het minst erge. Tijdens wat langere ritten, toertjes van 3 of meer uren
krijg ik van de ene seconde op de andere periodes van blokkage. Om te fietsen
breng je de kracht via je benen over naar de pedalen, dat doe je spontaan.
Tijdens die blokkage-periodes doe ik alle moeite om dat te doen, maar dat lukt niet. Mijn kracht kruipt in mijn armen. Ik doe niks
anders dan gewoon mijn armspieren opspannen tot deze 1000 kilo en meer wegen.
Er komt niks van power meer op mijn pedalen.
Op het vlakke, bergop, zelfs bergaf krijg ik amper de benen
rond, mijn hartslag gaat tijdens deze periode ook nooit meer boven de 115/120
slagen/minuut, soms blijft hij onder de 100 . Doe ik toch alle moeite om mijn
hartslag en omwentelingsaantal terug hoger te krijgen, door bijvoorbeeld een
spurtje te trekken, en kom ik zo tot aan een geweldige hartslag van 130, dan
betaal ik dat cash. Er rest mij niks anders dan op mijn zadel neer te ploffen
als een bloemzak. Mijn hartslag valt onmiddellijk terug tot maximum 115.
Het rare eraan is ook dat ik tijdens die blokkage-periode
ook de meest steile hellingen aankan, maar aan een extreem laag aantal
omwentelingen, zodoende fiets ik dan amper 3 a 4km/uur. Op het vlakke kom ik
niet harder dan 16 a 18 km/uur. Ook tijdens deze periode van blokkeringmoet ik amper ademhalen, ik ben of voel me
ook niet moe. Ik fiets gewoon rond met de hartslag van een mummie, draai een
maximaal omwentelingsaantal van een 150-jarige.
Ondertussen heb ik dat allemaal moeten aanvaarden, weet ik
dat ik niks anders kan doen om te wachten tot wanneer de voetproblemen en blokkeringsperiode
voorbij is. Dat gebeurt ook van de ene op de andere seconde, net zoals het
opkomt. Ik voel dit niet aankomen, en voel ook niks meer nadat dit voorbij is.
Tot op heden weet ik alleen dat het voorbijgaat. Soms snel na een tiental
minuten, maar evengoed kan het anderhalf tot twee uur duren, zoals ik dezer
dagen mocht meemaken in de tweede helft van de Crocodile Trophy. Vermoeidheid en overmatig zweten tijdens het fietsen is zeker een bepalende
factor.
Mijn neurologe heeft voor al deze dingen geen verklaring, bij
gebrek aan naslagwerk of onderzoek van andere Parkinson-patiënten die zoals zei het zegt, extreem sporten.
Ze zegt dat ik een boek of een naslagwerk moet schrijven. Om
dan te overhandigen aan haar? Zodat ze weer 55 euro kan aanrekenen voor een
bezoek? Téitekereire, ik fiets liever
Terug naar het najaar 2015;
In oktober 2015 koop ik een nieuwe mountainbike, een full
suspension (voor-en achteraan geveerd) Specialized Epic Expert Carbon 2016. En
ook nieuwe schoenen.
Ongelukkigerwijs start ik op advies van de neurologe in
dezelfde periode met andere medicijnen om Prolopa-bijwerkingen tegen te gaan. Ik start met de inname van Stalevo die
de Prolopa moet vervangen. Het opduiken van de problemen die ik ervaar wijt ik en mijn dokters
helemaal aan de nieuwe fiets en de nieuwe schoenen.
Na vele bezoeken bij dokters, neurologen die me verschillende
test laten doen, die me van kop tot teen onderzoeken, bezoeken aan podologen die
verschillende soorten en types steunzolen voorme maken, komen vooral de klauwtenen frequenter voor. Ook wanneer ik
helemaal niet fiets, bij dagelijkse handelingen. Het duurt ook veel langer eer mijn rechtervoet terug
ontspannen is. Hetzelfde geldt voor de blokkeringsperiode.
Begin februari heb ik al een drietal weken helemaal niet
gefietst en ben ik moe, zeg maar uitgeput. Op een donderdagmorgen kom ik helemaal tot
stilstand. Ik kan mijn broeksriem niet meer sluiten, en neen, ik ben niet
dikker geworden.
Ik zet mij neer, neem pen en papier, en begin op te schrijven
wat er de voorbije maanden veranderd is, hoe het in godsnaam mogelijk is dat ik
op goed drie maand 120 jaar geworden ben. Ik kom tot het besluit dat het niks
te maken heeft met nieuwe fiets of schoenen, nog minder met al of niet speciale
steunzolen. Het is de nieuwe medicatie.
Ik doe alsof de laatste drie maand er niet zijn geweest en
besluit op eigen houtje om terug een dosis oude stopgezette pillen in te nemen. Alle zes uur
een half tabletje Prolopa250. Een kwartier later krijg ik een ongelooflijke
boost. Het kan mij helemaal niet schelen wanneer één of
andere specialist toen en nu zegt dat dit niet kan, en ik wil ook niemand ertoe
aanzetten om zelf te gaan experimenteren, maar dit is wat er gebeurde die
donderdagvoormiddag.
Een half uur na inname van mijn pillen trek ik mijn nief
schoenen, kruip ik niet meer, maar spring terug opmijn nieve velo en doe een toerreke. Ik voel me herboren, kan mezelf
terug afdrogen na het douchen en een broeksband sluiten is geen enkel probleem
meer.
Het weekend daarop maak ik twee keer een mountainbiketoer van
meer dan vier uur met aardig wat hoogtemeters. Twee keer stel ik vast dat mijn
klauwtenen opduiken vier uur later nadat ik mijn pillen heb geslikt.
Mijn simpeleredenering luidt als volgt; mijn dopamine is
mijn brandstof , mijn lichaam is de benzinetank, de naftbak Mijn armen en
benen zijn de motor. En als je niet op tijd en stond naft in de naftbak kapt
stopt de moteur met rijden.
En dat is wat er is voorgevallen tijdens de herfst/winter
2015-16. Elke 6 uur een half dopaminetabletje is niet meer voldoende om dit
lijf te laten functioneren, laat staan fietsen zoals voorheen.
Omdat ik elke dag, ondanks de waarschuwingen van lijf en leden,
de klauwtenen en blokkage-problemen, de laatste restjes dopamine uit de
reservetank heb genomen ben ik langzamerhand trager en
trager gaan functioneren, om uiteindelijk helemaal stil te vallen op
"broeksband-donderdag" in februari.
Vanaf dat weekend neem ik s morgens (weer op eigen initiatief) om 6 uur ¾ tablet
Prolopa250 en vul elke 4 uur aan met een ½ tablet. En kijk, het wonder is
geschied, ik val niet meer stil en mijn klauwtenen zijn weg. Ik ben ook haast
zeker dat de nieuwe pillen Stalevo ipv Prolopa ook wel zullen werken, alleen
geldt voor de nieuwe pillen ook het naftbak-principe, en moet de dosis hoger
zijn, of de toevloed frequenter. Maar omdat ik ondertussen weer met nieuwe moed
aan de weg naar de Crocodile-Trophy begonnen ben, ga ik het overschakelen van
Prolopa naar Stalevo, pas na de Croq doen (gisteren 2 november begonnen). Dat
mijn neurologe zegt wat ze wilt, ik ben het die moet slikken.
Drie weken later heb ik een afspraakmet mijn neurologe. Opgewekt en blij vertel
ik haar mijn verhaal zoals hier beschreven, zij luistert en noteert aandachtig.
Na mijn verhaal zegt ze; Allee, das goed, ik ben blij voor u, doe zo voort,
het is 55 euro.
Drie weken na broeksband-donderdag haal ik al terug een behoorlijk
fietsniveau en schrijf mij in voor een ander meerdaagse mountainbike-race, in
Zuid-Afrika. De JoBerg2c (lees van Johannesburg to Coast), een negendaagse
race in lijn. Van Johannesburg tot Durban. 900 km, 14000 hoogtemeters, dwars
door de wondermooie schoonheid van Zuid-Afrika, door Zoeloe-land, eindigend op
de beach van Scottburgh, waar je eerst een door de golven bewegende 300 m lange
brug vlak voor de finish moet overrijden. Ga, kijk en geniet;www.JoBerg2c.co.za en
schrijf u in.
De overtreffende trap van fantastische beleving is niet
genoeg voor dit heerlijk evenement. Elke deelnemer is daar een kampioen en
wordt van de eerste tot de laatste minuut in de watten gelegd. Het enige wat je
moet doen is fietsen, eten en naar het toilet gaan. Verder wordt je daar
behandeld als koningen. Je bagage wordtgedragen, je fiets wordt elke dag gepoetst en gesmeerd, bevoorradingen
onderweg zijn buffetten die heerlijker zijn dan Romeinse schranspartijen ten
tijde van Julius Cesar, om van de avonddiners nog maar te zwijgen. Dagelijkse
filmreportages die niet moeten onderdoen voor de uitzendingen van de Tour de
France, met filmploegen in helicopters, in de koers en broadcasting op de
Zuid-Afrikaanse tv. Om duimen en vingers af te likken.Een unieke ervaring waar je natuurlijk wel voor moet getraind
hebben, maar een absolute to do marathon voor de geoefende amateur-mountainbiker.
Ik vond het alvast zo prachtig dat zolang mijn lijfhet toelaat ik elk jaar terugga, alvast in
2017.
In het begin van de zomer merk ik terug dat mijn naftbakske
dopamine alweer rapper leeg is, en slik ik noodgedwongen elke 3 ½ uur een ¾
tablet Prolopa250, zeker bij het fietsen. Desondanks komen de klauwtenen en
blokkagemomenten meer en meer voor. Ik begin er rekening mee te houden dat het
haast elke lange training of rit (meer dan 4 uur) wel het ene of het andere
opduikt.
Na mijn terugkeer uit Zuid-Afrika had was de goesting naar
meer van dit events groot. Ik zocht en vond een ander avontuur. Een zesdaagse
race in Mongolie eind augustus 2016, The Mongolia Bike Challenge.
Het enorme lege landschap is overweldigend mooi. Mooie maar
ook zware ritten vanwege de hoogtemeters, maar vooral vanwege de wind. Er is
altijd en overal wind die blijkbaar altijd tegen staat. Heb je het geluk dat hij
voluit op de rug blaast ga je natuurlijk wel vooruit, maar net vanwege deze
snelheid is het dan ook vaak snel afgelopen, en ishet terug stoempen geblazen. Van een
technisch parcours moet je zeker niet spreken, remmen heb je haast niet nodig,
een geveerde fiets is ook geen must, singletracks zijn er totaal niet, maar nog
eens, het is een overweldigend landschap.
De sfeer onder de deelnemers was super. Ik heb me geamuseerd , tijdens de ritten, en zeker ook nadien.
Het eten was ook best in orde, maar daarmee zijn alle goede punten van de
organisatoren vermeld.
Qua organisatie is het een zootje, een dikke nul
en zwaar gebuisd. Alles wat er wordt beloofd op hun website is er niet. Amper
gelegenheid tot douchen na de race, laat staan wat water om demountainbike wat op te poetsen. Als er al
water is , is het alleen koud water of een groene rivier. Ondanks de vele uren
zon komt de temperatuur overdag amper boven de 15 graden vanwege de hoogte en
de wind. De overjaarse gps routes zijn al jaren niet ge-update, er is weinig of
geen correcte bepijling. Deze twee factoren zorgen voor veel ellende bij de
deelnemers en leidt tot nachtelijke zoektochten naar deelnemers. Zelf ben ik enkele
uren aangehouden omdat ik onwetend op militair gebied aan het fietsen was.
Slapen in tenten waar meer gaten dan zeildoek aanwezig was, en dit terwijl de
organisatoren elke nacht in een hotel verblijven. Bevoorradingsposten hebben
water en chips, met wat geluk is er ook nog cola en thats it. Transport van de
mtbikes gebeurt op open bouwtrucks, waar voor enkele honderduizenden euros aan
fietsen op staat, zonder enige bescherming tussen de fietsen. Deze worden tegen
elkaar getrokken door koorden alsof het oud ijzer is, en zo kan ik nog wel
doorgaan.
Mijn persoonlijk advies (maar ik ben er natuurlijk wel
geweest); Wegblijven!De vertrekplaats
Ulaanbataar, tevens hoofdstad, is een echte hel voor fietsers, fietsen is
levensgevaarlijk. Maar een avontuur is het zeker wel.
En dan nu het hoofdstuk waar ik deze blog voor heb gemaakt.
De Crocodile Trophy (niet 2014) maar
de 22ste editie in 2016. Jaren van gedroomd en nu werkelijkheid.
Na mijn hoofdstuk Mongolie merk ik dat de conditie niet
opperbest meer is. Ik heb in september de kaap van 10.000 kms op mijn mtbike
overschreden, en weer krijg ik sneller, klauwtenen, wiebelvoeten of blokkage.
De duurtijd om erover te komen duurt vaak ook langer. Maar ik weiger nu pertinent
om nog meer dopamine te slikken, of de inname tijd nog te verkorten.
Gesteund en aangemoedigd doorop de eerste plaats mijn eega
Geja, mijn drie beste jeugdmaten den Toinkes, den Biste, en de Fluppe,
alsook hun respectievelijke wederhelften, vertrek ik op 17 oktober met een
klein hartje en dikke peurre met mijne kopman Parkinson richting Cairns.
Mijn doelstellingen zijn in twee jaar wel veranderd, in
eerste plaats vanwege mijn aandoening, in tweede plaats vanwege mijn val. Ik wil
uitrijden, overleven, aankomen en heb op 51-jarige leeftijd niet meer de
gedachte, wat een ander kan, kan ik ook.
Aan de ellenlange vlucht lijkt geen einde te komen. Uiteindelijk
land ik toch op het kleine vliegveld in Cairns, waar de shuttle mij staat op te
wachten om mij naar het luxueuze Paradise Palm Resort te brengen. Daar
aangekomen ontmoet ik alvast andere enthousiaste deelnemers die net als ik den
bibber hebben. Neen, niet van Parkinson, maar van de uitdaging. Op
vrijdagnamiddag worden alle deelnemers per shuttle overgebracht naar de
briefingplaats in een mooi park in het centrum van Cairns. Daar krijgen we ons
rugnummer en info. Onmiddellijk valt op dat de Crocodile
Trophy organisatie toch ook wel een beetje leuke chaos kent, en een beetje wanorde
troef is. Dit zal tijdens de race ook blijken. Tijdens deze briefing leer ik de
andere deelnemers kennen, Belgen, Neder-en andere buitenlanders die ik regelmatig
lees in uitslagen. Ik ontmoet ook enkele Australische kerels die ik heb leren kennen
in Mongolie. Het is een blij weerzien in dat kleine wereldje.
Na drie dagen losfietsen gaat op zaterdag 22oktober de eerste
etappe van start op het technisch uitgetekende World-Cup parcours in
Smithfield.Vier rondjes van bijna 8 km,
nadien in lijn naar de finish die voor de deur van het Paradise Palm Resort
ligt. Op dat parcours is er geen 10 meter rechtdoor. Draaien, keren, slingeren,
omhoog en omlaag door het tropisch woud, 95% singletrack. Geweldig.
Het startsein wordt gegeven omstreeks 12.30 uur. Onmiddellijk
wordt er gespurt naar de eerste meter singletrack. Ik doe het zeer rustig en
draai als voorlaatste van de 99 starters het parcours op. Gestaag haal ik in,
en ik amuseer me rot. In de derde ronde kom ik zowaar een kameleon opmijn weg tegen. Het beestje duikt weg als hij
mij ziet, komt op zijn beslissing weer, en duikt recht onder mijn
voorwiel. Ik kan niet stoppen en rij helemaal op zijn langse zijde over dat
mooie dier zijn gladde rug. Mijn achterwiel doet net hetzelfde en zowel de
kameleon als ik belanden in het decor. Het beestje schiet vervolgens de jungle
in en ik kruip terug op mijn fiets, met spijt dat ik over dat dier ben gereden.
Na 4 ronden draaien we af naar de finish, maar daarvoor
moeten we een 2 km lange muur over. Of hoe noem je een helling die van
zeeniveau klimt naar 450 meter hoogte in 2 km? Das gemiddeld meer dan 20%.
Enkele echte elite-renners raken boven, de anderen moeten net zoals ik het
overgrote deel van de klim wandelen. En tijdens dat wandelen roept mijne kopman
Parkinson mij. Hij kruipt op mijne rug en ik wandel trager en trager. Het
wordt zo erg dat ik op een bepaald moment mijn voeten niet meer vooruitkrijg,
en ik moet gaan zitten om alzo zittend opnieuw te leren stappen. Een blokkage
tijdens het stappen, het was weer een nieuwe ervaring. Uiteindelijk raak ik
boven, 20 andere deelnemers (ik tel ze om aan iets anders te denken) zijn mij ondertussen voorbijgewandeld. Tijdens de levensgevaarlijke extreem technische
afdaling wordt ik nog door enkelen voorbij gereden, omdat ik hier en daar afstap.
Uiteindelijk kom ik op de 60ste plek in de rangschikking. Maar ik
ben best tevreden over mijn prestatie als ik over de meet rij. Iedereen heeft
het nadien over de zwaarte van die wandelklim.
s Anderendaags moeten we gepakt en gezakt om 8.00 uur in het
hotel klaarstaan in koerstenue. Onze bagage moet deels naar het tentenkamp in
Atherton worden gebracht. Atherton is de aankomstplaats van de volgende drie
ritten. De fietskoffers en bagagespullen die we niet gebruiken tijdens de
koersdagen moeten speciaal gelabeld zijn en worden naar de eindstreep in Port Douglas
gebracht. Maar de trucks die dit moeten brengen zijnte laat, en wanneer ze uiteindelijk toekomen
ook niet groot genoeg. Zo blijven alle valiezen en koffers in de receptie van het
hotel terwijl een deel van de groep al per shuttle overgebracht wordt naar de start
van de tweede etappe. Enkelen moeten nog wat wachten want er blijken ook te
weinig shuttlebussen te zijn. Heerlijke chaos dus.
Uiteindelijk raakt iedereen aan de startplaats in het centrum
van Cairns, waar de start noodgedwongen met een uur is uitgesteld. Tweede
etappe gaat van Cairns naar Atherton over 130 km inclusief de neutralisatie en
3200 hoogtemeters.
Na de eigenlijk start 14 km buiten Cairns beginnen we
onmiddellijk met zijn allen aan een wandelklim. Iedereen moet uiteindelijk te
voet naar boven klefferen, alhoewel de elite renners langer in het zadel kunnen
blijven, vooraleer ook zij moeten wandelen net als de amateur-deelnemers zoals ik.
Om 12.00 uur heb ik 28 km op mijn teller staan, het wordt een
loodzware lange dag.
Vanwege de chaos aan de start en de vroege inval van de nacht
(om 18.30 uur is het pikdonker), besluit de organisatie en de UCI
commissarissen om de koers voor de tragere deelnemers om 16.00 uur, aan de laatste
bevoorradingspost op 15 km van de finish met nog een zeer zware klim, stop
te zetten en hen een berekende tijd mee te geven in de rangschikking. Ze worden
niet uit de wedstrijd gezet omdat de fout niet bij de rijders ligt waarom de
koers zo laat van start is kunnen gaan.
Ik ben de eerste die gestopt wordt om 16.02 uur en zie voor
mij in de verte een andere renner die wel mag doorrijden omdat hij net voor 16.00
uur is gepasseerd. Dit gebeurd op de volgende manier nadat een UCI commissaris
mij dit heeft meegedeeld;
Ik; Look man, im here to ride the full Crocodile,
and thats what im going to do, I wont stop.
UCI;You must stop, we decide to stop you.
Ik; Fuck man, to stop me , you
must shoot me, Im going.
UCI; We gonna give you an
extra time penalty!!!
Ik; You can disqualify me, but
I ride the whole tour!!!
UCI; Its youre descission
and responsibility!!!!!
Ik; Yeah, yeah, ciao! En weg was ik.
Ik was netjes voor de donkerte binnen om 17.40uur en heb nog drie
rijders ingehaald. Ik krijg niet mijn effectieve tijd, maar de berekende tijd
zoals diegenen die na 16.00 uur aan de bevoorrading braaf zijn gestopt, maar ook eenextra time penalty
van bijna 30 minuten vanwege het niet opvolgen van het bevel van een UCI
commissaris. Het kan me niet schelen, ik heb de rit uitgereden.
En dan was er plots chaos. Na het overschrijden van de meet
zocht ik mijn bagage. Die was er niet, evenmin die van een andere deelnemer. Ik
moet mijn bagage hebben, ook vanwege mijn spullen, maar vooral voor mijn
medicatie. Na de melding en de daaropvolgende discussie ging men een auto
opsturen om in Port Douglas onze spullen op te halen, over en weer meer dan
400km. Maar alle voertuigen waren weg naar de laatste bevoorrading om de gestopte
rijders en hun fietsen op te halen. Rond 18.45 uur vertrok de wagen. Ik reed
mee want zo won ik enkele uren om mijn pillen sneller te kunnen slikken.
Mijnlaatste dopamine-inname gebeurde
rond 15.30 uur. Aangekomen in Port Douglas zat ik helemaal geblokkeerd en nam
ik zo snelmogelijk mijn pillen.
Omstreeks 23.40 uur kwamen we terug toe in het tentenkamp
waar alle rijders al vredig enkele uren sliepen. Voor mij stond er nog wat
koude pasta onder een zilverpapier. Ik kreeg vanwege Regina Schneider en
Gerhard Schonbacher ter compensatie een hotelkamer aangeboden om het leed wat
te verzachten. Iets wat ik in dank aanvaarde. Tot bleek dat het 45 minuten
duurde eer ik in mijn hotelkamer was omdat geen van beide organisatoren de
weg naar het hotel wist. Uiteindelijk lag ik na een snelle douche
om 01.15 uur in bed. Om 5.15 uur moest ik er weer uit omdat ze mij om 5.45 uur
kwamen ophalen om naar het tentenkamp terug te keren. Ik was niet echt
uitgerust en fris die ochtend.
Derde etappe Atherton-Atherton 65 km waarvan twee rondjes van
25 km op alweer een zeer technisch WorldCup circuit, 1700 hoogtemeters. Een
zeer mooie etappe bood zich aan.
En dat was het ook, op en af , slingeren tussen bomen rotspartijen,
rotsblokken, draaien en keren, geen tien meter rechtdoor en geen meter vlak. Er
was een bevoorrading bij het opdraaien van ronde twee en daar vroeg een Belg of
er iemand een reserve binnenbandje teveel bij had, omdat hij het zijne had
weggegeven aan een dame die lek gereden was.
Ik heb er altijd twee bij en gaf er dus ééntje aan hem. Ook
omdat ik nog een wiekenset voor herstelling van tubeless-banden bijheb en ook enkele rustinnekes of bandenplakkers. Ook allerlei
gereedschap en tools sleur ik mee, want
wanneer ik pech heb ben ik niet zo handig meer met mijn Parkinson vingertjes.
Ik stop in de tweede ronde bij een pechvogel wiens ketting tussen de
pion en de spaken geklemd zat. Met vier handen en geholpen door een nijptang
die ik bijheb, lukte het ons om de ketting los te krijgen. Thank you en weer
verder op dit heerlijke circuit.
15 km voor het einde , plat achteraan, stoppen en herstellen
, het steken van een binnenbandje duurt altijd een half uur of langer vanwege mijn vingertjes. Uiteindelijk is de taak volbracht en kan ik terug de
singletrack op. Drie km verder in een heerlijke curp-stone bocht tijdens de
afdaling ontploft mijn voorband, de latex spat uit het gat. Mijn fiets is onbestuurbaar
en ik vlieg over de curpstone voor de tweede keer in drie dagen het decor in. Zonder erg, wat krassen en blutsen op het vege lijf, maar dat hoort nu eenmaal
bij het mountainbiken. Erger is dat ik geen binnenband meer heb. Ik probeer het
gat in mijn voorband met een wiek te dichten, maar ook dat duurt
altijd lang. Uiteindelijk lukt dat ook. Natuurlijk ben ik teleurgesteld
door het vele tijdverlies, maar er is weinig aan te doen. Op 5 km van de finish
wacht weer een ellenlange zeer steile wandelklim waar geen enkele renner al
rijdend bovenkomt, ook geen enkele van de elite renners. Iedereen vraagt zich
af wat de meerwaarde is van dit soort beklimmingen. Ook ik kruip naar boven om
nadien de even steile afdaling aan te vatten. In deze afdaling krijg ik terug
een klapband, nu achteraan met nog 3 km te gaan. De moed zakt in mijn schoenen
en de wanhoop is nabij. Het gat is veel te groot om een wiek in te steken maar
ik heb geen binnenband meer, dus twee wieken in het gat en pompen maar. Weer
enorm tijdverlies en ikmoet nog vier
keer stoppen om bij te pompen vooraleer ik volledig pissed off over de meet
rij. Ik ben zo kwaad dat ik mijn fiets weggooi en mij wegtrek om mijn woede te
verwerken. Ik wil niemand zien of horen. Maar uiteindelijk moet ik na een
douche mijne velo terug gaan ophalen en herstellen wil ik de volgende dag
starten. Ondertussen verneem ik dat de Luc aan wie ik mijn tweede reservebandje
heb gegeven overkop gegaan is en een AC luxatie heeft opgelopen. Tiens, waar
ken ik dat van. Nog erger is dat deze man in 2014 aan de start stond voor zijn
eerste Crocodile Trophy. Hij is toen in de eerste rit zwaar gevallen en heeft
toen ook moetenopgeven. Nu opgave in
rit drie. Ze bestaan dus nog, grotere pechvogels dan ik.
Ik moet terug beroep doen op een wagen van de organisatie om
in het stadje Atherton twee nieuwe tubeless banden te
kopen. Omstreeks 19.30 uur is mijn fiets terug in orde en proper voor de volgende etappe en kan ik naar de eettent voor
mijn diner. Alle andere renners hebben hun avondmaal dan allang achter de kiezen. Rond halftien kruip
ik in mijn slaapzak. Moe en toch nog wat gefrustreerd.
Rit 4 Atherton - Atherton; 78 km, loodzwaar met 2700
hoogtemeters.
Onmiddellijk na de start volgt een 12 km lange lastige klim,
met een gemiddelde stijgingspercentage van net geen 8% , maar wel op een goed
berijdbare bosweg. Dan afdalen tot aan de eerste bevoorrading, gevolgd door een 45
km lange lus door een natuurpark, en weerom dezelfde beginklim maar dan in de
andere richting. Ook deze dag is het broeierig warm met temperaturen van +40 graden, gelukkig rijden we veel in de
schaduw door de jungle.
De hellingen in het natuurpark zijn nooit extreem lang, maar
waanzinnig steil, met als toppunt een 300 meter lange beklimming op een gladde
rots met stukken die gaan tot 41%. Wie verzint zoiets, wie kan daar nu op
fietsen. Dat is bergbeklimmen met een mountainbike in je hand of op je rug. Rijders
moeten elkaar helpen om boven te geraken. Uiteindelijk lukt dat toch. De ene steile beklimming volgt op de
andere, dan de tweede bevoorrading om vervolgens de zeer lastige beginklim in
de andere richting aan te vatten. Bovengekomen dalen we af op een zeer
technisch stuk van het WorldCup circuit van deetappe gisteren, heerlijk geconcentreerd mtbiken is dat, en daardoor
vergeet ik haast alle ellendige klauterpartijen van deze dag. Beneden consternatie alom want ook nu jaagt de organisatie ons nog eens over die laatste
onberijdbare wandelklim van gisteren. Waarom toch? Bovengekomen op dit stuk ellende denk ik aan
mijn derde lekke band van gisteren en kies bewust voor een andere track. Ik zoef naar
beneden en zie op de plek waar ik gisteren mijn band hersteld heb een Crocodile
wegwijzerpijl hangen. Das mijn souvenir, ik stop en plooi deze in mijn
camelbag. Ik zet mij terug in het zadel en stel vast dat ik
OPNIEUW PLAT sta achteraan. Dit is erover, dit kan niet, dit is Guantanamo in de hel. Straft "de Heer" onmiddellijk voor het stelen
van een plastieken pijltje. Mijn gevloek en getier doet alle
kangeroes, krokodillen en andere beesten die me gadeslaan wegkruipen. Moest dit
in Belgie zijn, ik liet alles achter en kwam te voet terug naar huis. Maar hier
kan ik niet anders dan opnieuw herstellen. De twee rijders die mij
voorbijrijden stoppen gelukkig niet, maar zeggen beiden en zonder enig
leedvermaak; Oh no Jan, not again, on the same spot. Morgen kunnen zij het
zijn. De harde wet van het mountainbiken, pech en tegenslag rijden altijd mee.
Uiteindelijk sukkel ik weerom over de meet, zoek nog maar
eens voor de derde dag op rij een wagen met chauffeur. Weer om een nieuwe
achterband te kopen. Als dat geregeld is krijg ik bijstand van andere
Belgische deelnemers die met mij te doen hebben. Merci Bart, bedankt Michel,
deze superkerels gaan voor mij naar de winkel, vervangen mijn band, en poetsen
mijn fiets. Nochtans staan zij hoog in de algemene rangschikking, ze winnen alletwee ook enkele etappes in hun categorie. Maar ze weten ook wat het betekent om
door pech en ellende achtervolgd te worden. Door de hulp van deze gasten kan ik voor de eerste keer in drie dagen toch
nog een beetje extra rusten in de late namiddag na drie loodzware dagen. En
met nog meer zware etappes de volgende dagen is deze extra rust welgekomen. Ik kan
ook voor de eerste keer in drie dagen samen het avondeten nuttigen met de
andere deelnemers. Gasten nog eens bedankt!
Mijn cijfers van deze vierde etappe; net geen 80 km, die ik
in 5 uur 56 min heb afgelegd, of een gemiddelde snelheid van 13,5km/uur. 2800
hoogtemeters over 29 km geeft een gemiddelde stijgingspercentage van 8% !!! aan, en aan
deze klimpartijen heb ik 3 uur 42min plezier beleefd. Mijn benen doen
terug pijn als ik dit lees.
Vijfde etappe Atherton-Skyburry, 141 km en
alweer venijnig met 2800 hoogtemeters en iets over halfkoers dertig km waanzin.
Vanwege de lastigheid moet ongeveer de helft van de nog 80 in
koers zijnde deelnemers , de tragere rijders (ik dus ook) een uur vroeger
starten. Om 7.00 uur ipv om 8.00 uur.
Dat komt me prima uit, ik ben toch steeds vroeg wakker, en zo rijden we
toch een uur minder in de broeierige hitte fietsen.
Onmiddellijk na de start terug die lastige beginklim van
gisteren. Tot nu toe heeft elke racedag mijne kopman Parkinson aan mijn zadel
gehangen tijdens mijn blokkage-uurtje", maar nu wordt ik na enkele
klimkilometers geconfronteerd met klauwtenen. Noodgedwongen moet ik wel een
tiental keer van mijn fiets om te wandelen en zo mijn voet te ontspannen.
Maar omdat het altijd maar weer onmiddellijk duwen is nadat ik terug in het
zadel zit keren de klauwtenen vanwege de druk op mijn pedalen snel terug. Ik
kom als allerlaatste van de vroegstarters boven op deze lange lastige klim.
Nadien tijdens de heerlijke afdaling komt mijn voet tot rust, en voor we aan de
eerste bevoorrading zijn heb ik er al terug enkele ingehaald. Na de
bevoorrading is het 30 km golvend, op en af en het gaat prima. Regelmatig haal
ik rijders bij en laat ze ter plaatse. Halfweg deze rit beginnen de
elite-rijders die op de reguliere starttijd, 8.00 uur gestart zijn ook mij voorbij
te rijden. En dan duiken we de 30 km lange waanzin in. Extreem steile hellingen
en afdalingen over niets anders dan losse rotsblokken, rond en zo groot als een
voetbal. Het lijkt wel of de Griekse
Goden hier hun knikkers hebben uitgestrooid, je rolt en bolt van links naar
rechts, schokt van boven naar onder, allemaal in een poging om een goede track
te vinden en vooral om recht te blijven.
Mick Jagger heeft hier zijn naam uitgevonden van zijn
muziekbandje, dat kan niet anders.
Ook liggen tussen deze rotsblokken metersdiepe putten en
sleuven, het is waanzinnig en blijft duren. Uiteindelijk ben ik voorbij de
rotspartij en komen we onmiddellijk in helwit losliggend zand terecht. Dit doet
gewoon pijn aan de ogen, ondanks de goede zonnebril, stoempen, zweten, hijgen
en puffen, het stopt niet, ik vervloek alles en iedereen, en vind mezelf de
grootste onnozelaar, de grootste ezel en dommerik dat ik hieraan begonnen ben.
Het lijden wordt een beetje verzacht wanneer er af en toe een elite renner mij
voorbij kruipt, ook traag en onderworpen aan dezelfde ellendige lijdensweg. Aan
alle miserie komt een einde, dus uiteindelijk hier ook, maar wat verder onderga ik de wet van mijn kopman Parkinson en blokkeer ik. Deze keer duurt het lang, zeer
lang, de vermoeidheid, het vele zweetverlies, het zal zeker meespelen. Maar na
anderhalf uur tergend traag fietsen, met benen die weinig
omwentelingen aankunnen en een lage hartslag max.115 gaat het plots weer
beter. Ineens heb ik terug power in de benen. Ik drink net als die
andere lange etappe op dag twee bijna meer dan 10 liter zoutaanvullende
energiedrank, eet meer dan genoeg energiebars en gellekes onderweg, en aangevuld met heerlijke
ananas, bananen, meloen en watermeloen tijdens de bevoorradingen, zit ik die
dag 8 ½ uur op mijn zadel om 141 km af te leggen en de 2800 hoogtemeters te
overbruggen. In het programmaboekje worden slechts 1700 hoogtemeters vermeld.
Drukfoutje. Ook deze dag worden net als alle andere dagen rijders die uitgedroogd zijn afgevoerd naar een medische post of klein hospitaal.
Tijdens deze lijdensweg kom ik tot het besluit dat dit echt
niet meer voor mij is, dit is te lastig, te zwaar. Ik begin wel te beseffen dat
ik het einde ga halen als er mij geen ongelukken overkomen. Die wetenschap
beurt me dan weer op. Maar ik ben moe, zeer moe als ik die dag over de finish rij.
Dat geldt ook voor de anderen, iedereen is precies 10 jaar ouder geworden
tijdens deze etappe. De heerlijke campingplaats op een koffieplantage maakt die
avond veel goed. De sfeer onder de rijders is heerlijk. Er wordt veel plezier
gemaakt maar om 21.00 uur slaapt iedereen.
Stage zes lijkt een feestdag, slechts 54 km en amper 400
hoogtemeters. Voor mij en sommige tragere rijders die niks om hun klassement
geven is het dat wel. Voor de elite renners en rensters, en de amateurs die er echt
voor gaan is het anders. Het gaat waanzinnig hard tegen onzacht onder hen in
deze stoffige etappe.
Eerst is er een kleine neutralisatie en worden we pas echt
van start geschoten na het kruisen van een lokale highway. Ik voel onmiddellijk
na enkele meters dat mijne kopman Parkinson aan mijn zadel hangt en kom geen
meter vooruit. Op een stuk asfaltweg vals plat naar beneden toe kan ik
niemand volgen. Ik rij niet harder dan 18km/u en weer met een hartslag van een
mummie. Het lijkt of het hele peleton wegdemmareert en ik alleen blijf zitten.
De met de wagen volgende UCI-commissarissen komen zelfs vragen of er niks mis
is, vragen mijn naam, waar ik ben en wat ik aan het doen ben. Ik verzeker hen
dat alles in orde is.
Na een tiental km heb ik anderhalve minuut achterstand. Daar
draaien we van de asfaltweg een park in waar we twee rondjes rond een meer moeten
rijden. Het is stoempen vanwege het losse zand, rotsblokken liggen er amper. Ik
vind onmiddellijk op dat zand mijn tempo terug, mijne kopman afgegooid en hij kan mijn kloten kussen, ik ben weg en begin aan
een hoog tempo mijn pedalen rond te draaien. Ik zie ook enkele Walibis en één
echte kangoeroe rondhuppelen die verdwaasd staan te kijken, en lees hun gedachten, daar zijn
ze weer, de gekken op hunne velo met hun onnozel kostumeke, de
wielerterroristen.
Na één ronde heb ik al enkele rijders bijgehaald en
achtergelaten. Ik rij tijdens ronde twee nog een 15-tal rijders voorbij en rij
met een goed gevoel over de aankomst, waar nog steeds enkele elite-renners
liggen uit te hijgen van hun hoge snelheidskoers. Het is duidelijk te zien dat
het voor hen geen plezierritje was. Ook die avond is het prettig toeven op de
terrassen van de koffieplantage met een fantastisch uitzicht op de outback.
Etappe zeven; Skyburry Weatherby Station 115 km en 1500
hoogtemeters
De trage rijders mogen weer een uur vroeger op pad. Deze
groep is ondertussen aangegroeid tot meer dan de helft van het deelnemersveld. Het zegt genoeg over de lastigheidsgraad door de
opeenvolging van de helletochten. De etappe lijkt gemakkelijker, maar we geloven allang Gerhard en Regina niet meer tijdens de briefing. Onder de rijders wordt dikwijls gelachen
met de dagelijkse kleine chaos over alles en nog wat en
het gezegde ontstaat ; Het gemakkelijkste aan de Crocodile zijn de etappes,
heerlijk toch.
Dit is ook weer aan de orde bij deze start. Vertrek om 7.00
uur voor de tragere rijders, maar om 6.50 uur wordt het peleton 10 minuten te
vroeg op gang geschoten. Ikzelf en nog enkele anderen missen daardoor de start
en zijn onmiddellijk op achtervolgen aangewezen. Maar mijn benen zijn goed na
een pijnlijke maar deugddoende massage de dag voordien door Bompa Lawijt , een
levende legende/verzorger in het profpeleton (Daf-trucks, PDM etc ). Ik heb
power op overschot, en samen met enkele anderen die de te vroege start hebben
gemist slagen we vrij snel om de grote groep in te halen. We gaan erop en erover omdat we ons tempo aanhouden. Tot km 75 is het
heerlijk rijden over het golvende parcours met een snelheid die nooit onder de
35km/uur gaat op het vlakke. Er is op dat moment nog geen enkele elite renner
die ons heeft ingehaald. Maar dan moet ik ineens weer mijn
kopman dienen, de profiteur. Ik moet mijn groepje laten gaan. Vervolgens wordt ik regelmatig
voorbijgereden door andere groepjes, want ik rij weer bijzonder traag en mijn
hartslag gaat alweer niet hoger dan anders tijdens dit "kopmanuurtje". Tijdens
deze periode komen er ook langere en steilere beklimmingen in het parcours,
maar dat geeft geen probleem. Ik kan ze allemaal aan zonder moeite, maar oh zo traag. Ondertussen sjeesen ook de eerste elite-renners voorbij. Ergens hoop ik dat ze te laat komen om de eerste
tragere rijders in te halen, dat zou wat zijn. Maar dat gebeurt niet. De tragere rijders vallen één voor één dood, vanwege het naar het
einde toe steeds lastiger wordende parcours. Mijn kopman mag een goed uur op
mijn rug zitten, maar dan gooi ik hem in een fractie van een seconde weer af en
kan ik mijn trapfreqwentie gevoelig verhogen, en ook mijn hart bonkt weer. Het
is een dagelijks ritueel geworden, helaas onvoorspelbaar. De laatste dertig km
gaan goed, en in gedachten weet ik dat ik het einde van de Crocodile Trophy zal
halen. Morgen, de laatste etappe, 35 km tijdrijden waarvan de laatste 20 km
bergaf door het tropisch regenwoud, de laatste 5 kms vlak tot de finish in Port Douglas. Het geeft een
heerlijk gevoel, ik ga hem uitrijden, deze ellendige vervloekte extreme
mountainbiketocht, maar ook o zo jammer, het is zo rap gegaan, dit heerlijk avontuur,
zo intens beleefd, zo mooi, het is raar. Deze bedenkingen vloeien door elkaar
in t koppeke. Maar in de Crocodile Trophy ligt er overal gevaar, en in een
flauwe bocht licht bergaf schrik ik me rot, het angstzweet breekt mij uit. Daar
ligt hij dan, een echte krokodil, opmijn gekozen traject, moeder Gods. Hij schrikt zo hard van mij als ik van hem en kruipt vliegensvlug weg en zo zie ik dat ik
het mis heb. Dit is een varaan, een reuzenvaraan, wat een machtig dier. Hij kruipt snel een boom in en geschrokken als ik ben doe ik bijna hetzelfde, langs de andere kant van het
bospad, maar ik kan de boom nog net ontwijken. Joengejoenge en ik begin te
lachen, hard te lachen. Ik weet weer wat te vertellen thuis en tegen dat ik wat later over de aankomst rij herzie ik mijn gedachte en belofte van eergisteren. Ik kom terug,
volgend jaar. Dat zeg ik ook die avond aan mijn eega, Geja. Ze klinkt niet echt
verbaasd, ondanks alle klaagzang en ellende die ze via ons dagelijks telefoontje de voorbije dagen
heeft moet aanhoren. Maar morgen is er nog de tijdrit. Wel jammer dat ik later die dag nog
het moment heb gemist toen een meterslange Python zonder kloppen de
massageruimte binnensloop.
Day 8 Final Stage;
35 km, 400 hoogtemeters in de eerste 8kms
Elke 30 seconden start er een rijder. De laatst gerangschikte
als eerste om 10.00 uur, ikzelf om 10.16 uur. Iedereen is vroeg uit de veren,
want de keuken van het camp wordt afgebroken om 7.30 uur.De tijd na het ontbijt tot de start duurt
lang, veel te lang. Iedereen suft maar wat rond, ikzelf val nog in slaap op
mijn campingbedje.
En dan is het ineens 10.00 uur, daar start de eerste dame,
plots is het 10.16 uur en dan start ik, Jan Buelens, wie had dit nu gedacht. Ik
ben de eerste kms weer geblokt en op het tweede hellingkje van de dag, amper
twee km na de start, zijn er al 4 rijders mij voorbijgereden. Maar het
maaktmij niks uit. Enkele kms verder is
mijn Parkinson moment over en kom ik definitief op gang. Ik pak enkele rijders
terug en begin aan de heerlijk slingerende afdaling via een singletrack door
het tropisch regenwoud. Kilometer na kilometer dalen van een hoogte van 450 meter naar
zeeniveau. Toch altijd geconcentreerd blijven. En ineens kom ik uit het
regenwoud, dwars door een parkje in Port Douglas, en plots fiets ik op de eindeloze
stranden van Queensland. Links van mij de laatste bomen van het
regenwoud, voor en achter mij eindeloos ver, alleen maar wit zand, rechts van
mij het koraalrif, het fantastisch blauwe zeewater van de Stille Oceaan, het
grote barrièrerif.
Dit alles ligt er heel even voor mij alleen, geen mens te
bespeuren, een waanzinnig moment, alsof het regenwoud mij uitwuift recht naar
de aankomst. Ik schreeuw terug naar het regenwoud, merci, merc, merci . Mijn
ogen schieten vol, muziek van Creedence Clearwater Revival klinkt in mijn
oren ..Vier kilometer nog met mijn mountainbike te fietsen over naar wat heet de
mooiste beach ter wereld. Plots kom ik tot het besef dat ik veel te hard
fiets, ik stop deze keer bewust met trappen, ik moet hiervan genieten, zo lang
mogelijk, wat kanhet mij nu schelen dat
ik nog twintig minuten langer in dit decor kan rijden. Niet
mijn rijtijd is van belang, maar het intens plezier dat ik daar, op datmoment beleef, dat telt .
Ik schreeuw en roep naar elke andere held die mij voorbij
rijdt met de fiets, go,go,go,go . Supergevoel, en elke omwenteling brengt mij korter
bij de finishlijn .. daar komt er weer één aan, go,go,go,go,go .. en ik kijk
rond, kijk om me heen, adem, geniet en beleef... ik haal het einde.
En dan rijik over de
finishlijn, mijn naam schalt door de speakers op zijn Australisch, Dzjaan
Buèleeeeeeens from Belgiuuuuuum!!! Iedereen klapt, joelt en roept .iedereen
feliciteert iedereen, er
wordt gehandshaket, geschouderklopt, of het nu de eerste, de twintigste of de laatste in
de ranking is, dat telt daar niet, we zijn allemaal winnaars, allemaal blij, voor onszelf, voor elkaar
Ik heb het gehaald , na twintig jaar
twijfelen en talmen, omdat ik dat ook eens graag zou willen doen.En
wat ik gisteren dacht, bevestig ik daar ter plekke, ik kom terug. Elke inspanning, elke druppel zweet, elke training, hoe lastig en zwaar ook, het is het
allemaal waard, alleen al voor die laatste vier kilometer.
Ik heb nu al een gentlemans agreement met Regina, dat ik pas
begin oktober 2017 moet betalen als ik terugkom, omdat niemand weet hoe mijn
aandoening evolueert. Het zal zeker niet beter worden dan wat het op dit
eigenste moment is. Maar mijne kopman, Mr Parkinson zal straf uit de hoek moeten komen wil hij mij thuishouden.
Het is gebeurd. Pech zit in een klein hoekje, of in mijn
geval, in een diepe put tijdens een afdaling in de buurt van Ciney, afgelopen
zaterdag de DERTIENDE september. De Crocodile Trophy 2014 gaat van start met
minstens één deelnemer uit Belgie minder. Me, myself and i , of ikke Jan
Buelens.
Nadat ik vorige week mijn voorbereiding had hervat met twee
mtb-trainingen in de streek van Bertem, ben ik zaterdagmorgen vol vertrouwen
naar de tweedaagse toertocht de Transcondroz vertrokken. Onmiddellijk na de
start van de eerste 115 km lange etappe had ik benen vol power. Na enkele kms
reed ik helemaal alleen, iedereen achterlatend. Het ging zo goed dat ik de
eerste (verplaatste) controle na 40km niet eens had gemerkt, en dat men mij
telefonisch op de hoogte bracht dat ik er voorbij was. Ook omdat de
controlestand nog niet volledig in orde was.
Aan km 85, tweede controleblad, voorsprong meer dan 20
minuten. Rustig voorraad eten en drinken aangevuld, en verder. Tien km later
hopeloos de gps-track kwijtgeraakt aan de oever van een rivier. Toen ik
uiteindelijk doorhad dat we de rivier moesten oversteken via een (niet meer in
gebruik zijnde) spoorwegbrug, was ik zo goed als alle voorsprong kwijt. Aan de
overkant gekomen vond ik onmiddellijk mijn tempo terug en reed weer alleen
verder.
En dan km 101. Een steile afdaling in een bos, vol
rotsblokken. Geconcentreerd slingerend tussen putten en rotsen. Bijna beneden,
uit het bos, zie ik het onmiddellijk. Ik zit in het verkeerde spoor. Twee diepe
putten vlak na elkaar, remmen is onmogelijk vanwege de hellingsgraad. Ik voel
dat het zeer gaat doen, de eerste put lukt wonderwel, de tweede is er teveel
aan. Een keiharde smak overkop op de rotsgrond. Hoofdpijn, groggy en duizelig,
ik moet bijna braken, mijn rechterschouder!
Er komen nog deelnemers aan. Die kunnen mij niet zien vanwege
het bos dat daar eindigt. Mijn fiets en ikzelf moeten hier weg, enik moet ze verwittigen om nog meer
tuimelpartijen te voorkomen. Ik slaag in mijn opzet net op het moment dat ik
drie mtbikers hoor afkomen, en begin te roepen dat ze moeten stoppen. Daarna
wordt ik door hen geholpen (nadien nog door vele anderen), waarvoor oprechte
dank. Zij zien wat ik niet kan zien, mijn sleutelbeen steekt 5 cm hoger. Omdat
ik nog steeds wat groggy en misselijk ben en vooral barstende hoofdpijn heb,
voel ik niet echt schouderpijn. Maar wel dat ik mijn arm niet kan tillen.
Nadat mijn helpers gsm verbinding hebben gevonden, ben ik al
wat van de slag bekomen en wandel ik mijn rechterarm steunend in mijn linker,
rustig het bos uit. Tijdens die wandeling van een half uur vraagt iedere
deelnemer die mij voorbij rijdt of ze kunnen helpen. Ik bedank hen, maar wil
eigenlijk even mijn teleurstelling alleen verwerken want ik besef dat mijn jaar
voorbereiding voor niks is geweest. In de laatste rechte lijn naar de start ben
ik Murphy tegengekomen. Pech, tegenslag, niks aan te doen. Geen Crocodile
Trophy 2014 voor mij. Ik wordt met de wagen opgehaald, en besluit om thuis naar
het hospitaal te gaan ipv in Dinant.
Nadat ik Geja heb verwittigd om me op te halen, wordt ik
langs alle kanten geholpen door collega-mtbikers. De hulp bij de warme douche
na de ijskoude (teleurstelling) deed deugd, veel deugd.
Om halfnegen s avonds toegekomen op de Spoed in het
St-Maarten ziekenhuis in Mechelen. Wat later de chirurg met de conclusie, maar
ik had eerst een vraag voor hem. Kan ik binnen vier weken starten in Australie?
Het antwoord was kort, krachtig en duidelijk. NEEN!
Geen botbreuk, wel gescheurde pezen en spieren of in hun
taaltje AC-luxatiegraad 3
rechterschouder. Een botbreuk was simpeler geweest. Donderdag 18/9 eerste
operatie, zes weken later een tweede.
16 dagen niet gefietst. Na mijn doktersbezoek ivm met mijn
overbelaste rechterenkel, verplichte rust, en aansluitend 9 days with on the
road in Europe. Met vrouw, pak en zak op onze Harleys deze keer. Het is nu de
hoogste tijd om de trainingen te hervatten. Het is ook van 27 juli geleden dat
ik nog op de mountainbike heb gezeten.
Gisteren dinsdag 9 september ben ik met de mtb, op mijn
vertrouwd trainingsparcours in de Bertemse bossen en bergen, en een bang hart
mijn enkel en conditie gaan testen. 75 km en 900 hoogtemeters. Awel, het ging
beter dan verhoopt. Voorlopig denk ik dat mijn enkelprobleem is opgelost, en de
conditie is nog goed. Misschien is de 2 kilo aanwinst in gewicht de voorbije veertien
dagen dan toch spiervolume ipv van vet. Spiervolume gekweekt door gas te geven
op de Harley, dat zou pas wat zijn.
Morgen donderdag staat er een rit van 110 km en dik 1500 htm
op het programma. Maar pas na het weekend zal ik weten hoe het zit. Dan rij ik
de Transcondroz, 2-daagse, dik 200 km en ongeveer 5000 hoogtemeters.
Nog één maand vooraleer ik het vliegtuig opstap naar het
grote avontuur.
Mijn 3 weken Alpen-avontuur zitten erop. En het heeft pijn
gedaan, moeite gekost om me naar het einde te slepen. 20 dagen in de bergen
vertoeft, waarvan 16 dagen gefietst. Ik heb mijn onhaalbaar programma wat
moeten aanpassen door enerzijds enkele regendagen, waardoor ik drie keer een
aangepaste of halve etappe heb gefietst, anderzijds door de vele verplaatsingen.
Tent opzetten, tent afbreken en de verplaatsing over cols met een camionette neemt
ook wel wat tijd in beslag. In totaal heb ik 41 bekende en minder bekende cols
beklommen, (Franse bergjes of zogenaamde cotes tel ik niet mee). De laatste
vijf ritten heb ik gereden met een verband rond mijn rechterenkel/scheenbeen.
Overbelast en ontstoken. Net zoals enkele maanden terug (tijdens de LCMT) heb
ik mijn rechterbeen overbelast, toen mijn knie, nu mijn voet. Ik leg ook nu de
oorzaak van dit euvel bij mijn Parkinson-aandoening. Want maar al te vaak merk
ik tijdens het fietsen dat ik veel minder of amper kracht zet op mijn
linkerbeen. Ook bij het stappen sleep ik regelmatig mijn linkerbeen mee. Ik
moet daar echt beter opletten, soms lukt dat, vaak ook niet.
Op 16/08 heb ik de Izoard (vanuit Guillestre) beklommen, en
had een echte off-day. Tijdens de beklimming ben ik volgens mijn gevoel door
1000 andere fietsers voorbijgereden. Ik kon me niet echt oppeppen omdat ik toch
nog 2 dames en 3 oudere (volgens mij waren het zelfs 90-plussers) heren ben
voorbijgesneld tijdens de klim. Een echte baaldag was het, tong tussen mijn
wielen, flanellen benen, en niks kracht. Als toemaatje kreeg ik, toen ik
eindelijk na 95 km terug aan de tent was gesukkeld, nog behoorlijk op mijn
donder van mijn wederhelft Geja. Bleek dat ik haar in het afdalen van de mont
Dauphin gekruist heb, terwijl zij deze aan het beklimmen was. Ze had me zien
afkomen, begon te zwaaien en te roepen, maar pieredood als ik was heb ik daar
niks van gemerkt. Ik heb al mijn overredingskracht moeten gebruiken, samen met
het harde cijfermateriaal van mijn fietscomputertje dat ik stikkapot zat, of ik
had die dag zelf mijn potje moeten koken. Uiteindelijk heb ik de gemoederen
kunnen sussen door te trakteren op een etentje, maar ik heb toch in een
apart bed moeten slapen. Net als alle anderen dagen trouwens want om te wennen
aan het slapen op een veldbedje in een tent tijdens de Crocodile Trophy heb ik
mij zon beddeke aangeschaft. En dat lukt wel, zeker als je zo moe bent dat je
amper je tent nog kan openritsen.
sAnderendaags opgestaan en direct gevoeld dat hetmet mijn rechterpoot niet in orde was. En
vermits ik mijn wijnzuiperij fors heb verminderd kan het niet van de alcohol
(het pootje) zijn, zelfs niet van het wijnvertier tijdens het goedmaaketentje.
Ondanks de licht gezwollen enkel en de pijn in mijn rechterscheenbeen toch maar
de col de Vars langs twee zijden beklommen. 85 km en goed voor 2300
hoogtemeters. Zomaar opgeven doe ik niet. Een dag later was het rustdag omwille
van de verplaatsing vanuit Guillestre naar Bourge dOisans.
Het gevolg na deze rit was dat de pijn en de zwelling toenam.
Dus tijdens de rustdag toch maar gestopt bij de apotheek om
ontstekingsremmers, gel en een verstevigingsverband te kopen. Ideaal is dat
niet want rusten zou veel beter zijn. Maar zoals ik net zei, zomaar opgeven doe
ik niet. Een levende mens moet af en toe wat afzien. En omdat ik toch al gewend
ben aan het slikken van mijn dagelijkse dosis bibberpillen kan er een pilletje
meer ook wel bij.
In Bourge dOisans goot het water de 18e augustus,
vroeg op de morgen. Daardoor heb ik mijn langste en zwaarste rit opgedeeld in
twee etappes, verdeeld over evenveel dagen. En daardoor zou ik mogelijk mijn
enkel iets minder belasten. Na de extra tweede fietsdag (ritje van 47 km en
2300 htms, met beklimming van het geitepad col de Sarenne) hebben we opgekraamd en ons tentje tegen de
avond aan rechtgezet in St Jean de Maurienne voor de laatste twee zware
Alpentochten.
Dat was toch het plan, maar de Alpen hebben gewonnen van mij.
Ik heb de eerste rit aangevat met de col du Mollard. Boven gekomen voelde ik
echt dat mijn 132 km lange geplande rit teveel van het goede zou zijn. Ik ben
gestopt, heb mijn enkelverband harder aangespannen om toch nog de col de la
Croix de Fer te beklimmen en zo enigszins nog wat hoogtemeters (2200 in totaal)
op het conto te hebben. Voor de afdaling en de beklimming van de col du Glandon
heb ik gepast.
Mijn esposa Geja daarentegen werd beter met de dag want zij
heeft haar eerste echte grens van 1000 hoogtemeters op één col diezelfde dag doorbroken.
Ook zij is de col du Mollard opgefietst, waarvoor proficiat. Dat kost mij dan
weer een etentje, want een Hollander trakteert niet als hij iets te vieren
heeft, den Belg draait ervoor op.
Dat de Alpen mij pijn gedaan hebben, zeker weten, of ze mij
overwonnen hebben, dat oordeel laat ik aan anderen over, want mijn 16e
en laatste etappe over de Galibier heb ik toch niet geschrapt. Hoewel ik lang
getwijfeld heb, zelfs tot vlak voor aanvang van mijn laatste rit, heeft mijn
koppige aard het toch maar gedaan. Vanuit onze camping (waar alles in het teken
van de fiets staat, straatjes hebben namen van befaamde cols etc, echt een
aanrader!!!), is het klimmen van de eerste meter tot op de top van de Galibier
ofte 49 km aan één stuk met een totaal op de Galibiertop van 2300 hoogtemeters.
Een kado is het niet als je nog moet vertrekken. Maar mijn wilskracht heeft
mijn ontstoken enkel overwonnen, en het deed enorm deugd toen ik toekwam op de
top van de Galibier na meer dan 3,5 uur klimmen, gestaag tot steil, stoempend
en beukend tegen de wind op een hoogte van meer dan 2600 meter. En dan 49 km
bergaf!!!
Mijn 3 weken fietsavontuur is voorbij gevlogen. Mijn lichaam
is eventjes aan rust toe, maar ik denk dat ik hiervan binnen enkele weken in
Australie de vruchten pluk. Dat hoop ik toch. En zoniet was dit toch een
prettige ervaring. Zeker voor herhaling vatbaar.
Mijn talloze uren klimmen op mijn Tacx hebben hun nut
bewezen. Maar mijne heren Tacx, ondanks jullie verwoede pogingen (die zeker een
proficiat verdienen), staat jullie rollensysteem nog ver verwijderd van de
beleving in het echt. Klimmen in de bergen is veel lastiger en zwaarder dan
eender welke simulatie, maar vooral zoveel mooier.
De cijfers volgens mijn fietscomputer
Sigma Rox 8.0 van deze Alpenfietsvakantie;
16 ritten voor een totaal van 1598 km of net geen 100 km/rit.
De kortste afstand was 50 km, de langste 140. Bijna 81 uur in het zadel gezeten
en dat geeft een gemiddelde snelheid van 19,73 km/uur over de hele afstand, een
gemiddelde omwentelingscadans van 69/min aan een hartslag van 131 gemiddeld.
Kalorieverbruik 46463 eenheden.
Van de 1598 km waren 656 km bergop met een totaal aan
hoogtemeters verdeeld over de 41 cols van 39467 hoogtemeters of 2467 htm/rit.
52 uur geklommen aan een gemiddelde snelheid van 12,14 km/uur en een gemiddeld
stijgingspercentage van 5,25% over die 656 klimkilometers.
O ja, thuisgekomen en onmiddellijk op de weegschaal gaan
staan + 2,5 kilo!!!!!! U leest dat
goed, 2,5 kilo bijgekomen. Mijn buikvolume is sterk verminderd, mijn
beenspieren voelen aan als beton en zijn fors verdikt. Het is dus waar,
spiermassa is zwaarder dan vet, of zou ik dan toch weer teveel gellekes en
energiebars gegeten hebben?
Wat wel duidelijk is als ik voor de spiegel sta, is dat ik
mijn rechterbeen veel meer gebruik dan mijn linkerpoot. De omtrek van mijn
dijbeen is rechts bijna 5 cm dikker dan links, de kuit + 3 cm.
En nu rust, ontsteking verzorgen, fietsconditie onderhouden
en de eerste week van september met den toeffer naar Faakersee!!!
Het is
vandaag 12 augustus. Over exact twee maanden vertrekt mijn vliegtuig naar de
andere kant van de wereldbol, om daar de Crocodile Trophy te rijden. Het is al
meer dan negen maanden geleden dat ik me heb ingeschreven. Negen maanden
aftellen, trainen en voorbereiden. Het lijkt of het gisteren was om maar eens
een clichè te gebruiken.
Sinds
gisteren zit ik over de helft van mijn hoogtestage in de Franse Alpen. Acht
ritten en 950 km gefietst met tot op heden ongeveer 20000 hoogtemeters op het
conto. Vanwege het weer in een iets andere volgorde dan op mijn schema. Het
gaat me beter af dan ik had verhoopt. Maar het is blazen, puffen, zweten en
doorbijten. Je voelt de roes van de overwinning elke keer weer wanneer je
bovenkomt op een prestigieuze col in dit majestieus landschap. En dan volgt er
de afdaling als beloning, jammer dat dat zo snel voorbij is vooraleer het weer
stoempen is.
Het zegt
misschien niks, maar het geeft mij voldoening dat er tot op vandaag maar 2
fietsers zijn die mij hebben voorbijgereden tijdens het vele klimwerk, en dat
ik er vele tientallen heb ingehaald. Het geeft de mens moed. Ik ben tot op
vandaag ook nog geen andere wielertoerist tegengekomen die net zoals ik gek
genoeg is om hier toertochten van meer dan 110 km, met telkens 3 tot 5 cols
erin, samen met mij af te haspelen. Die gekken zijn dun gezaaid blijkbaar.
Toen ik op
zondag 3 augustus mijn eerste col aanvatte (col de la Colombiere) trapte ik aan
een tempo van gemiddeld 65 omwentelingen bergop. Ondertussen ligt de cadans al
rond de 75, en kan ik een gemiddelde van 10 a 12 km/u aanhouden wanneer de
hellingsgraad tussen de 6% en 11% bedraagt, met een hartslag tussen de 140 en
150 slagen.
Na mijn
eerste beklimming van de col dIseran moest ik in volle afdaling naar Val dIsere
stevig in de remmen na een bocht voor een overstekende marmot. Vermoedelijk
schrok het beestje harder dan ik want ondanks dat het beestje al 2/3 van het
wegdek was overgestoken, besloot ze toch vierklauwens op haar poten terug te
keren, naar de kant waar ze vandaan kwam. De glimlach van de omhoogfietsende
mountainbiker zei genoeg toen ik hem passeerde.
Ik heb al
vele bekende colsbeklommen maar het
zijn vooral enkele mindere gekende die me het meest pijn deden aan mijn benen.
Zoals gisteren toen ik na 90 km te hebben afgelegdendaarbij al 2 cols te hebben beklommen, de col de la Couillole op mijn bord kreeg. Vanuit
St Saveur sur Tinèe, 21 km klimmen aan een gemiddelde van 7 procent op een
slecht wegdek. Dat doet wat met een mens zijn door warmte en dorst vermoeid
lijf. Ook sinds gisteren op die klim heb ik beloofd nooit nog te lachen met een
Bmw-motard, want ik was maar al te blij dat ik van één van die voor mij vreemde
wezens een flesje water aangereikt kreeg op 3 km van de top, en het was begot
nog een Hollander ook.
De
beklimming die het meest in mijn benen kroop was de 8 km lange col naar het
plateau des Glières (vanaf de D12). Niet zozeer vanwege de laatste 5 km asfalt,
nauwelijks de naam van een veredeld geasfalteerd geitepad waardig, maar wel
vanwege de steiltegraad. Vijf km nooit onder de 11% en met pieken tot 17%. Mijn
cadans bedroeg op die stukken dan ook soms maar 38 omwentelingen. Eigenlijk
tegen het omvallen af moest er zijwind geweest zijn. Beestig, en dan kom je
boven op een 3 km lange zandweg. Maar ik wist waar ik aan begon, want ook met
de Harleys zijn we hier al enkele keren overgereden, maar das wel stukken
makkelijker.
En om bij de
beesten te blijven, eergisteren de col des Champs opgereden vanuit Villards-Colmars.
Twaalf km , gemiddeld 8%, ook hier en daar wat asfalt neergegooid op een oud
bospad, want 3/4 van deze klim gaat door een bos. Vliegen, tientallen vliegen
rond mijn hoofd, lijf, armen en benen, en vooral om één of andere reden op mijn
handschoentjes. Je weet onmiddellijk waarom een koe of ne meutte het opgeeft
om vlieg-attacks te bestrijden. Het is gewoon onmogelijk. Op de stukken waar
het zonlicht door de bomen priemden zag ik op de schaduw op het asfalt een
zwerm vliegen rond mijn helm hangen. En de eerste kms deed ik alle moeite om
regelmatig die beesten rond mijn kop weg te slagen, tevergeefs. Op deze klim
reed ik ook een groepje van vier man voorbij. En jawel, ook zij hadden overal
vliegen rondom zich die traag maar gestaag met hen meeklommen. Er was echter één
fietser bij die geen vliegen rondom zich had. Te wijten aan de lijfgeur van
zijn maten (en dus ook de mijne)? Of stonk hij te hard? Alleszins bizar. Eens
de boomgrens voorbij, op de meer winderige hoogvlaktes waren de beestjes ook
onmiddellijk weg.
Nu resten er
nog zeven ritten. Met uitzondering van één rit, steeds meer dan 3000
hoogtemeters, over vooral vele gekende tourcols. De apotheose volgt ergens
volgende week, 150 km met 3800 hoogtemeters. Volgens de gps althans, en dat
beestje durft ook wel eens liegen. Soms in het voordeel (minder htms), soms
in het nadeel (meer htms).
Als binnen
exact twee maanden vanaf vandaag het vliegtuig naar Australie vertrekt zal het
niet aan mijn trainingsijver gelegen hebben moest ik het einde van de Crocodile
Trophy niet halen. Dat is wel zeker. Nu nog wat rusten met een hazenslaapje
vanmiddag.
Waar blijft in
godsnaam de onplatbare band? Hoe is het mogelijk dat deze anno 2014 nog
steeds niet is uitgevonden (zie ook in mijn blog Banden(service) en pillekes).
Bandjes vervangen zal nooit mijn dada zijn, of beter gezegd vanwege mijn
Parkinson-aandoening nooit mijn dada meer worden.
Vanmorgen
ben ik om 8.00 uur vertrokken voor mijn laatste trainingsrit vooraleer ik en
Geja met de fiets de Alpen gaan opklauteren. Omdat ik daar gedurende drie weken
toch wel deftig wil gaan trainen heb ik deze week mijn koersfiets (Scott Addict
2014) wat vernieuwd, gesmeerd en afgeregeld. Ketting en cassette vervangen,
twee nieuwe buitenbandjes opgelegd en alleen met die nieuwe buitenbanden ben ik
anderhalf uur zoet vanwege mijn vinger- en gewrichtenstijfheid. Vloeken,
sakkeren en zweten hoort daar allemaal bij.
Maar goed,
vanmorgen de fiets op. Na 11 km kom ik op een recht stuk weg waar men asfalt
aan het wegfrezen is, fietsers kunnen door op het fietspad. Ik ben ook wel eens
een wielerterrorist maar maak toch veel gebruik van het fietspad, dus ik rij
door. Wat verderop zie ik al een tijdje een wagen op de weg geparkeerd staan.
Maar wanneer ik genaderd ben tot op enkele meters draait die wagen plots toch
de oprit van een huis op, over het fietspad waar ik rij. Ik smijt mij op de
weg en onmiddellijk plat achteraan, de eerste keer dit jaar na bijna 3000km koersfietskilometers.
Een snakebite want vanwege de freeswerken is de borduurrand scherp. Tegen de
tijd dat ik stilsta is de auto natuurlijk allang gedraaid en weggereden, en moet
ik tegen mijn eigen vloeken. Maar goed ook want door ruzie te maken komt er
toch geen lucht in de bandjes. Aan de kant en een nieuw binnenbandje steken,
binnenbandje oppompen en op het moment dat ik het wiel terug in mijn fiets wil
zetten ploft dat splinternieuwe bandje aan het ventiel. Godverdoemmes helpen
echt niet, dus buitenband er voor de tweede keer af zonder één meter te hebben
gereden en dan maar een tweede nieuw binnenbandje plaatsen, oppompen, rotzooi
inpakken, en terug naar huis want de goesting om te fietsen is samen met de
bandenlucht ontsnapt en weg. Ik had ook maar twee reservebandjes mee en zat dus
zonder. Thuisgekomen na een geweldige trainingstocht van 20 km heb ik mijn
drinkbussen in de gootsteen gekieperd, de energiebars terug in de koekendoos
gegooid, mijn fietskledij uitgetrokken en de tweebandjesrotzooi de vuilbak
ingekapt.
En nu ga ik
mijn fietsspullen, tent en campingspullen inpakken om zaterdag te vertrekken
naar Frankrijk en de Alpen te gaan platrijden.
Dromen we
niet allemaal om op onze oude dag fit en gezond te zijn en vooral te blijven? Ik
denk dat je dat niet verkrijgt door een heel leven lang alleen maar te werken.
Sinds enkele weken zeg ik ook met grote zekerheid dat je dat ook niet bekomt
door gezond te leven. Aandacht besteden aan gezonde voeding, voldoende beweging
en sporten, een goede nachtrust etc, brengt helemaal niks op, dat dient tot
niks. De toverformule is je hele leven lang volgieten met drank, booze, alcohol
en gelijkaardige rotzooi, je lijf volpompen met drugs en andere vuiligheid,
deelnemen aan orgieen en andere excessen, helemaal geen aandacht besteden aan
rust en regelmatig slaapritme. Want dan sta je op je 72ste nog uren
rond te springen als een jong veulen op een groene weide. Kortom, de Rolling
Stones waren geweldig tijdens hun meer dan twee uur durende muzieksessie op
Werchter Classic. En ik ook. De dag nadien was het veel minder. Het urenlange
rechtstaan op de weide was een regelrechte aanslag op mijn gewrichten. Het
voelde aan of er een kilometerslange goederentrein over mijn aangetaste
ledematen was gedenderd. Ik zal nooit weten hoe Mick Jagger en zijn kornuiten
zich voelen de dag na hun optredens. Maar het was de moeite waard.
Enkele dagen
later kwam ik op een ritje met de mtb ten val. Tijdens een steile bosklim in
Pecrot ritste ik weg en kwam met mijn dijbeen op een boomwortel te recht. Pijn!
Tegen de tijd dat ik rechtgeklefferd was en drie keer gewreven had op de
geteisterde spier had ik zeven dazenbeten. En das de manier om ondanks de pijn
toch snel terug op je fiets te springen en te maken dat je wegkomt vooraleer
je huid helemaal is opgevreten door die vervelende beestjes. Ik heb de eerste
twee dagen met moeite op de wc-pot kunnen zitten omdat de bloeduitstorting mijn
dijbeen zo had laten zwellen dat ik amper mijn been kon plooien, laat staan er
nog kracht opzetten. Weer vijf dagen rust erbij, deze keer verplicht.
Toen de
zwelling minder werd en ik mijn been terug kon plooien ben ik op 6 juli de TT
in Oud Heverlee gaan rijden. Met de mtb heen en terug + de toertocht, goed
voor 150 km. Twee dagen later was onze Belgische topzomer elke dag het
hoofditem in de nieuwsberichten. En in regenweer fiets ik niet. De week regen-
en onweersbuien zijn ondertussen weer verdwenen en nu ben ik (angstig) de dagen
aan het aftellen om begin augustus naar de Alpen te trekken. Want dat was het
oorspronkelijke plan vooraleer de Crocodile Trophy uitdaging de kop kwam
opsteken (zie item proloog bij de start van deze blog). Drie weken
fietsavontuur over de hoge Alpencols met de koersfiets. Het oorspronkelijke
fietsschema kan wat aangepast worden omdat ik ook mijn mtbike meeneem. Zo kan
ik ook enkele keren met dit vehikel de cols op. Benieuwd of ik dan ook zal
denken Its only R&R, but i like it