"Vrouwe Justitia is blind!" wordt gezegd.
Dat is maar
ál te waar! Zeker in Brussel. En al helemaal in het imposante justitiepaleis.
Ik was samen met enkele
confraters voor een grote rechtszaak tegen een gevaarlijke criminele bende in
het majestueuze Justitiepaleis in Brussel.
Het proces begon al niet zo
goed: de verlichting in de gereserveerde rechtszaal bleek stuk te zijn; ergens
een slechte bedrading, vermoedelijk. Gelukkig was er een andere grote zaal
vrij. Wij dus met het hele gezelschap naar die andere zaal: de rechters, de
griffiers, de advocaten, de verdachten, de politieagenten.
Ik was vurig aan het pleiten
voor mijn cliënt, toen opeens ook in die zaal een deel van de verlichting het
liet afweten. Oude lampen, vermoedelijk; aan vervanging toe. Geen nood: even
pauzeren terwijl een bediende in de kelder op zoek ging naar een stel nieuwe
lampen.
De goede man heeft gelukkig nog
wat lampen gevonden, zodat we vlug weer verder konden. Want ik voelde me toch
niet helemaal op mijn gemak in het halfduister met die zware criminelen in de
buurt, ondanks de indrukwekkende politiemacht om ons te beschermen.
Oeps, die nieuwe lampen, dat liep
precies niet goed: ze sprongen van het moment dat ze in de fitting gedraaid werden.
Ze kregen té veel stroom, volgens de inderhaast bijgeroepen technieker.
Dan deden we het maar met de
lampen die het wél nog deden.
Mijn pleidooi was schitterend.
Al zeg ik het zelf. Ik was bijna zeker dat ik mijn cliënt vrij zou krijgen. Al
wist ik zelf ook wel dat ie een gangster is. Maar ja, er waren toch wel
serieuze procedurefouten gemaakt, en iedereen heeft recht op een fair proces.
Toch?
Oei: de resterende lampen begaven
het allemaal. Ook in deze zaal. De rechtszaal werd stikdonker. Er ontstond een
hevig tumult, en ik hoorde mensen rennen en vallen. Gelukkig had ik mijn gsm
bij, en kon ik het lampje daarvan gebruiken om mijn onmiddellijke omgeving te
verlichten. De agenten rond mij volgden mijn voorbeeld, en al spoedig was de
hele zaal verlicht met gsm-lichtjes. Een beetje zoals bij een romantische
ballad van Clouseau.
Ik keek rond naar mijn cliënt.
Grote ontsteltenis: in het
donker was die er in geslaagd om zich uit de voeten te maken.
Hij zal gedacht hebben: Justitie is blind, en daar kan ik van profiteren.
Heeft u het Brusselse Justitiepaleis al gezien?
Als je met de trein in Brussel aankomt of uit Brussel vertrekt, kan je
het zien staan. Een prachtig en groots gebouw, 26.000 vierkante meter in
oppervlakte (groter dan de Sint-Pietersbasiliek in Rome), ontworpen door Joseph Poelaert. Je kan er gewoon niet
naast kijken: het staat hooghartig boven de stad te blinken met zijn gouden
koepel die wel 104 meter hoog oprijst.
Met zijn gouden koepel, én met zijn onwrikbare stellingen: ik heb
nooit anders geweten dan dat het gebouw door steigers omringd was; het wordt
heel zeker al minstens 30 jaar gerenoveerd. Aan de buitenkant.
Helaas is de binnenkant van het Justitiepaleis er nog erger aan toe
dan de buitenkant. Zo komt het dat de elektriciteitsleidingen nog uit een vorig
leven dateren en het om de haverklap laten afweten. En zo komt het dat het
licht, écht waar, af en toe uitvalt en hele zalen in het duister gehuld worden,
en dat het lampje van een gsm dan voor verlichting moet zorgen. Wie gedacht had
dat dit door Urbanus verzonnen werd, die is fout. En wie dacht dat dit soort
toestanden alléén in de uithoeken van een ontwikkelingsland kunnen voorkomen,
die is ook fout: we spreken over Brussel, de hoofdstad van Europa. En over het
meest prestigieuze gebouw van ons land.
Ja, de justitie is soms écht blind. Zeker in België.
Daardoor kan een dronken
doodrijder een week later weer de baan op, zonder rijbewijs, en nog eens iemand
van de weg maaien. En daardoor kan een verstokte verkrachter vrij rondlopen en
nieuwe slachtoffers maken, met fatale gevolgen. En daardoor kan de Belgische
staat verplicht worden om IS-vrouwen die terreur ondersteunen en propageren,
terug te halen uit Koerdische kampen omdat ze ginder een kind gebaard hebben.
|