Dat is maar
ál te waar! Zeker in Brussel. En al helemaal in het imposante justitiepaleis.
Ik was samen met enkele
confraters voor een grote rechtszaak tegen een gevaarlijke criminele bende in
het majestueuze Justitiepaleis in Brussel.
Het proces begon al niet zo
goed: de verlichting in de gereserveerde rechtszaal bleek stuk te zijn; ergens
een slechte bedrading, vermoedelijk. Gelukkig was er een andere grote zaal
vrij. Wij dus met het hele gezelschap naar die andere zaal: de rechters, de
griffiers, de advocaten, de verdachten, de politieagenten.
Ik was vurig aan het pleiten
voor mijn cliënt, toen opeens ook in die zaal een deel van de verlichting het
liet afweten. Oude lampen, vermoedelijk; aan vervanging toe. Geen nood: even
pauzeren terwijl een bediende in de kelder op zoek ging naar een stel nieuwe
lampen.
De goede man heeft gelukkig nog
wat lampen gevonden, zodat we vlug weer verder konden. Want ik voelde me toch
niet helemaal op mijn gemak in het halfduister met die zware criminelen in de
buurt, ondanks de indrukwekkende politiemacht om ons te beschermen.
Oeps, die nieuwe lampen, dat liep
precies niet goed: ze sprongen van het moment dat ze in de fitting gedraaid werden.
Ze kregen té veel stroom, volgens de inderhaast bijgeroepen technieker.
Dan deden we het maar met de
lampen die het wél nog deden.
Mijn pleidooi was schitterend.
Al zeg ik het zelf. Ik was bijna zeker dat ik mijn cliënt vrij zou krijgen. Al
wist ik zelf ook wel dat ie een gangster is. Maar ja, er waren toch wel
serieuze procedurefouten gemaakt, en iedereen heeft recht op een fair proces.
Toch?
Oei: de resterende lampen begaven
het allemaal. Ook in deze zaal. De rechtszaal werd stikdonker. Er ontstond een
hevig tumult, en ik hoorde mensen rennen en vallen. Gelukkig had ik mijn gsm
bij, en kon ik het lampje daarvan gebruiken om mijn onmiddellijke omgeving te
verlichten. De agenten rond mij volgden mijn voorbeeld, en al spoedig was de
hele zaal verlicht met gsm-lichtjes. Een beetje zoals bij een romantische
ballad van Clouseau.
Ik keek rond naar mijn cliënt.
Grote ontsteltenis: in het
donker was die er in geslaagd om zich uit de voeten te maken.
Hij zal gedacht hebben: Justitie is blind, en daar kan ik van profiteren.
Heeft u het Brusselse Justitiepaleis al gezien?
Als je met de trein in Brussel aankomt of uit Brussel vertrekt, kan je
het zien staan. Een prachtig en groots gebouw, 26.000 vierkante meter in
oppervlakte (groter dan de Sint-Pietersbasiliek in Rome), ontworpen door Joseph Poelaert. Je kan er gewoon niet
naast kijken: het staat hooghartig boven de stad te blinken met zijn gouden
koepel die wel 104 meter hoog oprijst.
Met zijn gouden koepel, én met zijn onwrikbare stellingen: ik heb
nooit anders geweten dan dat het gebouw door steigers omringd was; het wordt
heel zeker al minstens 30 jaar gerenoveerd. Aan de buitenkant.
Helaas is de binnenkant van het Justitiepaleis er nog erger aan toe
dan de buitenkant. Zo komt het dat de elektriciteitsleidingen nog uit een vorig
leven dateren en het om de haverklap laten afweten. En zo komt het dat het
licht, écht waar, af en toe uitvalt en hele zalen in het duister gehuld worden,
en dat het lampje van een gsm dan voor verlichting moet zorgen. Wie gedacht had
dat dit door Urbanus verzonnen werd, die is fout. En wie dacht dat dit soort
toestanden alléén in de uithoeken van een ontwikkelingsland kunnen voorkomen,
die is ook fout: we spreken over Brussel, de hoofdstad van Europa. En over het
meest prestigieuze gebouw van ons land.
Ja, de justitie is soms écht blind. Zeker in België.
Daardoor kan een dronken
doodrijder een week later weer de baan op, zonder rijbewijs, en nog eens iemand
van de weg maaien. En daardoor kan een verstokte verkrachter vrij rondlopen en
nieuwe slachtoffers maken, met fatale gevolgen. En daardoor kan de Belgische
staat verplicht worden om IS-vrouwen die terreur ondersteunen en propageren,
terug te halen uit Koerdische kampen omdat ze ginder een kind gebaard hebben.
Over Congo is al héél veel gezegd en geschreven, maar het land blijft,
helaas, constant in de belangstelling. En zelden op een positieve manier.
Ook nu weer zijn de berichten allesbehalve opbeurend te noemen: de
corruptie is schrijnend, de bodemrijkdommen van het land worden massaal
verkocht, het onderwijs functioneert niet, grote gebieden van het land worden
om de haverklap geterroriseerd door allerhande bendes vanuit de buurlanden, en
vreselijke ziektes zoals Ebola raken erg moeilijk onder controle.
Over Congo werd in onze contreien voor het eerst iets gehoord in 1885 dankzij
de ontdekkingsreiziger Henry Morton
Stanley, die in opdracht van de Belgische Koning Leopold 2 een stukje Afrika, de Onafhankelijke
Congostaat, in bezit zou nemen. Zo ging dat er in die tijd aan toe: wie
machtig genoeg was, die nam gewoon wat hij wilde, zonder te vragen of iemand
daar misschien bezwaar tegen had. Trouwens: wie zou er bezwaar hebben kunnen
maken? Er leefden daar alléén maar een stelletje wilden, zwartjes, nauwelijks verschillend van de apen die daar ook
rondhuppelden.
Leopold 2 was een ziener,
maar vooral een ambitieus man. En een nietsontziende machtswellusteling. Hij
heeft dat gebied, Congo, deskundig leeg geroofd, en van de oorspronkelijke
inwoners slaven gemaakt die met harde en wrede hand onder controle werden
gehouden. Tijdens het schrikbewind van Leopold
2 zijn in de Onafhankelijke
Congostaat naar schatting vijf tot misschien zelfs tien miljoen mensen
omgekomen, door ziekte of ontbering of omdat ze afgeslacht werden. En hoe
rijker de koning werd, door de inkomsten uit rubber en ivoor, hoe armer het
land.
Maar Leopold 2 kon zijn gang
niet blijven gaan, en vanaf 1908 werd het land een kolonie van België: "Belgisch Congo". Niet dat dit voor de
plaatselijke bevolking veel beterschap heeft gebracht: de plunderingen en
slachtingen gingen gewoon door. Er werden in het Belgisch Parlement wel
verordeningen gestemd om een meer humanitair optreden af te dwingen, maar in de
praktijk bleven die dikwijls dode letter. En toen er in Katanga ook nog eens
kopermijnen werden ontdekt, was het hek helemaal van de dam.
Het spreekt dus vanzelf dat de Belgen niet bepaald geliefd waren in
het verre Congo, en na de tweede wereldoorlog, zeker vanaf de jaren vijftig van
de vorige eeuw, werden de Congolezen alsmaar opstandiger. Het is ook in die
sfeer dat zich de boeken van Jef
Geeraerts afspelen. In Gangreen
beschrijft hij uitvoerig en gedetailleerd hoe het er daar toen aan toe ging, en
het beeld is niet fraai. (Ik ben, om eerlijk te zijn, niet veel verder dan
bladzijde 100 geraakt in het boek, want wat er te lezen valt is te goor en te
brutaal voor woorden.)
In 1960 werd Congo onafhankelijk. En toen mochten de Congolezen hun
plan trekken en zichzelf besturen. Eindelijk van het gehate België verlost!
Het werd een spectaculaire verandering, maar helaas allesbehalve een
verbetering.
Want al te beginnen met de verdachte omstandigheden rond de dood van
de eerste premier van het onafhankelijke Congo, Patrice Lumumba, is de geschiedenis van het onafhankelijke Congo
één lange reeks van militaire opstanden en broeder- of vadermoord. En een
triest palmares van corruptie en onbestuurbaarheid.
Wie dacht dat het hoogtepunt (of laagtepunt?) bereikt werd met Mobutu Sese Seko, die zijn land Zaïre is gaan noemen, maar voor wie voor
de rest de corruptie "business as usual"
bleef, is helaas een hopeloze optimist. Want het werd alléén maar erger met Laurent-Désiré Kabila. De man had een
bijzonder gevoel voor sarcasme, en herdoopte zijn land tot "Democratische Republiek Congo". Laurent
Kabila werd later vermoord en opgevolgd door zijn zoon: Joseph Kabila.
Maar zie: toen kwamen er democratische verkiezingen, en nu is er een
verkozen president, Félix Tshisekedi.
Het grappige hierbij is dat de man zelfs niet het vereiste niveau van opleiding
heeft om president te mogen worden. Hij kon wel een diploma voorleggen van een
Belgische hogeschool, maar dat bleek achteraf vervalst. Hij heeft trouwens niet
eens de verkiezingen gewonnen. Maar in Congo maakt dat niet zo veel uit: hij
werd tóch president, als marionet van Joseph
Kabila.
En nu? Zoals ik mijn verhaal begonnen ben: het land verkeert in totale
anarchie.
Tshisekedi heeft alléén iets
te zeggen in zijn eigen huis (en misschien zelfs ook daar niet). Het land wordt
nog altijd verder geplunderd door allerlei meedogenloze bendes, die opereren in
opdracht van multinationals die discreet achter de schermen blijven. De totale
infrastructuur van het land is kapot: er zijn geen deftige wegen meer, geen
deftige ziekenhuizen, geen deftige scholen. Er is geen geld om de ambtenaren te
betalen en dus vergaren die hun inkomsten door corruptie en omkoping. Er is
geen geld om onderwijzers te betalen of dokters. De algemene gezondheid gaat er
zienderogen achteruit, en het onderwijsniveau al evenzeer. De enige
faciliteiten waar zieken terecht kunnen, en die nog open zijn, zijn
buitenlandse initiatieven, genre Artsen
Zonder Grenzen, of initiatieven gesteund door de Wereldgezondheidsorganisatie. Die vechten een ongelijke strijd uit
tegen allerlei infectieziektes, zoals Ebola
(met méér dan 2000 doden in de voorbije anderhalf jaar) of Tuberculose. En waar ze een begin van resultaat boeken, komen
binnen de kortste keren nieuwe bendes de streek terroriseren, en al het werk
kan weer van vooraf aan herbeginnen.
Zo sukkelt Congo, een land met immense bodemrijkdommen, alsmaar dieper
in een moeras waarin de bevolking stilaan compleet aan het verdrinken is.
Het is pijnlijk om het te moeten vaststellen, maar nee: wat ze zelf doen, doen ze daar niet beter.
Verre van!
De verleiding is sterk om voor te stellen dat wij Belgen ginder
opnieuw orde op zaken zouden gaan stellen, maar daar vrees ik een beetje voor: we
krijgen voorlopig hier in eigen land niet eens een regering geïnstalleerd.
Ik blijf keer op keer met verbijstering de bizarre kronkels van onze "wereldleiders" ontdekken. En ik raak er
meer en meer van overtuigd dat intelligentie géén vereiste is om president of
eerste minister te worden.
Neem nu het probleem van de bijna exponentiële bevolkingstoename op deze
wereld.
Op dit moment zijn er naar schatting 7,7 miljard mensen op onze
planeet, tegen 2050 zouden dat er al 9,7 miljard zijn, en tegen 2100 om en bij
11 miljard. Waarbij de groei trouwens het sterkst is in arme landen, waar er nu
al alarm geslagen wordt over voedseltekorten en ondervoeding. (Bij ons in
Europa is de bevolkingsaangroei bijna stilgevallen, en zouden we in 2100 zelfs
met minder zijn dan nu.)
Kan de Aarde dit gigantisch aantal mensen blijven voeden en aan de
toenemende nood aan voorzieningen blijven voldoen? Heeft onze Aarde nog genoeg
reserves en potentieel om de behoeften te dekken van dat immens aantal
(veeleisende) bewoners? Het lijkt er sterk op van niet. Vorig jaar, in 2019,
viel "Earth Overshoot Day" al op 29
juli, en die dag lijkt elk jaar vroeger te vallen. Dat wil zeggen dat we vorig
jaar op 29 juli het totaal van de natuurlijke rijkdommen dat de
Aarde in een volledig jaar kan opbrengen, al hadden opgebruikt. Op 29 juli was ons "budget" voor het hele jaar dus al op. Het is alsof je
als gezin elke maand opnieuw méér zou uitgeven dan je kan verdienen: dat loopt
gegarandeerd fout af. (Al lijkt dat voor sommige landen niet op te gaan: die
mogen ongeremd méér blijven uitgeven dan er verdiend wordt, en de oplopende
schulden worden opgevangen door geld bij te drukken.)
Dat kan dus niet blijven duren.
Ofwel moeten we allemaal minder gaan "consumeren" (minder energie, minder voedsel, minder grondstoffen),
ofwel moeten er spoedig minder hongerige en veeleisende individuen op Aarde
rondlopen.
Voorlopig kunnen we ons wellicht nog proberen te behelpen door dát wat
er wél nog is, beter en eerlijker te verdelen. Want van die 9,7 miljard
aardbewoners in 2050 zou de helft lijden onder een ernstig tekort aan basisvoorzieningen,
terwijl ongeveer 10% zou zwelgen in overschot en verkwisting. Maar hoe dan ook
zal het binnen héél korte tijd allemaal "op"
zijn. Volgens het rapport "Limits to
Growth" van de "Club van Rome",
geschreven in 1972, zou onze beschaving in de loop van de 21ste eeuw
in elkaar stuiken als we verder doen zoals we bezig zijn, en zouden we terug
gekatapulteerd worden naar het beschavingsniveau van de vroege jaren 1900. Om
dat te vermijden, zouden we drastisch minder moeten gaan consumeren (of
verkwisten), én zou het aantal monden dat moet gevoed worden, moeten dalen
in plaats van te blijven stijgen.
En wat komen de leiders van landen zoals Venezuela of Hongarije nu
vertellen?
"Méér kindjes maken!"
Zij willen hun landgenoten aansporen om méér kinderen op de wereld te
zetten. Terwijl we overduidelijk al met te veel zijn.
In Hongarije is het premier Viktor
Orban erom te doen de nood aan migranten te kunnen afbouwen, en toch het
aantal beschikbare arbeidskrachten op peil te houden. Want die migranten, die
verpesten onze Westerse cultuur en onze Europese identiteit, en die wil Orban niet meer in zijn land. Maar als
hij al die migranten buiten jaagt, die "untermenschen"
die het superieure Europese ras komen belagen, dan moeten er méér kleine
Hongaartjes gemaakt worden. Dat lijkt wel verdacht veel op de boodschap van een
Duitse wereldleider uit de late jaren 1930. En dat hij daarmee tegelijk ook de
mentaliteit van "de vrouw aan de haard"
uit de vorige eeuw wil promoten, maakt het allemaal nog absurder. Maar Viktor komt er wél mee weg, en is
ontzettend populair in eigen land. Het zal mij benieuwen hoe ze er over 50 jaar
zullen over denken, als de Aarde helemaal "op"
zal zijn.
In Venezuela is het president Nicolas
Maduro die, de slogan van zijn aartsvijand Trump indachtig, voor zichzelf
uitgemaakt heeft: "Let us make Venezuela
great again!" En dus moeten zijn onderdanen méér kindjes maken. En hij ziet
het écht wel groots: om goed te zijn zou elke vrouw er zes kinderen ter wereld moeten brengen om het bevolkingsaantal weer
op peil te krijgen. Want iedereen die er de kans toe ziet, probeert het land te
ontvluchten omdat het kreunt onder corruptie en armoede, en zijn land loopt
leeg. Als absurde boodschap kan zoiets wel tellen, vind ik. Des te meer omdat
de bevolking in Venezuela nu al lijdt onder voedseltekorten en dreigende ondervoeding.
Ik ben wel niet helemaal zeker of mannen zoals Orban en Maduro gewoon
oerdom zijn, dan wel onvoorstelbaar cynisch?
Een alarmerend rapport van Amnesty
International: naar schatting 20%, of één vijfde, van de vrouwen/meisjes
zijn ooit eens verkracht. Hier in België, een "beschaafd" land. En dát ondanks het vaste voornemen van politie en
justitie om van de strijd tegen seksueel geweld een "topprioriteit" te maken.
Wat die "topprioriteit"
precies inhoudt, is onlangs nog gebleken toen een tienermeisje door een bende
pooiers vastgehouden en seksueel uitgebuit werd: dat is nog maandenlang kunnen blijven
doorgaan hoewel de Brusselse politie al lang op de hoogte was. (Maar laat ons
aannemen dat dit een éénmalig, pijnlijk, "accident
de parcours" geweest is, te wijten aan onderbezetting van het Brusselse politiekorps.)
We kunnen er toch niet omheen dat er naar schatting jaarlijks ongeveer
3000 verkrachtingen gebeuren in ons land, dat is méér dan 8 per dag. Terwijl er
jaarlijks maar 400 à 450 veroordelingen uitgesproken worden. Dat klinkt niet
direct als iets wat "topprioriteit"
heeft.
Al ligt het probleem ook wel bij de lage "aangifte-graad": nog té veel vrouwen/meisjes durven of willen geen
aangifte doen. Uit angst, of uit schaamte, of omdat ze vermoeden dat het toch niets
zal uithalen?
Wat nóg schrijnender is dan die 20% slachtoffers in dat rapport van Amnesty, is dat uit hun onderzoeken
gebleken is dat zowat een vijfde van de (mannelijke) jongeren in ons land vindt
dat het slachtoffer "gedeeld
verantwoordelijk" is, wegens "uitdagend
gekleed" of wegens onder invloed van alcohol. Alsof een minirokje of
spaghetti-bandjes, of een glas te veel, een excuus zou kunnen zijn om een
meisje aan te randen of te verkrachten?
Let wel: die bevraging is niet gebeurd bij ouderwetse mannen van de
oude stempel, maar bij jongeren van nu! Als je het mij vraagt, is er iets serieus
mis aan het lopen met de opvoeding van onze jongeren. Het is niet alléén het
algemeen school- en kennisniveau dat dramatisch achteruit aan het boeren is;
het lijkt mij het beschavingsniveau als geheel. Ideeën als "respect" voor een ander zijn vér zoek
als jonge mensen vinden dat er excuses bestaan voor een verkrachting. Ik vrees
dat er veel méér nodig is dan een eenmalige cursus "Leren flirten" aan de U-Gent!
En dan hebben we het nota bene wél over een land waar de strijd voor
vrouwen- of kinder- of mensenrechten al een hele weg heeft afgelegd. Hoe zou
het dan zijn in landen waar vrouwen en kinderen nog zo goed als géén rechten
hebben?
Ik heb het in dat verband al eens gehad over India, waar
groepsverkrachtingen tot een soort nationale sport uitgegroeid zijn. Maar
helaas hebben ze daar niet het monopolie op dat soort misdragingen. En in de
Arabische wereld is de situatie van de vrouw helemaal om te huilen. Nog maar
pas onlangs is de Emir van Dubai, sjeikMohammed
Bin Rashid Al Maktoum,vicepresident van de Verenigde
Arabische Emiraten, en vriend van de "groten
der aarde", in Londen veroordeeld wegens kidnapping en ontvoering, en grof
fysiek geweld op zijn dochters, en poging daartoe op één van zijn vrouwen. En
de man reageerde met verontwaardiging en gespeelde onschuld. Hij zal trouwens
nooit ook maar één dag straf uitzitten.
Zolang mannen denken dat vrouwen hun "eigendom" zijn, is er weinig kans dat seksueel en ander fysiek
geweld vlug uit de wereld zal verdwijnen.
Voor wie reisplannen zou hebben, Plan
International heeft een "Top-10"
opgemaakt van de landen die het minst veilig zijn voor een vrouw.
India heeft, zoals voorspelbaar was, de twijfelachtige eer om in die
lijst op nummer 1 te staan.
Afghanistan staat, met dank aan de Taliban, op nummer 2. En nu de
Taliban van Donald J. Trump weer vrij spel gekregen hebben, kunnen ze wellicht
meedingen naar de toppositie.
Syrië staat op plaats 3, en daar zit de oorlog voor een heel groot
stuk tussen. Helaas zijn de zorgverleners daar in de vluchtelingenkampen
dikwijls medeschuldig.
Daarna volgt Somalië, ook een land dat al een eeuwigheid kreunt
onder een zinloze oorlog. En de eerste slachtoffers bij een oorlog blijken
altijd de vrouwen te zijn.
Saoedi-Arabië prijkt op een mooie vijfde plaats. En Pakistan op zes.
Daarna komt Congo, een land waar al lang geen wettelijkheid meer bestaat en waar
de totale willekeur heerst. Jemen komt op plaats acht: alweer een land dat door
oorlogen verscheurd wordt. Nigeria komt op 9, vooral door de islamistische
terroristen van Boko Haram.
Plaats 10 op deze trieste ranglijst is een verrassing, het enige "beschaafde" land dat de top-10 heeft
gehaald: de Verenigde Staten, het "prachtigste
land ter wereld".
Voor wie
méér wil weten, dit is de site van Plan International:
De wereldleiders hebben in 2018 afgesproken om tegen 2030 alle vormen van (fysiek) geweld tegen
vrouwen uit de wereld te bannen. (En daar hoort bijvoorbeeld ook
vrouwenbesnijdenis bij, een vreselijke verminking die nog altijd niet tot het
duistere verleden behoort.)
Er is duidelijk nog een lange weg te gaan om die ambitie waar te maken.
Vandaag, 8 maart, is Internationale
Vrouwendag.
Misschien zou het een goed idee zijn om het bij die gelegenheid eens
niet te hebben over "gender-neutraal"
speelgoed, maar eerder over de strijd tegen alle vormen van geweld en
verminking waar vrouwen overal ter wereld nog altijd het slachtoffer van zijn?
De door mij oneindig bewonderde wetenschappelijke onderzoekers hebben
de heilzame effecten van "ontzag"
ontrafelt.
Ik ben niet helemaal zeker, maar ik vermoed dat als de wetenschappers
over "ontzag" spreken, ze dan niet doelen
op idolate admiratie voor een voetbalwonder als Cristiano Ronaldo, of een
mediafiguur zoals Kim Kardashian, of een succesmanager zoals Jeffey Bezos.
Ze bedoelen eerder "ontzag"
zoals je kan ervaren als je 's nachts naar de sterrenhemel zit te kijken. (Voor
zover je niet in een gebied woont waar door de lichtvervuiling geen ster meer
te zien is.) Of zoals je kan ervaren in de bergen, en overal rondom die reuzen
ziet omhoog torenen, opgestuwd door de onmeetbare krachten van de Aarde. Of
zoals je kan ervaren aan de rand van een bulderende waterval, die neerstort met
een kracht waar letterlijk niets tegen bestand is. Of het ontzag dat je voelt
bij het wonder van een nieuw leven, de geboorte van een kind.
Ontzag maakt ons minder
egocentrisch, omdat je dan niet anders kán dan beseffen dat je maar een klein,
nietig schepsel bent in het grote geheel van ons universum. En dat we niet het
centrum van de wereld zijn, zoals we ons maar al te dikwijls zelf proberen wijs
te maken.
Ontzag maakt ons ook minder
materialistisch, omdat het ons het gevoel geeft dat we verbonden zijn met een "groter geheel", en we daardoor minder
bezig zijn met onze kleine dagelijkse zorgen. We zouden, volgens de
onderzoekers, dan vanzelf minder belang gaan hechten aan de materiële dingen,
zoals geld, waar we ons anders zo druk over maken.
Ontzag zou volgens sommige
studies ook goed zijn voor onze gezondheid: mensen die dikwijls "ontzag"
ervaren zouden minder last hebben van giftige stoffen in het bloed. (Al is het
misschien gewoon zo dat mensen die zich ziek voelen, niet bepaald in de
stemming zijn om oog te hebben voor het ontzagwekkende rondom?)
Ontzag maakt ons ook minder
naïef, omdat de confrontatie met iets "groots"
onze hersenen verplicht onze geest en ons denken te verruimen. Dat maakt ons
minder ontvankelijk voor zwakke en pietluttige argumenten, en dus minder gemakkelijk
vatbaar voor overreding.
Ontzag maakt ons ook nederig
en zorgzamer, omdat het aanschouwen van al het grootse dat ons omringt, ons er
ook zou toe aan zetten om meer zorg te dragen voor de wereld en het universum
om ons heen. De aanblik van al wat ontzagwekkend is, creëert een gevoel van
verbondenheid met de kosmos, en tegelijk een gevoel van "kleinheid" en nederigheid tegenover dat alles.
Bergen zoals de Kemmelberg
tellen vermoedelijk niet mee, en de "waterval"
op de getijde-arm van de Schelde in Merelbeke wellicht ook niet. Voor échte
bergen en watervallen zouden we dus op wereldreis moeten trekken, en dan loopt
de kostprijs van "ontzag" toch iets
té hoog op.
Maar sterren kijken kan wél, in elk geval op de buiten (waar de
lichtvervuiling niet overheersend is).
Samen met onze naasten naar de sterren kijken, geeft ons ook een warm
en gelukkig gevoel. En het is rustgevend en kalmeert ons piekerende brein.
En voor de romantische zielen onder ons is er toch niets mooier te bedenken?
Dus laat ons dat maar doen! Misschien tijdens onze dagelijkse avondwandeling
vóór het slapengaan.
Wat is dat toch, die ziekelijke interesse die wij allemaal voelen voor
rampen die anderen treffen? Is het alléén maar de opluchting omdat het niet
onszelf maar wél een ander overkomen is? Of hebben we allemaal een sadistisch
kantje waardoor we met enig leedvermaak naar de miserie van de minder
gelukkigen kijken? Of misschien vinden we, in onze eigen miserie, een zekere
vorm van troost bij het besef dat er ergere dingen in het leven (kunnen)
gebeuren dan wat óns overkomen is?
Ik weet het niet.
Ik weet wél dat er altijd lange kijkfiles ontstaan op de autosnelweg
als er in de andere rijrichting een zwaar ongeluk gebeurd is. En ik weet dat de
mensen in drommen toestromen om te kijken hoe erg een slachtoffer van een
vechtpartij eraan toe is. En ik weet hoeveel kijklustigen een brandend huis
aantrekt.
En ik weet wél hoe enthousiast het publiek staat te juichen en gillen
bij een bokskamp of een "martial arts"
wedstrijd, waarbij de deelnemers elkaars gezicht verwerken tot een bloederig
masker, en elkaars hersenen levenslange schade toebrengen.
En ik weet ook dat fans van het autoracen of van autorally eigenlijk
vooral uitkijken naar het moment dat één van die rijders spectaculair overkop
gaat. En dat we ons allemaal massaal vergapen aan vreselijke natuurrampen:
aardbevingen, overstromingen, vulkaanuitbarstingen.
Na een vliegtuigongeval komen de mensen ook al gauw aan snellen, uit
de dichte en verre omgeving, maar ik heb de indruk dat het dan eerder om "plundertoerisme" gaat: zo véél mogelijk
kostbare of bruikbare dingen mee grissen vooraleer de autoriteiten komen
opdagen. Een beetje zoals de strandjutters die het strand afspeuren naar
onverwachte vondsten na een scheepsramp.
Hoe verslaafd wij wel zijn aan ramptoerisme, blijkt ook uit één van de
meest populaire blogs op bloggen.be.
Het is een blog, onderhouden door iemand van de vrijwillige brandweer. De blog is
bijna uitsluitend opgebouwd uit fotoreeksen: foto's van brandende huizen,
vrachtwagens die in de fik staan, boerderijen in de vlammen; foto's van
brandweermannen in actie, om te blussen, om te redden wat er nog te redden
valt, om een gebouw gecontroleerd te laten afbranden. Foto's van branden of
andere calamiteiten, en krantenreportages van dat soort rampen. (Ik neem aan
dat één van de brandweermannen er alléén maar bij is om foto's te kunnen nemen
van het hele gebeuren?)
En hoeveel views heeft die blog verzameld in de voorbije 10 jaar,
denkt u? Méér dan een miljoen! Méér dan één miljoen keer is iemand met grote
nieuwsgierigheid aan het kijken geweest naar foto's en reportages over rampen
en onheil dat anderen overkomen is.
Ik vermoed dat alléén mensen die ziekelijke afwijking hebben. Ik heb
nog nooit een dier zien stilstaan om te kijken naar een ander beest dat een
ongeluk had gehad. (Tenzij dan misschien om het gestorven dier op te eten.)
Zouden wij dat altijd in ons gehad hebben? Of is het één of andere
genetisch gegroeide fout in onze hersenen: een soort beschavingsziekte,
misschien?
Of is het iets van alle tijden? De Hollanders kwamen in elk geval in
de zeventiende en achttiende eeuw al op bezoek naar Antwerpen toen het met die
stad bar slecht ging en er van de oude glorie weinig overbleef. Wellicht kwamen
ze zich verkneukelen bij het idee dat er van de trotse stad weinig fierheid
overgebleven was en dat het met de Hollandse steden véél beter ging. Ook toen
waren er blijkbaar al ramptoeristen.
Wat het ook is, leedvermaak of ongezonde nieuwsgierigheid, het is niet
iets om als mens fier over te zijn!
Ik had me voorgenomen om in deze blog ook af en toe plaats te maken
voor een stukje over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die
zwaar door het noodlot zijn beproefd geweest, maar desondanks toch vreugde en blijdschap,
en schoonheid en warmte hebben kunnen brengen, door hun talenten en door hun
volharding en wilskracht, maar vooral door hun positieve ingesteldheid.
Mijn vorig "portret" dateert
al van 12 december: toen over Geoffrey
Gurrumul Yunupingu, een Australische inheemse zanger. Hoog tijd dus om mijn
reeks aan te vullen.
Want tussen alle cynische boodschappen door, mag een positief verhaal
ook wel eens.
Vandaag wil ik het hebben over Israel
Kaänoï Kamakawiwo Ole.
Ik vermoed dat weinig mensen al over Israel Kamakawiwo Ole gehoord hebben.
Hij is geboren in Hawaï, en was één van de weinige nog overblijvende échte
inheemse Hawaïanen in de wereld. Door zijn afkomst heeft hij zich mettertijd
méér en méér opgeworpen als voorvechter voor betere rechten en zelfbeschikking voor
de Hawaïanen.
Tot op het einde van de 19de eeuw was Hawaii trouwens een
onafhankelijk land; het is pas in 1900 dat het door de Amerikanen is
geannexeerd, onder impuls van de Amerikaanse grootgrondbezitters. En zoals dat
wel meer gebeurt als een land "gekoloniseerd"
wordt: de oorspronkelijke bevolking werd al gauw een kleine minderheid.
Israel K. werd door zijn
fans "the gentle giant" genoemd (wat
in het Nederlands min of meer zou vertaald worden als "De Grote Vriendelijke Reus"), omwille van zijn omvang en zijn immer
vriendelijke houding. Het leven heeft hem helaas niet gespaard, en hij is kort
na zijn 38ste verjaardag, in 1997, gestorven aan
ademhalingsproblemen die het gevolg waren van zijn extreme obesitas. Hij woog
naar het einde van zijn leven zowat 340 kg.
Ondanks de last, letterlijk en figuurlijk, waaronder hij gebukt liep,
was hij altijd en overal vriendelijk en opgewekt. En hij is altijd positief
door het leven blijven gaan.
Dat klinkt ook heel sterk door in één van zijn grootste hits, een
combinatie van een liedje uit "The Wizard
of Oz" en een oude hit uit 1967 van Louis Armstrong.
De manier waarop hij zichzelf begeleidt met een mini Ukelele is één van de meest ontroerende
momenten op YouTube, en de beelden van zijn begrafenis (het uitstrooien van
zijn as in zee) kunnen niemand onberoerd laten.
I see trees of green, red roses too.
I see them bloom, for me and you.
And I think to myself: what a wonderful world.
I see skies of blue and clouds of white,
the bright blessed day, the dark sacred night,
and I think to myself: what a wonderful world.
The colours of the rainbow, so pretty in the sky,
are also on the faces of people going by.
I see friends shakin' hands, sayin'
"How do you do?"
They're really saying: "I love you".
I hear babies cryin', I watch them grow.
They'll learn much more than I'll ever know.
And I think to myself: what a wonderful world.
Yes, I think to myself: what a wonderful world.
Misschien is dat wel dé wijze en mooie les die deze "reus" ons postuum kan blijven leren: "Genieten van het leven en van wat het te
bieden heeft. De ogen open houden voor wat mooi is rondom ons."
Ondanks
alles.
Ondanks de eigen miserie, en ondanks de lelijkheid van wat mensen elkaar soms
aandoen.
Ik heb het eerder in deze blog (op 8 december vorig jaar) al gehad
over "De Bende van Donald": die
mannen die zich, net als Donald J. Trump, alles denken te mogen en kunnen veroorloven.
Het vreemde daarbij is dat die mannen bovendien in eigen land (en
daarbuiten) door een groot deel van de bevolking op handen gedragen worden, en
onvoorwaardelijke steun genieten voor wat ze zich durven permitteren. Of dat
ligt aan het charismatisch karakter van die mannen, of aan hun vermogen om de
massa te manipuleren, of aan de domheid van hun aanhangers, dat laat ik in het
midden.
Vermoedelijk is het ongeveer hetzelfde mechanisme als wanneer een man
zijn vrouw mishandelt, en zij toch onvoorwaardelijk blijft geloven in zijn
liefde en goede bedoelingen, omdat hij er telkens opnieuw in slaagt haar met
mooipraterij te vermurwen. Ik heb het (op 9 februari) al eens gehad over zo'n
man, en ik heb die toen "een psychopaat"
genoemd, omdat die man aan alle kenmerken voldeed.
Als ik er goed over nadenk, dan geldt dat dus evengoed voor Trump en
zijn vrienden: "Psychopaten
staan vooral bekend om hun veronachtzaming voor de sociale en morele normen,
waarbij ze vaak relaties hebben die zich kenmerken door geweld, uitbuiting of
verleiding. Ze zijn niet tot nauwelijks in staat om empathie en berouw te
voelen en ze reageren vaak abnormaal op angst en pijn. Andere emoties worden
vaak oppervlakkiger gevoeld dan door niet-psychopaten. Psychopaten hebben geen
respect voor de sociale en morele normen, omdat zij niet beïnvloed worden door
gevoelens als schuld of wroeging."
Eén van de onbetwiste kampioenen in Donald's bende is ongetwijfeld Recep Tayyip Erdogan. Deze Turkse
dictator kan zich letterlijk alles
veroorloven. Niemand die hem een strobreed in de weg legt. Integendeel: hij
durft het zelfs aan om zich boos te maken op wie hem daarbij niet 200% steunt.
Zoals de recente gebeurtenissen in Syrië nog maar eens aantonen.
De heer Erdogan had namelijk
besloten om in Syrië binnen te vallen.
Hij had eerder al een deel van Syrië bezet, in het stuk waar de
Koerden de baas waren. Bij die eerste inval was zijn argument dat de Koerden terroristen zijn, en dus moeten
bestreden worden: hij wou een veiligheidszone creëren. Weliswaar in een ander
land dan het zijne, en waar hij dus eigenlijk niets te zoeken had.
Dat ideetje had hij van die andere Donald-volgeling geleerd: Benjamin Netanyahu. Ook die hanteert het
principe dat hij stukken van een ander land mag bezetten, en annexeren, om er
een "veiligheidszone" van te maken. Netanyahu wordt trouwens de volgende
premier van Israël, hoewel (of misschien precies omdat) hij een reeks aanklachten wegens corruptie en fraude aan
zijn been heeft (waar hij nu vrolijk aan zal ontsnappen).
Die Koerden die nu volgens Erdogan "terroristen" zijn, zijn trouwens dezelfde die met ons mee gevochten
hebben tegen de gruwel van IS, en die we toen dus onze "vrienden" genoemd hebben.
Is er iemand die nog kan volgen?
Maar nu was Tayyip Erdogan
nog een ander stukje van Syrië binnen gevallen. In de streek rond Idlib, in het Noordwesten van Syrië.
Waar hij totaal niets te zoeken had, overigens: daar zitten geen Koerden,
alléén maar terroristen die hij zélf steunt. Helaas hebben zijn troepen daar
een botsing gehad met de Syrische troepen van Bashar al-Assad, en zware verliezen geleden. Nu ja, eigenlijk waren
het Russische troepen die Erdogan
daar een pak slaag gegeven hebben. Al hadden die Russen daar eerlijk gezegd ook
helemaal niets te zoeken.
Is er iemand die nog kan volgen?
Hoe dan ook: Tayyip Erdogan
is boos! En teleurgesteld in Europa en in de NAVO. Want tenslotte ligt Turkije
voor een stukje in Europa, en dan had hij toch wel wat meer steun van ons
verwacht om daar in Syrië tegen de Syriërs/Russen te vechten. En al zéker van
de NAVO-bondgenoten, want volgens Artikel 5 zijn die verplicht om Turkije te
helpen verdedigen als het land zou aangevallen worden. Dat Turkije in dit geval
de agressor was, is een klein detail.
Bij wijze van represaille, of wraak, of gewoon omwille van zijn
wreedaardige inborst, heeft Tayyip nu
de grenzen wagenwijd open gezet voor vluchtelingen die vanuit Syrië naar Europa
zouden willen. Vluchtelingen, nota bene, uit die gebieden waar hij ze zélf weg
gejaagd heeft omdat hij daar persé oorlog wilde gaan voeren.
Is er iemand die nog kan volgen?
Maar misschien was dát wel van in het begin het hele opzet: een groot
stuk land destabiliseren en de bevolking terroriseren met als enige bedoeling
een vluchtelingenstroom op gang te brengen om Europa te kunnen chanteren.
In ons gezin woedt al een tijdje de discussie of dit alles wel écht kan zijn.
Want dit is toch allemaal té gek om los te lopen! Dit is het soort
onwaarschijnlijk scenario zoals in geen enkele fictie-reeks zou kunnen
opgevoerd worden zonder op hoongelach onthaald te worden wegens totaal
ongeloofwaardig.
We krijgen het wel elke dag op het nieuws te horen (als er geen
Corona-nieuwtje te melden valt). Maar is het wel écht? Is dit niet allemaal één
grote show waar buitenaardse wezens op een andere planeet naar zitten te
kijken? Een remake van "The Truman Show"?
Het lijkt allemaal écht gebeurd, "reality", maar het is niet méér dan een
uitgeschreven script, waarbij wij de onwetende figuranten zijn. En die aliens zitten elke avond voor de
beeldbuis, met hun popcorn en hun glas wijn, en genieten met volle teugen van
het schouwspel dat hier op deze planeet opgevoerd wordt.
Het zou best weleens kunnen. Want als dit allemaal realiteit zou zijn,
zou dat betekenen dat wij toelaten dat de wereld geregeerd wordt door
psychopaten. En dat angstaanjagend idee gaat mijn begrip en bevattingsvermogen
compleet te boven!
Dat mannen door de band genomen, als het er écht op aan komt, grote
egoïsten zijn, daarin zal niemand mij tegenspreken. Al zullen vermoedelijk de
vrouwen dit met iets meer overtuiging beamen dan de mannen zélf. Wie er toch
zou aan twijfelen, moet het maar eens navragen bij Taylor (of Tyler) Swift.
Maar de mens is hierbij géén uitzondering: bij heel veel diersoorten
zijn de mannen dikke en brute egoïsten. Als het erop aan komt de hongerige
magen te vullen, dan mogen de leeuwinnen en hun welpen braaf zitten wachten tot
de heer des huizes zijn buikje gevuld heeft. En bij veel soorten zal het
alfa-mannetje alle jongen die niet van hem zijn zonder pardon afslachten als
hij de kans krijgt.
Al zijn er ook soorten waarbij de vrouwtjes op een wrede wijze de
scepter zwaaien. Het meest bekende voorbeeld is de bidsprinkhaan, een bijzonder vraatzuchtige en zelfs
kannibalistische insectensoort, waarbij het mannetje bij de paring door het
vrouwtje verslonden wordt. Het "grappige"
hierbij is dat het vrouwtje bij sommige soorten zelfs niet eens wacht tot het
mannetje haar bevrucht heeft: er zijn gevallen waarbij het mannetje dapper verder
doet nadat zijn kop er al is
afgebeten. Er is zélfs een soort waarbij het mannetje pas écht goed op dreef
komt als hij zijn kop kwijt is.
Zo zie je maar weer: mannen en seks, een dodelijke combinatie. Als de
geslachtsdrift de bovenhand neemt, dan verliest een man verder alle verstand en
zelfs alle overlevingsinstincten. Bij de bidsprinkhaan verliest hij er zelfs
letterlijk zijn hoofd bij!
Maar de mannetjes-ijsbeer is toch een geval apart, zo blijkt nu. Omdat
die niet alléén de jongen van zijn rivalen afslacht, maar bovendien ook zijn
eigen kroost opvreet als hij honger heeft!
Al zijn er wel excuses aan te voeren voor dit beestachtig
kannibalisme: de ijsberen hebben het met de dag moeilijker om voedsel te
vinden. Met dank aan, uiteraard, de mens. De ijsschotsen zijn massaal aan het
afsmelten, en de ijsbeer kan dikwijls bijna geen kant meer op. En waar het ijs niet
vanzelf weg smelt, zijn er de ijsbrekers die zich overal een weg doorheen banen
en de ijsvlaktes in stukken breken. Want er zijn grote rijkdommen te ontginnen,
daar op de Noordpool, en dat ijs is een vervelend obstakel om er te komen en om
de bodem leeg te plunderen. En dus moeten de ijsberen maar wijken. En de
prooidieren van de ijsberen worden ook verjaagd, of vermoord; of ze komen om
door ziekte en ontbering. Kortom: voor de ijsbeer wacht een koude, lange
vastenperiode. En hij verhongert. En neemt zijn toevlucht tot wat hij wél nog
gemakkelijk kan krijgen: zijn eigen jongen.
Waardoor hij eigenlijk zélf zijn lot aan het bezegelen is. Des te meer
omdat, ook al door de honger, de vrouwtjes véél minder jongen voortbrengen dan
vroeger. Omdat ze niet meer de energie hebben om jongen ter wereld te brengen,
laat staan om ze te voeden.
Het ziet er dus naar uit dat ook de ijsbeer binnenkort helemaal zal
uitgestorven zijn.
Al zal hij dat niet zonder slag of stoot laten gebeuren: als de mens
zijn territorium binnendringt en hem zijn voedsel afneemt, dan begint de
ijsbeer zélf meer en meer het territorium van de mens binnen te dringen en er
zijn voedsel te zoeken. Er zijn al verschillende keren ijsberen gesignaleerd
die op strooptocht waren in noordelijk gelegen Russische dorpen. Ik zou niet
graag zo'n boos en uitgehongerd beest tegen het lijf lopen, want een klap van
die massieve voorpoten zou ik niet overleven. Maar wie kan het hen kwalijk
nemen? "Poets wederom poets", nietwaar?
De ijsbeer is trouwens verre van de enige diersoort die bij zichzelf
de bedenking heeft gemaakt dat hij de mens van hetzelfde laken een broek kan
bezorgen. Meer en meer wilde diersoorten trekken onze dorpen en steden binnen,
hongerig op zoek naar voedsel. Vossen, apen, bruine beren, en zelfs luipaarden
wagen zich steeds vaker in de buurt van de mens. Gedreven door de honger omdat
wij hun voedselbronnen vernietigd hebben, en aangetrokken door de geur van
gemakkelijk voedsel in onze tuinen en straten.
Als ik morgen dus thuis kom met mijn boodschappen, en er staat een
hongerige wolf op mijn oprit die op mijn aankopen aast, dan zal ik mijn
duurbetaalde goederen niet proberen te verdedigen. Het is tenslotte zijn schuld
niet dat hij nergens meer aan eten geraakt.
Zolang hij mijn kleindochter met haar rode kapje maar met rust laat!
Quelque chose sous mon pied vient de
faire bang
Moi qui étais tellement fier d'être au premier rang
Ceux qui m'appelaient ami M'ont laissé tout seul ici Dans un champ je quitterai ma vie Mais c'est qui l'ennemi
Pas maintenant
Pas maintenant, oh non
Je voulais encore aimer, jouer, sauter, crier
Être un enfant.
Pas maintenant J'ai pas eu le temps, non de faire des bêtises Y croire, savoir Si c'était important
On dit que le ciel devient plus bleu
quand on s'en va
Maman je regrette, j'ai peur tu ne m'entends pas
Fallait-il que je paye ainsi Je suis encore tellement petit On m'a promis une autre vie Mais je tiens à celle-ci
Pas maintenant
Pas maintenant, oh non
Je voulais encore aimer, jouer, sauter, crier,
Être un enfant.
Pas maintenant J'ai pas eu le temps de manger des friandises Y croire savoir Si c'était important
Quelque chose sous mon pied
Vient de faire bang
In 1997 is het "Verdrag voor het
Verbod op Antipersoonsmijnen" in Ottawa door een aantal pionier-landen ondertekend. Na een jarenlange
strijd, geleverd door allerlei NGO's, "Handicap
International" in het bijzonder, om de wereld ervan te overtuigen te
stoppen met de productie en in ieder geval met het gebruik van "antipersoonsmijnen".
Landmijnen zijn niet bepaald effectief in de moderne oorlogsvoering,
maar ze zijn wel bijzonder wreed: ze zijn namelijk niet bedoeld om te doden,
maar wel om te verminken. (Het perverse idee dat erachter zit, is dat het
slachtoffer dan door twee medesoldaten moet weggebracht worden, zodat meteen 3
tegenstanders uitgeschakeld zijn.)
Ze maken in werkelijkheid vooral burgerslachtoffers. Tot jaren ná de
oorlog waarvoor ze bedoeld waren. Arme boeren die het veld willen bewerken om
hun gezin te voeden, vrouwen die de magere opbrengsten komen oogsten, kinderen
die buiten spelen in een poging toch een beetje "kind" te kunnen zijn. Eén verkeerde stap, en "Boem!"
"Quelque chose sous mon pied vient de faire bang."
De strijd van Handicap International was al bij al vrij succesvol.
België was trouwens één van de eerste landen om zo'n verbod goed te keuren, in
1995 al. En sindsdien hebben meer en meer landen zich ertoe verbonden géén
landmijnen meer in te zetten. 162 landen hebben het verdrag ondertussen al
ondertekend, en dat mag een enorm succes genoemd worden. Dankzij, onder
meer,sensibiliseringsacties met de
steun van wijlen Prinses Diana en haar zoon (ex) Prins Harry.
Naar schatting is het aantal onschuldige slachtoffers van "antipersoonsmijnen" in de voorbije 20
jaar gedaald van 26.000 naar ongeveer van 7.500 per jaar. De ambitie was om de
wereld tegen 2025 volledig vrij te maken van dat soort geniepig wapentuig. Om
dat te bereiken, worden door veel landen fondsen uitgetrokken om de getroffen
gebieden, bijvoorbeeld in Cambodja, te ontmijnen.
Ook de USA heeft het verdrag uiteindelijk, na lang talmen,
ondertekend. In 2014, onder president Obama.
Maar Donald J. Trump heeft héél recent, eind januari, beslist om het
verbod op het gebruik van landmijnen door het Amerikaans leger ongedaan te
maken.
Vreemd genoeg is dat de media
totaal ontgaan! Die waren immers te druk bezig met de verspreiding van de
Corona-paniek, en hadden geen aandacht voor een futiliteit als het inzetten van
landmijnen.
Hoeveel geld er gemoeid is met het heropstarten van de productie van
landmijnen, dat weet ik niet. Maar ik weet wél dat het over grote bedragen gaat.
In 2005 had het Pentagon in elk geval een budget voorzien van 1,3 miljard
dollar; het lijkt me waarschijnlijk dat nu over nog méér gaat.
En grof geld verdienen, dát is wat telt, toch?
Wie samen met mij zijn/haar tong naar Donald J. Trump en naar de onverschillige media wil uitsteken,
kan dat op
De nieuwste remedie voor mensen die kampen met een burn-out: een
weekendje boeren. De bedoeling is om "tot
rust te komen tussen de dieren en in de boerderijomgeving".
Ik kan me nu wel voorstellen dat een vakantie op een boerderij
inderdaad rustgevend kan zijn: de wijde natuur en het ontbreken van de vele aanvallen
op onze zenuwen.
En, zeggen de promotoren van deze nieuwe therapie: "Dieren zijn heel eerlijk tegenover mensen."
Daar valt niets tegen in te brengen. En misschien is dát nog wel het meest
helende aan zo'n verblijf: even weg zijn van het achterbakse gekonkel en de
verborgen agenda van je collega's en bazen.
Je moet er dan wel de stank van de mesthoop en van de koeienstallen
bijnemen, en het onophoudelijk gekakel van de kippen of het geloei van de
koeien. Al kan dat misschien ook wel helpen om je zintuigen te leren omgaan met
ongewenste prikkels?
Ik heb er toch mijn twijfels over of de boerenstiel wel zó effectief
is als het aankomt op het bestrijden van een aankomende burn-out.
Want de beroepscategorie die misschien nog het meest kwetsbaar is voor
een burn-out of een depressie, is vermoedelijk precies de landbouwsector. Elke
morgen, 365 keer per jaar, vóór dag en dauw opstaan om de koeien te melken of
om de akkers te bewerken. Elke dag in angst en onzekerheid uitkijken naar de
weersomstandigheden: "Zal het niet té nat
zijn, of té droog?" Elke keer opnieuw hopen dat de gezaaide plantjes zullen
floreren en vruchten zullen dragen. Dat ze niet kapot zullen gaan, dat ze niet zullen
verdrogen of rotten in de grond. Dat ze niet verwoest zullen worden door een
storm of een zwerm insecten. Of door donkergroene milieu-activisten die uit
protest tegen genetisch-gewijzigde planten je hele oogst komen vernielen. Of
door een stel everzwijnen op zoek naar truffels.
De constante angst dat je dieren kunnen ziek worden: de varkenspest,
de vogelgriep, de gekke koeienziekte, de kolieken. Waardoor je in één klap
alles kan verliezen omdat je hele kudde of stal moet afgemaakt worden. Of de
angst voor wolven die in je schapen een gemakkelijke prooi ontdekken.
Elke keer opnieuw ook de angst dat de oogst zal mislukken. Of, erger
nog, dat de oogst zodanig rijk zal zijn dat je de opbrengst alléén nog aan
veevoederbedrijven kwijt kan (met verlies). Of aan je eigen kippen en varkens.
Duizend dingen kunnen fout gaan in een land- of tuinbouwbedrijf, en de
meeste daarvan heb je niet eens zélf in de hand. De stress die dat met zich mee
brengt, is in weinig andere beroepsgroepen zó sterk aanwezig. Om nog te zwijgen
over de duizend en één regels en normen die door Europa opgelegd worden omwille
van milieu of volksgezondheid (en waar ze zich buiten Europa geen moer van
aantrekken), waardoor je als landbouwer constant moet investeren. Zonder enige
garantie dat je investering voldoende zal renderen. Niet te verwonderen dat
meer en meer boeren het voor gezien houden, en dat veel oudere boeren geen
opvolging vinden. In 1980 waren er nog bijna 115.000 landbouwbedrijven in
België; in 2017 waren er nog amper 35.000.
Wie zou je zot genoeg krijgen om daar nog aan te beginnen?
Mensen met een burn-out, dus: mensen die het in hun eigen omgeving of
in hun eigen werkomstandigheden niet meer zien zitten omdat ze aan de stress
ten onder dreigen te gaan. Die mensen zouden blijkbaar hun heil moeten gaan
zoeken bij de meest gestresseerde omgevingen die er te vinden zijn.
Niets mag ons tegenwoordig nog verbazen.
Maar wie weet: misschien kunnen die patiënten tijdens hun verblijf ook
even de handen uit de mouwen steken en de boer een beetje ontlasten, zodat ook
die wat minder onder de stress en werkdruk te lijden heeft. Iedereen wint
erbij!
Zowat een maand geleden, eind januari, bij het begin van de
Corona-paniek, heb ik al eens mijn bedenkingen neergeschreven bij de enorme
heisa rond het nieuwe virus "Covid-19".
En nu, eind februari, is mijn verbijstering alleen maar groter en sterker
geworden: ik begin me héél erg af te vragen wat er nu eigenlijk écht aan de
hand is. Want niemand kan mij ervan overtuigen dat de hele wereld compleet is
stilgevallen omwille van wat in essentie gewoon een variatie op de klassieke griep
is.
Vorige week nog was er een bijdrage op de radio van een specialist uit
het UZ Gent, en die man wist mee te geven dat de huidige "epidemie" in vroeger tijden, pakweg 20 jaar geleden, gewoon als een
ietwat fellere griepepidemie zou beschouwd geweest zijn. Maar met de huidige laboratoriumtechnieken
heeft men het virus geïdentificeerd als een ander virus dan influenza, en heeft
men het "Covid-19" genoemd.
En zie: bij influenza zou men volstaan hebben met de klassieke
waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen in de stijl van handen wassen en bij
voorkeur regelmatig inwrijven met ontsmettende alcohol, papieren zakdoekjes
gebruiken en weggooien, niet in je handen niezen of hoesten, en contact met
anderen vermijden als je je echt ziek voelt.
Maar omdat het virus een andere naam gekregen heeft, is de hele wereld
opeens tot stilstand gekomen, en de media zijn compleet dolgedraaid. Fabrieken
sluiten en sturen de mensen verplicht op vakantie. De wereldhandel is volkomen
aan het blokkeren. Vliegtuigen blijven aan de grond. Allerlei goederen worden
schaars. De economische groei vertraagt spectaculair. De aandelen kelderen op
alle beurzen wereldwijd. Belangrijke economische sectoren krijgen enorme
klappen. Hele steden worden in quarantaine gesloten. Massabijeenkomsten worden
afgelast. Zélfs de Olympische Spelen komen in het gedrang. En in de media
(kranten, radio én tv) lijkt het alsof we op een regelrechte catastrofe
afstevenen.
Als het zo verder gaat, katapulteert Corona ons terug naar de Middeleeuwen.
Vandaar opnieuw mijn verbijsterde vraag: "Hoe komt dat? Vanwaar die paniek? Vanwaar die overtrokken reacties?
Waarom volstaan de gewone waarschuwingen en voorzorgen niet?"
Vooral de media zorgen georkestreerd voor een toenemende hysterie. Wellicht
omdat ze het nieuws zo spectaculair mogelijk willen brengen, want dat lokt
lezers of kijkers. Als ze dit als een doodgewone griep-variant zouden
behandelen, dan haken de kijkers of lezers misschien wel af. En dus zie je op
het nieuws boodschappen in de stijl van: "Aantal
besmettingen in Italië neemt angstwekkend snel toe!" Dat "angstwekkend aantal" blijkt dan 165 te
zijn. En: "in het Midden-Oosten is er een
enorme toename": dat gaat dan over bijvoorbeeld 61 mensen in Iran. Of: "Over de hele wereld zijn er alméér dan 83.000 mensen besmet", en: "Het aantal dodelijke slachtoffers wereldwijd
isal gestegen tot 2850".
En de meest paniekerige van allemaal: "Het corona-virus is al tot op 10 km genaderd!"
Om het allemaal nog een extra spectaculair accent te geven, worden
zelfs al vergelijkingen met de pest boven gehaald: "De geschiedenis lijkt zich te herhalen", waarbij verwezen wordt
naar de ravage door de middeleeuwse pest. Waar dat goed voor zou kunnen zijn,
ik heb geen idee. Dat het de paniek nog zal doen toenemen, dat is wel zeker.
Maar misschien is dát wel precies de bedoeling?
Als je de teneur van al die berichten moet geloven, dan is het einde
van de wereld nabij. En dan valt alles inderdaad stil. Met dank aan de media!
Elke dag opnieuw gaat een derde van het nieuws over Corona. Is er dan écht geen ander nieuws te melden, dat van méér
belang is en wél relevant?
(Zo is bijvoorbeeld in India nog altijd de volksopstand bezig naar
aanleiding van de wet die staatsburgerschap toekent aan inwijkelingen, behalve
als die moslim zouden zijn. Elke dag vallen daar méér doden dan door Covid-19, maar niemand heeft er aandacht
voor.)
En hoe zit het ondertussen met de griep? Niemand spreekt over de
(jaarlijkse) griepepidemie. Is er dan geen griep, misschien, dit jaar? Misschien
is het influenza-virus ondergedoken
uit angst voor Covid-19? Of heeft het
influenza-virus zich in quarantaine
geplaatst tot Covid-19 weg is?
De realiteit is dat we ook dit jaar weer een griepepidemie (gehad)
hebben, zij het iets milder dan de vorige jaren. Op het hoogtepunt van de griep
waren er in ons land elke week zowat 55.000 mensen met griep-symptomen; nieuwe
besmettingen dus. Over het hele griepseizoen, dat zowat 12 weken duurt, zijn er
bij de voorbije (milde) epidemie dus minstens 350.000 Belgen besmet geweest met
influenza; dat is 3% van de bevolking. Dat gaat dan over België alléén, een
landje met zowat 11 miljoen inwoners. Op wereldschaal zouden dat er 200 miljoen
zijn. En bij het vorig griepseizoen waren er in België alleen al minstens 2000
griepdoden.
Niemand maakt zich daar zorgen over: de media zwijgen erover, en de
wereld draait gewoon door zoals voorheen. Ik heb nog geen enkel alarmerend of
paniekerig nieuwsbericht gezien over het "grote
aantal griepslachtoffers". Maar bij 80.000 besmettingen door Covid-19 raakt de hele wereld in een
collectieve kramp.
Nee, ik begreep het niet bij het begin, eind januari, en ik begrijp
het nu nog véél minder.
Behalve als er hier een verborgen agenda achter zou zitten die wij
niet kennen, houdt dit allemaal totaal geen steek!
Er is wel één ding héél erg louche aan dat virus: het komt uit China! Alles
wat uit China komt is per definitie fout en verdacht. Behalve als we het bij
Ali-Express besteld hebben.
Meer en meer hoor je (liberale) stemmen opgaan die pleiten voor het
legaliseren van softdrugs. Zelfs afscheidnemend voorzitster Gwendolyn meent dit
nu als een goed idee te moeten lanceren.
Met als voornaamste argumenten: dat je de strijd tegen drugs toch
nooit kan winnen, dat softdrugs al bij al niet zó gevaarlijk zijn of nefast
voor de gezondheid, dat alcohol tenslotte al even verslavend en kwaadaardig is
maar toch legaal te verkrijgen, en dat de staat een mooi graantje zou kunnen
mee pikken aan belastingen als drugs legaal zouden verhandeld worden.
Het klinkt "wijs", maar het
is onzin en gevaarlijk populistisch.
Als je bedenkt dat de strijd tegen tabak en nicotineverslaving volop
woedt, en dat er meer en meer ingezet wordt op het rookverbod (in publieke gebouwen, op openbare plaatsen, in de
nabijheid van kinderen, enzovoort), en dat de verkoop van tabaksproducten
alsmaar strenger beperkt wordt, dan is het te gek voor woorden om de verkoop en
het gebruik van softdrugs vrij te maken.
"Hoe oud ben je, manneke? 16?
Okee. Sigaretten kan je niet krijgen, maar een zakje wiet wel."
En idem voor de strijd tegen het alcoholmisbruik: de controles worden
alsmaar intenser, er is een nultolerantie voor het rijden onder invloed van alcohol,
de verkoop wordt steeds sterker aan banden gelegd. Omdat de schadelijke
gevolgen onmiskenbaar zijn.
Maar softdrugs, die zouden we dan weer vrij laten verhandelen? Vermoedelijk
om dan binnen dit en 15 jaar nieuwe campagnes te moeten lanceren om het
cannabisverbruik te ontmoedigen en te beperken.
Wie verzint zoiets?
Des te meer omdat er meer en meer aanwijzingen zijn dat waar tabak een
verwoestend effect heeft op onze longen, cannabis bovendien ook een erg
negatief effect heeft op onze hersenen. Zijn de voorstanders van het
legaliseren van softdrugs dan zó kortzichtig dat ze er de immense
gezondheidsrisico's maar bij nemen? Want het staat buiten kijf dat het
legaliseren van drugs een boost zal geven aan het gebruik ervan, en dat dus het
aantal mensen dat zal lijden aan de negatieve gevolgen van drugsgebruik ook
drastisch zal stijgen. De vermeende "winst"
voor de staatskas zal helemaal opgeslorpt worden in toenemende kosten voor
gezondheidszorg.
Eén van de "sterkste"
argumenten voor het legaliseren van softdrugs, is dat het demoniseren van alcohol
in de jaren dertig van de vorige eeuw ook geen zier uitgehaald heeft. Het enige
resultaat was dat rond de verkoop en de productie van alcohol een heuse
misdaadgolf is ontstaan, terwijl het gebruik even problematisch is gebleven. Maar
daarmee wordt de valse indruk gewekt dat de drugsmaffia en drugsgerelateerde
zware criminaliteit alles zou te maken hebben met de productie van illegale softdrugs.
En dat dus het probleem van drugscriminaliteit zou opgelost zijn door marihuana
of hasj te legaliseren.
Daar draait het dus niet om! Het grote geld, en de grote bendes, dat
draait om harddrugs, genre cocaïne, heroïne of ecstasy. De zware criminaliteit
draait om dat soort vergif, en ik kan me niet voorstellen dat iemand zou
zeggen: "Laat ons dat ook maar
legaliseren."
En wat de voorstanders van het legaliseren van softdrugs gemakshalve
ook vergeten, is dat elke verslaving "onverzadigbaar"
is: je hebt steeds "méér" nodig om de
gewenste roes te bereiken. Dat is bij een alcoholverslaving zo, en dat is ook
bij drugs zo. Dat impliceert dat een verslaving aan softdrugs vroeg of laat
escaleert tot een behoefte, en uiteindelijk een nieuwe verslaving, aan
harddrugs. Ik neem aan dat niemand, ook niet de voorstanders van het legaliseren
van cannabis, het in zijn hoofd zou halen om te beweren dat harddrugs
onschuldig zijn en "eigenlijk geen kwaad
kunnen".
Wie de deur wagenwijd open zet voor softdrugs, zet meteen ook de deur
op een kier voor harddrugs. Zelfs de meest vrijgevochten "liberaal" kan dát toch nooit als bedoeling hebben?
Het moet in het tweede jaar van mijn universitaire studies geweest
zijn. Ik was samen met mijn vriend Pol te voet onderweg van café "El Gringo", in de
Sint-Pietersnieuwstraat, naar onze studentenkamer in Home Astrid aan de Sterre. Het was in de vroege uurtjes, zo rond 2
uur 's morgens, en we waren gehaast om toch nog een beetje slaap te kunnen
halen vooraleer we naar de lessen zouden moeten gaan.
Maar opeens zagen we een grote jutezak op straat liggen: het bleek een
zak verse mosselen te zijn, vermoedelijk van een camion gevallen. Wij hebben
niet geaarzeld en hebben die 15 kg zware zak mee gezeuld naar ons kot. De
volgende dag was er op Home Astrid
een mosselfestijn op de verdieping waar Pol zijn kamer had. (Helaas voor mij
lustte ik toen nog geen mosselen.)
Ik heb me later toch afgevraagd of de mensen rondom ons in de loop van
de volgende dagen die indringende mosselgeur in onze kleren niet zouden geroken
hebben, want we hadden tenslotte wel anderhalf uur met die kletsnatte mosselzak
rondgelopen. Maar misschien was de mosselgeur gecamoufleerd door de tabaksgeur
waar onze kleren totaal van doordrongen waren na drie of vier uren in die
bruine kroeg? Want "bruin" mag hier
wel letterlijk genomen worden: in "El
Gringo" moestje op de tast je weg
zoeken doorheen de tabakswalm, want iedereen zat te roken alsof zijn/haar leven
ervan af hing. Het hoorde bij de gesprekken en discussies, toen: de (zelf
gedraaide) sigaret constant in de aanslag.
Ik vermoed trouwens dat de stank in onze kleren niet alléén van tabak
afkomstig was, want er werd in die tijd in een bruine kroeg wel nog iets anders
gerookt. We spreken immers over de vroege jaren 70 van de vorige eeuw: de tijd
van de hippies, weet u wel. Vrije liefde, experimenteren met "geestverruimende substanties",
opstandigheid tegen de vorige generatie die alles "naar de kloten had geholpen", alles doen wat volgens de gangbare
normen van "de materialistische bourgeoisie"
niet mocht. Want de vorige generatie, die had werkelijk alles verkeerd gedaan. (Dat klinkt precies als een speech van Greta
Thunberg.)
Ik was alléén uiterlijk een "ware
hippie", met mijn schouderlange weelderige lokken. Maar voor de rest paste
ik eigenlijk niet goed in dat tijdsbeeld, ik was een anachronisme. Want "de vrije liefde", daar deed ik niet aan
mee, omdat ik toen al overtuigd was dat seks niet kán als er geen diepere
gevoelens van liefde bij komen kijken; ik liet de ongegeneerde avances van
sommige studentinnen dus aan mij voorbij gaan, en gunde Pol alle kansen om
daarvan te genieten. En ook de "geestverruimende
substanties" waren niet aan mij besteed; ik had geen zin om mijn hersenen
kapot te maken, en ik had er hoe dan ook niet het geld voor.
Hoe kom ik nu eigenlijk op dit verhaal?
Ik moest eraan terugdenken toen ik op de VRT-nieuwssite een berichtje
zag over die sukkelaars die geprobeerd hadden om een paar zakken euromunten te
stelen uit de Koninklijke Munt. Ik voel wel enige sympathie, en medelijden,
voor die onfortuinlijke prutsers. Niet zozeer omdat ze zich hebben laten pakken,
maar vooral omdat hun buit totaal geen waarde had: de zakken waren gevuld met
beschadigde muntstukken die je nergens meer kan gebruiken.
Stel je voor dat hun avontuur geslaagd was geweest, en ze waren thuis
gekomen met 15 kilogram munten, in de veronderstelling een goeie 2000 euro
rijker te zijn. En dan vast te stellen dat hun schat waardeloos was.
Wat hadden ze dan moeten doen? Ermee naar het containerpark gaan,
veronderstel ik.
"Goeiemorgen, meneer. Ik heb
hier een paar zakken met metaalafval. Waar kan ik die kwijt?"
"Dat
hangt een beetje af van de metaalsoort, meneer. Mag ik eens zien?"
Schoorvoetend en een beetje angstig opent de man zijn plastiekzakken.
"Okee.
Dat mag in de container met Oude Metalen. Hier aan deze kant van de weegbrug,
in het niet-betalend gedeelte."
De identiteit van de daders is niet vrij gegeven. Het zou mij niet
verwonderen als het ambtenaren van het kabinet van de ministers De Croo en/of
Clarinval zouden geweest zijn, in een poging om op die manier het gigantische
gat in de Belgische begroting een beetje kleiner te maken.
Want al bij al: de gemakkelijkste manier om de begroting op orde te
krijgen, is nog altijd gewoon het geld te pakken waar het gemakkelijk te halen
is.
Heeft u vorige lente ook die hallucinante beelden gezien van
bergbeklimmers in de Himalaya, die letterlijk in een file stonden aan te
schuiven om de Mount Everest of één van die andere reuzen te beklimmen?
Afgezien van de vreemde vaststelling dat tegenwoordig blijkbaar zowat
iedereen zich geroepen (en bekwaam) voelt om aan dat soort beklimmingen te
beginnen, had ik vooral de bedenking: dit zijn de mensen die op de autosnelweg
met hun luxe-auto doorheen de files slalommen omdat ze gehaast zijn en geen
tijd willen verliezen, en nu staan ze aan te schuiven in de bittere kou en in
onmenselijke weersomstandigheden. Want laat daar géén misverstand over bestaan:
een beklimming op die hoge bergtoppen is géén vakantie, het is afzien! De kou,
de wind, de ijle lucht, de inspanningen: wie daar niet grondig voor getraind is
en er zich niet intens op voorbereid heeft, komt daar niet ongeschonden uit. En
als je dan bovendien ook nog eens uren moet staan wachten in die ijskoude wind,
terwijl je neus aan het afvriezen is, dan is de kans op een foute afloop echt
wel héél reëel.
Wie doet zoiets? En waarom? Nood aan zelfbevestiging? De behoefte om
zich tegenover je bekenden te bewijzen? Macho-mentaliteit? De drang om je
grenzen te verleggen? Ik zou het niet weten. Het zijn allemaal impulsen en ideeën
die mij alvast helemaal vreemd zijn en die ik moeilijk kan begrijpen.
Maar goed: velen voelen zich blijkbaar geroepen. Ze doen maar. Wat kan
het mij schelen.
Ware het niet dat ze daar allemaal samen een ongelooflijke massa troep
achterlaten. Tonnen vuilnis en afval die het laatste restje ongerepte natuur op
onze aarde verkrachten: in de eerste helft van 2018 alleen al minstens 16.000
kilo. Zelfs het dak van de wereld is niet veilig voor onze drang tot
nestbevuiling.
Al moet ik daar meteen een kanttekening bij maken: het topje van de
wereld was sowieso al flink vervuild door de mens, lang voordat de grote massa
zich geroepen voelde om de steile weg omhoog te kiezen. Er zijn in de ijsschotsen
van gletsjers op méér dan 7000 meter hoogte, sporen gevonden van giftige
stoffen zoals Cadmium of Nikkel die daar terecht gekomen zijn via de wind. Vanuit
onze streken de lucht ingeblazen door de verbranding van kolen tijdens de
eerste industriële revolutie, in de 18de eeuw al. Of door het
afbranden van bossen om plaats te maken voor de groeiende menselijke
populaties.
Maar niet alleen op die onherbergzame bergtoppen laten wij onze
vervuilende sporen na: ook in de uiterste poolgebieden is er geen ongerepte
natuur meer te vinden. Nog afgezien van de totaal onverwachte restanten van
micro-plastics in het verre poolijs.
De race om de ondergrondse rijkdommen van de poolgebieden te
exploiteren, woedt van jaar tot jaar steeds heviger: ook daar zal de hebzucht
van de mens alles wat nog zuiver is komen verpesten.
Donald Trump heeft alvast het plan aangekondigd om in Groenland een
Amerikaans consulaat te openen, nadat zijn poging om het eiland te kopen
afgeketst werd. Kwestie van dichterbij te zitten als het er zal op aankomen de
bodem onder de smeltende ijsvlaktes op de Noordpool leeg te roven. En ook de
Russen hebben hun hebberige tentakels al uitgespreid om hun deel van de koek
niet te missen.
Een nieuwe "koude oorlog"
is in de maak; letterlijk dan.
Hoe je het ook draait of keert, bij elke zwangerschap is het toch een
prangende vraag: "Wordt het een zoon of
een dochter?"
Er bestaan talloze theorieën en volkswijsheden die zouden moeten
helpen om dat te voorspellen, of om achteraf een verklaring te geven. De ene
klinkt al méér wetenschappelijk onderbouwd dan de andere, maar blijkbaar zijn
ze geen van alle sluitend.
De meeste "wetenschappelijke"
theorieën gaan ervan uit dat het allemaal met onze genen te maken heeft, omdat
dat voor héél veel van onze lichamelijke en psychische kenmerken wél het geval
is: de kleur van onze ogen, het lelletje van onze oren, onze aangeboren intelligentie.
Sommigen denken dat het de genen van de vader zijn die het geslacht van de baby
bepalen. Anderen denken dat het meer algemeen de genen van de beide ouders
zijn: het geslacht van de baby zou dát zijn dat het grootste evolutionaire
voordeel haalt uit de genen van de ouders. Zo zouden de kinderen van grote
ouders eerder jongens zijn omdat het evolutionair gezien belangrijker is voor
een jongen om groot en sterk te zijn, en "mooie" ouders zouden dan eerder
meisjes krijgen omdat schoonheid voor een meisje belangrijk werd geacht om de
kansen op een nageslacht te vergroten.
Er zijn er ook die denken dat het moment van de conceptie bepalend is,
omdat de hormonenspiegel van de vrouw variabel is, en het geslacht van de baby van
die hormonen zou afhangen.
Een andere theorie gaat ervan uit dat de ideale verhouding tussen mannen
en vrouwen 1 op 1 is: in een gezonde samenleving zijn er evenveel mannen als
vrouwen. Dat zou dan ook gelden binnen een familie. En als er dus op een
bepaald moment een onevenwicht ontstaat, dan zou op één of andere manier een
sterke voorkeur ontwikkeld worden voor geboortes van kinderen met het geslacht
dat in de verdrukking is geraakt: als er bijvoorbeeld binnen een familie op een
bepaald moment veel meer meisjes dan jongens zouden zijn, dan zouden er nadien
méér mannelijke baby's geboren worden. Dat lijkt me erg twijfelachtig, want hoe
zouden de ei- en zaadcellen van een man en vrouw kunnen weten dat er al té veel
van de ene of andere soort is in hun familie?
Er is ook een wetenschappelijke strekking die eerder naar externe
factoren wijst. Zo zouden voedseltekorten in een samenleving leiden tot een
groter aantal meisjes bij de geboortes. Misschien omdat meisjes in de regel
minder voedsel verorberen dan jongens? En de klimaatveranderingen van de
laatste jaren zouden de geboorte van jongens meer waarschijnlijk maken. Omdat
die beter tegen de warmte kunnen? Dat lijkt me eerlijk gezegd allemaal
behoorlijk ver gezocht.
En dan is er ook nog de astrologie: het geslacht van de baby zou
bepaald worden door de stand van de maan en van de planeten bij de geboorte van
de moeder en bij de conceptie van de baby. Voor wie daar in gelooft: er bestaat
een heuse eeuwenoude Chinese conceptiekalender
die zegt wanneer de papa en mama aan de slag moeten gaan als ze een jongen
willen, en wanneer het dé moment is om een meisje te maken.
Ik heb zo het idee dat je dan evengoed bij een waarzegster kan binnen
stappen. Maar voor wie interesse heeft: tik maar eens "Chinese conceptiekalender"
of "Chinese geslachtskalender" in op Google.
De meest betrouwbare theorie lijkt mij de befaamde MGS-theorie, of
voluit: "Multiplicative Gender Switch".
Dat is een gesofisticeerde theorie die heel sterk onderbouwd is; ontwikkeld,
trouwens, door een Vlaamse deskundige terzake. Om deze theorie uit te leggen,
is een zekere kennis van de hogere wiskunde vereist, maar ik kan het proberen
met een eenvoudig voorbeeld.
Stel dat er in een gezin 6 kinderen zijn; de oudsten zouden
bijvoorbeeld twee jongens zijn, de volgende kinderen twee meisjes, en dan weer
een jongen en tenslotte nog een meisje. Dan stelt de MGS-theorie
dat, als er kleinkinderen komen, de 4 oudste kleinkinderen meisjes zullen zijn,
de volgende 4 zouden jongens zijn, dan weer 2 meisjes, en tenslotte weer 2
jongens. En bij de volgende generatie keert het dan weer om: eerst 8 jongens,
dan 8 meisjes, dan weer 4 jongens en tenslotte opnieuw 4 meisjes. Begrijpt u?
Bij elke volgende generatie keert de volgorde van de geslachten om, en wordt de
sequentie verdubbeld.
Maar zelfs deze theorie is uiteindelijk niet sluitend of feilloos
gebleken.
Want de waarheid is ontluisterend simpel: er is geen enkele logica of
wetenschappelijke verklaring te vinden voor het geslacht van een baby. Het is
gewoon puur toeval; het is een lotto.
Er is maar één zekerheid: het wordt in
elk geval één van de beide, ofwel een jongen ofwel een meisje. Dat staat vast. Al
is zelfs dát niet altijd eenduidig met zekerheid te zeggen, en betekent het tegenwoordig
uiteindelijk niets meer over het toekomstig geslacht van het kindje.
Ik ben niet écht een krak
als het gaat over de Sociale Media: tweeten
op Twitter heb ik nog nooit geprobeerd, en op Facebook kan ik een stukje tekst
plaatsen en lezen wat anderen gepost hebben, maar daar houden mijn vaardigheden
wel op. Ik heb een immense bewondering voor de mensen, jong en oud, die even
vlot tweeten en posten als ik kan schrijven.
Wie dacht dat de sociale media vooral de speeltuin zijn van de jeugd,
die heeft het verkeerd voor, want blijkbaar zijn ook senioren daar ontzettend
bedreven in. Het zijn heus niet alléén de jongeren bij wie de smartphone zo
ongeveer aan hun hand lijkt te plakken.
De meest beroemde twitteraar is heel zeker Donald J. Trump, president
van het machtigste land ter wereld. Je zou misschien denken dat die man wel
iets anders aan zijn hoofd heeft dan berichtjes op Twitter te lezen en te plaatsen,
of filmpjes op Facebook. Maar niet dus. Blijkbaar is dat dé job van een
president in Amerika: tweeten en posten. Iets anders doet hij niet. Wie dus de
volgende president van de USA wil worden, zal zich in de eerste plaats moeten
bewijzen als tweeter (of twitteraar?). Wie in de eerstvolgende
presidentsverkiezingen Donald wil verslaan, zal hem in elk geval op Twitter
moeten overtreffen.
Het mooie (?) aan de sociale
media is dat je er kan schrijven en beweren en "aantonen" wat je maar wil, zonder enige controle. Het hoeft
helemaal niet "waar" te zijn, het
hoeft helemaal niet te kloppen; je hoeft niets te bewijzen of te staven. Je
moet het alléén maar tweeten, en daarmee wordt het automatisch "waar". Ook op Facebook of op Instagram
kan je ongestraft een gemanipuleerd filmpje plaatsen als je iemand kapot wil
maken. Je komt er zélf zomaar mee weg, zelfs als je iemand daardoor de dood zou
in gejaagd hebben.
Donald is daar een meester in! Donald, de gezworen bestrijder van de "fake media", is een genie in het
plaatsen van fake berichten op de
sociale media. Je moet het hem nageven: zoiets moet je maar durven.
Zo heeft Donald het gepresteerd om op Facebook een video te plaatsen
waarin voormalig vicepresident en democratisch presidentskandidaat Joe Biden 1
miljard dollar belooft aan de Oekraïense justitie om het onderzoek naar zijn
zoon stop te zetten. Compleet gefabriceerd, schaamteloos gelogen, vals. Fake, dus. Maar het staat wél op
Facebook, en het blijft op Facebook staan, ook al is ondertussen bewezen dat het
manifest onwaar is. En als het op Facebook staat, moet het wel kloppen, denken
velen dan.
Trump heeft trouwens in de lopende campagne voor de komende
presidentsverkiezingen al bijna 20 miljoen dollar uitgegeven aan reclame op
Facebook. Met dát geld had hij véél andere, nuttige, dingen kunnen gedaan
hebben!
Donald is wel niet de enige met een rijke fantasie en een creatieve
geest als het om "de waarheid" gaat.
Veel andere politici spelen het spel even grof. Ik vermoed dat het eigen is aan
het DNA van een politicus, om "losjes om
te springen" met de waarheid?
Zo heeft Emmanuel Macron het vorig jaar nogal bont gemaakt op Twitter,
met een paniekerige foto over de gigantische bosbranden in Brazilië, kwestie
van zijn goede vriend Bolsonaro de kast op te jagen. De foto in kwestie bleek
in realiteit al te dateren van 2012, toen het Amazonewoud ook in brand stond
zonder dat iemand daar wakker van lag.
Bolsonaro is trouwens zelf ook niet vies van een beetje gemanipuleerde
berichtgeving. Zo heeft hij het bestaan om op Twitter "bewijzen" te tonen dat het de ngo's zélf zijn die, met de hulp van Sting nota bene, het Amazonewoud in
brand hebben gestoken, om op die manier aandacht te trekken in de hoop op
verhoogde subsidies.
Politici zijn helaas niet de enigen die het niet zo heel nauw nemen met
de waarheid. Eigenlijk kan je stellen dat iedereen die schreeuwt om aandacht
het af en toe weleens aandurft om hierbij over de schreef te gaan. Zélfs als
achteraf blijkt dat het om "fake news"
gaat. Of straffer nog: als het achteraf om "fake
news" blijkt te gaan, dan krijgt de "dader"
nog een keer extra aandacht. Zo was er, ook over de amazonebranden, een foto, op
Twitter alweer, die gigantisch veel keer gedeeld is geweest, van ene Logan
Paul, een populaire vlogger. Het aantal volgers schoot meteen de hoogte in.
Naderhand bleek dat hij een foto uit 1989 gerecycleerd had. Toen dat "foutje" bekend raakte, werd de man wéér
talloze keer genoemd. En het aantal volgers piekte opnieuw.
Maar het misbruiken van de sociale media gebeurt ook op kleinere
schaal. Gisteren was er bijvoorbeeld een bericht over een school in Vorselaar
waar enkele leerlingen via de sociale media een pestcampagne waren begonnen
tegen enkele leerkrachten van de school. Lafhartig verborgen achter een
anonieme account dachten zij daar trouwens ongestraft mee weg te komen. Ze
waren zich van geen kwaad bewust, was hun uitleg achteraf.
De giftige invloed van de sociale media is trouwens niet beperkt tot
opzettelijke leugens en bedrog. Ook bij goedbedoelde meldingen op Facebook kan
de impact enorm zijn, en vernietigend. Dat heeft een man vorig jaar ondervonden
nadat hij het aangedurfd had om enige relativerende woorden te plaatsen bij een
filmpje over een hevige aanvaring tussen een trucker en een wielertoerist. De
brave man, die alléén de gemoederen had willen sussen, kreeg meteen een
karrenvracht haatberichten over zich heen. En ook zijn gezin werd geterroriseerd
met vuiligheid en agressieve boodschappen.
Ik blijf het herhalen: de sociale media, dat is het grootste gif dat
ons ooit heeft bedreigd!
Ik was met de auto op weg van
Gent naar Kortrijk, over de E17, en zag plots een voorligger aan het slingeren
gaan, en toen van de baan af tuimelen. Vermoedelijk een klapband, dacht ik.
Ik ben onmiddellijk gestopt, en
ben ernaartoe gelopen. De auto lag ondersteboven, en ik dacht te zien dat er
twee inzittenden geklemd zaten onder het ingedeukte dak van de wagen. Zélf kon
ik hen daar niet uit bevrijden; daar zou de brandweer moeten aan te pas komen.
En er was haast bij, want beiden leken hevig te bloeden.
Ik heb dus onmiddellijk het
noodnummer 112 gebeld.
"Voor
Frans, druk 1. Voor Nederlands, druk 2. Voor Duits, druk 3. Voor Engels, druk
4."
Ik wist niet waar ik het had
toen ik dat hoorde. Eerst in het Frans, trouwens. En daarna in het Nederlands.
En daarna in het Duits, zoals dat hoort in België. Maar het Duits heb ik
afgebroken, want ondertussen had ik mijn tegenwoordigheid van geest
teruggevonden.
Ik heb op '2' gedrukt.
"Voor
een ziekenwagen, druk 1. Voor de politie, druk 2."
Ik voelde een golf van paniek
opkomen, want ik zag de mensen in de auto alsmaar heviger bloeden, en wou zo
rap mogelijk mijn boodschap doorgeven!
Ik was niet helemaal zeker, want
bij een verkeersongeval moet de politie ook komen, om de vaststellingen te
doen. Maar de ziekenwagen leek mij het meest dringend. En de brandweer! Maar
die keuze was er niet direct.
Ik heb na enige aarzeling op '1' gedrukt.
"Indien
ook politie nodig is, druk 1. Indien ook brandweer nodig is, druk 2. Indien
politie én brandweer nodig is, druk 3."
Ik was ondertussen al op van de
zenuwen, maar heb toch op '3'
gedrukt.
"Geef
het aantal gewonden in, en sluit af met een hekje."
Oeps! Ik dacht dat er twee
slachtoffers waren, maar ik ben toch nog eens gaan zien om zeker te zijn. Ja,
er waren er inderdaad twee. En dus had ik dan op '2#' moeten drukken, maar mijn gsm was ondertussen al in stand-by
modus gegaan.
Minister De Crem, waarnemend minister van Binnenlandse Zaken,
burgemeester en alleenheerser van Aalter (en fervent tegenstander van een
windmolenpark in zijn gemeente), heeft het lumineuze idee gelanceerd om het
noodnummer 112 te voorzien van een keuzemenu. Kwestie van de dienstverlening te
verbeteren en het tijdverlies bij noodsituaties te beperken door de oproeper
meteen naar de juiste hulpverlener te dirigeren.
Zoals de meeste ideeën van minister De Crem lijkt dit mij
super-efficiënt.
Voortaan krijg je dus om te beginnen een computerstem te horen in
plaats van een warme menselijke stem, als je het noodnummer 112 belt, wat heel
zeker al onmiddellijk een geruststellend effect zal hebben. En daarna mag je
een cijfer indrukken. Eén op de twee keer zal het verkeerde nummer gekozen
worden. In paniek of uit stress, of in de haast.
"Was het nu '1' of '2'? Ik weet
het niet meer! Misschien moet ik nog eens opnieuw bellen?"
Hopelijk willen de slachtoffers van een ongeval dan het geduld
opbrengen tot de oproeper het juiste nummerke ingedrukt heeft.En desnoods zelf heel hard op de wonde
drukken om het bloeden te stelpen.
Aalst-Carnaval komt er weer aan. En dus ook de voorspelbare
karikaturen in de stoet. Alles en iedereen zal er weer moeten aan geloven. Onze
egotrippende politici, de Brexit, het Corona-virus: geen enkel actueel thema
zal ontsnappen aan de Aalsterse spot. En ook de Joden niet. Dat er opnieuw
karikaturen van Joodse typetjes zullen figureren, is een zekerheid. Al was het
maar uit balorigheid; uit protest tegen de onverdraagzame reacties op de vorige
editie.
En zie: de te verwachten kritiek is er nu al, op voorhand. De
politiek-correcte denkers hebben het nu al over het "aanzetten tot Jodenhaat", en over "antisemitisme". Er worden zelfs verwijzingen naar Hitler en de
joden-vervolging van de jaren dertig uit de vorige eeuw uit de kast gehaald.
(Dat die politiek-correcte denkers onmiddellijk die link maken zegt misschien
méér over hen dan over de boosdoeners in de stoet?)
Vreemd hoe die politiek-correcte denkers zo heftig reageren op een
karikatuur van de Joden, terwijl er in de stoet talloze andere karikaturen
zullen te zien zijn die pijnlijk scherp de spot drijven met de favoriete
slachtoffers. Het doet me terugdenken aan de hevige protesten, een tijdje geleden,
tegen een spotprent van de Scouts, waarop een karikatuur te zien was van een
Afrikaans persoon. Ook toen werden termen als "aanzetten tot racisme" boven gehaald. En verwijzingen naar de
wandaden van Leopold 2 in Afrika werden er lukraak bij gesleurd.
Dat alles staat in schril contrast met de houding van diezelfde
politiek-correcte denkers tegenover de Mohammed-spotprenten in het tijdschrift Charlie Hebdo, enkele jaren geleden,
toen de Moslimwereld op zijn kop stond en met aanslagen dreigde. Toen schermden
de politiek-correcte denkers met het recht op "vrije meningsuiting". En terecht! Maar die "vrije meningsuiting" lijkt niet zo universeel als ik zou gedacht
hebben. Ze geldt duidelijk niet als het gaat over zwarte Afrikanen of over
Joden.
En waarom niet?
Omdat onze voorvaderen vreselijk tekeer gegaan zijn in Afrika, en wij
daarom een soort schuldgevoel zouden moeten hebben dat ons verbiedt om met die
volkeren te spotten? Omdat de Duitsers vreselijk tekeer gegaan zijn tegenover
de Joden in Europa, en wij daarom een collectief schuldgevoel torsen dat ons
verbiedt om met een Jood te spotten? Wat Joden en Afrikaanse zwarten overkomen
is, geeft hen een soort "onschendbaarheid"
tegenover mogelijke spot?
De praktijken van Leopold 2 in Congo zijn op geen enkele manier goed
te praten, en de afslachting van miljoenen Joden door de Nazi's al evenmin.
Maar het zijn helaas geen uitzonderingen (zoals ik in een eerdere blog-bijlage
al eens aangehaald heb): er zijn nog volkeren die een gelijkaardig lot
ondergaan hebben. Ik denk aan de Indianen in Noord- en Zuid-Amerika, of de
Aboriginals in Australië en Nieuw-Zeeland. Heeft iemand al ooit een
politiek-correcte denker horen verklaren dat er met die volkeren niet mag
gespot worden omdat zoiets de racistische gevoelens tegenover die mensen zou
aanwakkeren en goedpraten?
Wanneer zal het eindelijk eens gedaan zijn met die selectieve verontwaardiging van
politiek-correcte denkers? En wanneer zullen die ernstige (wereldvreemde)
professoren eens leren relativeren en de dingen in een gepast perspectief
plaatsen? Het is heus niet omdat in de Carnavalstoet een Jood met een haakneus
en een geldkoffertje figureert dat men aanzet tot Jodenhaat. Evenmin als een
karikatuur van Kim Clijsters die haar befaamde spreidstand opnieuw wil
demonstreren zou aanzetten tot "Clijsters-haat",
of dat een karikatuur van Boris Johnson zou aanzetten tot anti-Britse
gevoelens.
Laat de haakneuzen in Aalst dus maar hun gang gaan.
En als ze ook met een spottend personage willen op de proppen komen
waarbij ze van mij een karikatuur zouden maken: graag!
Als er één onderwerp is dat tot hevige discussies kan leiden tussen
voor- en tegenstanders, dan is het wel het ligbad. De meningen zijn altijd heel
erg uitgesproken: ofwel ben je fervent voorstander, ofwel ben je een rabiate tegenstander.
De tegenstanders hebben het steevast over het tijdverlies van dat half
uurtje nietsdoen, en de onhygiënische impact van het weken in het eigen vuil,
en vooral het onverantwoorde waterverbruik. De voorstanders schermen met het
rustgevend en ontspannend effect van een lekker lui bad.
Ik behoor tot het kamp van de voorstanders, en het was dan ook met een
vreugdedansje dat ik ontdekt heb dat de wetenschappers mij gelijk geven.
De wetenschap heeft namelijk onomstotelijk bewezen wat ik al lang
wist: een warm bad heeft heel wat positieve effecten op ons fysiek en mentaal
welzijn!
Zo zou een warm bad, een uur voor het slapen gaan, een gunstig effect
hebben op onze nachtrust: we slapen er beter door en dieper, en voelen ons de
volgende dag beter uitgerust. Dat heeft alles te maken met de nood van ons
lichaam om 's nachts af te koelen, en dat gaat des te sneller als we onze
poriën wijd open zetten door ons eerst helemaal onder te dompelen in een warm
bad.
En zo zou een warm bad ook helpen tegen pijnklachten. Niet voor niets
was Hippocrates, de stamvader van alle dokters, lang geleden al overtuigd van
de helende kracht van een warm bad. Of "Balneotherapie"
écht tegen alle kwaaltjes werkt, is onzeker, maar dat het zalig is, daar
bestaat geen twijfel over. En er zijn aanwijzingen dat een heet bad
ontstekingsremmend werkt. Daarenboven helpt een warm bad om de bloeddruk te
verlagen, en in het algemeen om ons hart langer gezond te houden. Wat de
criticasters ook mogen beweren: een bad is dus wél gezond!
Wat eerder verrassend positief nieuws was, is dat een warm bad ook
helpt tegen depressies. Uitgebreide studies zouden aangetoond hebben dat
depressieve patiënten méér geholpen waren met een warm bad twee keer in de
week, dan met een sessie aerobics twee keer in de week. Het effect van een warm
bad bleek dus bij depressieve patiënten positiever te zijn dan het effect van
sport en beweging. En in elk geval is een warm bad beter voor ons innerlijk
welzijn dan een douche: proefpersonen die een bad genomen hadden waren achteraf
minder gestresseerd of angstig, en méér ontspannen, dan proefpersonen die een
hete douche hadden gehad.
En trouwens: ook het calorieverbruik bij een warm bad is vergelijkbaar
met het calorieverbruik bij het sporten. Wie wil vermageren, neemt dus gewoon
af en toe een bad!
Kortom: als het weer buiten niet bepaald uitnodigt om te gaan wandelen
of fietsen, dan neem ik voortaan een bad. Het stemt mijn geest even positief
als een wandeling, en het is even goed voor mijn lijn.
En zeg nu zelf: een bad is een ideaal excuus om een half uurtje lekker
lui niets te doen. Als je in de zetel zit te niksen, krijg je gegarandeerd
commentaar, maar als je in bad ligt te luieren, kan niemand daar een opmerking
over maken. Je bent immers wel "bezig":
je bent je aan het wassen, toch?
Je moet er wel aan denken om de kaarsen in de badkamer, die voor een
gezellige sfeer moeten zorgen, achterwege te laten, want die vergiftigen de
lucht in je badkamer met fijn stof en kankerverwekkende substanties!