Day 2 ; Frankfort to Reitz 93km /
1001htms
Het is nog
donker en stil, zeer stil. En dan begint er stillekes ver weg een haan te
kraaien, maar hij heeft precies een snotvalling, rauw en hees, maar het kraaien
wordt luider, geweldiger, heviger, en dan heb je een hond die ver weg
terugblaft, 5 seconden later lijkt het wel of je in een discotheek vol hanen en
blaffende honden zit, je weet niet wat je overkomt. En dan AC/DC met Thunderstruck!
gitaren gieren, snerpen, loeihard
THUNDERSTRUCK!!!! En het stopt niet meer,
van het ene snoeiharde nummer naar het andere Sweet Caroline (Neil Diamond)
andere meezingers, up-tempo nummers, anderhalf uur aan één stuk. Ziehier de wekdienst
in de JoBerg2c, klokvast om 5.30 uur smorgens begint de verkouden haan te kraaien.
Vele deelnemers schrikken zich rot die eerste morgen, maar het zorgt
onmiddellijk voor sfeer.
In anderhalf
uur moet je klaar zijn om te starten
want elke morgen om 7.00uu stipt worden we op gang geschoten. Terwijl ik
gisteren geen moment aan Mr Parkinson heb gedacht laat hij me deze morgen
duidelijk verstaan dat hij het nog steeds voor het zeggen heeft. 10 minuten
voor de start krijg ik mijn gevreesde teenkrampen (oncontroleerbare
bijwerkingen van de zware medicatie of dyskinesieen in het doktersjargon (ik
begin ook die taal stillekesaan te kennen). Ik kan geen kant meer uit en sukkel
naar de allerlaatste positie van het peleton. Daar tref ik de bezemwagen aan.
Een man die op een trialmotor het hele parcours achter de laatste renner
afbotst. En heel die tijd heeft hij een fufuzela bij zich waar hij regelmatig
op blaast. Ge zult maar slecht zijn en de kracht ni meer hebben om die fufuzela
van zijne nek te wringen en weg te smijten, om zot van te worden dus.
Niettemin, het is een geweldige sympathieke kerel die ik vorig jaar ook heb
leren kennen. Ik roep hem tot bij mij en leg hem uit wat er aan de hand is. De
start wordt onder neutrale vlag gegeven de eerste 5 km, tot we het stadje
Frankfort uit zijn. Na de echte start moeten die 800 man op een 2-sporen track,
wat een hele opstopping teweeg brengt. Ook dat weet ik nog van vorig jaar. In
overleg met de fufuzela-man rij ik eerst de startlijn over, stop onmiddellijk
tot mijn teenklauwende krampen weg zijn. Dat duurt een klein halfuur, en om
07.15 kan ik als allerlaatste de weg op en sluit aan wanneer de laatste
deelnemers de 2 sporentrack opgaan. Missie geslaagd, maar wel 800 man voor mij.
Het is niet
moeilijk wanneer ik mijn tempo gevonden heb om constant tragere rijders in te
halen, voorbij te steken waar dat kan. Op sommige bredere stukken met
tientallen tegelijk en zo schuif ik op. Na drie uur inhalen ben ik nog geen enkele Belg tegengekomen, en zeker de
Marc niet, die rijdt ook wel goed dan.
Heb ik ondertussen 300 man of 600 man ingehaald? Ik weet het echt niet,
en dan
BAF! daar hangt mijn kopman weer aan mijn trui. Van het éné op het
andere moment kan ik met de beste wil ter wereld geen omwentelingen meer maken,
ik zit verstijfd op mijn fiets alleen maar in mijn stuur te nijpen, rij amper
15 km/uur. Bij een beetje bergop zakt dat naar 8 a 10 km/uur, en soms als het
wat steiler wordt 3 tot 5 km/uur. Mijn hartslag gaat niet hoger dan 120. Ik word door velen terug voorbij gereden en
velen vragen of ik wel ok ben, omdat ik meer zwalp dan rechtdoor rij. Mijn
antwoordt luidt steevast ; no problem, i will get you back. En dan ineens in t Kampenhouts
alles ok Jan? De Marc samen met enkele
andere Belgen. Ik roep terug ; Jaja, Parkinson-momentje. Vermits ik met Marc
samen met enkele andere vrienden, elke week enkele uren mtbike, weet hij
ondertussen wel dat het van voorbijgaande aard is en hij peddelt verder. Ik ben
toch wel verbaasd dat ik hem veel vroeger heb ingehaald zonder daarvan iets te
merken.
Enkele kms
verder is het bevoorrading en op het moment dat ik daartoe kom vertrekken
enkele andere Belgen die bij de Marc zaten toen ze mij voorbijreden, maar Marc
zie ik nergens meer. Ik neem alle tijd omdat ik na het nemen van mijn
medicijnen niks anders kan doen dan wachten tot het motortje weer op on gaat.
Na een kwartier vertrek ik , zeer rustig en wat later is alles weer even snel
voorbij als het gekomen is en ik kan weer trappen. Ik haal de andere Belgen nog
in op 10 km van de aankomst tijdens een single downhilltrack, daarna rijden we
dwars door een wolvenkwekerij. Special gevoel toch als je door zon kennel
rijdt waar bijna 100 van die dieren zitten.
Na alle
Parkinson ellende eindig ik nog vlak achter de groep van Marc op de 118e
plek. De Marc is 109e , 20 sec voor mij. Ik ben content. Later die
dag zal zoals alle volgende dagen, bij de Belgen in de recovery-zone veel
plezier beleefd worden. Het eten en de ambiance in de eettent was ook niet mis,
maar een avondgebed met zijn allen, en een preek er bovenop door één of andere
pastoor mocht van mij wel achterwege blijven. Niettemin was de sfeer kort na
dit gebeuzel terug opperbest.
Day 3 Reitz
to Sterkfontein Dam 130km / 1380htms
5.30 uur
daar is de haan met zijn valling weer,
vandaag beantwoord door wolvengehuil, angstwekkend en toepasselijk,
gelet op de passage door de wolvenkennel gisteren. Maar net als de honden
verdwijnen ze pijlsnel wanneer de vlijmscherpe gitaren van AC/DC beginnen te
huilen.
Van deze
etappe weet ik dat het zwaartepunt in de laatste sectie ligt met de beklimming
van Mont Paul. Door zijn unieke ligging heb je spectaculaire vergezichten,
daarna een sublieme afdaling, om daarna 15 km met uw smoel tegen een forse
wind naar de aankomst toe te stormen. Het tentendorp is opgeslagen aan de rand
van een fantastisch meer ontstaan door de bouw van een stuwdam. Lastige etappe.
De eerste 60
km zijn veelal op brede zanderige dirt
tracks, afgewisseld met nijdige beklimmingen op hotsende singletracks door grasvlakten, leve de fully-mountainbike!
Ik vertrek
weer ergens halverwege, rij tijdens de beklimmingen van groep naar groep, en na
40 km kom ik zowaar de twee mannen uit Diest tegen. Deze twee jongere kerels
gaan hard en staan ergens rond de 70ste plaats in het klassement. Ze
denken dat ze in het eerste amateurpeleton zitten. Er zijn zowat 50 profs aan
de start, en met die mannen kunnen amateurs echt niet mee, of toch zeer
weinige. Ook de Waalse Vincents zitten in die groep. Het is een hele sliert en
het valt mij op dat waaierrijden een probleem is voor vele bonkige robuuste Zuid-Afrikaanse
kerels, terwijl de Vlamingen daar handig weten gebruik van te maken. Maar op
een bepaald moment is er toch een split in dit grote peleton. Ik zit net als de
Vincents in het tweede afgewaaierde deel. Maar wat later tijdens een
singletrack-klim maak ik alleen toch terug de oversteek en kom in een groep van
een 20tal renners terecht waaronder de Diest-boys.
Na 70 km is
er de tweede bevoorrading en de Diestse mannen zijn snel weg, ik maak dat ik
kan aanpikken. Hun tempo is zo sterk dat ik wel kan volgen, maar van overnemen
is geen sprake. Ik weet ook wat er nog komt en doe bewust niet te gek. Aan de
voet van de 25 km lange beklimming van Mont Paul begint ook het lampje van
Johan uit te gaan, en zijn teammaat moet
rekening houden met hem. Ik rij solo en moet naar niemand wachten, en mijn
lampeke brandt nog zeer goed. Merci gasten om in het wiel te mogen hangen, ik
betaal jullie straks een pint, maar den deze is weg, ik heb nog kracht op
overschot. Ik haal nog wel wat renners in tijdens de klim, ook op het wind
tegen stuk en eindig die dag 48ste. Ik klim in het algemene
klassement naar de 68e plaats. Als dit maar blijft duren. Marc komt
zowat 45 minuten later binnen op wat zijn plaats is , ergens tussen de 105e en
de 125e stek. Ik schrik toch wel wat van de behoorlijke
tijdsverschillen maar hoe verder je kijkt hoe kleiner ook de tijdsverschillen
onderling.
De Diestse
mannen hun pint betaald, plezant gerecoverd wat ons vanaf die avond de bijnaam
Crazy Belgians bij de organisatie oplevert. En elke avond komt er tijdens het
avondvullend programma wel één of ander opmerking over de Crazy Belgian Riders.
|