Dossier Star Trek: deel 3: Interview met Lucia Rijker.
Lucia Rijker (Amsterdam, 1967) is één van de meest succesvolle vrouwelijke boksers én kickboksers ter wereld; van 1985 tot en met 2004 stond zij in de ring, en met onder meer twee wereldtitels boksen plus vier wereldtitels in het kickboksen heeft zij dan ook terecht de bijnaam The most dangerous woman in the World te zijn!
Als actrice is Lucia vooral bekend van haar angstaanjagende schurkenrol in Clint Eastwoods met vier Oscars bekroonde boksdrama Million Dollar Baby.
Donald Trump en Lucia Rijker
Tijdens het interview komen we er evenwel al snel achter dat Lucia, die al sinds eind jaren negentig Buddhiste is, eigenlijk een hele warme en hartelijke vrouw is!
Probeer je echt een acteercarrière van de grond te krijgen of zijn dit rolletjes die je op je pad komen? Lucia Rijker: Het komt me echt aanwaaien. Een echte acteercarrière zou niets voor mij zijn: Ik deed ooit eens mee aan een tv-serie genaamd 'The L-Word', en daar ontmoette ik een actrice genaamd Rose (Rollins, zij speelt in de serie de rol van Tasha Williams, red.). Die heeft in haar leven in drie televisieseries gespeeld, terwijl ze al wel duizend audities heeft gedaan waarbij ze afgewezen is. Als ik tegen afwijzingen zou kunnen zoals zij, dan zou ik nu al 'world famous' geweest zijn! Maar omdat ik vanuit een andere carrière kom neem ik toch een stukje persoonlijkheid mee wat je als actrice moet loslaten. Het doorzettingsvermogen wat ik als vechtster wel had, moet je voor acteren ook hebben; want je wordt in de filmbusiness net zo hard geslagen als in mijn sport, alleen dan emotioneel.
Schrikken mensen nog wel van je als ze je herkennen als de schurk uit Million Dollar Baby? Lucia Rijker: In het begin wel. Ik hoorde alleen maar Goh, wat heb ik jou gehaat. Ik was de meest gehate vrouw van 2005. Vrienden van me moesten het voor me opnemen en tegen anderen uitleggen dat ik eigenlijk heel vriendelijk ben.
'Million Dollar Baby' was een hele andere film dan 'Star Trek' natuurlijk. In die rol kon ik vanuit mijn ervaring heel veel naar boven halen, zeker met zon ongelofelijke regisseur als Clint Eastwood. J.J. Abrams is een totaal anders soort regisseur, een geniaal jong talent dat alles voor zich ziet. Als productie was 'Million Dollar Baby' ook een veel simpelere film dan deze. Als je de credits van Star Trek ziet, daar komt gewoon geen eind aan!
Hoe kwam je eigenlijk bij Star Trek terecht? Lucia Rijker: Via een auditie die mijn agent geregeld had. Bij die auditie vonden ze me eigenlijk niet streng genoeg! Maar toen ze mijn hoofd gingen meten voor alle prosthetics (de nep-oortjes en aanverwante zaken die Lucia in de film draagt, red.) wist ik dat ik de rol toch zou krijgen. Er is vijf maanden gefilmd, waarvan ik vijf dagen van elk veertien uur gewerkt heb. Elke dag moest ik tussen de vier en de zes uur in de make up zitten.
Wat voor rol heb je als Romulan Communication Officer en waar ben je in de film te zien? Lucia Rijker: Uiteindelijk zit ik maar zes seconden in de film en alleen ik herken mezelf. Ik zit achter Eric Bana achter een apparaat verscholen. Wel was ik de enige Romulan met haar, dat zag er wel gaaf uit: Als ze me belicht hadden, dan had je je afgevraagd Wie is dit?. Sommige Romulans zijn helemaal uit de film geknipt, je bent in zo'n film echt een zandkorreltje op het strand hoor, en terecht: als je regisseur bent en een grote produktie maakt, dan laat je alles wat er niet in past eruit.
Keek je de Star Trek-series en films vroeger zelf? Lucia Rijker: Nee, maar mijn zus was een grote fan. Dus die heb ik ook meteen gebeld om te vragen Wat is een Romulan?. Mijn buurman is een Trekkie en die heeft me 3 dvd's gegeven en die vond ik ook heel leuk.
Moet je een Star Trek-liefhebber zijn om de film te waarderen? Lucia Rijker: Dat zou ik niet kunnen beoordelen; ik kijk natuurlijk vooral naar hoe de film gemaakt is, omdat ik daar zelf bij was. Ik kan wel zeggen dat ik Chris Pine echt te gek vond, ik hoop echt dat hij helemaal doorbreekt met deze rol!
Eric Bana is van huis uit een komiek, hoe was hij op de set? Was hij erg serieus of bleek hij een ontzettende grapjas? Lucia Rijker: Als je in zo'n outift zit wordt je vanzelf serieus. Ikzelf werd er echt heel agressief van, als ik mezelf op het toilet in de spiegel zag. Ik heb Eric Bana niet zoveel gezien; je zag elkaar met name aan het einde van de dag in de make up, maar dan was iedereen heel moe. Ik vond hem een lieve jongen, die heel hard werkte; hij maakte écht veel uren. Hoe hij het deed op de set deed mij denken aan mijn carrière als vechter: afzien, afzien en nog eens afzien. Mensen denken dat acteren makkelijk is, maar als je in prosthetic make up een rol neer moet zetten en alles moet geven wat de regisseur wil dan is dat echt zwaar. Ik heb echt respect voor hoe hard hij gewerkt heeft!
Nog even meegeven dat Star-Trek sinds vandaag in de Kinepolis-bioscopen speelt.
Regie: J.J. Abrams Cast: Zachary Quinto, Chris Pine, Winona Ryder, Simon Pegg, Jennifer Morrison, Karl Urban Genre: Actie, science-fiction Duur: 126 minuten
06-05-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
05-05-2009
Dossier Star Trek: deel 2: interview met John Cho.
John Cho (1972) was voor zijn rol als Sulu in Star Trek vooral bekend als Harold van comedyduo Harold & Kumar, en voor zijn personage John in de American Pie-Film. In Star Trek zien we hem voor het eerst van een meer serieuze kant.
In Star Trek steelt John samen met Chris Pine de show in de meest spectaculaire scène van de film: een gevecht op een boorplatform dat kilometers hoog in de lucht hangt, dat op nooit eerder vertoonde wijze in beeld wordt gebracht. Natuurlijk willen we van John alles weten over hoe dit is opgenomen, maar eerst zijn we benieuwd of hij ditmaal een voorspoedige reis naar Amsterdam heeft gehad. In John's vorige film 'Harold & Kumar escape from Guantanamo Bay' werd hij namelijk gearresteerd op weg naar Amsterdam en vervolgens in de beruchte gevangenis op Cuba gestopt!
Ging je reis naar Amsterdam dit keer wel goed, zonder omweg via Cuba? John Cho: Nou, het was geen makkelijke rit hoor, zo'n Enterprise is ook niet alles hoor; je schommelt alle kanten op en verkeert constant in levensgevaar!
Je personage is dan ook een beginnend piloot die net zijn vliegbewijs had John Cho: Ja dat vind ik tof aan het verhaal, dat Sulu eigenlijk per toeval aan boord van de Enterprise komt! Zo is mijn acteercarrière eigenlijk ook begonnen: op school vroegen ze mij om in te vallen voor een zieke acteur, omdat ze dachten dat zijn kostuum mij wel zou passen.
Hoe kwam jij als comedy-acteur nou bij Star Trek terecht? John Cho: Toen ik hoorde dat er een nieuwe zou komen wist ik meteen dat ik daar heel graag in zou willen zitten. George Takei, de oorspronkelijke Sulu, betekende zoveel voor me toen ik opgroeide! Als je in mijn jeugd een Aziatische acteur op de tv zag was dat bijzonder, dan riep je meteen naar iedereen in huis: Kom snel! Er is er één van ons op de tv!!! En als zo'n rol dan teleurstellend was voelde ik me echt bedrogen. George Takei stelde nooit teleur. Ik heb zelf ook altijd geprobeerd rollen te kiezen die niet stereotype Aziatische personages waren. Mijn uitgangspunt hierbij is altijd geweest: zou de twaalfjarige uitvoering van mij trots geweest zijn?
Was het lastig om J.J. Abrams te overtuigen dat jij de juiste man voor de rol van Sulu was, aangezien je tot nu toe vooral comedy gedaan hebt? John Cho: Het duurde na mijn auditie heel lang voordat ik iets terughoorde. Uiteindelijk kreeg ik maanden later pas het telefoontje dat ik de rol had, en dat was net toen ik op huwelijksreis was in Florence! Ik was extra blij omdat ik niet wist of mijn auditie goed was: Het is het moeilijkst om auditie te doen voor een rol die je echt graag wilt, want acteren gaat altijd het beste als je ontspannen bent.
Heeft je contact met George Takei, die de oorspronkelijke Sulu speelde, veel geholpen? John Cho: Daardoor werd ik erg gerust gesteld. Het personage is echt van hem, en ik vertelde hem voorafgaand aan de opnames dan ook dat ik nogal nerveus was. Maar hij stelde me op mijn gemak en zei: John, relax, voortaan noemen ze mij gewoon de oude gast die John Chos rol in Star Trek speelde.
Was je zelf een Trekkie voordat je met deze film aan de slag ging? John Cho: Ik keek er wel naar maar ik was geen fan. Toen ik voor deze rol alle afleveringen en films ging bekijken kwam ik er echter achter dat ik bijna alles al gezien had, zonder dat ik me dat ooit beseft had. De serie is gewoon gemeengoed geworden, het maakt onderdeel uit van onze populaire cultuur.
Ben je blij met hoe je rol eruit is komen te zien? John Cho: Ongelofelijk! Toen ik de film samen met de rest van de cast voor het eerst te zien kreeg zat ik er zo in dat ik vergat op mijn eigen rol te letten, of mijn haar wel goed zat enzo. Zoë (Saldana, die luitenant Uhura speelt) zei precies hetzelfde, en zij is nog wel een meisje! Die maken zich over veel meer van dat soort dingen druk! Ik had het er laatst met andere leden van de cast nog over, dat we het zo wonderlijk vinden hoe J.J. erin geslaagd is een film met zoveel verschillende personages te maken die allemaal zo goed uit de verf komen dat iedereen tevreden is over zijn of haar eigen personage!
Hoe was de sfeer tussen de acteurs onderling op de set? John Cho: Erg goed, en dat was om twee redenen: in de eerste plaats wisten we allemaal dat we met iets heel bijzonders bezig waren. In de tweede plaats kwam er zoveel geheimhouding bij kijken dat we niet van de set afkonden, dus we moesten wel samen op de set blijven kletsen. Normaal ga je tussen de opnames door na je trailer, maar nu kon dat niet. Een derde reden is daarbij dat we veel scènes op de brug van de Enterprise filmden met veel acteurs tegelijk, waardoor je veel samen bent. Ik heb op de set meerdere vrienden voor het leven gemaakt!
Wist je van tevoren al dat je actiescènes zou doen? John Cho: Nee, want het script was strict geheim. Toen ik het las en zag dat ik zou gaan vechten dacht ik YES!. Het stond niet specifiek beschreven in het script, er stond alleen: en dan raakt Sulu verzeild in een Kick-assgevecht.
Heb je daarvoor veel moeten trainen? John Cho: Ook al ben ik dan nog zo groot en gespierd, toch heb ik nog nooit eerder een vechtscène gedaan! We begonnen maanden van tevoren te trainen met speciale stuntmannen die een extreem hoge pijngrens hadden. Zij wisten niet wat gewone slappelingen als ik aankunnen. We kregen opdrachten als : Spring daaroverheen en doe vervolgens een roundhouse kick (karatetrap van 360 graden), en doe dat 100 keer achter elkaar. Alles wat die gasten ons lieten doen was ook meteen honderd keer?! Ik heb zoveel mogelijk stunts zelf gedaan, maar een paar dingen waren te lastig zeker omdat ik ook zon strak pak aanhad.
Ik begrijp dat de scène is opgenomen op een verhoogd platform in het honkbalstadium van de L.A. Dodgers? John Cho: Dat klopt! Terwijl het typisch een scène is die J.J. ook helemaal met greenscreen gedaan had kunnen hebben in een studio (door alles er met special effects later in te plakken), maar dat deed hij juist niet. Hij wilde het er echt zo realistisch mogelijk uit laten zien dus hij bouwde er een hele set voor. De technologie is zo goed tegenwoordig, dat je zou denken dat het verschil tussen wat echt is en wat digitale animatie is niet meer te zien is. Maar ergens zie je het toch als het niet echt is, en spelen de acteurs ook anders als het niet echt is: we zorgden namelijk wel dat we wegbleven bij de rand van dat platform waar we het op gefilmd hebben, want het was hoog genoeg om ons te pletter te laten vallen!
Er zit ook weer een typisch J.J.-moment in die scène, wanneer Sulu bijna van het platform valt en Kirk hem komt redden: elke andere regisseur zou op dat moment Kirks gezicht in beeld brengen, die schrikt. Dat doet J.J. niet, want daar is geen tijd voor; Kirk moet Sulu redden. Daardoor is de scène sneller en spannender. J.J. heeft een hele energieke manier van filmen, elke scène wordt met minimaal twee cameras tegelijk opgenomen en hij weet altijd vooraf al precies hoe hij het wil doen. J.J. wilde ook iedereen een idee geven van hoe groot de ruimtes waren waar we ons in bevonden; de scènes van de machinekamer van de Enterprise zijn bijvoorbeeld gefilmd in een reusachtige bierbrouwerij, terwijl de scènes in de Starfleet Academy zijn opgenomen in een enorme vliegtuighangar!
Klopt het dat je al voor een vervolg hebt getekend? John Cho: Voor twee zelfs! Daar is echter nog niks over bekend gemaakt. Je weet niet of die sequels er ook komen, dat hangt ervan af of deze eerste een groot publiek trekt. Maar ik denk dat het een film is die voor iedereen wat te bieden heeft: naast science fiction zit er een liefdesverhaal in en is het een verhaal over vriendschap. Daarnaast is het ook een prequel, dus je kunt de bioscoop binnenlopen zonder iets van Star Trek te weten. Ik denk dan ook dat de film nieuwe fans zal aantrekken, alhoewel er heel veel dingetjes inzitten die echt voor de fans zijn en die alleen de fans zullen oppikken. Ik denk dat zij de film zullen waarderen, ze zien dat we deze film met het hart op de juiste plaats hebben gemaakt.
Ben je wel nieuwsgierig hoe de film het gaat doen in het openingsweekend? John Cho: Het zal me vast wel verteld worden hoeveel die heeft opgebracht, maar ik hou me daar niet zoveel mee bezig. Die box office-gegevens beginnen verdorie net zoiets te worden als de uitslagen van het paardenrennen?!
Ben je niet bang hierna getypecast te worden? John Cho: Ik deed American Pie en Harold & Kumar en ik heb dat overleefd zonder getypecast te worden, dus ik maak me geen zorgen dat dat na Star Trek wel gebeurt. Ik ben daarnaast erg trots hiermee geassocieerd te worden! Star Trek is een hoopvolle optimistische visie van onze toekomst waar ik me maar wat in kan vinden!
Hoe was het om Leonard Nimoy, de oorspronkelijke Spock, bezig te zien? John Cho: Toen ik na de opnames mijn voice-overs moest doen kwam ik op een dag de studio binnen net toen hij het legendarische stukje Space The Final Frontier insprak. Ik kon niet geloven wat een mazzel ik had! Hij had het er in één take op; hij keek na de eerste opname naar J.J. en die was er helemaal stil van.
Je werd bekend als de MILF-guy, en nu doe je Star Trek Wat ga je hierna doen? John Cho: Hmm Ik ga een film doen die MILF-man goes to Space heet en allebei die hits combineren in één blockbuster, haha! Hee, dat is eigenlijk serieus best wel een goed idee?! Ik heb net samen met Joseph Fiennes de eerste aflevering van een tv-serie gedaan die Flash Forward heet. Die is geschreven door David S. Goyer, bekend van Batman Begins. Het idee is dat iedereen op aarde een black out krijgt van twee minuten waarin we onze eigen toekomst zien. Ik en Joseph Fiennes spelen de FBI-agenten die dit moeten onderzoeken. Het is dus duidelijk een stoner-komedie, net zoals Harold & Kumar, haha. -
Maar vooralsnog ben je volop bezig met de Star Trek-publiciteitstournee. Hoe bevalt dat? John Cho: Pittig, maar goed We zijn begonnen in Australië, en we zijn nu in Europa, en we zijn ook naar Koeweit geweest om de Amerikaanse troepen aldaar te bezoeken en ze een voorpremière van de film te geven. Dat was een vreemde ervaring, maar wel een hele mooie. Die soldaten raakten helemaal door het dolle! Niet zo erg als destijds toen Marilyn Monroe bij ze langs kwam, maar toch.
Nu je met soldaten in de Golf toch het onderwerp politiek aansnijdt, wat vindt je er trouwens van dat je Harold & Kumar-maatje Kal Penn zijn acteercarrière heeft stopgezet om fulltime in het Witte Huis te gaan werken als onderdeel van de pr-staf van Barack Obama? John Cho: Ik vind het heel tof voor hem en ik ben erg benieuwd hoe hij het gaat doen daar! Hij had het al over Obama lang voordat de verkiezingscampagnes begonnen. Ik reageerde met Barack Obama? Wie is dat nou weer?, maar Kal zei echt Echt waar man, die man wordt het helemaal!. De laatste keer dat ik Kal zag zei ik nog tegen hem: Nog bedankt voor de president, goed gedaan!
05-05-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
04-05-2009
Dossier Star Trek: vervolg interview J.J. Abrams.
Een gesprek met de succesvolle regisseur J.J. Abrams (43) . Na topseries als Lost en Alias werd het tijd voor zijn eerste speelfilm in 2006. Mission Impossible III met megaster Tom Cruise werd een daverend succes. Vanaf 7 mei kunnen we de tweede speelfilm van J.J. bekijken, Star Trek.
Je bent een groot fan van Star Wars. Is het nu een zonde dat je Star Trek regisseert? JJ. Abrams: Nee, ik denk niet dat het een zonde is. Voor deze nieuwe verfilming had ik namelijk een missie. Ik wilde in deze nieuwe speelfilm meer gevoel en emotie leggen, wat je eigenlijk nooit in de originele series zag. Het verschil met Star Wars ligt dan ook in de personages. In Star Trek voel je je meer verbonden met een bepaald persoon. In Star Wars zie je ontzettend veel persoonlijkheden die allemaal een bizar avontuur beleven. Het identificeren met een bepaald karakter is een aspect wat belangrijk is in deze nieuwe film van Star Trek.
Men zegt dat je niet zuinig bent met materiaal weggooien. Hoe zit dat precies? JJ. Abrams: Mijn team is altijd eerlijk over dingen die niet werken in de film. Ik werk al jaren samen met dezelfde mensen, het voelt als één grote familie. En iedereen heeft wel een andere kijk op de film. Maar ja, daar is niet altijd ruimte voor. Het beste idee wint, egotripperij wint nooit.
Is de nieuwe Star Trek film iets anders dan we gewend zijn? JJ. Abrams: Op een bepaalde manier wel. De film start bijvoorbeeld niet alsof iedere bioscoopbezoeker al kennis van zaken heeft. Hierdoor konden we personages en relaties beter uitdiepen en uitleggen. Het werd lastig toen we moesten gaan uitleggen hoe alle personages uiteindelijk in een ruimteschip zijn beland. Maar gedurende de film zul je om alle personages gaan geven.
Hoe combineer je series als Lost en je speelfilmcarrière? JJ. Abrams: Lost doe ik helaas niet meer. Mijn partner, producent en goede vriend Damon Lindelof doet Lost nu. Als fans me complimenteren over Lost zeg ik altijd: "Bedank Damon maar!" Hij doet echt geweldig werk en helpt me vaak uit de brand. Ik doe namelijk niet alles, hoor. Het is al erg genoeg voor mijn gezin dat ik, nadat mijn kinderen op bed liggen, tot vijf uur 's ochtends doorwerk(lacht).
Wanneer realiseerde je dat je goed was in scripts schrijven? JJ. Abrams: Ik bel je wanneer ik dat weet (lacht). Scripts schrijven voor films is erg moeilijk. Je doet het vooral voor het gevoel wat je ná de film krijgt. Regisseren is wat ik graag doe en blijf doen. En ja, schrijven is iets noodzakelijks voordat je "actie" kunt roepen!
Staat er nog wat nieuws op stapel? JJ. Abrams: We wilden de nieuwe serie Anatomy of Hope gaan maken, over mensen die te horen krijgen dat ze kanker hebben. De studio van HBO denkt hiermee een taboe te kunnen doorbreken in Amerika. Maar of deze serie geproduceerd gaat worden, is nog onbekend!
Star Trek draait vanaf 7 mei in de bioscoop.
04-05-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
03-05-2009
Dossier Star Trek: deel 1 interview J.J. Abrams.
Lost- en Alias-brein J.J. Abrams beamt Star Trek de 21e eeuw in, met een gloednieuwe Spock en Kirk aan boord van een opgefriste USS Enterprise.
'Heiligschennis!' ' Mission: Impossible!' ' Zie daar een greep uit de allesbehalve vriendelijke reacties toen bekend raakte dat J.J. Abrams de Star Trek-franchise nieuw leven zou inblazen. Ten slotte was Abrams niet alleen van zin om op zijn beurt ' the final frontier' te verkennen. De bedenker van de tv-hits Alias en Lost wilde ook de hele Star Trek-inboedel grondig opfrissen - inclusief een gloednieuwe Mister Spock en Captain Kirk.
Star Trek is geen ordinaire sciencefictionreeks. Met vijf tv-series, tien eerdere films, talloze games, comics en miljoenen devote Trekkies is Star Trek - 43 jaar nadat de eerste episode de ether werd ingestuurd - niets minder dan een cultfenomeen. Niet alleen leverde het legendarische creaturen (Vulcans, Klingons, de Borg), begrippen (anti-materie, warp drive, tele-portatie) en quotes (' Live long and prosper', ' Beam me up, Scotty') op. Ook alle latere interplanetaire actiesoaps - van Buck Rogers over Stargate SG-1 tot Battlestar Galactica - werden er diepgaand door beïnvloed.
De Star Trek-saga begon midden jaren 60 toen schrijver-producent Gene Roddenberry in volle Koude Oorlog- en Vietnamcrisis met een schaamteloos optimistische ruimteserie vol progressieve politieke ideeën kwam aandraven en zijn serie bij tv-zender NBC als ' Wagon Train to the Stars' pitchte. In tegenstelling tot wat de mythe doet vermoeden, was Star Trek echter allesbehalve een instant succes. Na drie seizoenen werd de matig bekeken reeks alweer afgevoerd.
Toch lieten Spock, Kirk, Scotty en co zich niet zomaar het zwarte gat der vergetelheid inzuigen. De talloze heruitzendingen deden het legioen aan Trekkies gestaag groeien en enkele jaren later konden op fanbijeenkomsten ook de eerste puntoren en Vulcangroeten worden gespot. Tegen 1979 - een decennium na het stopzetten van de reeks - was bovendien ook de eerste Star Trek-film een feit. Negen veelal matige bioscoopavonturen zouden volgen, tot de franchise in 1987 opnieuw op het kleine scherm opdook. Zo was er eerst Star Trek: The Next Generation, die met Patrick Stewart als Captain Picard. Later volgde Deep Space Nine, die in het ruimtestation. Daarna Voyager, die met de rondborstige Borg. En als laatste spin-off: Enterprise, die waarnaar niemand keek.
Met het afvoeren van Enterprise en het floppen van de tiende bioscoopfilm Star Trek: Nemesis in 2002 leek de franchise definitief tot een lange winterslaap gedoemd. Tenminste: tot Paramount in 2006 besloot naar de roots terug te keren en daarvoor bij J.J. Abrams ging aankloppen. Tenslotte had de veelgeprezen tv-goeroe en zelfverklaarde sf-nerd net de Mission Impossible-franchise opgefrist. Hij leek dus de geknipte kapitein om een prequel te fabriceren die de jonge generatie met een nieuwe Spock, Kirk, Bones, Scotty, Uhura en co zou laten kennismaken.
Daarbij zal de hypersuccesvolle make-over van de voordien al even uitgebluste Batman-franchise de bobo's van Paramount ongetwijfeld hebben geïnspireerd. Zo wist Batman-regisseur Christopher Nolan de gemaskerde wreker van Gotham City van campy carnavalsfiguur tot de populairste actieheld van 2008 te sublimeren, en wel door hem in de donkere actiethriller The Dark Knight de nodige spierballen mee te geven. Dan moest dat toch zeker lukken met de sowieso al viriele en getormenteerde Kirk?
Toch heeft Abrams voor zijn Star Trek-prequel - of reboot, of make-over, zo u wil - voor een andere en luchtiger aanpak gekozen. Verwacht een kleurrijk sciencefictionavontuur dat op warp-snelheid tegen de heersende trend van grimmige sf-remakes indruist.
'Ik wilde de visie van Gene Roddenberry trouw blijven', legt Abrams (42) uit. 'De originele serie ademde een onverwoestbaar optimisme uit. Roddenberry was ervan overtuigd dat we een rooskleurige toekomst tegemoet gingen, dat we ooit buiten ons zonnestelsel zouden kunnen reizen, en dat alle rassen en volkeren daarbij harmonieus zouden samenwerken. Dat was wat me in de reeks het meeste aantrok, en wat ik in al die latere films en spin-offs niet meer vond. Vandaar dat ik het menselijke opnieuw centraal heb gezet met een origin story dat op de belangrijkste personages focust en vertelt hoe ze samen aan boord van de USS Enterprise belanden.'
Je was dus geen Trekkie? J.J. Abrams: Helemaal niet. Ik vond de originele reeks wel charmant, maar ik was zeker geen diehard fan die vloeiend Klingon sprak of wist hoeveel kilometer de aarde van Vulcan verwijderd lag. (Lacht) Ik wist zelfs geeneens dat er al tien Star Trek-filmswaren. Bovendien zijn er zoveel spin-offs en parodieën dat het moeilijk is om iets te maken dat niet meteen als cliché of campy wordt beschouwd. Vandaar dat ik lang getwijfeld heb en aanvankelijk enkel wilde produceren.
Wat heeft je over de streep getrokken? Abrams: Het scenario van mijn vaste medewerkers Roberto Orci en Alex Kurtzman. Dat vond ik meteen geweldig. Het gaat over vriendschap, opoffering en moed. En draait niet zozeer om spectaculaire special effects of indrukwekkende ruimtedecors. Bovendien bevat het een goed gedoseerde mix van drama, actie en humor. Het is nieuw en fris, maar tegelijk beantwoordt het aan Roddenberry's oorspronkelijke filosofie. Ik hoop dat defilm zowel Trekkies als leken aanspreekt.
De meeste Trekkies reageerden nochtans negatief op de make-over van hun geliefde reeks, vooral de nieuwe acteurs zaten hen dwars. Al doodsbedreigingen gehad? Abrams: (Lacht) Voorlopig niet. Ik dacht dat Alias en Lost fanatieke fans hadden, maar die Trekkies behoren écht wel tot een aparte dimensie. En dat respecteer ik ook. Ik besef dat ik ze nooit allemaal kan overtuigen, maar ik kon toch moeilijk opnieuw William Shatner casten als de 26-jarige James T. Kirk? Bovendien hebben we Leonard Nimoy - toch mister Star Trek himself - kunnen overtuigen om in de film te spelen en hebben alle andere, nog levende acteurs uit de originele serie ons hun fiat gegeven. Als vredesgebaar naar de Trekkies zou dat moeten volstaan. (Lacht)
Waarom was je eigenlijk geen fan van de originele serie? Abrams: Omdat ik ze onrealistisch en nep vond. En niet alleen om de schuimrubberen decors of groengeschminkte aliens. (Lacht) Ik had ook niets met de personages van Kirk of Spock. De ene vond ik een opvliegende geilaard die ik nooit aan het stuur van een ruimtetuig zou vertrouwen, de andere vond ik een koele kikker die me aan mijn wiskundeleraar deed denken. In de film heb ik hun personages daarom wat realistischer en warmer gemaakt, zonder aan hun specifieke eigenschappen te raken.
Is het feit dat je zelf geen Trekkie bent ergens ook geen voordeel als je zo'n bekende franchise reboot? Abrams: (Knikt) Ik had niet de eerbied die anderen ervoor hebben en was dus niet bang om dingen te veranderen. Ik wilde gewoon een goede ruimtefilm maken, met échte personages met échte emoties. Anderzijds wilde ik ook niet flauw doen: als je de pretentie hebt om Star Trek op de credits te zetten, moet je ten minste de basisconcepten van de serie trouw blijven en er niet plots iets compleet anders van maken. Daartussen een evenwicht vinden was de grootste uitdaging.
En de ongewilde parodie vermijden? Abrams: Dat ook. Vandaar dat we er zelf wat humoristische knipogen ingestopt hebben, zonder er Galaxy Quest van te maken. Zo hoeven onze criticasters het niet te doen. Tenslotte is het beter om van binnenuit grappig te zijn dan om van buitenaf grappig gevonden te worden, als je begrijpt wat ik bedoel. Het is natuurlijk geen komedie en hopelijk voelen de dilemma's en situaties écht aan. Toch blijft het vooral een joyride tussen de sterren. Wat die balans betreft, hield ik de eerste Superman-film van Richard Donner voor ogen.
Verklaar je nader. Abrams: Ook daar duurt het zeker veertig minuten vooraleer Superman een eerste keer zijn pakje aantrekt, terwijl de film als een entertainende karakterstudie begint. Bovendien zijn er nog meer gelijkenissen. De casting bijvoorbeeld. Ook Superman had onbekende acteurs in de hoofdrollen en bekende acteurs in de nevenrollen.
Over die onbekende acteurs gesproken. Hoe heb je die bij elkaar gescharreld? Abrams: Gewoon door screentests te organiseren. De eerste die we getekend hebben, was Zachary Quinto als Spock, hoewel ik net had gevreesd dat die het moeilijkst zou zijn om te vinden. Zachary liep de kamer binnen met gekleurde wenkbrauwen en dat rare kapsel van hem en hoefde geeneens een woord te zeggen. De gelijkenis met Leonard Nimoy was verbluffend en bovendien bleek hij nog eens een voortreffelijke acteur. Dat had hij in de tv-serie Heroes al bewezen, maar die kende ik eigenlijk niet. Het klinkt misschien vreemd voor de producent van Alias en Lost, maar veel tv kijk ik niet.
De originele serie had ook al een multiculturele cast, maar bediende zich wel nog van de toen heersende raciale clichés. Abrams: Klopt. Maar in de sixties was die multiculturele cast ronduit revolutionair. Gelet op de context mag je Roddenberry's verdienste niet onderschatten. Hij liet Kirk en Uhura een tong draaien en zorgde daarmee voor de eerste interraciale kus op tv. En met mister Chekov had hij in volle Koude Oorlogcrisis nota bene een Rus als stuurman aan boord. Tuurlijk waren het compleet inaccurate raciale stereotypen, maar ze waren goed bedoeld en cultureel baanbrekend.
De originele serie behandelde politiek beladen thema's als ecologie, imperialisme, seksisme en multiculturaliteit. Daar schiet in jouw film maar weinig van over. Abrams: Omdat die thema's tijdsgebonden waren. Ik wilde vooral op het menselijke drama focussen. De film gaat over twee rivalen - Spock en Kirk - die uiteindelijk vrienden worden. Als je wil, kun je er nog altijd een allegorie over de War on Terror of de ecologische dreiging in lezen, maar dat is nooit ons hoofddoel geweest. Mijn vriend James Gray ( de regisseur van 'Little Odessa', 'The Yards' en 'Two Lovers' ) was een van de eersten aan wie ik de rough cut liet zien, en die vond het alvast een prima genrefilm. Volgens hem gaat de prent in essentie over twee, van elkaar vervreemde broers, een thema dat hem bijzonder aansprak.
Heeft hij je ook advies gegeven? Abrams: Zeker. Hij vond de film prima, behalve drie scènes in het begin die volgens hem het tempo deden stokken en er beter werden uitgeknipt. Uiteindelijk heb ik zijn advies gevolgd, ook al heeft me dat achteraf een fikse echtelijke ruzie opgeleverd. (Lacht)
Hoezo? Abrams: Mijn vrouw had eerder diezelfde rough cut gezien en zij had net dezelfde commentaar als James Gray. Alleen heb ik haar kritiek aanvankelijk naast me neergelegd. 'Typisch mannen', zei ze achteraf. 'Nooit hun fouten toegeven en de mening van vrouwen altijd onderschatten.' Gelukkig hebben we het ondertussen bijgelegd. (Lacht)
Dit moet de eerste van drie nieuwe 'Star Trek'-updates worden. Ga je ook de twee volgende prenten regisseren? Abrams: Ik zal er zeker aan meewerken, maar wie wat gaat doen, staat nog lang niet vast. Vergeet niet dat het uiteindelijk om de knikkers draait. Als deze film flopt, worden de sequels door de studio zo weer gedumpt. Het enige wat zeker is, is dat alle castleden voor driefilms getekend hebben.
Veel recente sf-films zijn geflopt én het is crisis. Denk je dat de kids op een gepimpte franchise van 43 jaar oud zitten te wachten? Abrams: Dat zal moeten blijken. Ik hoop hen in elk geval een goede, onderhoudende film te bieden. En dat ondanks het feit dat het om Star Trek gaat. En ondanks het feit dat hij tegen de trend van cynische, onheroïsche sciencefictionfilms ingaat. Misschien speelt dat laatste echter in ons voordeel. Nu de mensen financiële zorgen hebben, kunnen ze een dosis optimisme goed gebruiken. Althans, dat is wat mijn instinct me ingeeft
03-05-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
01-05-2009
Star Trek.
Dossier Star Trek vanaf 4 mei 2009 op jullie favoriete filmblog.
01-05-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
29-04-2009
De wolf in Hugh Jackman.
In X-Men Origins: Wolverine kruipt Australiër Hugh Jackman voor de vierde keer in de huid van superheld Wolverine. Deze keer trad Jackman ook op als producer, wat toch iets vertelt over zijn huidige status in Hollywood. Onlangs mocht hij trouwens zijn hand- en voetafdrukken in het cement van het Chinese Theatre drukken. Jawel, Jackman mag zich nu echt een superster noemen.
Was het gemakkelijk om terug Wolverine te worden? Hugh Jackman: «Het voelde een beetje anders aan dan bij de vorige keren. Want nu moest ik de eerste 100 jaar van zijn leven invullen en hem bovendien stap voor stap ontwikkelen tot de Wolverine die de meeste mensen kennen. Dat was dus een nieuwe invalshoek voor mij. Om dat te bereiken liet ik regisseur Gavin Hood toe om mij een beetje onder druk te zetten. Dat was trouwens één van de redenen waarom ik hem gekozen had.»
Wat vindt u zo boeiend aan Wolverine? Hugh Jackman: «In de geschiedenis van het stripverhaal was hij de eerste antiheld. Hij betekende een verandering in hoe superhelden werden gezien. Superman vocht voor waarheid, gerechtigheid en de Amerikaanse way of life. Hij was een good guy die vocht tegen de bad guys. Maar bij Wolverine vond je voor het eerst goed en slecht binnen één personage. Toegegeven, het duurde even voor hij op het scherm kwam. Hollywood had zijn tijd nodig. Maar X-Men werd uiteindelijk de eerste film waarin de antiheld, die ook een superheld was, op een ernstige manier benaderd werd. The dark Knight van vorig jaar is nog zon voorbeeld van de ernstig benadering van de antiheld. In die films zijn de helden driedimensionaal met zwakheden en hun bijzondere krachten maken hen voor een deel erg kwetsbaar. Wolverine belichaamt dat meer dan andere superhelden. Hij zit vol tegenstellingen en dat maakt hem voor mij enorm boeiend om te spelen.»
U bent een lange Wolverine. Nooit last gehad van uw gestalte? Hugh Jackman: «Mijn lengte heb ik genetisch meegekregen. (lacht) Het is grappig, want toen ik begon in films, moedigde men mij aan om te liegen over mijn lengte. Ik ben ongeveer 1m90 en dus moeilijk te koppelen aan een vrouwelijke tegenspeelster. Er zijn veel actrices die er piepklein uitzien naast mij. Dus zeiden ze: Tot je een beetje bekend bent, moet je zeggen dat je 1m80 bent. In de eerste X-Men-film heeft men mij zelfs bewust kleiner gemaakt, omdat het personage eigenlijk 1m60 moest zijn. Nu maakt dat niet zoveel meer uit.»
U reageerde heel ontgoocheld toen iemand een onafgewerkte versie van Wolverine op het internet liet lekken. Komt zoiets harder aan voor een producer dan voor een acteur? Hugh Jackman: «Als acteur heb je je job gedaan wanneer de opnames voorbij zijn. Voor de rest doe je nog wat publiciteit en kom je naar de première. Maar daar houdt het op. Als producer ben je bij veel facetten van de film betrokken en ben je er tot het einde bij. Ik was in de studio van de speciale effecten, waar de crew in drie dagen geen oog had dichtgedaan, toen ik het nieuws vernam. Dat kwam hard aan, zeker wanneer je weet dat iedereen zo hard gewerkt heeft om de film af te maken. En dan wordt er bovendien een vroege, onafgewerkte versie van de prent op het net gesmeten, een versie waarvan je niet wil dat iemand ziet. Dus ja, als producer heb ik het er moeilijker mee dan als acteur.»
Kan u uw eigen mensen nog vertrouwen? Hugh Jackman: «Toen we met Wolverine begonnen, moest ik lachen met de hele geheimdoenerij rond de film. Ik vond het overdreven. Ik herinner me dat we met kapmantels naar de set kwamen zodat niemand fotos kon maken van de kostuums. Ik dacht: Daar houden de mensen zich niet mee bezig. Maar nu begrijp ik de geheimhouding veel beter. Films zoals deze zijn nu eenmaal grote evenementen. En mensen willen dat evenement zien op een heel groot scherm. Hoe meer je de inhoud en de look geheim kan houden, hoe beter hun filmervaring. Als je een boek leest, wil je toch niet beginnen met de laatste pagina. Mensen houden van verrassingen en het is voor hen belangrijk dat een film zoals Wolverine echt een verrassing is. Dus tot op zekere hoogte moet je de mensen waarmee je werkt een beetje wantrouwen.»
Waar wordt u in het dagelijks leven woest van? Hugh Jackman: «Om mijn kinderen te intimideren, kan ik wel eens boos kijken. Hoort nu eenmaal bij de dagelijkse discipline. Als tiener had ik het temperament van Wolverine. Ik speelde toen veel rugby en was een echte driftkikker. Later heb ik mijn heftig temperament min of meer uit mijn systeem kunnen verdrijven. Ik ben dus veel kalmer geworden. Maar moest er iemand aan mijn kinderen raken, zou de Wolverine in mij zeker naar buiten komen.»
29-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
25-04-2009
X-men Origins: Wolverine.
Hugh Jackman herneemt de rol die van hem een superster maakte, die van Wolverine, de wrede vechtmachine met een zelfhelend lichaam, intrekbare klauwen en een echt oerinstinct. X-Men Origins: Wolverine vertelt het verhaal van Wolverines gewelddadig en romantisch verleden, zijn complexe relatie met Victor Creed, en het onheilspellende Weapon X programma. Op zijn weg ontmoet Wolverine veel mutanten, zowel bekende als nieuwe, waaronder verrassende en langverwachte legendes uit het X-Men universum. Deze film speelt vanaf 29 april 2009 in de Kinepolis-bioscopen
In the electric mist: Bertrand Tavernier(68) draait voor het eerst een film in de Verenigde staten.
Met Philippe Noiret heeft Bertrand Tavernier films als 'Coup de torchon' gemaakt. In zijn eerste 'Amerikaanse' film werkt de Franse regisseur met Tommy Lee Jones. Bertrand Tavernier was een paar weken geleden op het filmfestival van Berlijn om zijn nieuwe film In the electric mist voor te stellen, naar een boek van de Amerikaanse schrijver James Lee Burke.
Het verhaal: In het van moerasdampen doordrongen landschap van Louisiana wordt nog maar eens het verminkte lijk van een jonge vrouw gevonden. Politiedetective Dave Robicheaux wordt er niet vrolijker van.
De ontdekking van het nieuwe lijk versterkt politiedetective Dave Robicheaux in zijn overtuiging dat er een seriemoordenaar aan het werk is. Op weg naar huis moet hij in een totaal andere context zijn autoriteit laten gelden. De bestuurder van een rode sportwagen blijkt duidelijk onder invloed. Het gaat om de beroemde Hollywoodacteur Elrod Sykes (rol van Peter Sarsgaard), die in de buurt bezig is met de opnames van een film over de Amerikaanse Secessieoorlog. Maar beroemd of niet, Robicheaux kan de dronken Sykes onmogelijk laten doorrijden.
Tussen beide mannen zal - ondanks, of misschien juist door het drankprobleem van de acteur - snel een speciaal soort verstandhouding groeien. Sykes vertelt de politieman bijvoorbeeld dat hij in de buurt van de set, ergens diep in de 'bayou', het geketende, maar grotendeels vergane lijk van een zwarte man heeft zien liggen. Robicheaux blijkt meteen een idee te hebben waar dat skelet vandaan komt.
De film over de Amerikaanse Burgeroorlog wordt grotendeels gefinancierd door de lokale gangsterbaas Balboni (rol van John Goodman), die zichzelf op die manier blijkbaar opnieuw wil uitvinden als filmtycoon. Balboni en Robicheaux hebben ooit nog samen op de schoolbanken gezeten en sindsdien hebben hun wegen elkaar nog regelmatig gekruist, zij het aan verschillende kanten van de wet. Het moordonderzoek van Robicheaux brengt beide mannen opnieuw met elkaar in contact. Maar er zijn blijkbaar krachten aan het werk die vinden dat de politiedetective toch niet te diep moet graven. En dat hij bepaalde zaken uit het verleden beter laat rusten.
Het is een detectiveverhaal gedrenkt in de cajuncultuur van het zuiden van de States, gezet in New Orleans na de orkaan Katrina, en met bovennatuurlijke trekjes - zowel de hoofdrolspeler van een film die in de streek wordt opgenomen, als de detective Dave Robichaux krijgen opeens bezoek van een zuiderse generaal die anderhalve eeuw geleden in de streek is gesneuveld.
Robichaux, die in Heaven's prisoners uit 1996 werd vertolkt door Alec Baldwin, krijgt in In the electric mist een veel gelaagdere vertolking van Tommy Lee Jones. De acteur doet zijn mysterieuze reputatie daarmee weer alle eer aan: ook hij was in Berlijn, maar gaf geen interviews. Volgens Tavernier praat Jones gewoon niet graag over film. 'En dat is bijzonder vreemd. Hij kan honderduit praten over boeken en kunst, maar niet over films.'
'Hij is een gecultiveerde man; schrijft gedichten, heeft een thesis geschreven over Flannery O'Connor (de Amerikaanse schrijfster uit het zuiden), maar als je hem een vraag stelt over zijn ervaringen als acteur, raakt hij niet verder dan Dat is een goede scenarist,, of Dat is een goede regisseur,.'
'Vooral over zijn eigen films wil hij niet spreken. Ik vond zijn prestatie in Cobbmemorabel, heel gedurfd ook: hij is nooit bang om politiek incorrect te zijn. Maar toen ik hem dat zei, haalde hij zijn schouders op: Ik speel Cobb, die kun je niet politiek correct spelen., Daar moest ik het mee stellen.'
Misschien beschouwt hij acteren gewoon als werk, niet als kunst?
Bertrand Tavernier: 'Dat heb ik ook al bedacht, maar ik kan het amper geloven. Je zou hem aan het werk moeten zien: weinig acteurs zijn zo toegewijd. Elke regel heeft hij meer dan eens binnenstebuiten gekeerd en hij denkt creatief mee.' 'Hij zou eigenlijk als coscenarist op de generiek moeten staan: hij heeft prachtige zinnen bijgedragen aan de film, hele scènes zelfs.'
Volgens de verhalen is hij ofwel een norse beer of een doetje.
Bertrand Tavernier: 'Ik denk dat hij veel moeite doet om te verbergen dat hij een peperkoeken hartje heeft. (lacht) Het is en blijft tenslotte een Texaan. Met de technische ploeg kan hij vrij kortaf zijn. Maar tegenover de andere acteurs is hij als een klein jongetje.'
'Mary Steenburgen, die toch een goed gevulde cv heeft, was in de wolken: ze zei dat ze nooit met een acteur heeft gewerkt die galanter en collegialer is.' 'Clint Eastwood had me gewaarschuwd: Hij mag graag de brombeer uithangen, maar de eerste take zal perfect zijn,. 'En zo is het, al merk je dat hij bij elke take nog iets anders uitprobeert. Hij doet je veel cadeaus.'
Vergelijkt u hem eens met Philippe Noiret, een andere lievelingsacteur van u?
Bertrand Tavernier: 'Hij is niet zo joviaal als Philippe, maar als acteur staat hij op hetzelfde niveau. Na de visscène liep ik naar hem toe en ik wilde hem omhelzen, maar hij voelde zich meteen bedreigd en stompte naar mijn trailer.'
'Na de opnamen kreeg ik dan wel een lange, prachtige brief om me te bedanken voor de samenwerking. En elke keer als hij in Parijs is, belt hij me. We zijn iets gaan drinken in de Bar Hemingway in het Ritz. Dat kan ik me normaal niet permitteren, maar gelukkig is hij ook erg vrijgevig.' (lacht)
Het is de eerste keer dat u in de Verenigde Staten werkt. Is het omdat de acteurs er anders werken?
Bertrand Tavernier: 'Ach, dat kun je moeilijk vergelijken. Harvey Keitel heeft inderdaad een method,-aanpak, maar Tommy Lee Jones werkt op de Europese, manier, door regel per regel te wegen en bij te schaven. Elke acteur heeft een andere manier van werken. John Goodman lijkt helemaal geen huiswerk te maken, maar als je begint te repeteren, blijkt dat hij zijn rol perfect kent.'
Dave Robichaux is een typisch personage van Bertrand Tavernier: een eenzaat die koppig tegen de stroom inzwemt.
Bertrand Tavernier: 'Dat klopt wel. Hij lijkt op de leraar in Ça commence aujourd'hui, of het personage van Philippe Noiret in La vie et rien d'autre, of de politieagent in L627. Dat zijn allemaal mensen die proberen te doen wat hen is opgedragen. Voor Dave Robichaux is het simpel: hij moet misdadigers oppakken. Hij vindt het lijk van een zwarte man die veertig jaar geleden is vermoord. Omdat hij die moord heeft zien gebeuren en dat van grote invloed geweest is op zijn kindertijd, wil hij die zaak uitspitten - tot ongemak van velen, want mensen geven geen zak om het verleden.'
Maar de film gaat erover dat je de confrontatie met het verleden moet aangaan?
Bertrand Tavernier: 'Robichaux vindt dat je de misdaden van vandaag oogluikend toelaat als je die uit het verleden niet durft onder ogen te zien. Terwijl veel mensen die hij kent, vinden dat problemen van zwarten", van veertig jaar geleden het beste begraven kunnen worden.'
Wat, vreemd genoeg, ook een van de thema's was van president Obama's eerste toespraken.
Bertrand Tavernier: 'Kort na zijn verkiezing heeft hij in Philadelphia gezegd: We moeten naar het verleden kijken en het onder ogen zien,. Ik weet waar je naartoe wil: we hebben een film gemaakt over het belang van geschiedenis, maar ik heb geen verdienste aan Obama's verkiezing. We hebben de film gedraaid toen Bush nog president was. De filmploeg zat vol Democraten, maar niemand dacht dat hun partij genoeg lef zou hebben om zich achter Obama te scharen. James Lee Burke was zelfs bang dat hij vermoord zou worden.'
Maar u hebt wel het boek 'Amis américains' uitgegeven, waarin u regisseurs uit Hollywood interviewde die op de zwarte lijst van Joseph McCarthy hadden gestaan.
Bertrand Tavernier: 'Er was vraag naar dat boek, maar niet alleen door de verkiezingen. Het boek is in 1993 verschenen en het was al een paar jaar uitverkocht. Ik wilde niet zomaar een herdruk goedkeuren: aan de interviews met mensen als Elia Kazan, Robert Altman, John Ford en John Huston heb ik nieuwe interviews met Alexander Payne, Joe Dante en Quentin Tarantino toegevoegd. Weten is beter dan niet weten, dus had ik een hekel aan Bush, die onwetendheid hoog in zijn vaandel droeg. Maar ik ben ook niet graag politiek correct.'
'In de film geeft Tommy Lee trouwens een serieus pak rammel aan een zwarte: een deel van de cast vroeg zich af of dat wel kon, maar hey, een zwarte pooier is even verwerpelijk als een blanke.'
U wordt 68, hebt u nooit eerder een film willen draaien in Hollywood?
Bertrand Tavernier: 'Bedankt om me aan mijn leeftijd te herinneren. (lacht)Ach, ik voel me mentaal en lichamelijk goed en ik heb een fijn leven gehad: ik heb alleen de films gemaakt die ik wilde maken, en ik mocht ze ook volledig zelf maken. Ik ben dus verantwoordelijk voor mijn mislukkingen en mijn successen, de meester van mijn eigen lot. Zo raakt een mens niet gedesillusioneerd. Ik heb alweer zin om een volgende film te maken.'
'Om op je andere vraag te antwoorden: na Round midnight heb ik even overwogen een scenario te verfilmen van Steve Tesich, een schrijver die samengewerkt heeft met Peter Yates (schreef onder meer het scenario van Yates Eleni en Eyewitness, maar ook van The world according to Garp) Maar we kregen het geld niet bijeen.'
'Overigens is In the electric mist geen Hollywoodfilm - hij is volledig met Frans geld gefinancierd, TF1 heeft twee derde van het budget bijeengebracht.'
U hebt ons nu al verteld waarom u van Dave Robichaux houdt, maar niet wat Tommy Lee met het personage heeft.
Bertrand Tavernier: 'Dat heeft hij me verteld toen we na de opnames eens samen een glas gingen drinken. Dave heeft in de boeken zijn vader verloren op een boorplatform. De vader van Tommy Lee werkte ook op zo'n platform. Hij zei dat hij zijn hele jeugd bang is geweest dat zijn vader een ongeval zou hebben op het werk, omdat de mannen daar uitgebuit worden. En dat je die angst als volwassene maar moeilijk kwijtraakt.'
'Overigens heeft hij er een hele filosofie aan verbonden: mijnbouw en boren, dat is kapitalisme, omdat je niets teruggeeft aan de aarde, wat landbouwers wel doen.'
Dat lijkt op de filosofie van de indianen.
Bertrand Tavernier: 'Daar is hij erg door geboeid, al neemt hij het met een korrel zout. Hij vertelde me een heerlijke anekdote over de indiaanse hut die hij in zijn tuin heeft laten optrekken. Om ze in te wijden, had hij een Seminole-indiaan opgespoord die geen telefoon, gsm of auto heeft - het duurde behoorlijk lang eer ze die man konden vinden. Een maand na die ceremonie las hij dat de Seminoles de keten Hard Rock Cafés hebben gekocht. (veegt tranen van het lachen uit zijn ogen) Ze hebben geen telefoon, maar wel alle Hard Rock Cafés. Dat is toch prachtig?'
In the electric mist speelt sinds vandaag in de Kinepolis-bioscopen
Regie: Bertrand Tavernier Cast: Tommy Lee Jones, John Goodman, Peter Sarsgaard Duur: 117 minuten Genre: Thriller
23-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
18-04-2009
Jennifer Lynch: Mijn vader is een prachtmens".
Het verhaal: In een stoffig stadje wordt een reeks brute moorden gepleegd. FBI-agenten Anderson en Hallaway arriveren op een politiebureau om te helpen bij het verhoren van de enige drie overlevende getuigen. Ze treffen een jong meisje, een gedrogeerde tiener en een nukkige agent aan. Ieder vertelt een verhaal, maar geen van hen kan het onderzoek helpen.
Dat Surveillance als een B-thriller met lynchiaanse trekjes omschreven wordt, hoeft niet te verbazen. In de regisseursstoel zat immers Jennifer Lynch (41), de dochter van David Lynch, het bizarre brein achter kleppers als Blue Velvet en Lost Highway. 'Die monsterachtige baby in Eraserhead is autobiografischer dan je vermoedt. '
Om meteen met de deur in huis te vallen: is een vader als David Lynch een vloek of een zegen?
Jennifer Lynch: Op persoonlijk gebied is het ongetwijfeld een zegen. Papa is een prachtmens! Hij heeft een uniek gevoel voor humor en bracht me in contact met ongelooflijk interessante zaken en mensen. Op professioneel gebied ligt het moeilijker. Ik heb lange tijd gedacht dat voor de dochter van David Lynch de deuren van Hollywood wagenwijd zouden openstaan. Niet dus. Als je verwant bent met iemand die zulke eigenzinnige pareltjes op zijn naam heeft staan, verwachten ze dat jij onmiddellijk werk van een gelijkaardig niveau aflevert. Kijk maar naar Sofia Coppola: haar films worden steevast met die van haar vader vergeleken. En dat terwijl ze een compleet eigen stijl heeft.
Besefte je als kind al dat je vader zich met zonderlinge zaken bezighield?
Jennifer Lynch: Ik herinner me dat hij regelmatig in de woonkamer stond te roepen: 'Dit is niet het leven van een kunstenaar! Ik wil geen vrouw en dochter! Een braaf gezinsleventje zegt me niets!' Als je dat in je achterhoofd houdt bij het herbekijken van Eraserhead, passen alle puzzelstukken plots in elkaar. Die monsterachtige baby, die verstikkende industriestad en die protagonist die maar al te graag andere vrouwen wil neuken: het is allemaal autobiografischer dan je vermoedt.
Hoe ervaart een kleuter het productieproces van zo'n buitenissige prent?
Jennifer Lynch: Ik vond vooral dat het veel te lang duurde. Ze zijn beginnen te draaien toen ik vier was en ik heb op mijn zevende het eindresultaat gezien. We vertoefden bijna dagelijks op de bizarre sets en ik beschouwde de cast en de crew als familie. Onmiddellijk na de première vroeg mijn vader wat ik ervan vond. Mijn antwoord was kort, maar krachtig: 'Paps, dit is geen film voor kinderen!' (Lacht)
Zoiets moet toch sporen achterlaten.
Jennifer Lynch: Op mijn recentste verjaardagsfeestje kwam pa met het coolste cadeau aller tijden aandraven. Hij had onze oude home movies aan elkaar gemonteerd, met daarbij de lievelingsmuziek van mijn moeder en mij. De nachtmerriebeelden van Eraserhead hadden plaatsgemaakt voor sprookjesachtige taferelen. Na een tijdje zat ons hele gezin voor de televisie te huilen. Vader nam me vast en fluisterde: 'Jen, je bent het beste wat me ooit is overkomen. Misschien dat ik dat vroeger niet altijd liet merken. Daarvoor wil ik me excuseren. Jij hebt me de energie en inspiratie gegeven om te doen wat ik moest doen: films maken.'
En nu vind je 'Eraserhead' de beste film uit zijn oeuvre?
Jennifer Lynch: Wat mij betreft zijn The Elephant Man en Blue Velvet de beste films die papa gemaakt heeft. Ze vertellen ontzettend veel over de verschillende aspecten van zijn psyche. Uit The Elephant Man kun je afleiden dat hij ontzettend warm en meedogend is, in Blue Velvet toont hij zijn voyeuristische en perverse trekjes.
De invloed van je vader op jouw werk gaat erg ver. Voor 'Surveillance' castte je zelfs Bill Pullman, de hoofdacteur uit 'Lost Highway'.
Jennifer Lynch: Daar zit je mis! Bill en ik kennen elkaar al twintig jaar. Aanvankelijk zouden hij en Madonna in mijn eerste film Boxing Helena de hoofdrollen vertolken. Die plannen vielen echter in het water toen Andrew Lloyd Webber Madonna dwong tussen onze productie en de filmversie van Evita te kiezen. Nadien zag ik mezelf genoodzaakt Julian Sands en Sherilyn Fenn - twee goedkopere acteurs - te casten. Met Bill maakte ik het goed door hem aan mijn vader te introduceren toen die met de preproductie van Lost Highway bezig was. En de rest is geschiedenis...
Maar je kunt niet ontkennen dat je veel aan je vader te danken hebt.
Jennifer Lynch: Hij heeft ervoor gezorgd dat ik hier nu zit, dat klopt. Maar niet op de manier die jij in gedachten hebt. Je moet weten dat ik sinds mijn 19e met mijn ruggengraat sukkel - dat komt ervan als je door een wegpiraat wordt aangereden. Enkele jaren geleden raakte ik zelfs amper uit bed. Gelukkig betaalde mijn vader de dure operaties die me erbovenop hielpen. Vandaar dat ik hem als ' executive producer' van Surveillance vermeld. Dat was de enige manier waarop ik hem kon bedanken.
Pell James
Zoiets maakt je film natuurlijk ook commercieel interessanter.
Jennifer Lynch: Ik moet je teleurstellen: zo gewiekst zit de Lynchclan niet in elkaar. Vader zou zijn naam trouwens nooit verbinden aan iets wat hij niet goed vindt. Ik was dolblij toen hij me na de eerste screening vroeg of zijn naam niet in een groter lettertype op de begintitels kon. Zo trots was hij op zijn dochter. Hij had maar één probleem: hij vond het einde - waarover ik niet wil uitweiden - ronduit ziek. 'Dat kun je je publiek niet aandoen, liefje', klonk het uit de mond van de man achter griezelige koortsdromen als Twin Peaks, Wild at Heart en Mulholland Drive. (Lacht)
Het doet je dus geen deugd dat 'Surveillance' lynchiaans wordt genoemd?
Jennifer Lynch: Die term komt me werkelijk de strot uit. Ik begrijp wel dat buitenstaanders gefascineerd zijn door mijn vaders bizarre gedachtekronkels. Hij is en blijft een ontzettend merkwaardige kerel. Toen ik nog een zuigeling was, maakte hij een mobile voor boven mijn bedje door een verzameling lucifers in alle richtingen te buigen en deze aan een stukje ijzerdraad te bevestigen. Wist hij veel dat ik dat supereng vond! Nog zo'n typisch papamoment: omdat hij vergeten was om voor mijn moeder een verjaardagscadeau te kopen, hevelden we ettelijke kilo's tuingrond naar de eettafel over. Die maakten we nat en toverden we om tot een reeks gekke modderpoppen.
Hoe reageerde je moeder?
Jennifer Lynch: Die vond het fantastisch! We hebben een jaar lang aan een andere tafel gegeten. Ze wilde onze kunstwerkjes niet verplaatsen. (Lacht)
Surveillance speelt sinds 8 april 2009 in de Kinepolis-bioscopen
Regie: Jennifer Lynch Cast: Julia Ormond, Bill Pullman, Pell James, Ryan Simpkins... Genre: Thriller Duur: 98 minuten
18-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
16-04-2009
Een monsterlijk interview met Reese Witherspoon.
Susan Murphy verandert op een dag in een monster en wordt opgenomen in een geheime organisatie. Wanneer de aarde wordt aangevallen door buitenaardse wezens, moet ze het samen met de andere monsters tegen de indringers opnemen.
Een gesprek met actrice Reese Witherspoon(Legally Blonde, Rendition) over Monsters vs Aliens, de nieuwste film van Dreamworks Animation. waarin ze haar stem leende aan het personage Susan Murphy.
Je bent een kleine actrice, maar in Monsters vs. Aliens ben je een GROOTS personage. Hoe liet je je stem groots klinken? Reese Witherspoon: Hmmm, dat weet ik niet eigenlijk. In de pre-productie leerde ik Susan beter kennen en hoe het voelt om zo groot te zijn. Ik kwam erachter dat mijn personage haar kracht uit d'r superkrachten haalt. En dat moest ik maar laten horen in mijn stem.
Heb je naast Monsters vs. Aliens wel eens eerder films in 3D gezien? Reese Witherspoon: Nou, het is supergaaf om Monsters vs. Aliens in 3D te bekijken. Het is een filmervaring die je nooit meer vergeet, want alles komt op je af. Eigenlijk heb ik alle 3D films voor kinderen wel gezien. Spy kids 3D, Captain EO... en Jaws 3 D(lacht). Vroeger ging ik ook wel eens naar een 3D voorstelling. Maar ik was hartstikke bijziend en moest dus die 3D-bril over mijn normale bril heen doen. Maar goed, daar heb ik gelukkig geen last meer van.
In de film speel je dus een gigantisch monster...alleen ben jij ontzettend knap. Hoe leg je je kroost uit dat 'mama opeens een monsterlijke supervrouw is'? Reese Witherspoon: M'n twee kinderen zijn er ontzettend enthousiast over. Ik heb dagen achter elkaar met ze op de website van de film gezeten en spelletjes gespeeld. Maar kinderen kunnen zich wel identificeren met de monsters hoor, want ze zijn niet allemaal eng. De meeste monsters zijn gewoon leuk en vertellen in de film zelfs allerlei belangrijke levenslessen. Alle personages in de film zijn ook zo goed vorm gegeven en getekend. En daarbij zal het genre de meeste kinderen ook aanspreken. Het is de perfecte mix tussen actie en een komedie. Maar vriendschap staat ook centraal.
Heb je nog gelijkenissen gevonden met je personage? Reese Witherspoon: Wat ik ontzettend leuk vind aan mijn personage, is dat ze eerst een doodnormale vrouw is. Ze wil gaan trouwen met een leuke gozer, ze is van plan om te verhuizen en ze heeft gewoon een hartstikke cool leventje. En tsja, wanneer ze geraakt wordt door die meteoor...staat d'r hele leven op z'n kop. Maar wanneer ze ontdekt dat haar speciale gaven juist kracht geven, besluit ze om te accepteren zoals ze is. Daar hou ik echt van, dat iemand door een bepaalde gebeurtenis eens flink met de neus op de feiten wordt gedrukt. Daar kan ik mij erg in vinden, moet ik zeggen!
Voel je je buiten de set wel eens bekeken, net als de monsters? Reese Witherspoon: Ja, soms voel ik me inderdaad die enorme vrouw met superkrachten. Als ik bijvoorbeeld over straat loop zie ik mensen fluisteren en roddelen en duwen ze hun kinderen naar me toe voor een foto. Maar dat hoort er allemaal bij. Ach, ik ben gewoon enorm blij en gezegend met het werk dat ik nu doe!
Monsters vs. Aliens speelt sinds 1 april 2009 in de Kinepolis-bioscopen.
16-04-2009 om 00:10
geschreven door Patje007
Nicolas Cage ontcijfert de toekomst in 'knowing'.
Plot: Tijdens het schoolfeest opent de directrice een tijdscapsule met berichten die 50 jaar eerder door leerlingen geschreven werden. De boodschap die de kleine Caleb in handen krijgt, slaat nergens op. Een papier vol cijfers in willekeurige volgorde. Geamuseerd tracht zijn vader Ted het document te ontcijferen. Tot hij ontdekt dat elke reeks getallen verwijst naar het exacte tijdstip en het aantal slachtoffers van een recente catastrofe. Tot zijn afgrijzen blijken de laatste drie reeksen rampen te voorspellen. Een ijzingwekkende race tegen de klok begint.
De Amerikaanse acteur Nicolas Cage (45) wisselt graag kleine films af met grote spektakelprenten. Vanaf 1 april 2009 is het opnieuw tijd voor een big movie: Knowing van de Australische regisseur Alex The Crow Proyas. Cage vertolkt daarin professor John Koestler die toevallig een brief met een hoop getallen in handen krijgt. De eerste getallen 9112001 wijzen uiteraard naar de ramp met de Twin Towers. En zo komt Koestler uit op een lijst met alle grote rampen die de laatste jaren gebeurd zijn. Maar er zijn enkele onverklaarbare codes: van rampen die nog moeten gebeuren. En de laatste code is waarschijnlijk de grootste catastrofe van allemaal: de Apocalyps.
Nicolas Cage interviewen is niet de gemakkelijkste opdracht. Onvriendelijk kan je hem zeker niet noemen, maar vaak reageert hij heel gesloten. En de laatste jaren wikt en weegt hij zeer voorzichtig zijn woorden. Bovendien lijkt Cage nooit veel zin te hebben om met journalisten te praten. Zeker niet wanneer die de zoveelste vraag stellen over hoe het is om een levende kakkerlak te eten in Vampires Kiss.
U bent met de jaren trager beginnen praten. Nicolas Cage: «Ik ben het inderdaad kalmer aan beginnen doen. Zeker na een carrière van zon 30 jaar. Maar ik heb in het verleden altijd moeten boeten voor wat ik soms zei. Dus sinds enige tijd denk ik altijd eerst heel diep na over wat ik ga zeggen, want voor je het weet worden uitspraken verkeerd geïnterpreteerd en over de hele wereld verspreid. Sommige uitspraken blijven trouwens voor de rest van je leven rondzwalpen. En je wordt er na zoveel jaren nog steeds mee geconfronteerd.»
Maar ook op de set geeft u soms een trage indruk Nicolas Cage: «Ik ben altijd aan het nadenken over een personage of over het werk dat ik moet doen. Ik probeer heel, heel gefocust te zijn op de set. Dan kan de indruk wekken dat ik wat traag reageer. Maar dat heeft dus te maken met mijn aanpak van de job.»
Knowing doet een beetje denken aan Next, één van uw vorige films. U bent duidelijk geïnteresseerd in sciencefiction? Nicolas Cage: «Absoluut. Ik ontdekte naarmate ik meer in de wereld van de cinema werkte dat sciencefiction één van de laatste manieren is om verhalen te vertellen waarbij je abstract kan zijn en toch vlot kan communiceren met een groot publiek. Persoonlijk hou ik er enorm van om het abstracte in mijn werk te exploreren, maar dan op zon manier dat de mensen er iets aan hebben. Het genre van sciencefiction is echt een zeer vruchtbare grond om dat te doen. Ik vind dat het iets bevrijdends heeft om binnen dat genre te werken. Een film zoals Knowing laat me toe om mijn geest te openen. Hopelijk gebeurt dat ook bij de toeschouwers.»
Waar moet de toeschouwer dan voor open staan? Nicolas Cage: «Wel, de mogelijkheid dat er heel wat dingen zijn buiten het materiële bestaan dat de we dagelijks ervaren.»
Hoe zou u Knowing binnen het sciencefictiongenre situeren? Nicolas Cage: «Ik denk dat het een nieuwe en frisse benadering is van een genre dat wat originaliteit nodig heeft. En ik denk dat de film die originaliteit kan bieden.»
U haalde Rod Serling, de schepper van The Twilight Zone, aan toen u het over Knowing had. Wat is het verband? Nicolas Cage: «De reden waarom ik Rod Serling vermeldde, is dat zijn werk een interessante benadering inhoudt binnen een fantastische context. Persoonlijk hou ik er van om goede acteurs aan het werk te zien in zeer extreme situaties. En met extreem bedoel ik dan sciencefiction en het fantastische genre. Serling kon dingen in het extreme verankeren waardoor ze geloofwaardig werden voor een groot publiek. Welnu, ik vond dat Alex Proyas met Knowing dat magische gevoel dat ik bij Rod Serling had opnieuw kon oproepen.»
Kon u het goed vinden met Alex Proyas? Nicolas Cage: «Ja, ik vond het zeer bevrijdend om met Alex te werken. Ik voelde me heel relaxed op zijn set. Het belangrijkste voor een acteur is dat hij vrij en ontspannen kan functioneren. Zodanig dat hij of zij heel persoonlijke gevoelens kan aanspreken, om die dan te gebruiken voor zijn of haar vertolking. Alex schept een omgeving waarbinnen dat mogelijk is.»
Zou u zoals uw personage graag weten wat er in de toekomst gebeurt? Nicolas Cage: «Ik vind het wel boeiend om voorspellingen te lezen. Nostradamus en zo. Maar eerlijk gezegd: ik hou van verrassingen. Indien je altijd zou weten wat er ging gebeuren, zou het leven heel vervelend zijn. Verrassingen maken het leven spannend.»
Waar ziet u zich over tien jaar? Nicolas Cage: «Ik hoop dat de mensen van wie ik hou nog altijd gelukkig zullen zijn en dat de films die ik nog ga maken mij goed zullen doen voelen in mijn job. Ik denk dat het een bepaald aspect van mijn werk is: ik hoop altijd dat mijn films iets aan de toeschouwers geven waar ze enthousiast over kunnen zijn. Niet dat ik films met nadrukkelijke boodschappen wil maken. Maar het is goed dat er elementen zijn in een verhaal die zijdelings gedachten en ideeën kunnen losweken. Uiteraard wil ik in de eerste plaats gewoon goede verhalen vertellen.»
Vindt u het einde van Knowing optimistisch of pessimistisch voor de mensheid? Nicolas Cage: «Ik heb het moeilijk om op die vraag te antwoorden. Ik wil mensen niet dicteren wat ze moeten denken. Iedereen moet zijn eigen ervaring opdoen en zijn eigen oordeel vellen. Ik geef slechts iets waar men over kan nadenken. Als ik mijn opinie uitspreek, dan neem ik het plezier en de ervaring weg van de toeschouwer.»
Regie: Alex Proyas Cast: Nicolas Cage, Rose Byrne... Genre: Thriller, drama Duur: 135 minuten
16-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
14-04-2009
Interview met Liam Neeson over Taken.
De legendarische acteur Liam Neeson laat zich met de film Taken van een andere kant zien. De alomgerespecteerde acteergrootheid verrast vriend en vijand met een heuse rol als bikkelharde actieheld; In Taken speelt Neeson een gepensioneerde geheim agent die opnieuw in actie komt als zijn dochter ontvoerd wordt. En in zijn speurtocht zijn alle middelen geoorloofd...
Uw karakter wordt eerder gekenmerkt door de grote liefde voor zijn dochter dan door zijn verleden als geheim agent. Enigszins vreemd voor een actiethriller. Is dat wat u aansprak in de rol van Bryan, die eerder een anti-held is dan een James Bond? Liam Neeson: Het idee van een thriller die tegelijkertijd snel én emotioneel is, sprak mij inderdaad erg aan: we zien in Bryan vooral een vader die gek is op zijn dochter. Toch is het geweldig al heb ik nooit gefantaseerd over een rol als James Bond om op echte badguys te schieten en te rijden als een Formule 1 piloot! Ik wilde daarnaast ervaren hoe het is om aan een film te werken waar Luc Besson achter zit. Ik heb veel bewondering voor hem.
Het merendeel van de personages dat u heeft vertolkt, wordt gekarakteriseerd door een sterke fysieke verschijning en een hart van goud: is zich hier een handelsmerk aan het ontwikkelen? Liam Neeson: Daar kan ik niet echt antwoord op geven, ik zet in wat de natuur mij heeft gegeven. Ik heb om eerlijk te zijn nooit met Pierre gesproken over de reden waarom hij me de rol heeft gegeven. Mijn gevoel stuur mij wel vaak in de richting van personages die erg menselijk en gevoelig zijn. Dat is bij Bryan zeker het geval.
U heeft onder andere gewerkt met Martin Scorsese, Steven Spielberg, George Lucas en Ridley Scott: lag er een uitdaging in het werken met een jongere regisseur? Liam Neeson: Geloof mij, Pierre Morel is zeker geen groentje! Hij is al lang werkzaam in het vak en heeft veel ervaring opgedaan, met name als director of photography. Ik was erg onder de indruk van de originaliteit van Banlieue 13, waaruit een goed oog voor mise-en-scene naar voren kwam, evenals een ongelooflijk gevoel voor ritme en een mate van energie die ik ook terugvond tijdens het draaien van Taken.
Was het emotioneel gezien moeilijk om u te verplaatsen in een vader waarvan de dochter wordt ontvoerd? Liam Neeson: Als vader is dat het ergste wat je je kunt voorstellen. Door een dergelijke rol ga je jezelf afvragen wat je eigen reactie zou zijn in zon situatie. Je bedenkt wat je de dader zou aandoen, en komt snel tot de conclusie dat je alle fysieke kracht die je bezit zou gebruiken om je kind te redden. Het was voor mij interessant om met zon thema in aanraking te komen, omdat ik normaal gesproken tegen elke vorm van geweld ben. Zeker het soort geweld dat Bryan in de film gebruikt. Zijn verleden brengt hem echter in de typische zij-of-ik situatie, en hij gaat dan ook tot het uiterste.
Is het eigenlijk wel geloofwaardig om gescheiden te zijn van de prachtige Famke Janssen? Liam Neeson: Zij is inderdaad een geweldige vrouw, maar in het scenario staat dan ook dat zíj degene is die mij verlaat!
Welke fysieke voorbereiding vereiste de film? Liam Neeson: Ik heb me erg lang moeten voorbereiden. Ondanks dat ik de gewoonte heb in vorm te blijven, heb ik de intensiteit et het niveau van mijn trainingen aanzienlijk moeten verhogen. De actiescènes waren erg secuur: je moet goed letten op de manier waarop je beweegt en op de positie van je lichaam zonder het oogcontact met je tegenspeler te verliezen. Het vraagt echt om een hoop energie, zeker ook vanwege je eigen veiligheid. Het is elke keer weer een zware klus.
Is er sprake van een soort extra genoegen bij een gevecht met blote vuist? Liam Neeson: Ja, enigszins wel. De kleine jongen komt op dat moment in je naar boven. Zeker met goede stuntmannen ontwikkelt zon gevecht zich tot een soort dans waarvan de uitvoering een hoop voldoening oplevert.
Het is de eerste keer dat u werkt met een Frans team: wat is u daarvan het meest bijgebleven? Liam Neeson: Een positief gegeven: de grote hoeveelheid vrouwen in het team! Ik ben erg gevoelig voor de energie die ontstaat wanneer mannen en vrouwen samenwerken op de set, maar de Engelse of Amerikaanse opnamen tellen in de meeste gevallen bijna alleen maar mannen. Ook de Franse werktijden waardeer ik enorm. De werkdagen, die bestonden uit het repeteren van de gevechten en het draaien, bleven zwaar, maar ik had wel steeds de luxe dat ik een hele nacht kon uitrusten. Buiten dat heb ik enorm veel plezier beleefd aan de Parijse manier van leven.
De film taken is sinds 17 maart 2009 te koop op dvd.
Meer dan 20 jaar na Dangerous Liaisons werkten actrice Michelle Pfeiffer, schrijver Christopher Hampton en regisseur Stephen Frears opnieuw samen aan een grote literatuurverfilming. Deze keer kozen ze voor Chéri van de Franse schrijfster Colette. Voor Michelle Pfeiffer alvast de ideale film om te bewijzen dat 50-jarige vrouwen nog steeds sexy kunnen zijn.
Hoeveel van uzelf steekt u in een personage? Michelle Pfeiffer: «Wat mij betreft, zoveel mogelijk. Soms is dat heel moeilijk, omdat je niet altijd een verband voelt tussen jezelf en je rol. Maar als je al een klein ietsje van jezelf in dat personage herkent, kan je daarop bouwen. Met Léa had ik niet zoveel problemen om dingen van mezelf in haar te zien
U speelt hier een vrouw met ervaring. Hoe staat u tegenover het ouder worden? Michelle Pfeiffer: «Ik werd 50 toen we bezig waren met de opnames van Chéri. Het was een harde dobber, maar dat weet iedereen. Zowel mannen als vrouwen willen niet met dat getal geconfronteerd worden. Voor mij was het ergens ook een opluchting. Ik besefte dat het allemaal niet zo belangrijk is. We worden allemaal ooit 50 laten we hopen. Dus eigenlijk is het zelfs heel positief, want er zijn mensen die nooit 50 zijn kunnen worden. Jij bent dus de geluksvogel. Naar die leeftijd kijken, is willen kijken naar een glas dat halfvol is. De leeftijd van 50 bereiken is een zegen.»
U heeft hier zoals in I could never be your woman een jongere minnaar Michelle Pfeiffer: «Mijn tegenspelers worden inderdaad jonger en jonger (lacht). Ik ging van Paul Rudd (40) over Ashton Kutcher (31) naar Rupert Friend (27). Ik denk dat ik daar best stop. (schatert) Want als we nog jonger gaan, komen we op een heel ander terrein.»
Denkt u dat oudere actrices met jongere mannelijke tegenspelers nog altijd een taboe is? Michelle Pfeiffer: «Nu is het al minder een taboe dan tien jaar geleden. Maar het zal nog even duren voor dat onevenwicht helemaal verdwenen is. Vroeger zag je enkel jonge actrices met oudere tegenspelers en nooit het omgekeerde. Meer nog, hoe jonger ik was, hoe ouder mijn mannelijke tegenspelers waren. Eigenlijk is het allemaal niet heel eerlijk. Maar goed. We evolueren. Kijk maar naar Chéri.»
Hoe bent u aan het personage van die courtisane begonnen? Michelle Pfeiffer: «Ik heb waarschijnlijk meer research gedaan naar het leven van Colette dan naar de courtisanes van die tijd. Ik vond het belangrijker om de essentie van Léa te vatten dan iets anders. En er zijn heel wat overeenkomsten tussen Colette en Léa. Colette had een relatie met een veel jongere man. Ik geloof zelfs dat hij 16 jaar oud was. Liefde was anders in die tijd. Er heerste ook een schandaalsfeertje rond Colette. Maar ze was erg vooruit op haar tijd.
Christopher Hampton schreef de adaptatie van Dangerous Liaisons én die van Chéri. Herkende u meteen de Hampton-stijl? Michelle Pfeiffer: «Absoluut. Je herkent meteen de stem van Christopher. Maar hij liet toch ook Colettes stem op de voorgrond komen. Het is dan ook heel moeilijk om de twee te scheiden. De twee auteurs vloeien naadloos in mekaar. Ik herken de stem van Christopher, maar ik kan geen concrete voorbeelden aanhalen. Een script is immers geen mathematisch iets.»
U was vroeger de schoonheidskoningin van het scherm. Hoe zou u schoonheid omschrijven? Michelle Pfeiffer: «Zeer goede belichting. (lacht) Och, het heeft allemaal te maken met hoe je de dingen ziet. Beauty is in the eye of the beholder. Ik ben vaak uitgegaan met mannen die niet bepaald conventioneel knap waren, maar in mijn ogen waren ze dat wel. Wat de maatschappij zegt dat mooi is, vind ik meestal niet interessant. Ik denk dat het allemaal te maken heeft met wat je als mens te bieden hebt. Ik heb vrouwen ontmoet die geen klassieke schoonheden waren, maar ze waren wel de meest seksuele wezens die je je kon inbeelden. Ze hadden een aura rondom hen.»
Weet u nog wanneer u actrice wilde worden? Michelle Pfeiffer: «Ja, ik werkte als cassière in een supermarkt ik was 19 geloof ik , had een slechte dag achter de rug en toen begon iemand ook nog te zaniken. Ik wist één ding: ik wilde hier niet zijn. Toen vroeg ik me af wat ik wilde doen in mijn verdere leven. Niet wat mogelijk was, maar wat ik echte wilde. En dat was acteren. Ik wist wel niet hoe ik dat ging bereiken, maar ik wilde het alvast proberen. Ik was jong genoeg. Als ik zou falen, was dat geen ramp. Maar het lukte.»
Heeft u er ooit aan gedacht om een cassière te spelen? «Dat zou heel leuk zijn. Nee, niet aan gedacht. Maar ik zou het zeker eens willen doen. It would be fun.»
10-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
09-04-2009
Viggo 'Aragorn' Mortensen stopt met acteren.
Hollywood verliest opnieuw een groot acteur: Vigor Mortensen, bekend als Aragorn uit The Lord of the Rings-trilogie stopt met acteren. Dat heeft de acteur zelf bekend gemaakt.
Mortensen heeft het de laatste tijd moeilijk met de werkdruk. "Op een week tijd heb ik gependeld van Los Angeles over Japan en Korea naar Polen", aldus de 50-jarige acteur, "Pure waanzin en nog ongezond ook, maar daar komt dus verandering in want ik stop met acteren."
Volgens Mortensen weigert hij al een jaar lang zowat alle rollen die hem aangeboden werden. Het ging dan vooral om grote projecten met ongelofelijk grote budgetten. De Amerikaanse acteur van Deense afkomst heeft altijd gezegd dat hij geen films voor het geld wou maken. Het is niet duidelijk wat hij dan precies in Japan, Korea en Polen gaan doen is.
"Anderzijds besef ik dat ik in veel goede films heb mogen meespelen en dan twijfel ik soms wel of ik er niet nog een paar zou doen, maar er zijn ook nog andere dingen die ik wil doen", aldus Mortensen. Ongetwijfeld doelt de acteur daarmee op muziek. Hij speelt immers in een jazzband en blijkt ook een dichter en fotograaf te zijn.
Als Mortensen bij zijn besluit blijft dan zal iemand anders de rol van Aragorn gaan spelen in 'The Hobbit', de veelbesproken prequel op The Lord of the Rings.
In 'Chéri' speelt een betoverende Michelle Pfeiffer een oudere courtisane. Het is na 'Dangerous liaisons' de tweede keer dat Pfeiffer samenwerkt met Stephen Frears, en het is weer een schot in de roos
Michelle Pfeiffer brengt een heel verdienstelijke imitatie van Stephen Frears. Het is buitengewoon grappig om de sierlijke Amerikaanse - ze wordt eind deze maand 51, maar dat is haar niet aan te zien - te horen praten met de grove korrel en het gehakte ritme van de norse Brit.
'Ach, hij doet maar alsof', zegt Pfeiffer glimlachend. 'Eigenlijk is hij een zacht eitje. Hij ijsbeert grommend en mompelend over de set, rukt zijn haar uit of doet alsof hij in de war is, maar hij speelt het, net als Columbo. Hij is duivels slim, Stephen.'
Frears, 68, heeft een reputatie als regisseur van vrouwen. Zes actrices regisseerde hij naar een Oscarnominatie: Anjelica Huston en Annette Bening in The grifters, Helen Mirren in The Queen, Judi Dench in Mrs Henderson presents, en uiteraard Glenn Close en Michelle Pfeiffer in Dangerous liaisons. Die eerste samenwerking tussen Pfeiffer en Frears dateert ook alweer van 1988. 'Ik had toen een veel kleinere rol dan in Chéri', zegt Pfeiffer. 'Zijn aandacht ging toen vooral naar John (Malkovich, red.), zodat ik hem ondertussen kon gadeslaan, wat erg amusant was.'
Frears blaast: 'Ik was zo jong toen en compleet verbijsterd dat iemand me geld gaf om die film te maken. Ik liep dus meestal compleet verdwaasd rond op de set: zo'n mooie vrouw en ík mocht haar vertellen wat ze moest doen!' En dan, met een sardonisch grijnsje: 'Wat overigens niet veel was. Michelle speelde een mooie vrouw die gekweld wordt - daar moest ik geen schep bovenop doen.'
Het scenario van 'Chéri', van Christopher Hampton, is gebaseerd op de romans van Colette. Mocht u daar iets aan veranderen? Michelle Pfeiffer: 'Niets. Maar dat wilde ik ook amper. Misschien voor die paar regels waar ik telkens weer over struikelde. De dialoog was een uitdaging: zowel het scenario als het boek heeft een lichte, vrolijke toon. Het is een bedrieglijke lichtheid die veel lagen verbergt. Je raakt meer dan eens de draad kwijt.'
Stephen Frears: 'Ik zou er niet van dromen er iets aan te veranderen, maar ik durf dat wel aan de scenarist te vragen. Daarom wil ik de scenarist er altijd bij op de set. Vastgeketend aan een paal, desnoods. Dat andere regisseurs de scenarist liever niet in de buurt willen, is hun probleem. Ik vind het dom. Een goede film begint en eindigt bij een goed scenario. Dit was een heerlijk scenario: ik moest heel hard lachen toen ik het las. Maar onder die vrolijkheid gebeuren er verschrikkelijke dingen. Die combinatie vind ik gewoon onweerstaanbaar.'
Mevrouw Pfeiffer, hebt u iets gemeen met Lea de Lonval? Michelle Pfeiffer: 'Wel, vrouwen hebben nu natuurlijk meer vrijheid dan de vrouwen in de belle époque. Courtisanes hadden een statuut dat je, met enige aarzeling, 'moderner' zou kunnen noemen: ze beheerden hun eigen geld, hadden vastgoed en aandelen. Maar je hebt het natuurlijk over de leeftijd van Lea. Ze staat op een kruispunt: ze moet zich erbij neerleggen dat ze ouder wordt, in een carrière die op haar looks is gebaseerd. De rite de passage die haar jonge minnaar Chéri moet doormaken, valt meer op: na jaren lummelen moet hij volwassen worden en trouwen. Maar ze aarzelen allebei om een hoofdstuk af te sluiten en aan een nieuw te beginnen.'
Zijn er parallellen met Hollywood? Michelle Pfeiffer: 'Goede rollen zijn zeldzaam, voor iedereen, maar zeker voor oudere actrices. Je moet heel goed op je uiterlijk letten. Maar vrouwen worden overal afgerekend op hun leeftijd, niet alleen in de film. Mannen tegenwoordig trouwens ook: probeer maar eens een baan te vinden als je op je vijftigste werkloos wordt - niet gemakkelijk.'
U hebt tussen 2002 en 2007 ook geen films gemaakt. Michelle Pfeiffer: 'Dat was niet zo bewust gepland. Het is niet ongewoon dat je als acteur een jaartje zonder werk zit, vooral als je de ene zware film na de andere hebt gemaakt. Daar kwam bij dat ik met mijn gezin verhuisde, en de verbouwingen sleepten aan... en opeens was het vier jaar geleden dat ik nog gewerkt had! Toen kreeg ik natuurlijk de kriebels. Ik wou absoluut I could never be your woman van Amy Heckerling doen, maar die opnamen werden een paar keer uitgesteld.'
'Kijk, toen ik nog geen kinderen had, was ik constant op zoek naar de volgende film. Daarom werkt een mens: om elke dag een doel te hebben. Maar als je kinderen hebt, komt daar een doel bij. Als ze wat ouder zijn (ze zijn nu 14 en 15) ga ik vast weer meer werken - ik haal nog steeds veel voldoening uit acteren.'
'Er is één ding dat ik een beetje mis in de film. In het boek laat Lea zich wat gaan als Chéri trouwt. Ze wordt een beetje dikker en let minder op haar uiterlijk. Maar op een gegeven moment vindt ze haar draai in haar nieuwe leven. Net op dat moment keert Chéri terug en gooit hij dat weer overhoop.'
Toch bent u op het einde van de film subtiel ouder: er zijn zelfs wat rimpeltjes te zien in de spiegel. Michelle Pfeiffer: 'Wel, we dachten: vóór Chéri vertrok, had Lea ook al rimpels, maar toen zag hij ze niet. En die rimpels zijn gewoon (wuift met haar hand) deze rimpels, maar zonder de schitterende belichting van Darius Khondji (de directeur fotografie ). Licht is de religie van Darius: hij heeft me met grote tegenzin hard belicht, Stephen heeft echt moeten smeken en pleiten. Op een gegeven moment weigerde hij vlakaf om mij nog lelijker, te maken. Hij was er het hart van in.'
In een paar scènes bent u ook nog naakt te zien, was dat moeilijk? Michelle Pfeiffer: (zedig) 'Ik ben helemaal niet naakt. Dat is een illusie. Je kunt veel huid zien, dat is alles. Voor mij is het geen naakt als je geen intieme delen laat zien. (gelach)De film is een stuk stomender dan het boek - daarin worden de liefdesscènes heel omfloerst aangeraakt. Maar het is een verhaal over een liefdesrelatie, zonder die scènes zou het niet realistisch zijn.'
Stephen Frears: 'Ik wist natuurlijk hoe Michelle over naakt in films denkt. Kijk, je kunt mensen niet dwingen iets te doen wat ze niet willen doen. Dat is barbaars. Als je met Ian McKellen werkt, mag je van geluk spreken als hij zijn kleren aanhoudt. (lacht)Maar als je filmt, vraag je acteurs voortdurend om intimiteit bloot te geven. Het is niet in het belang van je film om ze te dwingen tot iets wat ze ongelukkig maakt.' In de film zijn de kostuums trouwens memorabeler dan de naaktscènes. Michelle Pfeiffer: 'Opzichtig hé? (lacht)Ik zou me ermee bemoeid hebben als ik iets echt niet vond passen, daar heb ik geen enkele moeite mee. Maar alles wat ze (Consolata Boyle, van onder andere 'The Queen' en 'Angela's ashes') me voorhield, was perfect. Je kon er alleen niet in ademen. Ik heb altijd al een hekel gehad aan corsetten. Daar kwamen nu de hoeden bij. Ze zien er prachtig uit, ik weet het, maar ze waren loodzwaar.'
'Die courtisanes waren natuurlijk heel kleurrijke personages, maar ik wilde Lea spelen omdat ze geen karikatuur is. Colette benadrukte in het boek dat Lea niet zo venijnig is als de andere ex-courtisanes; Chéri zegt letterlijk dat hij van haar houdt omdat ze medelevend is. Dat kwetst haar, omdat ze zich realiseert dat hij gelijk heeft, dat ze dreigt het soort vrouw te worden dat ze nooit wilde worden. En dan neemt ze bewust de beslissing om dat niet te doen. Dat is fijn om te spelen. Geloof me, scenario's die je zo'n mogelijkheid bieden, zijn zeldzaam.'
Chéri is de adaptatie van het gelijknamige boek van de franse auteur Colette. Dit romantisch drama speelt zich af in het Parijs van de jaren '20 en vertelt de passionele relatie tussen een rijke, jonge man (Chéri) en zijn beeldmooie oudere minnares (Michelle Pfeiffer). Wanneer Chéri na 6 jaar verplicht wordt de relatie stop te zetten, trekt hij zich terug in zijn fantasieën. Omwille van de release van deze film kunnen jullie vanaf vandaag een deel van het interview lezen met Michelle Pfeiffer. Het vervolg kan u dan morgen en overmorgen lezen op uw favoriete filmblog.
Vijftig lentes zou je Michelle Pfeiffer niet geven. Zowel in levenden lijve als op het scherm heeft ze nog niets van haar uitstraling verloren. En dat toont ze ook nu weer met haar rol als courtisane in Chéri, de reünie met Dangerous Liaisons-regisseur Stephen Frears.
Michelle Pfeiffer speelde rollen in films met onder meer Al Pacino (Scarface), Jeff Bridges ( The Fabulous Baker Boys), Daniel Day-Lewis(The Age of Innocence) en Jack Nicholson (The Witches of Eastwick en Wolf).
Het is echter moeilijk om het níét over haar uiterlijk te hebben. Sinds haar carrièrepauze van vijf jaar om voor kind en gezin te zorgen speelt ze immers telkens opnieuw vrouwen voor wie leeftijd en schoonheid cruciaal zijn. Zowel in I Could Never Be Your Woman als in Stardust kroop ze in de huid van een dame die geobsedeerd is door het idee dat ze ouder wordt en aftakelt, in Hairspray in die van een voormalige schoonheidskoningin.
Ook Chéri, een prikkelende verfilming van de roman uit 1920 van de Franse schandaalschrijfster Colette, zit in dat vaarwater. Pfeiffer stapt met veel overtuiging in de rol van Lea de Lonval, een Parijse courtisane op leeftijd die weet dat de aantrekkingskracht waarmee ze haar brood verdient op zijn einde loopt. En dan begint ze een stomende affaire met een veel jongere man.
Chéri betekende voor Pfeiffer ook een blij weerzien met regisseur Stephen Frears en scenarist Christopher Hampton, met wie ze dik twintig jaar geleden Dangerous Liaisons maakte. Gespreksstof genoeg dus, maar het interview begint toch bij het geheim achter Pfeiffers slanke taille.
Michelle Pfeiffer: Dank je voor het compliment, maar de waarheid is banaal. Ook ik moet rekening houden met het spijtige feit dat je naarmate je ouder wordt steeds minder mag eten. Vreselijk is dat. Tegen dat ik zeventig ben, zal ik enkel nog lucht mogen eten. Ik weet nog dat mijn grootmoeder elke dag hetzelfde at: een half sneetje toast met wat beleg. En toch bleef ze zo'n sterke vrouw. Toen vroeg ik me af hoe ze kon overleven, nu weet ik wel beter.
Een mens moet eten, want anders wordt hij ongelukkig! Pfeiffer: Dat is zo, en ik probeer er sowieso van te genieten. Maar ik kan het me niet permitteren om niet op te letten. Ik zou binnen de kortste keren in een vet varken veranderen. Maar ik ga nog steeds graag aan tafel zitten.
Hecht je veel belang aan je uiterlijk? Pfeiffer: Ik moet wel, in deze business. Op zich zal ik niet ijdeler of zelfbewuster zijn dan iemand anders, maar ik moet rekening houden met professionele overwegingen. De mensen hebben een vertekend beeld van mij. Ze zien me enkel als ik aan een film werk of er publiciteit voor maak en dan ben ik fitter dan gewoonlijk. Dan let ik op mijn eten, probeer ik genoeg te slapen en breng ik veel tijd in de gym door. Als ik tussen twee projecten thuis bij mijn gezin ben, doe ik dat niet.
Hollywoodactrices klagen vaak dat de rollen schaars worden als je eenmaal de veertig voorbij bent. Spreekt 'Chéri' dat niet tegen? Pfeiffer: Neen, want het is een uitzonderlijke rol. Kansen als deze krijg je niet vaak. Maar dat geldt in mijn ogen voor alle personages in deze film. Rupert Friend, die de titelrol speelt, zal ook niet elke week scripts van dit niveau te lezen krijgen. Het klopt dat er tegenwoordig meer interessante vrouwenrollen zijn. De keerzijde van de medaille is echter dat er minder films gemaakt worden, waardoor die toename geneutraliseerd wordt.
Je hebt een carrièrepauze van vijf jaar genomen. Heb je overwogen om er helemaal mee te kappen? Pfeiffer: Nooit. Daarvoor doe ik het te graag. (Lacht)
Je werkt niet zo vaak, wat natuurlijk wel het voordeel heeft dat je dan een grotere impact op de kijker hebt. Pfeiffer: Is dat zo? Ik denk altijd dat het publiek me kotsbeu is. (Lacht) Ik was zo verrast om gisterenavond bij de première van Chéri al die mensen te zien roepen. In de tweede helft van de jaren 90 had ik het gevoel dat ik heel veel werkte, en waarschijnlijk komt mijn indruk daar nog vandaan.
Het valt me op hoe het thema van schoonheid en ouder worden in je huidige films steeds terugkeert. Is dat bewust? Pfeiffer: Laten we zeggen dat ik het aangenaam zou vinden om eens iets anders te spelen. Aan de andere kant ben ik nooit naar bepaalde thema's op zoek en eerlijk gezegd kan het me ook niet schelen of ik in herhaling val, als het script maar de moeite loont. Ik denk ook niet dat je I Could Never Be Your Woman, Stardust en Chéri over dezelfde kam kunt scheren. Ze hebben elk hun eigen visie op het onderwerp. Als thema's terugkeren, is het vaak omdat ze sterk zijn en tot de verbeelding van het publiek spreken. Er zijn in het leven überhaupt, maar weinig echt originele onderwerpen.
Klopt het dat Darius Khondji, de cameraman van 'Chéri', weigerde om je in een minder vleiend licht te filmen? Pfeiffer: Mijn God, wat Stephen Frears allemaal heeft moeten doen om Darius zo ver te krijgen dat hij de scènes aan het einde van de film wilde draaien, waarin ik voor de spiegel zit en je mijn rimpels ziet! Hij kon het niet over zijn hart krijgen. Hij werd bijna hysterisch. Je zag hem steeds bleker wegtrekken. 'Zo ver wil ik gaan en geen stap verder', siste hij uiteindelijk. ' That's it!' (Lacht)
Mooi compliment. Pfeiffer: Absoluut. En heel lief.
Veel scènes spelen zich in bed af. Voel je je daar als vijftigjarige vrouw ongemakkelijker bij dan vroeger? Pfeiffer: Ik zou niet zeggen dat ik er nerveus van word, maar ik ben toch opgelucht als ze voorbij zijn. (Lachje) Je voelt je nooit echt goed bij die scènes.
Het zijn wel veelzeggende scènes in de film. Pfeiffer: Dat is zo, en je doet er zeker alles aan om ze zo goed mogelijk in beeld te brengen. Maar je wil niet langer halfnaakt in dat bed liggen dan nodig. Stephen was gelukkig ook zo vriendelijk om die scènes pas helemaal aan het eind van de draaiperiode te filmen, waardoor Rupert Friend en ik elkaar al beter kenden en we ons meer op ons gemak voelden.
Op je 31e kronkelde je in 'The Fabulous Baker Boys' op een piano. Zie je jezelf nog steeds zoiets doen? Pfeiffer: Ik herinner me vooral hoe ik al mijn moed bij elkaar heb moeten rapen om op die piano te klimmen. Als je een script leest, sta je niet bij elk moment stil. Het was pas toen Steve Kloves, de regisseur, me eraan herinnerde dat we de volgende dag die scène zouden draaien dat ik me realiseerde dat ik op een piano zou moeten staan en zingen. Plots leek dat zo ongelooflijk onnozel. Ik heb Steve gesmeekt om iets anders te verzinnen. Ik was doodsbang dat ik mezelf belachelijk zou maken. Maar hij beloofde dat hij het niet zo ver zou laten komen. Michael Ballhaus was toen cameraman en hij heeft die scène naar een heel ander niveau getild. Ik ben er hem eeuwig dankbaar voor.
In 'I Could Never Be Your Woman' speelde je iemand die verliefd wordt op een veel jongere man, in 'Chéri' opnieuw. Pfeiffer: De waarheid is dat ik intussen nog zo'n rol heb gespeeld. In Personal Effects heb ik net als in Chéri een relatie met de zoon van Kathy Bates. Dus ja, ik val in herhaling. (Lacht) Ik heb wel vernomen dat de film door financiële verwikkelingen waarschijnlijk recht op dvd zal vliegen.
Ben je erg teleurgesteld als een van jouw films enkel op dvd verschijnt? Pfeiffer: Het is triest. Een film maken vergt zoveel energie en toewijding van zoveel mensen dat het altijd zonde is. Stel je voor dat je maanden of een jaar aan een boek schrijft en dan moet vaststellen dat het recht naar de afdankertjes verwezen wordt.
Het thema van oudere vrouwen en jongere mannen kwam op de Berlinale in zeker vijf films terug. Vind je het belangrijk? Pfeiffer: Misschien wijst het erop dat het taboe bijna gebroken is. Je ziet het ook in het dagelijkse leven. Ik heb eigenlijk nooit begrepen waarom het een probleem hoeft te zijn. Het zou me niet verbazen als koppels met zo'n leeftijdsverschil evenveel kans maken als traditionele relaties. Waarom zou het dan een taboe moeten zijn?
Wat wist je van de wereld van de courtisanes waarin 'Chéri' zich afspeelt? Pfeiffer: Niet veel, moet ik toegeven. Toen ik het script las, was ik echt verrast. Iedereen heeft die cliché-ideeën over dat wereldje van de dure gezelschapsdames. Wat ik zo geweldig vind aan Lea de Lonval, het personage dat Colette verzonnen heeft, is dat ze niets heeft om zich over te schamen. Het enige punt is de vraag wat je vindt van het idee dat een vrouw dus de keuze maakt om seks als koopwaar te gebruiken. Daar zal iedereen zijn eigen mening over hebben. Maar los daarvan is Lea een integer persoon, intelligent, ontwikkeld, gevoelig en medelevend. Zo'n personage had ik nog nooit gezien.
Het waren in elk geval vrijgevochten vrouwen. Pfeiffer: Zeker als je er rekening mee houdt dat vrouwen op dat moment hoegenaamd geen macht hadden. Ze hadden geen inspraak in hun finan-ciële situatie, ze bezaten geen onroerend goed: noem maar op. Dat deden de courtisanes wel. Ze waren zeer geslepen zakenvrouwen. Maar iemand die voor anderen de weg effent, moet daar per definitie een prijs voor betalen. Dat heeft Colette trouwens zelf ervaren. Omdat ze haar tijd ver vooruit was, stootte ze vaak op onbegrip en afgunst. Er zit veel Colette in de figuur van Lea.
Heb je je in haar werk verdiept? Pfeiffer: Ik heb vooral haar biografie gelezen en natuurlijk ook het boek Chéri. Colette heeft zelf ook een affaire gehad met een veel jongere man - haar stiefzoon, om precies te zijn. Ze was echt een schandaalfiguur, iemand die ervan hield om taboes met de voeten te treden. Ze heeft Chéri bijvoorbeeld tot een toneelstuk bewerkt waarin ze zelf naakt op de planken stond. Een slechte vrouw kon je haar niet noemen, al was de stiefzoon met wie ze een relatie had amper zestien. (Lacht)
Kan je Colette als schrijfster waarderen? Pfeiffer: O ja, en vooral de manier waarop ze met zo weinig woorden zoveel vertelt. Als je Chéri voor het eerst leest, lijkt het mooi geschreven, maar lichtvoetig en niet bijzonder complex. Als je het boek echter beter bekijkt en herleest, merk je dat je net als bij een ui telkens nieuwe lagen kan blootleggen. Alles is enorm specifiek en dat is de schoonheid en kracht van haar werk. Ze kan in één zin overbrengen waar anderen een hele paragraaf of pagina voor nodig hebben.
Het vervolg van dit interview kan u morgen lezen.
Regie: Stephen Frears Cast: Michelle Pfeiffer, Kathy Bates, Rupert Friend Genre: Drama Duur: 100 minuten
08-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
03-04-2009
Special The Fast & the Furious 4: deel 2: interview met Vin Diesel.
Voor autofreaks en fans van Vin Diesel zijn het leuke tijden. Volgende week komt Fast and Furious, de vierde film in de adrenalinereeks rond wagengekke criminelen en flikken in de bioscoop en vanaf deze week kan je de eerste drie films in de serie op dvd herontdekken. Ook nieuw uit op dvd is Babylon A.D., de actiefilm die Diesel maakte met Matthieu Kassovitz. Intussen werkt de acteur-zakenman volop verder aan Hannibal, the Conqueror.
Voor het gesprek met Vin Diesel, is het even lachen geblazen met zijn tegenspeler Paul Walker, een acteur die verzot is op alles wat een stuur en vier wielen heeft. Hij vindt de stoere rijstijl van Diesel hilarisch. Diesel is immers een geboren New Yorker en die weet alles van het openbaar vervoer en quasi niets van illegale races in Los Angeles.
Paul Walker zegt dat je een héél slechte chauffeur bent. En dat je met één arm rijdt, gewoon om je spieren te kunnen tonen. Vin Diesel: (lichtjes geïrriteerd) Misschien wel. Laat me dit zeggen: ik ben een heel goede chauffeur, maar ik ben ook een druk bezet man. Je zal me geen tijd zien verdoen op een racebaan. Ik ben Dom Toretto uit Fast and Furious niet, ik ben Vin Diesel. Ik ben een man die heel veel verplichtingen heeft en heb veel andere passies dan autoracen. Ik vind het cool dat Paul Walker zoveel tijd doorbrengt op het circuit en dat hij zo wild is van wagens - het helpt hem in het scheppen van zijn personage -,.maar ik werk dus anders.
Vin Diesel en Paul Walker
Hoe zit het met de plannen voor Fast and Furious 5? Want het einde van de nieuwe film wijst duidelijk naar nog een sequel. Vin Diesel: (aarzelt) Als ik ja zeg, zou je dat dan geloven? Je weet dat ik idealistisch ben en dat ik niet zomaar toehap. Zo werkt het bij mij niet. Er moet iets betekenisvol zijn als ik me aan een vijfde film waag. De vraag is: kunnen we daar geraken? Kunnen we een betekenisvol verhaal creëren en het Robin Hood-thema verder verkennen dat in dit nieuwe hoofdstuk werd geïntroduceerd? Als dat lukt, ben ik zeker bereid om de reeks verder te zetten. Maar ik zou nooit meedoen omdat het vorige deel succesvol was. Dat werkt niet. Een nieuw deel moet integriteit hebben. Dus laten we voorlopig genieten van deze film voor we praten over een vijfde.
Je bent eigenlijk een businessman die acteert, regisseert, produceert en nog een eigen videogamebedrijf heeft. Hoeveel tijd nemen al die activiteiten in? Vin Diesel: Die gamesbusiness is eigenlijk een zeer vermoeiende luxebezigheid. Het meeste van mijn tijd word ingenomen door film. Veel mensen spreken over hoe hard het is als je aan een film werkt. Maar ik werk net meer als ik niet aan het filmen ben. Als ik het personage kan vinden en er genoeg over kan mediteren, dan kan ik mezelf in dat karakter opsluiten. Dan is het werk gedaan. Weet je, er is iets therapeutisch aan acteren, want het is eigenlijk het enige moment dat ik mijn identiteit niet in vraag stel. Een zeer comfortabele plek om te vertoeven. Maar als ik geen personage speel, probeer ik het onmogelijke te doen. Zoals een videogamebedrijf runnen of Hannibal, the Conqueror op het witte doek brengen.
Wat Hannibal betreft: je schrijft mee aan het script, produceert, zal de hoofdrol spelen en bovendien de film regisseren Vin Diesel: Ik weet het. Een heel, heel zware en lastige taak. Om eerlijk te zijn, stel ik me ook de vraag of het allemaal niet te veel wordt. Maar eigenlijk moet ik die vraag aan jou stellen. Moet ik deze epische film zelf regisseren op de manier waarop ik het mij al vijf of zes jaar inbeeld? Of moet ik afstand nemen, me tevreden stellen met de voorbereidingen en een regisseur inhuren? Want een regisseur die meer vertrouwen geniet van de studio kan een groot budget krijgen. Wat zou jij doen?
Denk aan Kevin Costner. Zijn eerste film Dances with Wolves heeft hij zelf geregisseerd. Iedereen noemde hem een zelfmoordenaar, maar hij maakte een grote hit. Ik denk dat je het moet proberen Vin Diesel: Je hebt gelijk. Verschillende mensen zeggen me: Maak gewoon de film, je moet hem niet regisseren. Je kan hem produceren en dan heb je ook bereikt wat je wil. Maar ik wil niet gewoon een film maken. Ik wil echt een heel diepgaande cinema-ervaring maken.
Nu verwacht ik wel iets Vin Diesel: Beloofd. Het gaat iets moois worden.
03-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
02-04-2009
Werner De Smedt en Koen De Bouw weer op post voor "Dossier K".
Koen De Bouw en Werner De Smedt kruipen opnieuw in de huid van respectievelijk commissaris Vincke en inspecteur Verstuyft in de film "Dossier K", de opvolger van "De Zaal Alzheimer". Beide films zijn gebaseerd op de gelijknamige boeken van auteur Jef Geeraerts.
Ook Hilde De Baerdemaeker is weer van de partij als Linda. Andere rollen worden gespeeld door Greg Timmermans, Marieke Dilles, Jappe Claes, Filip Peeters en Blerim Destani. Jan Verheyen neemt plaats in de regiestoel. De opnames van "Dossier K" starten op 25 mei en zullen plaatsvinden in de Pyreneeën, in de Condroz-streek en in Antwerpen. Op 9 december verschijnt de film in onze zalen.
02-04-2009 om 20:04
geschreven door Patje007
01-04-2009
Special The Fast & the Furious 4: deel 1: interview met Paul Walker.
Paul Walker: snel & driftig
Een gesprek met Paul Walker, die samen met Vin Diesel schittert in het vierde deel van The Fast and the Furious. Walker was eerder te zien in het eerste en tweede deel van de reeks en in films zoals Into the Blue en Running Scared. Waarom ben je teruggekeerd voor het vierde deel? Paul Walker: Dat is een goede vraag! Ik moet eerlijk toegeven, dat ik na de eerste eigenlijk niet van plan was om terug te keren voor het tweede deel. Ik was toen acht jaar jonger en alles wat op m'n pad kwam vond ik te gek. Over het derde deel van de film was ik trouwens best wel teleurgesteld, maar ik denk dat ik hem wel had gedaan, als ze me gevraagd hadden!
Werd je niet gevraagd voor het derde deel? Paul Walker: Nee, dat was erg raar. Maar iets in me zei: 'Ach, laat het maar varen!' En toen kwam de vraag of ik met Vin Diesel in het vierde deel wilde spelen. Vin kwam me zelfs persoonlijk vragen of we nog één keer cool konden zijn. Ik dacht, wat kan mij het verrekken! We springen weer in de auto en krijgen er nog voor betaald ook.
En...was het ook cool? Paul Walker: Ja, het was echt cool. Vooral werken met regisseur Justin Lin was plezierig. Hij staat met beide benen op de grond en is zeer relaxed.
Hoe was het om weer samen te spelen met Vin Diesel? Paul Walker: Voor mij was het net als toen we voor het eerst met elkaar werkten. Het voelde gewoon alsof we het werk oppakten, waar we acht jaar geleden waren gestopt.
Er wordt gezegd, dat je enorm veel van auto's afweet. Is dat zo? Paul Walker: Laat ik het zo zeggen, als ik een auto voorbij zie rijden, kan ik je precies zeggen wat voor wagen het is. Ik weet de motorinhoud en allerlei details. Niet alleen van Amerikaanse auto's, ook van Europese en Aziatische merken. Geen idee hoe ik dat allemaal weet.
Heb je je rijvaardigheid nog bijgespijkerd voor Fast & Furious? Paul Walker: Nee, niet echt. Ik racete altijd eigenlijk al, dus ik had de nodige rijervaring op zak.
Je racete al voor Fast & Furious? Paul Walker: Ja! Daarom werd ik ook gevraagd in het eerste deel te spelen. Voor het eerste deel moest ik al in auto's scheuren in de film The Skulls van regisseur Rob Cohen. Een maand na de opnames van die film startte de productie van Cohens The Fast and the Furious.
Waarom is acteren altijd iets geweest wat je wilde doen? Paul Walker: Ik hou van de vrijheid die je hebt als acteur. Je reist de hele wereld over, ontmoet coole mensen en je maakt ontzettend veel mee . Vooral het reizen spreekt me erg aan. Mijn favoriete bestemmingen zijn Centraal Amerika en Europa. Ierland en India zijn de eerstvolgende plaatsen waar ik graag heen wil!
The Fast & the Furious 4 loopt vanaf 8 april 2009 in de Kinepolis-bioscopen
Regie: Justin Lin Cast: Vin Diesel, Paul Walker, Michelle Rodriguez, Jordana Brewster Duur: 99 minuten Genre: Actie
01-04-2009 om 00:00
geschreven door Patje007
29-03-2009
Interview met Jean Reno.
De Frans-Spaanse steracteur Jean Reno verkoopt goed in Amerika én draaft nog regelmatig op in Franse producties. In de Belgische zalen kan je hem momenteel aan het werk zien in The Pink Pather 2, als de assistent van Steve Martin, en in Le Premier Cercle, een Godfather-achtige gangsterfilm. Een gezellige babbel:
Ik zie u niet met uw vertrouwde sigaret? Jean Reno: Ik ben gestopt. Al een hele tijd. Van vandaag op morgen. Das de enige manier om het te doen. Cold turkey. Want als je compromissen sluit met jezelf, dan zal je sowieso verliezen. Het kon voor mij niet anders. Ik ben zestig geworden. Als je dan de trappen op moet rennen Dan weet je het wel. (Reno had vorig jaar een hartaanval).
Via The Pink Panther-films heeft u Steve Martin leren kennen. Hoe is hij als mens? Jean Reno: Hij is heel gereserveerd en verlegen. Maar hij heeft ook wat van een ijsberg. Want wanneer je met hem over schilderijen praat, ontdek je een echte connaisseur. Hij schrijft muziek, teksten en boeken. Daarnaast is hij een echte komiek. Heel veelzijdig.
Kan u er goed mee om dat Britten en Amerikanen lachen met de Fransen? Jean Reno: Misschien ben ik niet de juiste persoon om dat aan te vragen. Mijn ouders waren Spanjaarden en ik ben geboren in Casablanca. En mijn vrouw Zofia is Brits, maar mijn paspoort is Frans. Ik hou er wel van dat er met ons gelachen kan worden. Ik hou van de figuur van Don Quichote waarbij gelachen wordt met de clichés.
Heeft uw goede vriend Nicolas Sarkozy (Reno was zijn getuige bij diens huwelijk met Carla Bruni) gevoel voor humor? Jean Reno: Absoluut. En ik kan hem goed aan het lachen brengen. En hij verdraagt dat je hem een steek geeft. Soms ook niet. Hij kan dan gemeen worden en bijten. Zoals alle politici. Maar wanneer het met oprechtheid gebeurt, heeft hij daar geen problemen mee.»
Bent u nog met uw olijven bezig? Jean Reno: Ja, ik heb mijn olijfbomen nog, maar het huis in het zuiden heb ik verkocht. Het werd te klein. Aan een wijngaard begin ik niet. Veel te ingewikkeld. Je moet het land echt goed kennen. Daarvoor moet je Gérard Depardieu zijn. Hij heeft heel veel tijd gestoken in zijn wijngaard. Hij studeert en proeft veel. Hij geeft me trouwens af en toe tips. Ik weet nog dat we dicht bij mijn huis filmden. Ik nodigde hem uit om vis te komen eten, omdat hij altijd pretendeert te diëten. Ik had voor hem een fles witte wijn klaarstaan. En hij stak zijn neus, zijn enorme neus, in een klein glas met witte wijn. Non, zei hij, il est ventilé. Hij is buitengewoon, Gérard.
U had het even over diëten. U ziet er zeer mager uit. Wat is uw methode? Jean Reno: Ik moest wel. Want ik start met de actiefilm LImmortel van en met Richard Berry. Ik eet drie dagen per week enkel gekookte en rauwe groeten en wat appelmoes. Das alles. En zeker geen alcohol, rijst, pasta of brood. Het werkt, want je ziet jezelf afvallen. Nu ik het over die film heb: ik doe dit jaar enkel Franse films.
Welke taal spreekt u thuis? Jean Reno: Engels. Mijn (derde) vrouw Zofia spreekt heel goed Frans, maar het helpt me wel in mijn werk als we Engels praten.
Houdt ze u jong? Jean Reno: Ja, ik denk van wel. Ze is nu 37. Dan wil je niet al te lelijk worden (lacht).
Waar woont u nu? Jean Reno: Ik heb een huis in New York en één in Parijs. Daarom heb ik mijn huis in het zuiden van de hand gedaan. Bij ons zeggen we altijd: Qui as deux maisons, perd la raison. Vorig jaar heb ik veel tijd doorgebracht in New York met die Amerikaanse projecten. Ik hou er wel van. Alleen is het er moeilijk om niet politiek correct te zijn. Hier in Europa kan je je al wat meer permitteren. Anderzijds zijn Amerikanen veel meer gedisciplineerd dan wij. Het hangt een beetje af van wat je verwacht. Wanneer je hun methode wil bekritiseren, kan je maar beter thuis blijven. Ze geloven namelijk dat morgen alles beter wordt. Daar hou ik wel van. In Europa denkt men dat morgen alles slechter wordt. Och, ik weet niet of ik daar gelijk in heb, maar ik kan de mentaliteit hier en ginder aan.
Kan u in New York gemakkelijk over straat lopen? Dat hangt er van af welke film van mij in de zalen loopt. Ze kennen me vooral van Léon, Mission: Impossible en andere films.
Spijt dat u nooit agent Smith in The Matrix hebt gespeeld? «Zeker niet. En dat heeft niets te maken met Léon of met andere rollen in die richting. Er is altijd een reden waarom je bepaalde rollen niet speelt.