Vijf vrienden. Een lijk. Veel eenvoudiger kan je de premisse van loft niet verwoorden, maar het mag duidelijk zijn dat de plot je twee uur lang meeneemt op een stroom van geheimen, intriges en verrassingen. Verantwoordelijk voor deze Vlaamse whodunit zijn scenarist Bart De Pauw, die jaren aan het script sleutelde vooraleer hij het aan iemand liet lezen, en regisseur Erik Van Looy, die zonder verpinken toezegde om dit tot een stukje nagelbijtende pelliculle om te zetten.
Zijn jullie nerveus?
Erik: Ja , absoluut. Bart: Het gaat altijd om de smaak van de kijker , hoe goed je het ook probeert te doen. Op een bepaald moment vat je liefde op voor je project en dan beland je in zo'n situatie van eigen kind, schoon kind. En dan heb je het publiek nodig om te weten of je jezelf vergist hebt of niet, om te weten of zij jouw kind ook schoon vinden. Erik: Of geestig, of spannend.
Is de druk bij jou extra groot, Erik, omdat je na een vrij lange tussentijd van vijf jaar na het zeer goed onthaalde De Zaak Alzheimer met een nieuw project komt?
Erik: Zeker wel, ja, dat moet een goede film zijn. Ik heb niet voor niets zolang gewacht en er zolang aan gewerkt. Ik heb geleerd inmiddels, zowel bij mijn tv-werk als bij mijn filmwerk, dat hoe langer je aan iets werkt, hoe beter het kan worden. Bij een film geldt dat zeker in het scenariostadium, maar ook op de set is dat zo. Als je een acteur meer takes gunt en je probeert meer dingen uit met de camera, dan wordt de film automatisch beter. Dus we hebben er enorm veel energie en tijd ingestoken en dan wil je ook dat het allemaal rendeert. Als je afkomt met een film waarvan iedereen zegt: Ja, 't is niet slecht, maar ook geen De Zaak Alzheimer, dan is dat niet wat je wilt horen. Terwijl ik ook wel besef dat die film op één of andere manier een belangrijke Vlaamse film was.
Inderdaad, ik heb het gevoel dat hij zoiets in gang gestoken heeft en dat de Vlaamse film sindsdien een fikse heropleving kent...
Erik: Al dan niet toevallig natuurlijk, want ook met de invoering van de tax shelter en Jan Verheyen die de Fait Divers-reeks gelanceerd heeft, heeft de Vlaamse film terug aan kracht gewonnen, maar 't is inderdaad zo dat het allemaal samenkwam rond die periode. Waar de mensen vroeger zoiets hadden dat je met een Vlaamse film niet moest afkomen, zie je dat er nu goodwill is. Maar pas op: er worden ook veel meer publieksvriendelijke films gemaakt.
Bart: Ja, en ook films met een meer internationaal karakter, waarmee ik dan de universele verhalen bedoel die erin verteld worden. Daar waar je vroeger de typische Vlaamsche, met de ch, films had, heb je nu een film als Aanrijding In Moscou, wat een heel mooi liefdesverhaal is. Dat speelt zich wel af in Gent, maar eigenlijk is dat niet typisch Vlaams, dat is een heel schoon gegeven en dat pakt je geweldig in. En dan zie je dat in die Vlaamse film ook heel goed gespeeld wordt. Wat Barbara Sarafian daarin doet, is zo schoon, zo klein, dat is superacteren en niet langer meer met de grote frons. Wat dat betreft, is iedereen heel goed zijn best aan het doen om daar een naturel in te steken. Erik: Heel goeie acteurs hebben we in België. Vroeger was het bon ton om te zeggen dat we in België niet zon goeie acteurs hadden, maar dat vind ik dus niet.
Als we kijken naar de poster, maar ook op de begingeneriek van de film, dan verschijnt daar Een film van Bart De Pauw & Erik Van Looy. Sta mij toe, maar het is niet gebruikelijk dat een scenarist zulke vermelding krijgt
Erik: Schandalig (lacht). Bart: Nee, je hebt gelijk. Ik weet het, maar ik heb er niet om gevraagd, hè (lacht). Erik: Voor alle duidelijkheid: dat komt van mij, omdat ik het gevoel had dat Bart in deze meer is dan een scenarist. Hij is er van begin tot eind bij betrokken geweest, en we hebben m echt samen gemaakt. Bart: Laat ons zeggen: daar waar ik alleen met het scenario begonnen ben en na een paar versies naar Erik ben gestapt om te vragen wat hij ervan vond, zijn we samen scènes gaan verfijnen, hebben we het verhaal zinnetje per zinnetje beginnen overlopen, en ik heb het gevoel dat wij mekaar beter maken.
Hoe ben je eigenlijk bij de plot uitgekomen? Bart: Ik kom soms op de vreemdste ideeën (lacht). Heel concreet: we waren op weekend met een aantal koppels, en je kent dat, iedereen uitgelaten, samen koken, en op een bepaald moment de mannen en vrouwen door elkaar. En toen dacht ik: stel je voor dat wij hier, al die mannen, geheimen zouden delen die de vrouwen niet zouden weten? Want hier zaten we dan, hè. Dat kwam in me op, de avond ging verder, maar de volgende ochtend werd ik daar terug mee wakker, en vroeg ik me af wat er zou gebeuren als die mannen zich zouden organiseren in vreemdgaan. Want je zoekt het dan zo extreem mogelijk. Welk effect zou dat allemaal op deze levens hebben? Het zou nooit meer als voorheen zijn mocht dit uitkomen. Dat was het vertrekpunt, en dan kijken: hoe kan ik dit zo interessant mogelijk aankleden? Eerst is er dan een dilemma, waarbij iedereen elkaar zou kunnen wantrouwen, en dan zijn er natuurlijk de personages, die interessant en vooral verschillend genoeg moeten zijn. t Is niet dat je vijf personages hebt die allemaal hetzelfde denken of doen, iedereen heeft zijn reden om zo te handelen. Ik was gebeten, en het heeft me niet meer losgelaten tot het scenario geschreven was. Het gaat over trouw en ontrouw, dus op één of andere manier wil je dat niet te vrijblijvend maken en denk je daar ook over na.
En het idee om het te verpakken als een thriller was dan een logisch gevolg? Bart: De thrillertouch was er als eerste. De rest is er eigenlijk bijgekomen, ik hou van verhalen waarbij de hoofdpersonages zich in een grijze zone bevinden. Het zijn geen slechte mensen, ze zijn geen misdadigers. Het zijn gewoon mannen die iets laakbaars doen en denken dat ze buiten de lijntjes kunnen kleuren, maar de straf is niet in verhouding tot de misdaad. Met andere woorden, de straf - hun levens worden verwoest, mogelijk betrokken zijn bij een misdaad - is niet in verhouding tot buiten de lijntjes kleuren. En dat vond ik een interessante spanning waarop kon worden verder gedacht.
Je hebt dan een whodunit en de uitwerking is een volbloed thriller. Worden jullie daarbij dan beïnvloed door andere thrillers die jullie zelf goed vonden? Erik: Ja, maar niet specifiek. Wij houden van The Usual Suspects, Seven en A Simple Plan. Ik ben opgegroeid in de jaren zeventig en tachtig met de films van Brian De Palma die ik heel graag zag toen, en dan later waren er de films van Michael Mann, die ik adoreer. En ook de oosterse misdaadcinema vind ik heel straf, en dat zit allemaal in u. Als ik dan een bepaalde bedscène in Loft zie, dan zie ik wel invloeden van bijvoorbeeld Wong Kar-Wai, maar t is niet dat we op voorhand hebben gezegd: dat gaan we nu eens op zn Kar-Wais filmen. Of we gaan dat op zn Michael Manns filmen. Je doet dat onbewust, omdat dat in u zit, een soort esthetische voorkeur die van overal komt. Bart: Als je buitenkomt uit een film en je zit daar nog over na te denken. Het gevoel dat een filmmaker en een scenarist je kan geven dat je er helemaal doordrongen van bent, dát wil je. Je wil eigenlijk altijd de film maken die je zelf fantastisch vindt.
Maar tegelijk houd je toch ook rekening met het publiek? Erik, jij vond Shades ook zeer interessant om te maken, maar het publiek dacht daar anders over
Erik: Nee, ik weet dat toen ik dat scenario las, dat ik dacht: ik heb heel veel zin om die film te maken, want het verhaal interesseert me, maar ik heb niet het gevoel dat er heel veel andere mensen het verhaal interessant zullen vinden. Je stort je er dan in, je probeert het zo goed mogelijk te vertellen, en ook een beetje te verbreden, en op het einde van de rit denk je dat er toch nog een publiek voor zou bestaan, maar het antwoord bleek: nee. Maar dat zou ik nu ook niet meer doen. Bij elke film die ik nu maak, stel ik mij in ieder geval de vraag: ik vind het interessant, maar zal er voldoende volk naast mij zijn dat het ook interessant vindt? Het publiek is heel belangrijk, maar het is ook essentieel om geen compromissen te moeten sluiten, dat je de film kan maken die je wil maken. Bart: Net zoals we ook proberen te doen op televisiegebied. Bij Schalkse Ruiters willen we het programma maken dat we zelf voor ogen hebben, maar we gaan daar niet ons broek voor laten zakken om nog zoveel duizend keer meer te halen. De Mol bijvoorbeeld was ook een programma, waarbij de opdrachten toch net iets meer waren dan een stok van hier naar daar brengen of een paar minuten op één been gaan staan. Maar pas op, we hebben dat meegemaakt, hè. De Hongaren gingen ook een versie van De Mol maken, en op een maand tijd hadden die al hun opdrachten. Dat leek ons zeer snel, dus dan informeer je zo al eens naar hun opdrachten. Ze hadden zon spel dat ze omschreven als we run with stick from one to other, and then back. Ik vroeg hoe je daar een mol in kan steken, en hij zei: he who drops stick. (algemene hilariteit)
De Mol had eigenlijk ook een groepsopzet met één verrader, en De Parelvissers, wat ook van Woestjnvis was, ging ook over vrienden die elkaar minder konden vertrouwen dan verwacht. Is het toevallig dat Loft zich ook in die sferen bevindt, of is het iets typisch Woestijnvis? Bart: Goh, eens je met een thriller begint, heb je altijd terugkerende elementen. Iedereen heeft geheimen. Als je spaghettisaus maakt, zitten daar ook altijd tomaten in. Erik: Ja, iedereen is verdacht, volgens mij is dat zelfs al eens gebruikt als tagline voor een film, maar dat had je dus ook nu evengoed boven de titel kunnen zetten. Bart: We hanteren een aantal dezelfde ingrediënten, maar ik denk dat we een andere schotel daarmee maken. Toevallig zijn die drie dingen van Woestijnvis, maar het is gewoon zo dat eens je een genre bewandelt je met bepaalde ingrediënten aan de slag gaat.
Een scène die me, tussen de vele andere stilistische hoogstandjes, écht opviel, was die in het casino
Erik: Ja, dat is ook onze beider lievelingsscène. Ze was er al in het scenario en zelfs de camerabewegingen stonden daarin beschreven - niet dat we die allemaal gevolgd hebben - maar in alle eerlijkheid: toen ik die las, dacht ik dat het een scène is die Brian De Palma heel graag zou lezen in een scenario en verfilmen. Zon moment heb ik in zijn films vaak gezien, tot en met de slow motion. Bart: Weet je nog dat ik gezegd heb dat we het in één take zouden moeten proberen? Wat eigenlijk misschien een slecht idee was. Erik: De Palmas lange opening in Snake Eyes was misschien ook een slecht idee, maar het zag er wel fantastisch uit. Maar die scène in het casino is dus ook zon scène waarvan ik het gevoel heb dat we een soort De Palma-scène hebben kunnen draaien, en we hoeven er niet eens beschaamd om te zijn. Voor mij is dat het krachtigste moment van de film.
Kan je het nog verdragen als mensen zeggen: Sterk naar Vlaamse normen? Erik: Ze hebben het over Loft nu nog niet gezegd, maar t zou natuurlijk wel kunnen. Goed, het zij zo, daar kan ik perfect mee leven, maar ik heb het gevoel dat dat de laatste jaren, met het succes van de Vlaamse film, toch wel een beetje aan het wegebben is. Ik heb niet het gevoel dat ze dat bij Aanrijding In Moscou of Ben X gezegd hebben.
Is het feit dat Loft er nu is het gevolg van de vele gesprekken in Hollywood die uiteindelijk op weinig uitdraaiden? Erik: Er liepen nog een paar projecten, maar het scenario kwam binnen en het was gewoon beter dan de projecten waar ik mee bezig was en dan was de keuze rap gemaakt.
Zie je jezelf ooit nog naar daar gaan? Erik: We zullen zien, ik sluit het niet uit, maar ik zit er niet achteraan te gaan. Wat je wel voelt, is dat er daar wel veel interesse is voor deze film. Hij heeft ook internationale allures. Los van of je m nu goed of slecht vindt, je voelt dat het scenario zich perfect naar een Amerikaanse context kan vertalen. Overspel bestaat daar ook. Ik dacht eerst van niet, maar toch wel. Bart: Bill Clinton heeft dat ingevoerd (lacht). Daarvoor gebeurde dat niet.
Jullie hebben toch ook samengewerkt aan Street Kings, de actiethriller met Keanu Reeves? Erik: Ja, dat was een paar dagen. Tenminste, ik heb er zes weken op gewerkt, en Bart een dag of drie-vier. Ik heb m uiteindelijk gezien, en ik vond het een vrije goeie film.
Zijn er dan zaken die je herkent, waar je zelf verantwoordelijk voor was? Erik: Er zitten twee grappen in van Bart, das wel geestig. Bart: Ja? Erik: Wel, er zitten alleszins twee grappen in die van ons komen. Eén is zeker van jou, maar van de andere weet ik niet of ze van mij was of van jou. Bart: t Zal wel van mij geweest zijn (lacht). Erik: En op het einde was er ook een plotwending die van mij was, en dat is wel plezant. Enfin, het ware leuker geweest als ik de film ook gewoon had kunnen maken natuurlijk. Daar stond ik vrij dicht tegen, maar daar was het probleem dat zij mij niet weer wilden na het verhuizen van de studio. Bart: Maar van de scenarios die je aangeboden hebt gekregen, was dat wel het beste dat ertussen zat, vond ik. Erik: Voor Vacancy hebben ze me zes keer gevraagd. Die heeft heel goeie kritieken gehad, maar Bart had het gelezen en hij vond het niets. Bart: Ik vond het te weinig. Erik: Ik ook, maar das toch een film die beter is geworden dan je oorspronkelijk had kunnen verwachten. Bart: Oké, maar als je dan toch naar Hollywood vertrekt, ga dan door de grote poort en maak geen film die iemand anders ook gewoon kan maken. Erik: Ik weet niet of ik die grote poort haal, of ik daar door mag. De regisseur van Vacancy heeft iets kunnen laten zien, das waar, maar toch bleef ik ook daarbij wat op mijn honger zitten.
Is het werken in Vlaanderen leuker omdat je weet dat alles wat je aanbrengt ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden en dat je minder botst op eigenwijze studios? Erik: Ja, hoewel het ginder ook niet onprettig is. Je hebt vaak het gevoel: hier zitten de intelligente mensen en in Hollywood de domoren, maar dat is niet zo. Die gasten weten heel goed waar ze mee bezig zijn, alleen zijn ze soms genoodzaakt om keuzes te maken omdat alles bepaald wordt door de dollar, de box office. En vaste stramienen. Bij elke film zit ik te pleiten voor minder speciale effecten, terwijl elke studio er altijd maar meer wil. Bart: In Europese films heb je dat veel minder. In bijvoorbeeld Scandinavische films durven ze ook wel wat scherper zijn, terwijl zulke verhalen in Amerika altijd worden afgevlakt onder het mom: we moeten er nog wat suiker bij doen, anders slikt de Amerikaan het niet. Gewoon niet durven.
Al heb ik bij Loft wel het gevoel dat het een film is die daar op dezelfde manier gemaakt zou kunnen worden en die tegelijk toch clever is
Erik: Absoluut. Dat gevoel heb ik ook. Maar je spreekt dan over een thriller als The Usual Suspects en niet over een honderd miljoen dollar opbrengende film natuurlijk. Al hangt dat natuurlijk af van de acteurs die je daarin steekt. Als je daar George Clooney, Brad Pitt, Andy Garcia, de cast van Oceans Eleven zeg maar, zou insteken, dan kom je inderdaad wel aan honderd miljoen dollar. Nu, we zullen zien.
Bedankt voor dit gesprek.
27-10-2008 om 00:00
geschreven door Patje007
|