De Gentse politie zou in de uitgaansbuurt van de Overpoortstraat graag
wat minder lawaai en overlast van zatte studenten zien. Daarom hadden ze een
voorstel om aan de vele studentencafé's een tijdstip op te leggen vanaf
wanneer geen luide muziek meer mag gedraaid worden.
Ik hoor de (ex-)studenten onder u al protesteren: "Toch niet al té vroeg, hoop ik? Je kan een
student toch niet om 1 uur 's nachts al naar zijn bed jagen!?"
Nee hoor: 5 uur 's morgens,
dat is wat de politie voorstelt. En let wel: de café's zouden niet persé om 5
uur moeten sluiten, ze zouden alléén maar vanaf 5 uur stil moeten zijn. Zou er
iemand van die studenten in laveloze toestand na 5 uur 's morgens nog beseffen
of er al dan niet nog muziek aan het spelen is?
Furieus protest bij de Gentse horeca, want zij zijn bang dat de boel
dan om 5 uur zal uitdoven, en dan kunnen ze meteen op dat vroege uur al hun
deuren sluiten. En dat zien ze écht niet zitten. Om 5 uur al stoppen met drank
verkopen aan zatte studenten? Geen sprake van!
Misschien om een uur of 7, ja,
dat zou nog redelijk zijn. Maar om 5 uur al? En de inkomsten dan die ze
zouden moeten mis lopen?
Want blijkbaar wordt er behoorlijk wat drank verzet in die vroege
uurtjes, en dat brengt véél geld in het laatje. En daar draait het uiteindelijk
allemaal om, niet? Geld verdienen! Zo véél mogelijk, zo vlug mogelijk.
De keerzijde van het ochtendlijke gezuip is dat de Overpoortstraat
's morgens vroeg voor iedereen behalve een beschonken student te mijden is: onuitstaanbaar
lawaai, zatteriken die je lastig vallen als je in de buurt komt, en kots overal
waar de drank er langs de verkeerde kant weer uit komt. Om nog maar te zwijgen
over de effecten op die studenten zélf: slechte studieresultaten omdat ze de
vorige nacht te lang waren uit geweest, en hun hersenen die in sneltempo kapot
gemaakt worden door de alcohol.
Maar dat zal de café-uitbaters een zorg zijn. Als zij hun inkomsten
maar kunnen binnen rijven. De consequenties zijn hun probleem niet. De stad zal
wel zorgen dat de straten achteraf weer proper gemaakt worden, en de politie
zal wel patrouilleren om al te grote verstoringen van de nachtrust te beperken.
En de ouders zullen de studenten wel van de nodige centjes voorzien om tot 7
uur in de morgen te kunnen slempen.
Tot 7 uur 's morgens! Ik ben ook student geweest, maar ik kan geen
enkele reden bedenken waarom je tot 7 uur in de morgen zou moeten of willen aan
het brassen blijven. Vermoedelijk zijn de meeste van die nachtbrakers tegen dan
al in een toestand van halve coma, en beseffen ze nauwelijks nog iets van hun
omgeving of van wat er gebeurt. Maar de horeca wil geld kunnen verdienen, en
dus moet die "traditie" behouden
blijven.
Het doet me denken aan gelijkaardige toestanden op de Balearen: Ibiza
en de andere party-eilanden. Ook daar willen de verantwoordelijken heel graag
paal en perk stellen aan de buitensporige uitspattingen van zatte toeristen.
Hoe die Britse en Duitse vakantiegangers daar soms te keer gaan, het
is niet om aan te zien: alle "beschavings-vernis"
is verdampt in een walm van alcohol en andere brol. En de plaatselijke
bevolking ziet het met lede ogen gebeuren, en moet lijdzaam ondergaan.
Ook daar wil men dus graag beperkingen opleggen. Maar ook daar ligt de
horeca dwars, want dronken toeristen zijn een gemakkelijke bron van inkomsten.
En de problemen zijn voor een ander.
Het nieuwe schooljaar begint. Een bijzonder opwindende dag, zéker voor
de leerlingen van het eerste leerjaar: eindelijk naar de "echte school".
De juf is vol goede bedoelingen, en wil de nieuwe kindjes zo veel
mogelijk op hun gemak stellen. De allerbelangrijkste opdracht van de school is
immers te zorgen voor het "welbevinden"
van de kinderen, weet je wel. En dus besluit de juf om de kindjes zelf te
laten kiezen waar ze in de klas willen gaan zitten: bij wie wél en bij wie
niet.
Paul, die vast van plan is om dwars te liggen, is de eerste die zijn
handje opsteekt: "Ik wil zeker niet bij
Bart zitten!"
Waarop Bartje, die heel zeker is van zichzelf, rustig antwoordt: "Voor mij is het allemaal gelijk."
Daarna steekt Koen schuchter zijn hand op: "Ik wil zeker wél naast Bart zitten. En ook naast Paul."
Charles wil niet voor Paul onderdoen, en roept: "Ik wil graag naast Koen zitten! Maar niet in de buurt van Bart."
Gwendolyn wil zich heel graag laten gelden, en moet dus ook iets kwijt:
"Ik vind dat Bart zou moeten zeggen wie
naast hem mag komen zitten."
Maar Meyrem is haar eerlijke zelf: "Ik wil alléén maar naast Jean-Marc zitten, want dat is mijn vriendje.
En Paul en John moeten ook dicht bij mij zitten."
Enfin, om een lang verhaal kort te maken: binnen het half uur zijn
alle kinderen tegen elkaar en tegen de juf aan het schreeuwen, en staat de hele
klas op stelten. Van les geven komt de hele dag niets in huis. Maar goed:
morgen is er een nieuwe dag.
De juf begint de tweede schooldag met veel goeie moed, en met het
vaste voornemen zich in te spannen voor het "welbevinden" van de kinderen. En dus probeert ze een volgende
poging om de kindjes zélf te laten kiezen.
Bartje begint met een verrassing: "Voor
mij is het gelijk. En wie naast mij komt zitten, krijgt een snoep."
Waarop Paul zegt: "Ik wil eerst eens
kijken wat die snoep zou kunnen zijn, en dan wil ik misschien wel naast Bart
zitten."
Maar Meyrem wil nog altijd niet wijken. Omdat ze nogal klein is voor
haar leeftijd, gaat ze op een stoel staan, en roept: "Ik wil Bart uit mijn buurt hebben! En ik wil dat Jean-Marc naast mij
zit, en John en Paul ook."
Gwendolyn pikt daarop in: "Ik wil best
ook wel naast Paul gaan zitten als Bart niet wil."
Maar Koentje blijft bij zijn idee: "Ik wil dat Bart naast mij zit. En Paul ook. En dan kan Meyrem
natuurlijk niet bij ons komen zitten."
John steekt onzeker ook zijn handje op: "Paul moet bij mij zitten! En Bart wil ik liever niet in mijn buurt
hebben."
Kortom: de chaos is even groot als de eerste dag, en de lessen
schieten er ook deze tweede dag bij in.
De derde schooldag kondigt zich zonnig aan, en de juf heeft er moed
op. Haar idealisme is ongeschonden, en ze is vastbesloten te zorgen voor het "welbevinden" van de kindjes. En dus
begint ze ook deze schooldag met de vraag wie bij wie zou willen zitten.
Bartje kijkt ongelukkig, en pruilt: "Ik wil bij iedereen gaan zitten. Maar Paul heeft ze allemaal
opgestookt, en nu wil niemand meer naast mij zitten!"
Waarop Koentje onmiddellijk reageert: "Maar jawel Bart, ik wil heel graag naast jou zitten. Maar je moet dan
wel eens zeggen wie er nog bij ons zou mogen zitten?"
Paul kijkt erg boos, en zegt: "Nee,
ik wil absoluut niet bij Bart in de buurt!"
En John en Meyrem vallen hem onmiddellijk bij: "Iedereen mag gelijk waar zitten, als Bart maar ver van ons blijft."
Charles komt er tussen: "Ik wil
ook helemaal niet bij Bart zitten!"
En Gwendolyn zegt: "Als niemand
bij Bart wil, dan ik ook niet."
De juf probeert wanhopig om een klas-indeling te vinden die tegemoet
komt aan de eisen en veto's van alle kindjes, maar het wil niet lukken. En van
les geven komt opnieuw niets in huis.
De vierde schooldag. Nieuwe poging om alle kindjes een plaats te
geven.
Joachim is de meest toeschietelijke, die morgen: "Ik wil eigenlijk naast iedereen zitten. Maar ik wil toch liefst Bart in
mijn buurt."
Waarop Paul: "Eigenlijk is het
mij om het even. Als Bart elke dag snoep mee brengt, dan mag hij wel naast mij
komen zitten. Maar Conner moet zeker ook bij mij zitten."
Maar Gwendolyn loopt rood aan: "Ik
ben niet akkoord! Als Koen en Paul en Conner al naast Bart zitten, dan is er
voor mij geen plaats meer! Waar blijf ik dan?"
Ook Meyrem is furieus: "Gisteren
kon ik nog kiezen, maar nu wil opeens niemand meer bij mij!"
En Georges-Louis is ook niet gelukkig: "Ik wil naast Paul zitten! Maar als Bart ook voor mij snoep mee brengt,
dan vind ik het wel okee dat Bart ook bij ons in de buurt zit."
De juf krijgt de klas ook die dag niet stil, en er wordt weer geen les
gegeven.
Maar als ze alles eens op een rijtje zet, begint ze toch stilaan
mogelijkheden te zien om alle kindjes in haar klas een plaatsje te geven waar
ze min of meer tevreden mee kunnen zijn.
En de volgende schooldag kondigt ze vol goeie moed en enthousiasme aan
waar iedereen mag gaan zitten, zodat ze eindelijk kan beginnen lesgeven.
Maar Paultje springt onmiddellijk naar voor, en roept: "Ik lust die snoepen van Bart helemaal niet! Nooit
van mijn leven wil ik naast Bart gaan zitten! Ik wil een andere plaats."
Bart is ook bijzonder boos: "Gwendolyn
heeft mij gisteren een harde por in de rug gegeven. Ik wil niet meer naast haar
zitten."
Meyrem is luidop beginnen huilen: "Maar
waarom wil niemand eigenlijk bij mij zitten? Ik kom nochtans met iedereen
overeen!"
En het geschreeuw begint van voren af aan.
In een hoekje van de klas staat de kleine Conner stilletjes te wenen: "Mijn beentjes doen zo'n pijn! Wanneer zullen
we nu eindelijk mogen gaan zitten?"
Donald Trump heeft, als eerste Amerikaanse president ooit, deelgenomen
aan een anti-abortus betoging. Of liever: een "pro life" betoging.
"Want," zegt Donald, "elk kind is een heilig geschenk van God.
Mensenrechten beginnen in de baarmoeder."
Dat is een erg spirituele en mooie gedachte van Donald: "Het leven is heilig. Elk leven. En het mag
niet zomaar beëindigd worden!"
Het is wel een beetje jammer dat het leven niet zo'n heilig geschenk
meer is als je de pech hebt om op een Amerikaanse school rond te lopen waar een
geschifte oud-leerling zijn arsenaal automatische geweren, vrijelijk gekocht in
de Walmart, komt leegschieten.
Er zijn bij benadering 300 miljoen schiettuigen in omloop in de USA. En
er sterven dagelijks om en bij 40
mensen door vuurwapengeweld in het
prachtigste land van de wereld. Het leven is heilig, maar elke dag zijn er
40 mensen die de pech hebben dat dat voor hen niet geteld heeft (omwille van de vrijheid van wapendracht, die blijkbaar nóg heiliger is dan het leven?).
En het is een beetje jammer dat het leven niet zo'n heilig geschenk
meer is als je de pech hebt om in een Jemenitisch ziekenhuis opgenomen te zijn
waarboven een Arabische bommenwerper, gekocht in Amerika, zijn lading bommen
(gekocht in Amerika) komt droppen.
De Verenigde Staten zijn namelijk verantwoordelijk voor méér dan de
helft van de totale wereldwijde wapenhandel. Dat vertegenwoordigt een jaaromzet
van méér dan 220 miljard dollar. Ze leveren wapens aan méér dan 170 landen; en "mensenrechten" zijn géén criterium
om al dan niet wapens te leveren.
En het is ook een beetje jammer dat het leven niet zo'n heilig
geschenk meer is als je een zwarte jongen bent die uit balorigheid stoer begint
te doen tegenover een slecht opgeleide politieman met een snelle greep naar
zijn dienstwapen.
Een ongewapende zwarte heeft in Amerika tot negen keer méér kans op
een politiekogel dan een blanke. In 2015 zijn er zo 306 jonge zwarten door een
politieofficier neergekogeld (en de trend in 2016 was nog stijgend). Nochtans was
ook het leven van die zwarten heilig in de baarmoeder.
Donald is duidelijk een erg godvruchtig en principieel man: "Mensenrechten beginnen in de baarmoeder!"
Maar wat er daarna gebeurt, eens het kind niet meer in de baarmoeder
zit, is helaas niet meer zijn zorg. En de mensenrechten lijken ook niet meer
van tel ná de geboorte.
Donald kan zich voor zijn pro-life
wetten misschien inspireren op de ideeën van de conservatief katholieke landen
ten zuiden van de USA.
Zoals bijvoorbeeld El Salvador ("What's in a name!") waar ze zódanig "pro
life" zijn dat een vrouw er van moord beschuldigd wordt als ze het heilige leven in haar baarmoeder niet
wenst nadat ze het aangedurfd heeft om zwanger te raken na een verkrachting.
En in Mexico zijn ze ook erg "pro
life": het aantal moorden heeft er al een gemiddelde van 95 per dag bereikt. Als "pro life" statement kan dat tellen!
Het is onvoorstelbaar hoe hypocriet een mens wel kan zijn.
En het is een angstaanjagende gedachte dat zo'n man als Donald immens veel
aanhangers heeft, en ook de volgende 4 jaar president van "het machtigste land ter wereld" zal blijven!
Voor alle kindjes in de baarmoeder heb ik dus één boodschap: "Als het enigszins kan,blijf nog vier jaar waar je bent, want
alléén daar ben je veilig en is je leven heilig!"
Het zat er eigenlijk al aan te komen, naar mijn gevoel: nu de oorlog
tegen sigaretten en nicotine stilaan gewonnen lijkt, moet een nieuw front
geopend worden en moet een nieuwe vijand gevonden worden. Hoe moeten
consumentenorganisaties en gezondheidspredikers anders aandacht blijven vragen?
Het nieuwe doelwit is nu de wierook die we af en toe in huis branden.
En onze geurkaarsen ook.
De vloek op het binnen-in-huis-roken van sigaretten, wegens de
rampzalige effecten op de longen van de "passieve"
mede-rokers in huis, door de fijne stof- en roetdeeltjes die tot diep in de
longen doordringen, heeft nu ook de wierookstokjes getroffen.
Ik kijk met spanning uit naar de resultaten van een onderzoek naar de
schadelijke stoffen in wat de mens zoal uitstoot bij het uitademen! En ik
verwacht binnenkort een verbod om uit te ademen in de nabijheid van zwangere
vrouwen en kinderen.
Als u dacht dat u goed bezig was als u binnen niet meer rookt, wees
toch maar niet al té zelfvoldaan. Vanaf morgen moet u ook de wierookstokjes
bannen. Want bij het branden van wierook komen kankerverwekkende stoffen vrij
die we ondoordacht te slikken krijgen. En ook nog een portie fijn stof dat tot
diep in onze longen doordringt en ons leven drastisch verkort. Erger nog: bij
het verbranden van wierook komt ook koolmonoxide vrij, het sluimerende
moordgas. Binnenkort lezen we de eerste krantenberichten: "Alle leden van de seniorenbond in het
ziekenhuis opgenomen met koolmonoxidevergiftiging door de wierook bij hun
yoga-oefeningen."
Ik heb me altijd afgevraagd hoe de plotse terugval in het kerkbezoek,
de voorbije jaren, te verklaren is. Nu weten we het: we gaan niet meer naar de
kerk omdat die boze priesters daar wierook branden! Een wekelijks kerkbezoek
staat gelijk aan een wekelijkse blootstelling aan fijne stofdeeltjes die onze
longen aantasten en aan vieze dingen zoals benzeen of naftaleen die ons kanker
bezorgen. Bij het eerstvolgende concilie zal de paus het gebruik van wierook
héél zeker in de ban gooien.
En wie tóch van de weldoende en ontspannende effecten van wierookgeur wil
genieten, die moet dat voortaan buiten doen, op zijn terras of in zijn tuin.
Zolang het nog zal mogen, natuurlijk, want de tijd is nabij dat ook wierook
branden op publieke plaatsen niet meer zal toegelaten zijn.
Maar ook kaarsen zijn dus uit den boze. Zéker geurkaarsen! Want ook de
walm van een brandende geurkaars bevat allerlei dodelijke stoffen, net zoals
wierook.
Ook hier weer: het hoeft niemand te verbazen dat de mensen in
onze Westerse wereld niet meer naar de kerk gaan, vermits er daar altijd
kaarsen branden. Nog een puntje voor het komende concilie of voor het
eerstvolgende conclaaf van de paus met zijn kardinalen: weg met de kaarsen in
onze kerken!
Voor wie toch in de boosheid wil volharden: wat je zeker niet mag
doen, is je kaarsen binnen uitblazen of laten uitdoven. Want dan wordt je pas
écht getroffen door allerlei vreselijke stoffen: de ergste uitstoot is bij het
doven van een kaars. Voortaan ga je dus met je brandende kaarsen buiten om ze
uit te blazen.
Ik zie het zó voor me. Als ik in de nabije toekomst nog eens een
verkwikkende wandeling maak, dan zal ik overal in de tuinen en op de terrassen
mensen zien staan genieten van hun wierookstokjes, of andere mensen die de
laatste stompjes van hun brandende kaars buiten brengen om het vege lijf te
redden.
Maar goed, misschien heeft dat wel een positief effect op de harmonie
van onze samenleving? Daar waar vroeger de rokers elkaar buiten konden
ontmoeten voor een praatje en wat menselijk contact, zal je nu wellicht
groepjes mensen bij elkaar zien staan praten, met de uitgedoofde kaars in de
hand.
Ik ben verzot op het hoekje van
de tuin van onze buurman, dat aan onze tuin grenst. Het is erg schaduwrijk, en
een beetje afgelegen: een oase van rust in onze drukke buurt. Vreemd genoeg zie
ik onze buren zelden in dat hoekje van hun tuin zitten.
En daarom heb ik gedacht: "Waarom zou ik daar niet af en toe gebruik van kunnen maken? Anders ligt dat er
toch maar verloren bij."
En dus heb ik een deel van de omheining
weg gehaald, en ik heb daar een tuintafel en een paar stoelen geplaatst. Het is
echt genieten! Ik ben blij dat ik op dat idee gekomen ben.
Mijn buurman heeft het op een
dag toch bemerkt, en hij is komen klagen. Hij vond het niet kunnen, wat ik
gedaan heb. Maar ik heb hem uitgelegd dat dit stukje tuin er toch maar verloren
bij lag. En dat mijn oom de burgemeester is van onze gemeente, en hoofd van de
politie. Toen heeft hij het maar zozo gelaten.
We zijn ondertussen enkele
maanden verder, en ik heb echt al héél veel plezier beleefd aan mijn nieuw
verworven stukje groen. Regelmatig geef ik er een kleine party samen met mijn
vrienden, en het is reuze gezellig, samen onder het gebladerte. Mijn buurman is
daar niet zo blij mee, maar als hij eens komt klagen, dan herinner ik hem aan
mijn oom.
Ik vind het een beetje jammer om
zó weinig van dat perceeltje te profiteren, en daarom heb ik besloten om er een
barbecue te bouwen: een stevige bakstenen barbecue met een echte oven en zo. Ik
heb er alvast ook een stapel brandhout bij gelegd. Dat leek voor mijn buurman
toch nét een stap te ver, en hij is naar de politie gestapt. Huisvredebreuk en
vernieling van eigendommen en meer van dat. De politiecommissaris is nadien op
bezoek geweest, samen met de burgemeester. En ze hebben mijn buurman duidelijk
gemaakt dat hij er zich maar bij neer te leggen had. Tenslotte deed hij zelf
toch niet echt iets nuttig met dat stukje tuin. Sindsdien is er een soort koude
oorlog tussen mijn buur en mij, maar zolang hij niet al té heftig reageert,
trek ik mij dat niet aan.
We zijn een jaar verder, en ik
ben meer en meer aan dat stukje tuin met BBQ gehecht geraakt. Ik maak er dan
ook veelvuldig gebruik van. Ondanks de boze blikken en herhaalde klachten van
mijn buurman.
Vorige nacht heb ik een vreemde
droom gehad. Ik heb gedroomd dat God mij in een boodschap kwam vertellen dat
dit land eigenlijk van oudsher aan mij toebehoorde, en dat het aan mij beloofd
was.
En dus ben ik deze morgen een
afsluiting gaan plaatsen zodat mijn buur mijn stukje tuin niet meer zou kunnen
binnendringen. Hij moet van mijn eigendom weg blijven!
Hij is in blinde colère de
nieuwe omheining komen afbreken, maar dat soort agressie accepteer ik niet. Als
hij dát maar weet!
Morgen stap ik naar de
burgemeester, en zal een plan voorstellen om de burenruzie te beslechten en de
vrede te herstellen.
In mijn plan blijft de omheining
tussen mijn nieuw stukje en zijn tuin behouden, want dat ene stukje wordt aan
mijn tuin toegevoegd. En er zal binnen zijn tuin, aan zijn kant van de
omheining, een pad moeten voorzien worden langs de afscheiding tussen onze
tuinen, zodat ik vanaf de straatkant gemakkelijk mijn rust-hoekje kan bereiken
zonder elke keer over zijn grondgebied te moeten lopen. Dat kleine strookje
land is hij dan ook wel kwijt.
Daarmee komt een einde aan een
domme burenruzie over iets waar eigenlijk geen discussie over had mogen
bestaan. Dat stukje grond is immers van mij; het is altijd al van mij geweest.
God zelf heeft het bevestigd.
Voor zijn eigen welzijn hoop ik
nu maar dat mijn buur dit plan zal accepteren. Het is al bij al toch een héél
faire deal. Ik maak immers verder geen enkele aanspraken meer op stukken van
zijn tuin!
Voorlopig toch niet. Hij heeft
wel een heel mooie groentetuin aangelegd, op een perceeltje heel vruchtbare
grond, en dat interesseert mij wel, want bij mij wil er niks groeien. Maar we
zien nog wel.
Dit jaar vieren we de 75ste verjaardag van de bevrijding
van het uitroeiingskamp in het Poolse Auschwitz. (Het kamp werd nota bene
bevrijd door de gehate Russen. Die toen nog onze vrienden waren. "Het kan verkeren.")
Wie nog niet over de uitgebreide vieringen en feestelijkheden gehoord
heeft, die komt wellicht pas terug van een reis naar Mars. Het was hét
onderwerp van de voorbije dagen. En terecht, want de herinnering aan de
gruwelijkheden van toen mogen nooit verloren gaan. Het is een waarschuwing voor
dát waar de mens toe in staat is.
Het is wel een beetje spijtig dat de politici dit gebeuren toch weer hebben
willen recupereren voor hun eigen perfide boodschappen. De haat-speeches van de
Amerikaanse vicepresident en van de Israëlische corrupte eerste-minister aan
het adres van Iran, waren niet alléén totaal misplaatst maar ook immens
hypocriet en kwetsend voor de slachtoffers en overlevenden van de
Nazi-uitroeiingskampen.
Het is ook een beetje spijtig dat de hele wereld gemakshalve vergeet
dat de Nazi's heus niet de enigen geweest zijn die een dergelijke gruwel op
hun geweten hebben. Toegegeven: niemand heeft hen dat ooit voorgedaan op deze onthutsende
schaal, en gelukkig heeft ook nooit iemand het hen nog nagedaan. Maar het
principe van massale uitmoording omwille van ras of geloof of afkomst was niet
nieuw, en helaas ook niet eenmalig.
Massamoorden zijn, jammer genoeg, van alle tijden. En het is géén
privilege van één enkel continent of van één enkel ras.
Ik heb even gegoogeld, en er zijn talloze voorbeelden te vinden van
hoe mensen tegen hun soortgenoten tekeer zijn gegaan op een verbijsterende manier,
en eigenlijk altijd zonder ook maar de minste "geldige" reden.
Zo is er het voorbeeld van een massaslachting in het Byzantium van de
12de eeuw: minstens 60.000 Italiaanse burgers werden toen
afgeslacht, uit pure haat en afgunst. En in de 17de eeuw zijn de
Engelsen ook een keer gruwelijk tekeer gegaan tegen de inheemse Indianen in de
streek rond Massachusetts. En in 1944 hadden de Nazi's eerder al eens laten
zien tot wat ze in staat waren: toen hebben ze om en bij de 50.000 joden
vermoord in het Poolse Wola, bij het onderdrukken van een opstand.
En wat te denken van het beestachtige regime van de Rode Khmer in
Cambodja, eind de jaren zeventig van de vorige eeuw: méér dan 1,7 miljoen
mensen zijn toen omgekomen in hun "opvoedingskampen".
En nog niet zo héél lang geleden, in 1995, was er de massamoord in
Srebrenica, waar de Serviërs méér dan 8000 moslimmannen vermoord hebben.
En misschien nog de grootste verschrikking die we in de recente
geschiedenis gekend hebben: de genocide van de Tutsi in Rwanda, door
Hutu-milities. Het aantal dodelijke slachtoffers daar wordt geschat op iets
tussen 500.000 en 1 miljoen.
Jawel, wat de Nazi's uitgespookt hebben, en wat zij toendertijd de
joden hebben aangedaan, dat valt niet goed te praten. Maar nee, zij hadden daar
niet het monopolie op. Wie even rondneust in de geschiedenis, die zal
voorbeelden te over vinden.
Maar vreemd genoeg: als je zoekt op "massamoorden", dan vind je op het internet nauwelijks iets over de
afslachting van de Indiaanse bevolking in Noord-Amerika. Nochtans heeft zich ook
in Amerika een ware genocide afgespeeld: in de jaren 1500 waren de Indianen nog
met ongeveer 12 miljoen; bij het begin van de twintigste eeuw met minder dan 500.000.
De officiële houding van de Amerikaanse regering is trouwens tot een stuk in de
twintigste eeuw geweest: "De enige goede
Indiaan is een dode Indiaan." Maar niemand vindt het nodig om dit te
vermelden, laat staan om het woord "volkerenmoord"
uit te spreken. Toeval? Of een lichte vorm van censuur?
En al even vreemd: één van de grootste en meest zinloze massamoorden
ooit, werd gepleegd in 1945, in de stadjes Hiroshima en Nagasaki. Totale
balans: 250.000 doden op het moment zelf, en een veelvoud daarvan nadien door
stralingsziekte en kankers. Méér dan een half miljoen totaal onschuldige
burgers, vrouwen en kinderen, vermoord zonder enige reden. Zomaar. Maar daar
wordt met geen woord over gerept.
Wat de Nazi's gedaan hebben, of de Serviërs, of de Rode Khmer, of de
Hutu's, dat zijn allemaal "oorlogsmisdaden"
of "misdaden tegen de menselijkheid".
En die aanklacht is volkomen terecht.
Maar wat de Amerikanen in Japan uitgespookt hebben, is dat dan iets
anders?
Het is een erg nobel en groothartig streven om ervoor zorgen dat je
nabestaanden, je geliefden, na je dood een appeltje voor de dorst hebben. Om te
willen dat je kinderen, erfgenamen, hun leven kunnen opbouwen op een bredere en
meer stevige financiële basis dan je zelf hebt gehad.
Dat moet Karl Lagerfeld ook
gedacht hebben. Hij had op het einde van zijn leven een immens fortuin bijeen
gesprokkeld, en hij moet in het vooruitzicht van het onvermijdelijke gedacht
hebben: "Ik wil mijn meest geliefde
nabestaande een mooi sommetje nalaten, zodat zij zonder al te grote materiële
zorgen verder kan in haar leven."
Zo gezegd, zo gedaan, dus. En hij heeft zijn kat een fortuin
nagelaten: een flink deel van ongeveer 200 miljoen dollar die te verdelen viel.
Als dat niet bijzonder lief was van Karl, dan weet ik het ook niet
meer. Want anders bleef zijn Choupette
misschien wel achter in bittere armoede! Je mag niet vergeten dat Choupette héél veel kosten heeft: twee "nanny's", een kok, een bodyguard, een
privé-dokter en een "agent" moeten
door haar betaald worden. En dat allemaal met de schamele erfenis van Karl.
Of toch niet? Zo te horen heeft Choupette
haar eigen inkomsten, en die zijn niet te onderschatten. Ze heeft een eigen
make-up lijn en een handtassenlijn. En ze heeft zelfs haar eigen boek
uitgegeven. Ze heeft ook haar eigen Instagram-account waar ze een zakgeldje aan
verdient. En een eigen webshop. Kortom: ze verdient vermoedelijk méér dan wij
allemaal samen.
U dacht misschien dat ik zopas het script verklapt heb van de nieuwste
aflevering van "Family Guy", een
animatieserie waarin met alles en iedereen de draak gestoken wordt? Nee hoor,
ik heb niets verzonnen; het is allemaal bittere ernst.
En daar heb ik twee bedenkingen bij.
Bedenking één bij de mentale gezondheid van Karl Lagerfeld: hoe komt
iemand er in godsnaam bij om zowat 100 miljoen dollar na te laten aan een kat??
Is er echt géén betere bestemming van zijn erfenis te bedenken? Er zou heel
zeker wel iemand geweest zijn die zich, gratis en voor niets, over zijn kat zou
ontfermd hebben als haar baasje er niet meer was. En ik stel me zo voor dat een
kat géén privé-dokter of privé-kok nodig heeft.
Bedenking twee bij de mentale gezondheid van al die duizenden of
misschien zelfs miljoenen idioten die de Instagram-account van een kat volgen!
Hebben die echt niets beter te doen? Is hun intellectueel niveau echt niet
hoger dan dat van een kat? Om dan nog maar te zwijgen over de achterlijke snobs
die Choupette make-up willen kopen,
of herejezusnogaantoe, een Choupette
handtas. Ik vermoed dat die spullen niet goedkoop zullen zijn, en dat de
klanten van Choupette zich in de "betere"
maatschappelijke kringen bevinden. De schrik slaat mij om het hart bij de
gedachte dat het dit soort mensen zouden zijn die de economie sturen. Ik hoop
vurig dat het alléén maar gaat om leeghoofden, genre de Kardashians, die óók geld te veel hebben.
Maar dan volgt de
onvermijdelijke vraag: "Hoe komen die dan
aan al dat geld?"
Doordat andere mensen zich aan hen vergapen, mensen die
al even leeghoofdig zijn, of nog erger.
Het draait gewoon allemaal om leeghoofdigheid! Waarom heb ik daar niet
eerder aan gedacht? Dé sleutel tot succes in deze materialistische wereld is: leeghoofdigheid. Samen met een gezonde
portie stupiditeit.
Ik ga me direct gaan omscholen, zie!
Misschien is dit trouwens ook wel een goed idee voor Prinses Delphine?
Om haar minuscuul aandeel in de erfenis van haar vader met eigen
inkomsten aan te vullen, zou zij een kunstzinnige kledinglijn voor
leeghoofden kunnen ontwerpen. Succes verzekerd!
Eindelijk is er ook eens goed nieuws van het klimaatfront!
Nee, niet dat het opeens beter zou gaan, of dat de opwarming van de
aarde zou gestopt zijn. Wél dat we dankzij die opwarming allemaal samen héél
veel geld kunnen uitsparen.
Want wat heeft de CREG onlangs becijferd? Dat we, met dank aan de
klimaatopwarming, in de komende winters véél minder energie zullen nodig hebben
om onze huizen te verwarmen, en dat we het dus met minder elektriciteit zullen
kunnen stellen.
Voor wie niet helemaal op de hoogte is, of uit de tegenstrijdige
berichten niet meer wijs geraakt: de verantwoordelijken in ons land hebben dus
beslist om al onze kerncentrales te sluiten, tegen 2025. De groene jongens
willen die kerncentrales immers kost wat kost weg. Maar dan dreigt een risico
op stroomtekort, want de nucleaire centrales produceren momenteel ongeveer 39%
van al onze elektriciteit.
De voorgestelde oplossing voor dat doemscenario is even absurd als het
onhaalbaar is: we zouden dat kunnen
opvangen door gascentrales te bouwen. Die gascentrales produceren 40 keer
méér CO2 dan een nucleaire centrale, maar dat is voor die groene jongens een
klein detail. Die gascentrales zouden ook totaal onrendabel zijn; dat staat bij
voorbaat vast. Maar daar springt de belastingbetaler wel bij. Wij dus. Alweer.
Net zoals we ook voor andere "groene"
oplossingen mogen bijdragen om die te subsidiëren.
Ruwe schattingen voor de kostprijs van dit grapje: 13 miljard euro.
Weliswaar gespreid over 15 jaar. Dat komt neer op iets minder dan 80 euro per
jaar, per Belg. Voor de volgende 15 jaar. En de extra CO2 krijgen we er gratis
bij.
Maar nu komt het goede nieuws: als de opwarming van de aarde in onze
streken zich effectief doorzet, dan worden onze winters warmer. Volgens de
wetenschappers is het bij ons al 2 graden
warmer (maar ze zeggen er niet bij met welke periode ze dan vergelijken;
misschien wel met de laatste ijstijd?), en daar zou om de 10 jaar een halve
graad bij komen.
Dan hoeven we in de winter bijlange niet meer zo veel stroom te
verbruiken als voorheen. En dus komen we dan misschien wél toe met de
resterende elektriciteitscentrales, zonder die gascentrales van 13 miljard. Een
besparing van 80 euro per persoon per jaar!
En het leuke hierbij is: als we die bijkomende gascentrales niet
bouwen, dan gaan we minder CO2 uitstoten, en daarmee beperken we de opwarming
van onze planeet.
Hiermee is de cirkel helemaal rond: door de opwarming hebben we die
gascentrales niet nodig, en als we bijgevolg die gascentrales niet bouwen dan stoten we
minder CO2 uit, en doordat we minder CO2 uitstoten reduceren we de opwarming.
"I
love it when a plan comes together!" Dat
wisten ze bij het A-Team al.
De wereld is in paniek, omwille van het Chinese "corona-virus" (troetelnaam: "2019-nCoV"), want "er zijn al 4500 besmettingen en al 106 doden!"
Iemand zal mij toch eens moeten uitleggen waar die wereldwijde paniek
om draait? Ik wil het leed niet ontkennen van de zieken en de slachtoffers, maar
waarover spreken we? Over 4500 zieken op een bevolking van 1,4 miljard mensen.
Dat is méér dan 100 keer de Belgische bevolking. Als we bij ons eenzelfde
besmettings- en sterftegraad zouden hebben, dan zouden we spreken over hooguit 45
besmettingen, en 1 dode. Geen mens zou daar langer dan twee minuten bij
stilstaan.
Een epidemie? Een bedreiging voor onze planeet? Het lijkt me niet.
Dan zijn er andere virussen waar we ons héél wat sterker bezorgd over
zouden moeten maken, en die een véél grotere bedreiging vormen voor onze
samenleving.
Zoals het mazelenvirus, dat alsmaar
agressiever om zich heen slaat en waarbij het aantal besmettingen en doden
jaar na jaar stijgt. Wereldwijd zijn in 2018 méér dan 142.000 mensen aan de mazelen bezweken, op één jaar tijd; dat is al
15% méér dan het jaar ervoor. Dat komt vooral omdat er steeds minder
gevaccineerd wordt; ook bij ons in België, en overal in de Westerse Wereld. En
dat terwijl de ziekte eigenlijk volledig zou kunnen uitgeroeid worden: het
aantal besmettingen was tot vóór enkele jaren hoopgevend aan het afnemen. Helaas
raken de mazelen niet uit de wereld verdreven; onder andere omwille van het hardnekkige
vooroordeel dat het vaccin autisme of
ADHD zou veroorzaken. We weten
ondertussen al dat dit onzin is, maar toch zijn er meer en meer mensen die het
vaccin weigeren, met als gevolg dat de mazelen wereldwijd opnieuw in opmars
zijn.
Zo zijn er het voorbije jaar zowat 900 mensen gestorven in Madagaskar,
omdat niemand daar ooit was ingeënt. Ook in Congo woedt de mazelen-epidemie in
alle hevigheid: er zijn het voorbije jaar alleen al 300.000 mensen besmet geraakt, en er zijn daar méér dan 5700
mensen aan de mazelen gestorven, waarvan 75% kinderen waren.
Vergeleken met de verwoestende impact van de mazelen lijkt het corona-virus zowaar "onschuldig".
Ook de ebola-epidemie in
Oost-Congo raakt maar niet bedwongen: er zijn vorig jaar door het ebola-virus méér dan 2000 dodelijke
slachtoffers gevallen in Congo alléén al: 2000 doden op een bevolking van 81
miljoen. Dit virus zou nochtans helemaal bedwongen kunnen worden. Er is de laatste
jaren enorm veel onderzoek naar gedaan, en het vaccin dat ontwikkeld is, werkt
zeer goed. Het zou dus volstaan om de zieken te isoleren, en voor de rest
iedereen te vaccineren die een risico loopt. Helaas werkt dat zo niet, ginder
in Congo. Eigenlijk werkt daar totaal niets meer: de infrastructuur is kapot,
de scholen en ziekenhuizen zijn ruïnes, en enige vorm van gezag is er al lang
niet meer. Het enige wat nog werkt in Congo, is de corruptie. En de chaos. De
mensen van de Wereldgezondheidsorganisatie die ginder hard bezig waren om de
epidemie te bedwingen, zijn hals over kop moeten vluchten voor het
nietsontziend geweld. Grof en brutaal geweld van allerhande milities, geweld
van het leger. En de UNO-troepenmacht stond erbij en keer ernaar.
En dus raakt de ebola-epidemie niet onder controle.
Ook vergeleken bij ebola
lijkt het corona-virus zowaar "onschuldig".
Om de impact van het corona-virus
helemaal in het juiste perspectief te plaatsen: in België alléén al zijn er
door het influenza-virus, de
doodgewone griep, ongeveer 500.000
besmettingen per jaar, met ongeveer 1500 à 2000 dodelijke slachtoffers. En dat
op een bevolking van iets méér dan 11 miljoen. Dat komt neer op een maatschappelijke
impact die minsten 5000 keer erger is dan die van 2019-nCoV.
Ik blijf me dus verbazen over de wereldwijde paniek door dit virus. De
beurzen crashen en de wereldhandel valt stil, en over heel de wereld is dit een "hot item" in alle nieuwsberichten. Terwijl
het al bij al over een ziekte gaat met erg beperkte impact.
Zou het misschien toch iets te maken hebben met het feit dat de
oorsprong in China ligt?
Er zijn mensen, zonder ze bij
naam te noemen, die er alles voor over hebben om China in een negatief daglicht
te stellen. Mensen die een beetje fake news en gepaste overdrijving niet schuwen.
En die gretig door de media nagebauwd worden.
Allemaal hebben we dat liedje talloze keren gehoord, als baby en als
kind.
En ja, de wetenschappers hebben bevestigd dat een slaapritueel, zoals bij
voorbeeld een wiegeliedje bij het slapen gaan, enorm belangrijk is voor een
kind.
Niet alléén slapen de kindjes véél vlugger in, ze blijven ook langer
kalm na een liedje. Zelfs al zouden de ouders af en toe een beetje vals zingen.
Bovendien heeft de wetenschap ook ontdekt dat een wiegeliedje voor de
baby een blijvende positieve invloed heeft op de latere intellectuele
ontwikkeling van het kind en op zijn/haar emotioneel welzijn als tiener. Een
slaapritueel zorgt voor structuur bij de kindjes, en geeft hen rust en
zekerheid. Niet alléén voor de komende nacht, maar ook in hun dagelijks
opgroeien: elk kind heeft zekerheden nodig, vaste steunpunten om zich aan vast
te houden in momenten van angst of onzekerheid.
Maar wat blijkt nu, tot mijn grote ontsteltenis?
Meer en meer komt die goede gewoonte in het gedrang! Meer en meer
jonge ouders, de millenials, zeg
maar, komen er 'avonds niet meer aan toe om hun baby met een rustgevend slaapritueel
in bed te stoppen. Geen tijd meer, misschien, na een te lange dagtaak? Of
compleet afgepeigerd en uitgeteld? Of gewoon geen zin meer omdat ze nog
voldoende ruimte voor zichzelf willen overhouden: "me time", ontspanning van de dagelijkse stress?
Hoe dan ook, het slaapritueel schiet er dan dikwijls, of soms helemaal,
bij in: er moeten immers keuzes gemaakt worden. Bij zowat twee derde van de
dertigers wordt er voor de kindjes geen slaapliedje meer gezongen.
Ik kan het niet genoeg benadrukken, voor alle jonge en aanstaande
ouders: "Laat het slaapritueel niet
vallen, maak er tijd voor!"
Het belang ervan is niet te onderschatten. Zowel voor de ouders zélf
als voor de kindjes: een gezond slaapritueel is de beste medicijn voor een
goede nachtrust.
Zing luidop over het schaapje met de witte voetjes, en je kind zal
heerlijk slapen. En jij zelf ook! Geen slaappillen meer nodig. Zélfs geen
meditatie of yoga meer nodig vóór het slapengaan. En schaapjes tellen om in
slaap te raken, hoeft ook niet meer. Gewoon zingen. Want vergis u niet: het
effect van het zingen is niet alléén rustgevend voor de kindjes, het helpt de
gestresseerde ouders ook om tot rust te komen en de stress van zich te laten
afglijden.
En wat de "me time" betreft:
als je baby na vijf minuten "Slaap kindje,
slaap" in dromenland vertoeft, dan heb je als ouder zélf extra veel "me time" voor de rest van de avond. En
ondertussen heb je, als bonus, onschatbare "we
time" gehad met je kind; en dat kan niemand je ooit nog afnemen.
Wie zélf niet kan zingen, die kan nog altijd een abonnement op Spotify
nemen en een playlist opstellen met wiegeliedjes, toch? En dan zélf ook in
slaap vallen terwijl de muziek speelt.
Had u gedacht dat het feminisme
een totaal nieuw fenomeen is van de wilde jaren zestig in de vorige eeuw, toen
vrouwen hun beha's gingen verbranden, en meer seksuele vrijheid zochten, en
het recht op abortus op de agenda werd gezet? De tijd van de "Dolle Mina's", en van de vrijgevochten
hippies, voor wie het zich nog herinnert. Vergis u niet: er waren al feministes
in de 14de eeuw.
En wie dacht dat fake news
een nieuw fenomeen is dat door D.J. Trump is uitgevonden, die is ook mis. Het
bestond ook al in de 14de eeuw.
Terloops: dat de feministes in de jaren zestig massaal hun beha's
zouden verbrand hebben, is óók fake news. Géén enkele vrouw heeft dat toen ooit
écht gedaan. Het is een verzinsel om de Dolle
Mina beweging een beetje spectaculairder te doen lijken. Het is wél zo dat
jonge vrouwen in die periode de beha als een vrouwonvriendelijk symbool van
seksuele onderdrukking beschouwden en zonder beha wilden rond lopen. Wat ook
weer grappig is, want de beha was een uitvinding van een vrouw, precies als
reactie tegen het vrouwonvriendelijk korset.
Maar we dwalen af.
De feministe waar ik het over wil hebben, is Heilwige Bloemaert: een geëngageerde, vrijgevochten en
sociaalvoelende jonge vrouw, die het op zich genomen had om in het Brusselse een
tehuis op te zetten voor weduwen of alleenstaande vrouwen die het moeilijk
hadden. Een soort opvangtehuis, dus.
Maar dat bleek niet naar de zin van de toendertijd nog oppermachtige
en hyper conservatieve katholieke kerk. De kerk had het niet erg op met vrouwen
die té "onafhankelijk" leken te zijn.
Zo werden bijvoorbeeld in die periode zelfs de begijntjes verketterd wegens hun
zelfstandige levensstijl. Want dat was niet naar de zin van de macho
kerkleiders.
Om dat een beetje extra in de verf te zetten, hebben de latere "geschiedschrijvers" in de 15de
eeuw een fake verhaal verzonnen over hoe die vrouw letterlijk onder de voet
gelopen werd door ene Jan Van Ruusbroec.
Dat was een monnik die in dezelfde periode leefde alsjuffrouw Bloemaert.
Die zou, volgens dat achteraf gefabriceerd verhaal een harde strijd geleverd
hebben tegen ketterse figuren zoals ons Heilwige.
Terwijl pater Ruusbroec helemaal geen
ketterjager was, maar eerder een brave man die de leer van de kerk naar het
gewone volk wilde brengen.
Geïnspireerd door dat verhaal, heeft een beeldhouwer dan in het begin
van de twintigste eeuw een beeld gemaakt, dat de Brusselse Sint-Michielskathedraal
opfleurt: pater Ruusbroec die het
hoofd van de ketterse "Bloemardinne"
met zijn voet verplettert. Het moet gezegd: beeldend is het wél. De opdracht
voor dat stichtelijke beeld kwam van de katholieke vertegenwoordigers in de
Brusselse gemeenteraad, als "wraak" omdat
er op één van de gevels van het Brusselse stadhuis een beeltenis gehouwen werd
van juffrouw Bloemaert(de enige vrouw, overigens, die de gevels siert)
terwijl zij een beeld van pater Van
Ruusbroec gewild hadden. Kortom: pure kleingeestige dorpspolitiek waar de
katholieke kerk toen niet bepaald vies van was.
Nee, een voorloper als het gaat over vrouwenemancipatie is de
katholieke kerk nooit geweest. En nu nog altijd niet. Zelfs de huidige,
redelijk progressieve, paus, die zowaar zelfs het celibaat in vraag durft te
stellen, is totaal niet te vinden voor het idee van vrouwelijke priesters.
Misschien moeten de resterende begijntjes eens in massa hun beha's
gaan verbranden op het Sint-Pietersplein in Rome?
Voor de fans van het Aalsterse carnaval, nog deze anekdote rond
diezelfde Brusselse kathedraal. Sommige glasramen beelden niet mis te verstane
karikaturen uit van de joden, compleet met haakneus en al. Maar in
tegenstelling tot de Aalsterse stoet is daar nooit een controverse rond
geweest, en heeft de Unesco géén enkel probleem met die afbeeldingen.
Hoe ging dat spreekwoord ook al weer over "twee maten en twee gewichten"?
Héél nabij zelfs: we zijn tot op 100 seconden van "Doomsday" verwijderd!
Nee, dat is géén voorspelling van Nostradamus
of van Madame Blanche. En het is géén
nieuwe conclusie van de Getuigen van
Jehovah. Het is ook geen fake
voorspelling gebaseerd op de Maya-geschriften. Het is zélfs geen boodschap van
de onheilsprofeten waartegen Donald ons gewaarschuwd heeft. Het is een
mededeling van een eminente groep wetenschappers, waaronder enkele
Nobelprijswinnaars, verzameld in een exclusieve studiegroep: de "Bulletin of Atomic Scientists". Geen
kneusjes of dommeriken, zou ik zo denken.
Ieder jaar maken die geleerden een "stand van de wereld" op, en berekenen ze hoe dicht we aan de rand
van de afgrond gekomen zijn. Symbolisch stellen ze dat voor met een klok, die
aangeeft of het al "vijf voor twaalf"
is: de "doomsday clock".
Hierbij kijken ze naar de grootste bedreigingen voor deze wereld. Door
de mensen zélf, oorlogsretoriek vooral; en door externe problemen op onze
planeet, zoals de klimaatopwarming.
En blijkbaar staan we op dit moment beangstigend dicht; dichter dan we
ooit geweest zijn.
Toegegeven, we balanceren al langer op de rand van de afgrond; het "einde der tijden" is al een hele tijd
gevaarlijk dichtbij. In 1949 is de klok voor het eerst dicht tot "middernacht" genaderd: 3 minuten vóór
middernacht om precies te zijn, omwille van de eerste proeven met kernwapens.
In 1953 zijn we zélfs al een keer tot op 2 minuten van "Doemdag" genaderd, toen zowel de Russen als de Amerikanen met
waterstofbommen begonnen te spelen. Maar daarna is de rede een beetje terug
gekeerd in deze wereld, en zijn de grootmachten eindelijk met elkaar gaan
praten; en in de jaren zestig hadden we weer 12 minuten om ons voor te bereiden
op het einde. In 1984 zijn we dan weer wat dichter bij de afgrond genaderd, tot
op 3 minuten, met dank aan de oorlogsretoriek van Ronald Reagan die zich nog
altijd een cowboy-acteur waande. In de late jaren tachtig is de koude oorlog
helemaal gaan ontdooien, met de val van de Berlijnse muur en zo. En de klok is in 1991 zelfs even terug gezet tot 17
minuten voor twaalf; nooit eerder, in de moderne geschiedenis hadden we zó veel
tijd op overschot. Maar sindsdien is het er alléén maar
op achteruit gegaan (of liever: vooruit, op de klok). En vanaf 2017 (met de
verschijning van de heer Donald J. Trump, weet je wel) gaat het écht steil
bergaf met de tijd die ons nog rest. En nu zijn we dus voor het eerst onder de
2 minuten gezakt.
En nu?
Ik zou zeggen: hoog tijd om onze bucket list af te werken!
Al is 100 seconden wel érg weinig om nog alles te doen wat je nog
graag had willen realiseren of meemaken.
Verdomme, hee! Had ik dat nu wat
vroeger geweten, ik was al wat eerder beginnen nadenken. Want nu heb ik maar
100 seconden meer, en die zullen voorbij zijn éér ik zelfs maar bedacht heb wat
ik nog wil beleven in de tijd die ons rest.
Vreemd eigenlijk, niet?
Stel dat we inderdaad niet lang meer hebben, hoe zouden we onze
resterende levensdagen dan willen doorbrengen? Heeft u daar al over nagedacht?
Ik dus nog niet, en daar heb ik nu spijt van, zie!
Het is toch wel een belangrijke vraag, is het niet?
Wat willen we nog doen met ons
leven? Wat willen we nog bereiken? Wat willen we graag nog één keer beleven?
Wie willen we graag nog een keer ontmoeten? Waar zouden we graag nog eens
naartoe gaan?
We piekeren dagelijks over de vraag wat we morgen gaan eten, wat we
morgen op het werk zullen moeten doen, hoe veel geld er nog op onze rekening
staat, hoe lang onze auto nog dienst zal kunnen doen, wat we nog allemaal
zouden willen kopen, enzovoort. Maar we staan er zelden of nooit bij stil wat
we met ons leven willen doen, hoe we van ons leven een écht mooi en kostbaar
leven willen maken, een leven dat de moeite waard zal geweest zijn als we er op
onze sterfdag op terug kijken.
Misschien beter niet te lang meer mee wachten: we hebben nog 100
seconden!
Wekelijks, dagelijks bijna, worden we in alle tv-journaals
geconfronteerd met straffe cijfers, verontrustende statistieken, spectaculaire
resultaten.
Het vreemde daarbij is dat niet zelden korte tijd later opnieuw
cijfers worden gepresenteerd die de vorige totaal en compleet lijken tegen te
spreken. En dan raak ik in de war. Met mijn simpele geest kan ik héél moeilijk
vatten dat de media de ene dag een bericht brengen dat iets "zwart" is, en enige tijd later met
dezelfde sérieux komen vertellen dat het "wit"
is. Ik vraag me dan af: "Beseffen ze dan
zelf niet dat ze met cijfers komen die elkaar tegenspreken? Is er geen
hoofdredacteur die dat afcheckt?" en vooral: "Liegen ze ons dan gewoon iets voor, of hoe zit het?"
Zo waren er de alarmerende berichten over de toenemende armoede in ons
land: de kinderarmoede die blijft stijgen, het groeiend leger daklozen.
En dan kwam wat later dit bericht: "10.535.817
elektronische betalingen: record van maand geleden al opnieuw gebroken." Dat
waskort voor Kerstmis, als iedereen
voor iedereen cadeautjes aan het shoppen was.
Kan iemand mij eens uitleggen hoe dat met elkaar te rijmen valt? Hoe
kan het dat er jaar na jaar méér geld gespendeerd wordt aan kerst- en andere inkopen,
terwijl er jaar na jaar meer armoede is?
Het zal wellicht wel zo zijn dat die recente records gehaald werden
door een beperkt aantal mensen: het kleine percentage welgestelden in onze
samenleving. Maar zég dat dan als je zo'n bericht de wereld in stuurt. Leg dan
tenminste uit dat een klein deel van de Belgen alsmaar rijker wordt, en het
geld met de kerstperiode vlot kan laten rollen, terwijl een groot (steeds
groter?) deel géén kerstcadeaus kan kopen.
Een ander straf bericht ging over de productie van offshore
windenergie in ons land. In Vlaanderen dus, net buiten onze kust. Er was op een
dag een recordopbrengst geweest aan windenergie, en met de geplande bijkomende
windmolenparken die in de steigers staan, zou Vlaanderen tot de Top-3 van de
hele wereld behoren. De Top 3 van de
hele wereld! En bovendien zouden we op die manier tot 10% van onze
energiebehoefte kunnen dekken door energie van de windmolenparken op zee.
Maar nog niet eens zó lang geleden waren de berichten over de
klimaatambities van ons land véél zwarter gekleurd. Toen klonk het dat België "de ambitie om 13% van onze energieproductie hernieuwbaar
te maken tegen 2020 niet zal kunnen waarmaken."
Kan iemand mij eens uitleggen hoe dat met elkaar te rijmen valt? Hoe
kan het dat we in totaal niet aan 13% hernieuwbare energie zullen komen als we
met de windmolenparken op zee alléén al op 10% zitten?
In 2018 was het aandeel hernieuwbare energie voor héél België trouwens
al iets meer dan 25%. Dat zijn officiële cijfers van de energiesector zelf. En
als we er de kernenergie bijtellen, die ook klimaat-groen is (want even weinig
CO2-uitstoot als een windmolen), dan komen we zelfs aan bijna 65%. Als ik dat goed
kan interpreteren, zaten we dus, op nationaal niveau in elk geval, in 2018 al
vér boven de doelstellingen voor 2020.
Vanwaar dan die negatieve berichtgeving? En is er dan niemand die één
en ander natrekt vooraleer zoiets in het journaal (of in de kranten) te komen
vertellen?
Ook een groot mysterie voor mij waren de aanhoudende berichten over de
catastrofaal lage stand van het grondwater in ons land, en over de dreigende
droogtes. De waterstanden in België, en dan vooral in Vlaanderen, zijn
dramatisch laag, en dat komt, volgens onze weerpersonen
door de weersomstandigheden: er valt de laatste tijd véél te weinig regen om
onze watervoorraden op peil te houden. Het grondwaterpeil in West-Vlaanderen is
met 100 meter gedaald in de voorbije 50
jaar, zo wordt beweerd. En Vlaanderen behoort tot één van de regio's in de
wereld met het grootste risico op watertekort. Volgens het KMI zal er "in de toekomst 30 tot 70% minder neerslag
vallen."
Maar als ik dan kijk naar de evolutie van de neerslag in België, de
voorbije honderd jaar of zo, dan lees ik in een (officieel) rapport van het MIRA
dat de neerslaghoeveelheid een continu stijgende trend vertoont sinds het begin
van de metingen in 1850: momenteel is de gemiddelde jaarlijkse neerslag zowat
12% groter dan in de tweede helft van de negentiende eeuw. De stijging in de
neerslaghoeveelheid blijkt bovendien het sterkst te zijn vanaf de jaren
zeventig van de vorige eeuw: de laatste veertig à vijftig jaar gaat de
trendcurve steil omhoog. En dat zou (alweer) aan de mens liggen: de menselijke
activiteiten zijn verantwoordelijk voor de toename in de neerslaghoeveelheid.
Ik zal niet zeggen dat de ene of de andere liegt, of de waarheid
verdraait, maar enige duiding zou toch nuttig zijn als men verklaart dat we
kampen met toenemende droogte "door de
impact van de mens op ons klimaat", terwijl een ander rapport dan weer
aangeeft dat de neerslaghoeveelheid door de band genomen alsmaar sneller
toeneemt "door de impact van de mens op
ons klimaat".
Ik wéét wel dat het allemaal "vooruit"
moet gaan: het mag allemaal niet te lang meer duren als men verslag uitbrengt
over een nieuwsitem, want de mensen slagen er blijkbaar niet meer in om hun
aandacht langer dan vijf minuten bij eenzelfde onderwerp te houden. En dat
reflecteert zich in de berichtgeving, in de kranten én op de tv: het moet "snelheid" hebben, de items en artikelen
moeten kort zijn en bondig. Er is geen tijd of ruimte meer om ergens een beetje
langer bij stil te staan. En vooral: het moet liefst zo spectaculair mogelijk
zijn, om de kijkers van de concurrentie af te snoepen.
Maar af en toe zou het toch nuttig zijn om één en ander uit te leggen.
Om wat duiding te geven of een bijkomend woordje uitleg. Of om dingen met
elkaar in verband te brengen.
Er wordt al zó veel "fakenews" verspreid, laat ons dan tenminste
proberen om het échte nieuws geloofwaardig te houden. Want als de "feiten" elkaar ook al gaan tegenspreken,
dan zullen de mensen op de lange duur echt nérgens meer in geloven. En is dat
de wereld die we willen?
"Gezocht: vrouw ouder dan 20 jaar. Ze moet
optimistisch zijn, wereldvrede beogen en bereid zijn de ruimte te worden
ingeschoten."
Nee, die annonce komt niet van mij, maar van een Japanse miljardair.
De brave man heeft eens diep nagedacht hoe hij zijn immens fortuin op
een nuttige en positieve manier kon besteden, en toen dacht hij: "Weet je wat? Ik maak een ruimtereis."
Wel ja, wat doet een mens anders met het geld dat hij op overschot
heeft? Kan u misschien iets verzinnen dat méér zin heeft dan een pleziertochtje
in de ruimte?
En dus heeft die meneer een ticketje gekocht bij Elon Musk, om een
ruimtereis te maken met SpaceX: een toerke rond de maan. In 2023. Maar hij ziet
het niet goed zitten om alléén te moeten reizen, en dus zoekt hij geschikt
gezelschap: een vrouw met een optimistisch karakter (want ze moet erin geloven
dat het avontuur goed zal aflopen, wat niet vanzelfsprekend is als je met Elon
Musk in zee gaat), en die ook wil ijveren voor de wereldvrede. Hoe een tochtje
naar de maan iets kan verhelpen aan de wereldvrede, is mij een raadsel. Maar
ja, ik ben dan ook geen miljardair.
De vrouw moet ouder zijn dan 20, maar er is geen maximum leeftijd
opgegeven; misschien kan Dolly Parton wel mee gaan? "I will love you to the moon and back", zingt die.
Maar misschien zijn er onder mijn lezeressen wel kandidates?
Solliciteren kan bij Yusaku Maezawa, en dan kan je deelnemen aan een nieuw
tv-programma: "Excentrieke miljardair
zoekt ruimtevrouw."
Voor wie al aan het dromen is van een ruimtereis: je kan nu al een
opleiding "Ruimtetoerisme" volgen.
Nee, dat is géén grap! De opleiding wordt georganiseerd in de "Space Training Academy", en kost maar
15.000 euro. Een peulschil, als je weet dat de reis zelf minstens 250.000 euro
zal kosten. Dat is dan voor een minitripje: gewoon even de ruimte in, een
beetje gewichtloosheid ervaren, en terug. Wie mee wil naar de maan, zal iets
dieper in zijn geldbuidel moeten tasten.
Maar die 15.000 euro is géén weggegooid geld, want een gedegen opleiding
en een grondige voorbereiding is méér dan nodig!
Want de impact van gewichtloosheid op een menselijk lichaam is
redelijk dramatisch!
Zo stijgt, uiteraard, veel meer bloed naar de hersenen, zodat de druk
in de hersenen ernstig dreigt toe te nemen. Om dat op te vangen, stijgt de
hoeveelheid vocht in de hersenkamers van astro-
of kosmo- of taiko- of andere nauten
met 10 tot 15%. Ruimtereizigers krijgen dus in zekere zin een waterhoofd, wat
onder andere maakt dat ze minder goed gaan zien. Werk verzekerd voor de
oogartsen.
Daarnaast veroorzaakt het ruimtereizen ook een afname in de
hoeveelheid "grijze stof". En gezien
we altijd geleerd hebben dat ons verstand alles te maken heeft met onze "grijze materie", kunnen we alléén maar
concluderen dat ruimtereizen dom maakt. Als die Japanner een blonde dame uitkiest
voor zijn tripje, keert die misschien wel terug als "een dom blondje"?
Aan de andere kant zijn er ook wel positieve effecten: door een
langdurig verblijf in gewichtloze toestand gaan die verschillende "nauten" groeien. Toch wel een aantal
centimeters. Misschien een idee voor een nieuwe internationale basketbalploeg?
En het lijkt er ook op dat mensen in de ruimte minder snel "oud" worden: de telomeren (het uiteinde van de
chromosomen) worden van nature uit korter bij het ouder worden, wat een soort slijtageproces
is, maar in de ruimte lijken ze daarentegen langer te worden. Wie weet wacht in de ruimte
wel het eeuwige leven?
Maar goed. We zien nog wel hoe het allemaal loopt, zeker?
Binnen dit en vijf jaar wil Donald Trump opnieuw mensen naar de maan
sturen (letterlijk dan; er zijn er ook die hij liever vandaag dan morgen naar
de maan zou wensen), en daarna zullen de ruimtevaartorganisaties wel beginnen
dromen van een reis naar Mars.
Dat zal allemaal wel zijn nut hebben, vermoed ik?
Net zoals het romantisch tripje van Yusaku Maezawa met zijn geliefde
die de wereldvrede beoogt.
Het zal ondertussen al wel duidelijk zijn dat ik een enorme fan ben
van de wetenschappers en hun ongeëvenaarde inventiviteit bij het onderzoeken
van zowat alles. (Mijn opleiding zal daar misschien wel iets mee te maken
hebben?)
Nog niet zo lang geleden heb ik met groot enthousiasme melding gemaakt
van de wetenschappelijke bevindingen om ons te doen starten met Line Dance. Ik heb toen zelfs het idee
geopperd om te gaan dansen in plaats van te gaan stappen of fietsen. Maar wat
blijkt nu: wetenschappelijk onderzoek heeft onomstotelijk aangetoond dat we
moeten gaan wandelen! (Vóór of ná het dansen dan misschien?)
Voor de ongelukkigen onder ons die last hebben van een ochtendhumeur
is er het goede nieuws dat een korte wandeling om de dag te beginnen, daar de
ideale remedie voor is. Want het daglicht dat ons dan in de ogen schijnt,
onderdrukt de aanmaak van het melatonine
dat schuld heeft aan ons ochtendhumeur omdat het ons wil laten blijven slapen.
Voor de ongelukkigen onder ons die zich een beetje "down" voelen is er het goede nieuws dat
een korte wandeling in het daglicht, daar de ideale remedie voor is. Want
zonlicht, zelfs versluierd achter de wolken, zorgt voor de aanmaak van serotonine, het "gelukshormoon": een half uurtje in de zon, en je wordt vanzelf zélf
het zonnetje in huis.
Voor de ongelukkigen onder ons die na het middagmaal een energie-dipje
hebben en liefst een kort dutje zouden willen doen, is er het goede nieuws dat
een korte wandeling na het eten daar een ideale remedie voor is. Want die
energie-dip heeft alles te maken met onze spijsvertering die extra bloed nodig
heeft in onze maag en darmstelsel zodat onze hersenen minder bloed krijgen. Een
wandeling zorgt dan voor een betere bloeddoorstroming naar de hersenen, zodat
we vanzelf weer alerter worden en beter geconcentreerd. (Ik heb wel een licht
vermoeden dat het versuffende effect van grote hoeveelheden alcohol bij het
middageten niet onmiddellijk gecompenseerd wordt door een wandeling. Ik hoop
dat daar binnenkort ook eens een wetenschappelijke studie over gemaakt zal
worden!)
En voor de ongelukkigen onder ons die slecht en onrustig slapen, is er
het goede nieuws dat een avondwandeling hier een ideale remedie voor is. Een
kalme wandeling brengt onze geest tot rust en is de perfecte voorbereiding om
te gaan slapen. Op voorwaarde natuurlijk dat je geen dodentocht onderneemt,
want dan is je lichaam helemaal in hyperactieve modus en slapen zal voor een
andere keer zijn. Ook een uurtje op je smartphone na die avondlijke wandeling
is géén goed idee, want dat zal alle wandelrust uit je lichaam en geest
verdrijven.
Wat ook een goed idee is om beter te slapen, volgens sommige wetenschappers,
is een ochtendwandeling, met dank aan het ochtendlicht. Hoe dat in het werk
gaat, is mij niet duidelijk. Ik ben ook niet zeker of het wel klopt: de studie
is uitgevoerd bij kantoormedewerkers, en die vallen misschien vanzelf tegen de
avond uit verveling in slaap?
Hoe dan ook, ik kan mijn dagindeling voor de komende dagen en weken al
gaan plannen. Een ochtendwandeling bij het ontwaken, om de melatonine te verjagen. In de voormiddag een flinke wandeling om
mijn dosis serotonine binnen te
krijgen. Na de lunch een wandeling voor een betere bloeddoorstroming. In de
namiddag nog een wandeling om wat extra zonlicht mee te pikken om mijn
concentratie-dip te verhelpen. En in de avond mijn wandeling om goed te kunnen
slapen.
Ik ben maar wát blij dat ik met pensioen ben, want de hele dag is
gevuld met wandelen; voor iets anders heb ik écht geen tijd meer!
Het was met een toenemend gevoel van verstomming dat ik in de
weekendkrant een artikel ontdekt heb waarin verteld wordt over de toenemende
vraag naar "sekswerkers": voor
ouderen en voor "personen met een
beperking". Die "zorgen" worden aangeboden
door een vzw die voor een groot deel draait op subsidies van de Vlaamse
overheid, belastinggeld dus. En het socialistisch ziekenfonds zou ook
tussenkomen in de kosten.
Nu vraag ik mij wel af of ook andere mensen voor die "dienstverlening" in aanmerking zouden
komen? Er zijn heel zeker héél veel mensen die het (lange tijd) zonder seks
moeten stellen. Ik denk hierbij ondermeer aan alleenstaande moeders die
zichzelf, en al hun eigen noden en behoeften, opzij schuiven; in elk geval zo lang
als ze de zorg moeten opnemen voor hun opgroeiende kinderen.
Ik begrijp maar al te goed de noden en verlangens en behoeften van al
wie niet (meer) aan seks toe komt. De behoefte aan intimiteit en lichamelijke
nabijheid is een basisbehoefte, en de vervulling ervan zou voor iedereen moeten
weggelegd zijn. Maar het idee om daar dan iemand voor te betalen, is voor mij
toch een stap te ver. Niet zozeer uit morele principes, of vanuit de
overtuigingen die mij bij mijn opvoeding zijn meegegeven, maar vooral omdat het
concept dat dit tegen "betaling" zou
gebeuren, mij tegen de borst stoot. Seks en intimiteit hebben, voor mij, alles
te maken met wederzijdse genegenheid en innerlijke nabijheid en verbondenheid;
het kan, voor mij, nooit een "zakelijke"
transactie zijn.
En laat ons een kat een kat noemen: ook al spreken we, politiek
correct, over "sekswerkers", het gaat
hier eigenlijk om een vorm van prostitutie. Het gaat over "betaalde seks", en dat is per definitie prostitutie. Ook al geef je
het een verbloemende naam als "sekszorg",
en ook al wordt het met ons belastinggeld gesubsidieerd.
Maar het zijn géén "prostituees",
volgens de vzw, het zijn "dienstverleners".
En al zaten de meeste "dienstverleners"
wél al "in het vak", er zijn er ook
andere: er is zélfs een postbode bij. (Ik had eerder een melkboer verwacht,
maar dat is een uitstervend ras.)
Waar is de maatschappelijke verontwaardiging over prostitutie nu
opeens gebleven? Waar zijn de mensenrechten- en vrouwenorganisaties die alle
vormen van prostitutie luidkeels veroordelen wegens vrouwonterend en
vernederend, en omdat hiermee een vrouw tot een "object" gereduceerd wordt? Wat is het verschil tussen een man die
zijn "gerief" gaat halen bij een
prostitué, en een "persoon met een
beperking" die aan huis "seksuele
zorg" krijgt?
Jawel, ik begrijp maar al te goed dat seksuele noden belangrijk zijn,
en héél dringend kunnen aanvoelen. En dat een (langdurig of blijvend) tekort
aan seks en intimiteit pijnlijk kan zijn en schrijnend.
Maar als je niet aan seks toe komt, "so what?" Er zijn véél ergere dingen in het leven! Er zijn mensen
die zich moeten voeden met enkele blaadjes van het onkruid dat ze vinden langs
de berm van de weg; er zijn mensen die geen dak boven het hoofd hebben en in
weer en wind buiten moeten overnachten. Die ouderen en "personen met een beperking", waar deze bijzondere "dienstverlening" zich op richt, hebben
wél voldoende en lekker te eten, en een warm en zacht bed om in te slapen. En
ze worden dag in dag uit omringd met liefdevolle zorgen.
Maar ze hebben géén seks.
So what? Er zijn zó veel dingen die ik óók graag zou willen en waar ik
óók nood aan heb. Ik heb al die dingen niet, en ik zal die nooit hebben. Maar
mijn leven gaat toch gewoon verder. En ik maak er het beste van, met wat ik wél
heb.
Het is trouwens niet omdat je "alles"
zou hebben, dat je dan vanzelf ook gelukkiger zou zijn. Of wel?
We evolueren meer en meer naar een maatschappij waarin als
vanzelfsprekend wordt aangenomen dat iedereen alles moet kunnen hebben, alles
moet kunnen kopen. En de armoede- en welzijnsorganisaties helpen driftig mee om
dat idee door te drukken. Wie niet elk jaar op skivakantie kan, wordt "arm" genoemd. Wie voor zijn kinderen op
hun eerste communie geen IPad kan kopen, behoort tot de onderste laag van de
samenleving.
Niemand zou ook maar iets mogen tekort komen, en iedereen zou alles moeten hebben. Dat is alléén het
geval in de laatste paragraaf van een sprookje; dat is in realiteit niet zo. Dat
zou iedereen toch moeten weten?
Door er voortdurend op te hameren dat mensen "arm" zijn als ze niet alles
hebben, kweekt men een maatschappij waarin iedereen constant ontevreden zal
lopen omdat een ander méér heeft. En waarin uiteindelijk alles zal draaien om "hebben". Een maatschappij ook waarin de
mensen gaan denken dat ze het recht hebben om alles kunnen kopen wat ze zouden
willen, inclusief "seks". (Er loopt
in Amerika al zo iemand rond, en die willen we toch écht niet als rolmodel! Of
wel?)
Groot nieuws: een Vlaamse vogelaar heeft onlangs in één klap vijf
nieuwe vogelsoorten ontdekt in Indonesië. Nooit eerder gebeurd in de boeiende
wereld van de vogelaars!
En iedereen maar zagen en klagen en treuren over het verdwijnen van
diersoorten en het dramatisch inkrimpen van de biodiversiteit: nu zijn er
zomaar opeens vijf nieuwe soorten bijgekomen.
De vogels zijn ontdekt in het regenwoud op een paar afgelegen eilanden
van Indonesië: Peleng en Taliabu.
Waar die zo plots vandaan gekomen zijn? Géén idee.
Zouden ze er al altijd geweest zijn, maar onzichtbaar en onhoorbaar
voor de vogelaars? Misschien hebben ze de hele tijd verstoppertje gespeeld, en
waren ze het stilaan beu geraakt dat niemand hen kwam vinden? Niets is méér
deerniswekkend dan dat iemand bij het verstoppertje
spelen helemaal vergeten blijft zitten in zijn of haar schuilplaats, lang
nadat het spelletje al afgelopen is en ieder kind weer naar huis is.
Of misschien bestaan ze nog maar pas? Genetische mutaties, misschien? Door
de milieuvervuiling of de klimaatwijzigingen? Of door het eten van genetisch
gemanipuleerde planten?
Of misschien zijn ze wel recent vanuit Europa naar ginder gevlucht
omdat het hier bij ons te druk of te gevaarlijk is? Want ze lijken toch wel
verdacht veel op vogels van bij ons. De nieuw ontdekte Peleng Boszanger bijvoorbeeld, lijkt erg veel op de Europese Tjiftjaf naar het schijnt. (Nee,
niet de Tjiftjaf van Suske en Wiske.) Maar helaas zijn ze
daar al even erg bedreigd als bij ons. De vernietiging van de regenwouden, weet
u wel: bosbranden, houtkap, palmolie-industrie.
Of misschien gaat het om een soort uitwisselingsprogramma: iets als
Erasmus, maar dan voor vogels. Want als onze Tjiftjaf op studieverblijf is in Indonesië, dan blijken talloze
vogelsoorten uit Azië en Amerika nu opeens hier bij ons op te duiken. Vorige
herfst is in België voor het eerst een Bruine
Klauwier gespot, een vogel die tot voor kort eigenlijk alleen in Oost-Azië
voorkwam. En een Siberische Sprinkhaanzanger,
die normaal alleen in het kille noorden van Azië te zien is.
Ik vermeld de Siberische Sprinkhaanzanger heel speciaal omdat één van
die nieuw ontdekte vogelsoorten in Indonesië óók een Sprinkhaanzanger is. Dat kan geen toeval zijn, toch? De
Sprinkhaanzanger is vermoedelijk bezig om de hele wereld te veroveren!
Een wereld met open grenzen, en migraties in alle richtingen en naar
alle streken: het is duidelijk niet alléén voor de moderne mens van toepassing,
maar ook voor de vogels. Nu maar hopen dat er geen spanningen groeien tussen de
inheemse vogels en die migranten.
Hoe dan ook: het gaat precies toch wel goed met het vogelbestand. Het
aantal gespotte soorten door de vogelaars is vorig jaar in Vlaanderen gestegen
tot 452, een absoluut record. En dat ondanks de vele negatieve berichten van de
laatste jaren. (Al moet er misschien toch enig voorbehoud gemaakt worden bij
triomfantelijke meldingen van mensen die al hun vrije tijd doorbrengen met vogelen?)
Maar hét beste nieuws is wel dat er nu opeens in West-Vlaanderen ook
véél meer uilskuikens waargenomen zijn.
Naar het schijnt moeten we daar héél blij om zijn!
Vandaag voor de verandering eens géén kritisch of satirisch of grappig-bedoeld
stukje in mijn blog. Vandaag wil ik een positief en ongecompliceerd stukje
brengen: een pluim voor de vele vrijwillig(st)ers, in België en over de hele
wereld.
Iedereen kent wel iemand die als vrijwillig(st)er werkt, maar we staan
allemaal té weinig stil bij de inzet en grootmoedigheid van die mensen. En
alléén wie zélf als vrijwillig(st)er werkt, wéét hoeveel energie en hoeveel
tijd dat kost.
Ik heb het zowat een week geleden al eens gehad over de vrijwilligers
bij de brandweer of bij de ambulancediensten. Maar er zijn er véél meer, die
misschien niet altijd even zichtbaar zijn of niet even spectaculair bezig.
En dan denk ik aan de vrijwilligers (m/v) bij het Rode Kruis,
bijvoorbeeld, die paraat staan bij grote evenementen om hulp te bieden bij een
zonneslag of kapotte voeten. Of de vrijwilligers die de zelfmoordlijn bemannen
om wanhopige zielen op te vangen. Of de vrijwilligers in rusthuizen die de
eenzaamheid van oudere mensen helpen verlichten. Of de vrijwilligers in de
Kringloopwinkel, die de ingebrachte stukken herstellen en weer verkopen. Of de
vrijwilligers in de voedselbanken die voedingsmiddelen inzamelen en verdelen
onder de minder gegoeden. Of de vrijwilligers die vluchtelingen en asielzoekers
helpen om hun weg te vinden in onze ingewikkelde samenleving. Of de
vrijwilligers die hangjongeren op straat aanspreken om hen weer op het juiste
pad te zetten. Of de mantelzorgers thuis die in alle stilte en anonimiteit de
zorg opnemen voor de velen die aan het eind van hun krachten zijn. Of diegenen
die zich met hart en ziel inzetten om het leven van kankerpatiënten op één of
andere manier wat mooier en draaglijker te maken, en bij hen een glimlach op
het gelaat te toveren. Of diegenen die zich inzetten om het verdriet te
verzachten bij jonge ouders die hun kindje bij, of net vóór, de geboorte verloren
hebben.
Enzovoort, enzovoort: de lijst is, gelukkig maar, eindeloos.
Niet iedereen ziet het zitten om ook zélf vrijwilligerswerk te doen.
Soms ontbreekt de tijd, soms ontbreekt de energie, soms durven we de stap niet
te zetten.
Maar we kunnen wél allemaal ons steentje bijdragen door op één of
andere manier een vrijwillig(st)er of een vrijwilligersorganisatie te steunen.
Materieel, met één of andere financiële bijdrage bijvoorbeeld. Of moreel, door
een beetje reclame te maken en/of een bloempje te gooien.
En zie, dat is wat ik hierbij heb willen doen: een groot compliment
strooien naar alle vrijwillig(st)ers. Overal in het land. En in alle mogelijke
taken, klein of groot, zichtbaar of onzichtbaar.
Voor een financieel duwtje heb ik de volgende suggestie: een concert
van het koor Dudoka, op 31 januari
aanstaande:
Het voorbije jaar werden we zowat dagelijks in het Journaal
geconfronteerd met beelden van gewelddadige betogingen, opstandige massa's.
Eerst was Chili aan de beurt. Massale betogingen tegen de verhoging
van de prijzen van de metro. Binnen de kortste keren zijn de betogingen ontaard
in een gewelddadige volksopstand: ongezien brutaal politiegeweld, ongezien
onnodige vernielingen door ongure elementen die zich tussen de betogers gemengd
hadden. En het ging al heel snel van kwaad naar erger: repressie, plunderingen,
doden.
En toen kwam Irak. Massale protesten tegen de levensduurte en armoede
in een land dat bulkt van de oliedollars. Binnen de kortste keren zijn ook hier
de betogingen ontaard in een volksopstand die bloedig onderdrukt werd door
leger en politie. Het aantal doden is niet meer te tellen, maar er zijn er
honderden.
En toen kwam Hongkong. Massale protesten tegen de regeling om tegenstanders
van het regime naar China te kunnen deporteren om daar terecht te staan. Binnen
de kortste keren stond de hele stad in lichterlaaie en waren de straten het
toneel van gevechten tussen strijdvaardige studenten en ordetroepen.
En toen kwam Libanon. Straatprotesten tegen de economische recessie en
de armoede, en tegen de corruptie van de heersende klasse. Binnen de kortste
keren werden de straten bezet door boze studenten en protesterende jongeren, en
iedereen die op verandering gehoopt had. Het geweld escaleerde tot er helaas
ook doden vielen.
En toen kwam Ethiopië, waar de premier zowaar de Nobelprijs voor de
Vrede gekregen had. De bevolking van het straatarme land had geen boodschap aan
die Nobelprijs, en kwam massaal op straat. En zoals overal elders werd het
protest gewelddadig en kordaat onderdrukt.
En toen kwam India, waar een nieuwe wet werd voorgesteld om
vluchtelingen uit omringende landen de kans te geven om Indisch staatsburger te
worden. Behalve als het ging om moslims. 200 miljoen Indiërs voelden zich
geschoffeerd, en het straatprotest zwol aan tot het niet meer onder controle te
krijgen was. Tenzij dan, zoals dat meestal de geliefkoosde remedie is, door
extreem politiegeweld. Waarbij er meerdere doden zijn gevallen.
En toen kwam Iran. Enzovoort.
Het vreemde aan die berichtgeving is nu wel dat de aandacht voor deze
of gene opstand opeens verstomde als er ergens anders nieuw straatgeweld te
melden viel.
Hoe zit dat dan? Zijn die in Chili met hun gewelddadige betogingen
gestopt zodra ze er in Libanon aan begonnen, of zo? En zijn die in Ethiopië gestopt
zodra ze in India op straat kwamen? Werken die opstandige burgers met een soort
beurtrol? Moeten ze wachten om op straat te komen tot het hun beurt is? En dan
tijdig stoppen als de volgende aan de beurt komt? Misschien moeten ze een
ticketje nemen zoals bij de beenhouwer om de hoek.
En nu Australië in brand staat, is er nauwelijks nog enige berichtgeving
over welke volksopstand dan ook. Hebben ze allemaal een pauze genomen,
misschien, tot de ergste branden in Australië geblust zijn, en gaan ze er
daarna weer vol tegenaan?
Of ligt het misschien eerder aan de sensatiezucht van de kijkers, en
aan de media die daar gretig op inspelen? De kijkers raken anders te rap
verveeld: ze haken af als er té lang over het zelfde bericht wordt. En dus
wordt een onderwerp na enkele dagen "opgeborgen"
en wordt een nieuw verhaal opgevoerd, ook al loopt het vorige "verhaal" voor de betrokkenen gewoon
verder, en is er aan hun lijden en miserie helemaal geen einde gekomen.
Het is trouwens van hetzelfde bij natuurrampen: als je op de
nieuwsitems mag afgaan, dan stopt elke natuurramp na enkele dagen vanzelf, en
als bij toverslag komt ergens anders een geheel nieuwe ramp opzetten.
Moeten we echt blijven toegeven aan dat soort ramptoerisme?
Zijn we allemaal zó oppervlakkig geworden dat het leed van gisteren
morgen alweer helemaal vergeten is? Zijn we écht zo hersenloos geworden dat we naar
al die miserie op tv kunnen zitten kijken zonder daar dan bij na te denken over
wat het échte leven achter die reportages wel inhoudt?
We weten ondertussen allemaal al lang dat Christoffel Columbus
compleet de verkeerde kant was uitgevaren, lang geleden. (Net als Anuna De
Wever een goeie vijfhonderd jaar later.)
Maar het blijkt nu ook, uit recent wetenschappelijk onderzoek, dat hij
zich nog véél erger vergist heeft. Met catastrofale gevolgen!
Voor wie het verhaal al een beetje zou vergeten zijn: Columbus is in
1492 vertrokken voor een zeereis over de Atlantische Oceaan naar het rijke
China. En dit in opdracht van de Spaanse koning, die maar al te graag zijn deel
wilde binnenhalen van de fabuleuze rijkdommen waarover Marco Polo gerapporteerd
had.
Christoffel is op die eerste reis gestrand op de Bahama's en later op
Cuba en uiteindelijk op het eiland Hispaniola
(wat nu opgesplitst is in Haïti en de Dominicaanse Republiek). Omdat hij dacht
dat hij in India was aangekomen, noemde hij de inwoners Indianen.
In het begin, bij zijn eerste reis, toonde Columbus zich nog
vreedzaam. Hij was vooral op zoek naar specerijen en goud, en de lokale inwoners
interesseerden hem maar matig. Zij waren trouwens heel vreedzaam, en erg
onontwikkeld, en zolang zij hem met rust lieten, liet Christoffel ook hen hun
gangetje gaan.
Dat alles is drastisch veranderd toen hij bij zijn tweede reis terecht
kwam op Dominica en Guadeloupe. Want daar kwam hij in botsing met andere
veroveraars: de Cariben, zeevaarders die
vanuit Zuid-Amerika waren overgestoken. Dat waren niet bepaald lieverdjes: ze
waren gewelddadig, en trots, en lieten zich niet zomaar door Columbus
overheersen. En wat nog het ergste was: ze wilden zich niet laten dopen! Toen
kwam Columbus "toevallig" tot de
ontdekking dat de Cariben kannibalen
waren, menseneters. Vermoedelijk was dat gewoon "fake news", maar daarmee had Columbus wél de perfecte stok gevonden
om de hond te slaan.
En daarna hebben de Spanjaarden zich écht van hun fraaiste kant laten
zien: vermits het ginder in die gebieden toch allemaal maar "wilden" waren, overduidelijk, waren die
inheemse bewoners alléén maar geschikt om te houden als slaven, voor zover ze
een beetje volgzaam en bruikbaar waren. De rest werd gewoon afgeslacht.
Zo is de rijke en lovenswaardige traditie van de meeste (Westerse)
veroveraars begonnen: "Wie handelbaar en
nuttig is, die nemen we mee als slaaf, en de rest moorden we uit."
Dat is zo gegaan in Zuid-Amerika met de inheemse bevolking, de Inca"s. Dat is zo gegaan in
Noord-Amerika met de oorspronkelijke bewoners, zoals de Apaches. Dat is zo gegaan in Australië en Nieuw-Zeeland met de Aboriginals. Dat is zo gegaan in Afrika
met de Bantoe.
En dat allemaal omdat Columbus de bewoners van die landen op één
hoopje gegooid heeft met die wrede indringers. De ironie van het hele verhaal is wel dat de kornuiten en navolgers
van Columbus de meest wrede indringers van allemaal waren.