Heel wat advocaten kunnen het beamen : in hun dagdagelijkse praktijk worden zij tegenwoordig vaak geconfronteerd met de vraag "en wie betaalt op het einde van de rit de advocatenkosten ?" !
Inderdaad, nadat het Hof van Cassatie in een arrest van 28.02.2002 oordeelde dat de kosten van een technisch raadsman in een buitencontractueel geschil kunnen aanzien worden als kosten die mee deel uit maken van de te vergoeden schade, en nadat het Hof in een arrest van 02.09.2004 verder bevestigde dat de advocatenkosten en - erelonen alsook de kosten van een deskundige tot de te begroten en de te vergoeden schade behoorden, waren velen in de veronderstelling dat voortaan "de verliezer" van een rechtsgeding alle advocatenonkosten diende te betalen.
Vooral diverse persberichten brachten de publieke opinie op een dwaalspoor.
Neen, het is niet vanzelfsprekend dat de verliezende tegenpartij op het einde van de procedurerit de advocaat van de tegenpartij betaalt.
Op aangeven van het Arbitragehof kwam op 21.04.2007 een wetgevend initiatief tussen in verband met de verhaalbaarheid van kosten en erelonen van de advocaat. Het betreft vandaag louter een initiatief, welk nog niet concreet van toepassing is.
Wél kunnen wij reeds meegeven dat deze wet uiterlijk op 01.01.2008 in werking zal treden.
Bedoeling is dat de reeds lang bestaande rechtsplegingsvergoedingen zullen worden herzien en effectief worden omschreven als tegemoetkoming in de kosten van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij.
Deze vergoedingen kunnen door de rechter worden verminderd of vermeerderd binnen de marge van minima en maxima, al naargelang de specifieke gegevens.
Hoofdverblijfplaats van de zelfstandige niet langer vatbaar voor beslag ?
De natuurlijke persoon die een handelsactiviteit uitoefent en niet opteert voor de oprichting van een rechtspersoon (vennootschap met rechtspersoonlijkheid), is met zjin gehele eigen vermogen blootgesteld aan mogelijke vorderingen van schuldeisers. Voortaan, en sedert de wet van 25 april 2007 (B.S. 8 mei 2007) is de hoofdverblijfplaats van dergelijke natuurlijke persoon - zelfstandige (opgelet : niet de bijberoeper of gepensioneerde zelfstandige) beschermd opzichtens bepaalde schuldeisers.
Opdat men van deze bescherming kan genieten, moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan :
* op voorhand legt de zelfstandige bij de notaris een verklaring van niet vatbaarheid van beslag af. In de verklaring worden woning en rechten hierop nauwkeurig beschreven, indien gehuwd behoeft de zelfstandige het uitdrukkelijke akkoord van zijn of haar echtgeno(o)t(e) * deze verklaring wordt overgeschreven op het hypotheekkantoor.
De onbeslagbaarheid is niet vanzelfsprekend volledig : Indien minder dan 30% van de woning voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt, is het volledige onroerend goed ontvatbaar voor beslag, Indien meer dan 30% van de woning voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt, is enkel het effectieve woongedeelte beschermd.
Deze onbeslagbaarheid heeft betrekking op inning van schulden met betrekking tot de beroepsactiviteit en opzichtens schuldeisers die deze hoedanigheid verkregen na overschrijving van de verklarilng op het hypotheekkantoor ! Indien schulden ontstaat zijn uit een misdrijf, is de onbeslagbaarheid in geen geval van toepassing.
Relevant is dat na verkoop van de hoofdverblijfplaats of de rechten erop de onbeslagbaarheid blijft gelden op voorwaarde van wederbelegging binnen een naar na verkoop in een nieuwe hoofdverblijfplaats.
Kostenplaatje van het afleggen van deze verklaring : +/- 1.000,00 EUR (notariskosten en inschrijving Hypotheekkantoor).
EEN ¨PRAKTISCHE TOEPASSING VAN EEN COMMISSIEOVEREENKOMST !
Mr. CLABOTS schreef een artikel over een interessante toepassing van een commissieovereenkomst ! Dit artikel verschijnt in het volgende nummer van het LIMBURGS RECHTSLEVEN, jg. 2007.
Interessante toepassing aangezien deze zich niet voordoet in de vervoer - en transportsector.
Het artikel leest u binnenkort in het LIMBURGS RECHTSLEVEN !
Bij wet van 28 maart 2007 werd in het Burgerlijk Wetboek voorzien in een regeling voor erfrecht van de langstlevernde wettelijk samenwonende.
Zo krijgt de langstlevende wettelijk samenwonende, met welke erfgenamen hij ook tot de nalatenschap komt, het vruchtgebruik van het onroerend goed dat tijdens het samenwonen het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en van het daarin aanwezige huisraad.
De langstlevende wettelijk samenwonende verkrijgt als enige, met uitsluiting van alle andere erfgenamen, het recht op de huur van het onroerend goed dat bij het openvallen van de nalatenschap van de vooroverleden wettelijk samenwonende het gezin tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en verkrijgt het vruchtgebruik van het daarin aanwezige huisraad.
De langstlevende samenwonende is daarbij weliswaar gehouden tot de verplichting gesteld in artikel 203, § 1, ten aanzien van de kinderen van de vooroverleden wettelijk samenwonende van wie hij niet de vader of de moeder is, binnen de grenzen van hetgeen hij krachtens artikel 745octies, § 1, heeft verkregen uit de nalatenschap van de vooroverledene en van de voordelen die deze hem mocht hebben verleend bij schenking, testament of in de in artikel 1478 bedoelde overeenkomst.
Wanneer wettelijk samenwonende vooroverleden is zonder nakomelingen achter te laten, is zijn nalatenschap aan zijn bloedverwanten in de opgaande lijn die ten tijde van het overlijden behoeftig zijn, levensonderhoud verschuldigd, ten belope van de erfrechten die zij verliezen ten gevolge van giften aan de langstlevende wettelijk samenwonende.
Wenst u meer te weten over uw erfrechten als samenwonende ? Wenst u in het bijzonder meer te weten over het statuut van "wettelijk samenwonende" [wettelijk samenwonen], kan u vrijblijvend terecht bij Uw advocaat.
VANAF 1 SEPTEMBER GRONDIGE WIJZIGING VAN ECHTSCHEIDINGSRECHT !
Bij wet van 27 april 2007 werd een grondige hervorming van de huidige echtscheidingswetgeving doorgevoerd.
Wat verandert er ?
Vanaf 01.09. e.k. bestaan er twee soorten te voeren procedures strekkende tot echtscheiding.
1. De echtscheiding wegens onherstelbare ontwrichting
Wanneer mogelijk ?
Van zodra één der echgenoten kan aantonen dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is, kan deze de echtscheiding vorderen. Belangrijk is dan ook dat voortaan niet meer de fout in hoofde van één der echtgenoten moet worden bewezen om de echtscheiding te bekomen.
Indien de partijen meer dan één jaar feitelijk uit mekaar zijn, kan elke echtgenoot de echtscheiding vorderen (vroeger : 2 jaren) zonder daarbij specifiek aan te moeten tonen dat het huwelijk onherstelbaar ontwricht is.
Opgelet ! Diezelfde schuldvraag blijft wél een rol spelen voor de toekenning van onderhoudsgelden tussen echtgenoten ! Opgelet ! Aan de toekenning van persoonlijk onderhoudsgeld zijn nu wel beperkingen gesteld : het onderhoudsgeld kan niet langer verschuldigd zijn dan de duur van het huwelijk; voor de omvang van het te bepalen onderhoudsgeld wordt niet langer gekeken naar de vroegere levensstandaard van het gezin.
2. De echtscheiding door onderlinge toestemming
Wanneer mogelijk ?
Reeds vanaf maanden na het afsluiten van het huwelijk. (ter vergelijking : de huidige wetgeving vereist een miniemleeftijd van de echtgenoten van 20 jaar alsook een minimumduur van het huwelijk van twee jaren).
Procedure ?
Indien de partners meer dan 6 maanden feitelijk gescheiden leven, dienen zij nog één keer te verschijnen voor de Rechtbank van Eerste Aanleg, in het andere geval moet men nog steeds 2 x verschijnen.
Wet tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
Met 72 p.'s wijzigende tekst kan men stellen dat deze wet gevoelig werd gewijzigd. Heeft u als handelaar vragen (wat mag ? wat mag niet meer) of wenst u als consument op de hoogte te zijn over uw rechten ? Raadpleeg vrijblijvend uw advocaat !
Belgisch Staatsblad 21.06.2007 : Wet betreffende de consumentenakkoorden !
De wet
van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument verkreeg enkele aanvullingen. Andermaal zijn er nieuwe bepalingen voorzien met als doel een nog meer verregaande bescherming van de consument. Te dien einde werd een hoofdstuk 7bis ingevoegd, dat de artikelen 94quinquies tot 94decies omvat, met als opschrift :
« Hoofdstuk 7bis. Consumentenakkoorden ».
In dezelfde wet wordt een artikel 94quinquies ingevoegd, luidende :
Art.94quinquies.
§ 1. Het consumentenakkoord is een akkoord dat afgesloten wordt binnen de Raad voor het Verbruik tussen de consumentenorganisaties en anderzijds de beroepsorganisaties. Het regelt de relaties tussen verkopers en consumenten voor wat betreft producten of diensten of categorieën van producten of diensten. De consumentenakkoorden kunnen betrekking hebben op de algemene contractuele voorwaarden die aan de consumenten zullen worden voorgesteld, de voorlichting die hen zal worden gegeven, de wijzen van handelspromotie, de elementen betreffende kwaliteit, conformiteit en veiligheid van producten en diensten en de wijzen van regeling van consumentengeschillen.
§ 2. Het consumentenakkoord bepaalt zijn toepassingsgebied, zijn datum van inwerkingtreding en zijn duur. Het consumentenakkoord is niet van toepassing op de lopende overeenkomsten behoudens andersluidende bepaling en voor zover het gunstiger is voor de consument. Het akkoord bepaalt de informatiemodaliteiten zowel ten opzichte van de verkopers als ten opzichte van de consumenten.
§ 3. Het consumentenakkoord voorziet de eventuele modaliteiten voor zijn herziening en zijn verlenging. Het voorziet tevens de voorwaarden tot opzegging door het geheel of een gedeelte van de ondertekenaars of toetreders, alsmede in de duur van de vooropzeg die niet minder dan zes maanden mag bedragen.
Art. 4. In dezelfde wet wordt een artikel 94sexies ingevoegd, luidende :
Art. 94sexies.
Het onderhandelen over en het ondertekenen van de consumentenakkoorden gebeurt binnen de Raad voor het Verbruik. De vraag om een consumentenakkoord te onderhandelen gaat uit van een lid van de Raad voor het Verbruik, of van een lid van de regering. Indien de vraag op een sector slaat die niet vertegenwoordigd is binnen de Raad voor het Verbruik, worden de bedrijven van de sector of hun vertegenwoordigers uitgenodigd. Het akkoord kan niet worden afgesloten zonder hun goedkeuring. Er moet binnen de Raad voor het Verbruik een unaniem standpunt bestaan over het akkoord, zowel om de onderhandelingen aan te vatten als om een akkoord te sluiten. Een specifieke cel wordt opgericht binnen het secretariaat van de Raad voor het Verbruik om het secretariaat van de consumentenakkoorden waar te nemen en om een register van deze bij te houden.
Een huishoudelijk reglement legt de te volgen procedure vast, alsook het aanwezigheidsquorum binnen elke groep van de Raad voor het Verbruik om unanieme beslissingen te nemen. Het reglement moet worden goedgekeurd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
In dezelfde wet wordt een artikel 94septies ingevoegd, luidende :
Art. 94septies.
De algemene contractuele voorwaarden die in de consumentenakkoorden zijn vastgesteld, moeten vooraf voor advies worden voorgelegd aan de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, die binnen de drie maanden advies moet uitbrengen. Eenmaal deze termijn is verstreken, kan het akkoord worden afgesloten.
In dezelfde wet wordt een artikel 94octies ingevoegd, luidende :
Art. 94octies.
Het consumentenakkoord wordt door de minister overgemaakt aan de Regering. Behoudens bezwaar door een lid van de Regering binnen een termijn van 15 dagen, wordt het akkoord bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Ingeval van bezwaar van een lid wordt het akkoord geagendeerd op de eerstvolgende Ministerraad. Bij gebrek aan bekrachtiging door de Ministerraad, komt het akkoord te vervallen. Elke wijziging, verlenging of opzegging van een consumentenakkoord wordt voorgelegd aan de Ministerraad, waarna deze wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. »
In dezelfde wet wordt een artikel 94novies ingevoegd, luidende :
Art. 94novies.
De ondertekenaars en toetreders van een consumentenakkoord waken over de naleving van de toepassing ervan. Het akkoord voorziet in de wijze waarop de klachten van de consumenten worden behandeld. Het niet naleven van een consumentenakkoord door een verkoper wordt beschouwd als een daad die strijdig is met de eerlijke gebruiken in de zin van artikelen 93 en 94.
In dezelfde wet wordt een artikel 94decies ingevoegd, luidende :
Art. 94decies.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op eenparig advies van de Raad voor het Verbruik aan een hele sector de toepassing opleggen van een consumentenakkoord waarvan het toepassingsgebied nationaal is.
DE NIEUWE WONINGHUURWET IS VAN KRACHT SEDERT 18.05.2007 !
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar de nieuwe woninghuurwet is sedert 18.05.2007 van toepassing.
Een greep uit de voornaamste wijzigingen die zich voordoen ten overstaan van de vorige woninghuurwetgeving :
- verplicht geschreven contract - met een termijn van 6 maanden om oude mondelinge contracten om te zetten - de verplichte (gratis) registratie door verhuurder - de verplichte aanmelding op alle publiciteit van huurprijs en maandelijkse kosten - een verplicht op te stellen plaatsbeschrijving (te registreren) - een nieuwe waarborgregeling: 2 maanden of 3 maanden, te kiezen door de huurder al naargelang of hij de huurwaarborg in één keer of in meerdere keren zal volstorten - bij het huurcontract dient een kopie van de nieuwe wetgeving te worden gevoegd. Deze bijlage moet ook geregistreerd worden.
Wij pasten onze huurcontracten reeds aan aan de nieuwe wetgeving.
Wenst u een nieuw correct huurcontract ? Vraag het uw advocaat !
22.03. ADVOCATENKANTOOR CLABOTS WORDT LID VAN VOKA.
Om u nog beter te dienen werd ons kantoor lid van VOKA. Wij hopen er leerrijke contacten te leggen, alsook nog beter op de hoogte te blijven van de dagdagelijkse 'juridische' zorgen van de ondernemer. Op die manier menen wij nog beter op de vragen van de ondernemer te kunnen inspelen.
Donderdag 1 februari 2007 9de Alliantie Vastgoedlunch
Plaats: Salons Luithagen - Antwerpen 2030 - Luithagen 4 Tijdstip: van 12 tot 14.30u. Onderwerp en spreker nog onbekend. Deelname prijs: 25.00 (ter plaatste te regelen) 1 uur opleiding BIV Alle info en reservering via e.mail : raymond.vdhaegen@scarlet.be - Fax nr. 03/ 773 59 12
BEVEILIG UW PRIVÃ WONING EN GENIET EEN FISCAAL VOORDEEL !
Welk fiscaal voordeel kan u genieten in geval van beveiliging van uw privé-woning ?
Zowel eigenaars als verhuurders kunnen een belastingvoordeel genieten dat 40 % van de werkelijk uitgevoerde investeringen zal bedrage, dit met een maximum van 400 euro.
Voorwaarde is wel dat de werken door een erkend vakman worden uitgevoerd.
U kan ons steeds contacteren met vragen over de aanvraagprocedure.
HEET VAN DE NAALD : WIJZIGING REGISTRATIERECHTEN HUURCONTRACTEN !
Art. 19,3° W. Reg. wordt gewijzigd met ingang van 01.01.2007.
LET OP !
Akten inzake verhuring, onderverhuring of overdracht van huur uitsluitend bestemd voor huisvesting dienen te worden geregistreerd binnen de 2 maanden. De registratie is GRATIS. Van 01.07.2007 tot 30.06.2007 is er een overgangsperiode voorzien om akten gesloten vóór 01.01.2007 gratis en zonder boete te laten registreren. De verplichting tot registratie rust op de VERHUURDER ! Sanctie : de huurder kan het pand zonder opzeg noch vergoeding op ieder ogenblik verlaten. De weerslag van deze sanctie op contracten van korte duur is nog niet duidelijk.
LET OP !
Akten inzake verhuring, onderverhuring of overdracht die niet uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting moeten geregistreerd worden binnen de 4 maanden. De registratie blijft betalend ((2/1000 van het gecumuleerde bedrag van de huurprijs en de lasten gedurende gans de looptijd van het contract). De overheid kan altijd het registratierecht en de eventuele boete vorderen van huurder OF verhuurder.
Voor verdere inlichtingen neemt u gerust contact met ons op.
OVER BESLAGBAARHEID VAN LONEN, OPZEGVERGOEDINGEN, VAKANTIEGELD, GEZINSBIJSLAG EN PENSIOENEN - HEET VAN DE NAALD !
Vanaf 01.01.2007 wordt de Wet van 27 december 2005 van kracht.
Deze wet regelt de onvatbaarheid voor beslag en niet - overdraagbaarheid van o.m. bedragen waarvan sprake in hoger vermelde betiteling (artt. 1409, 1409bis en 1410 Ger. W. ) wanneer deze op een bankrekening worden gecrediteerd.
Bent u vatbaar voor beslag of vreest u beslag op uw inkomsten en meent u voor deze wettelijke bescherming in aanmerking te komen ?
MR. CLABOTS VOLGDE OP 18.12.2006 EEN OPLEIDING INZAKE VOORLOPIGE BEWINDVOERING.
De voorlopige bewindvoering ? Gesneden koek voor uw (familie-)probleem ? Mr. CLABOTS neemt een twintigtal dossiers inzake voorlopige bewindvoering waar voor de Vredegerechten te HASSELT, ST-TRUIDEN en HOUTHALEN - HELCHTEREN. In het kader hiervan volgde zij op 18.12.2006 een opleiding. Heeft u vragen over deze materie ? Vraag ons vrijblijvend om nadere uitleg !
GEEN SUCCESSIERECHTEN OP DE VOORNAAMSTE GEZINSWONING ? VANAF WANNEER EN WAT HOUDT DIT CONCREET IN ?
Een belangrijke verandering (verbetering ?) voor wat betreft de berekening van successierechten.
Bij Decreet van 7 juli 2006 (B.S. 20.09.2006) is voorzien dat een in het Vlaams Gewest vererfd deel van de gezinswoning tussen echtgenoten en tussen samenwonende partners vrijgesteld is van successierechten en dit vanaf 1 januari 2007.
Om van bovenstaande vrijstelling te kunnen genieten moeten feitelijk samenwonenden op de dag van het openvallen van de nalatenschap minstens drie jaar ononderbroken samenwonen. Zij kunnen het bewijs hiervan leveren door middel van een uittreksel uit het bevolkingsregister.
Opgelet ! De vrijstelling geldt niet voor ouders of kinderen (bloedverwanten in rechte lijn).
Opgelet ! Deze vrijstelling van successierechten is slechts van toepassing op de woning waar zij hun gezamelijke hoofdverblijfplaats hebben en dit vanaf 1 januari 2007.
Het internet en het gebruik van e-mail zijn niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. In hoeverre mag men evenwel reclameboodschappen verzenden via deze nandige communicatiemiddelen ?
A. PRINCIPE : VERBOD
Bij wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij werd een principieel verbod op het gebruik van elektronische post voor reclame zonder de voorgaande, vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming van de geadresseerde van de boodschappen ingevoerd.
B. EERSTE NUANCE : EIGEN CLIËNTEEL
Reclame per E-mail versturen aan klanten is toegelaten indien aan volgende voorwaarden is voldaan :
Het bedrijf moet de elektronische gegevens van haar klanten rechtstreeks verkregen hebben.
Het bedrijf deze klant enkel reclameboodschappen versturen per elektronische post voor producten of diensten die gelijkaardig zijn met wat de klant oorspronkelijk bij dat bedrijf gekocht heeft. Indien het bedrijf aan haar klanten reclame voor andere producten of diensten wil versturen, moet het bedrijf opnieuw vooraf hun toestemming krijgen.
Opgelet ! Het is niet toegestaan de gegevens van de klant om publicitaire doeleinden aan derden mede te delen zonder de voorafgaande toestemming van de betrokken persoon.
Opgelet ! Tenslotte moet de klant de mogelijkheid worden gegeven om zich kosteloos en op gemakkelijke wijze tegen het versturen van reclame via email te verzetten. Het bedrijf moet haar klant vooraf duidelijk meedelen dat zij deze gegevens zal gebruiken met de bedoeling reclame te maken, en hem de mogelijkheid geven om zich van bij het begin tegen dergelijk gebruik te verzetten, bijvoorbeeld door middel van een aan te kruisen vak.
C. TWEEDE NUANCE : ONPERSOONLIJKEE-MAIL ADRESSEN
Een tweede uitzondering wordt gemaakt voor het versturen van reclameboodschappenaan rechtspersonen (voornamelijk bedrijven) als de elektronische contactgegevens die het bedrijf met dat doel gebruikt onpersoonlijk zijn (voorbeelden : info@..., klantendienst@... enz.).
Wanneer daarentegen een rechtspersoon aan zijn personeel elektronische postadressen toekent die verbonden zijn aan zijn domeinnaam (bv. naam.voornaam@company.be), dan gaat het om adressen van natuurlijke personen, ongeacht of ze dit adres voor professionele of private doelstellingen gebruiken.
Elke rechtspersoon heeft echter een recht van verzet, dat kan worden uitgeoefend door persoonlijk aan het verzendende bedrijf de wens te kennen te geven geen reclame per elektronische post te willen ontvangen. De rechtspersonen moeten over dit recht geïnformeerd worden bij elke reclame per elektronische post. Concreet zal het bedrijf bij het verzenden van elke reclame per elektronische post een elektronisch adres moeten opgeven om de bestemmeling de mogelijkheid te bieden deze wens kenbaar te maken dergelijke berichten niet meer te willen ontvangen.
D. DERDE NUANCE : RECHT OP WEIGERING
Hoewel het besluit uitzondering formuleert op het verbod van reclame via E - mail zonder de voorafgaande toestemming van de ontvanger van het bericht, wordt nogmaals het recht van éénieder om reclame per elektronische post te weigeren benadrukt.
Ieder persoon kan rechtstreeks aan een bepaalde dienstverlener zonder kosten en zonder een reden op te geven, zijn wil kenbaar maken om van hem geen reclame per elektronische post meer te ontvangen.
Indien een bedrijf een dergelijk bericht ontvangt, moeten een aantal stappen ondernomen worden. Zo moet binnen een redelijke termijn per elektronische post een ontvangstbewijs afgegeven worden dat aan de betrokken persoon de registratie van zijn aanvraag bevestigt en binnen een redelijke termijn moeten de nodige maatregelen genomen worden om de wil van deze persoon na te leven. Evenals moet het bedrijf haar lijsten bijwerken met personen die hun wil kenbaar gemaakt hebben om van haar geen reclame per elektronische post te ontvangen.
E. BESLUIT
Deze voorschriften gelden sedert 28 mei 2003.
Sedert die datum is het niet meer toegelaten om personen en zelfs uw klanten te bestoken met reclameboodschappen via E-Mail.
U zal er zich van vergewissen dat in uw E-mailbericht een standaardzin wordt opgenomenwaarin u aangeeft dat de klant zich uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard om dit bericht te ontvangen en dat de klant zich ten alle tijde kan uitschrijven voor het ontvangen van dergelijke berichten.
FACTUUR ? REKENING ? PER TELEFOON "EFFE RECLAMEREN" ?
Wat staat u te doen indien u een factuur ontvangt en u bent het niet eens met de inhoud ervan ?
Wanneer u een factuur ontvangt en u bent het niet eens met de inhoud ervan, dient u deze uiteraard te protesteren.
In de praktijk gebeuren zo'n protesten nogal eens telefonisch, onder het mom van "ik kan toch niet dadelijk aangetekend gaan schrijven want dat komt zo raar over" of "ze zeggen met steeds dat het wel in orde zal komen".
Weet goed dat u dergelijk telefonisch protest achteraf NIET kunt bewijzen; het komt nogal eens voor dat men telefonisch protest denkt te aan te kunnen tonen aan de hand van een gedetailleerde telefoonrekening. U moet daarbij evenwel goed voor ogen houden dat op dergelijke detailweergave misschien wel telefoonnummers staan, doch nooit ofte nimmer de inhoud van de gesprekken.
Besluit : telefonisch protest is (uiteraard) achteraf zeer moeilijk te bewijzen. Mocht u in eerste instantie toch de voorkeur geven aan telefonisch protest, bevestig dan deze telefoontjes in een schrijven nadien ("Ik verwijs naar mijn talloze telefonische oproepen in verband met probleem X.). Wanneer men dit gegeven dan van tegenzijde niet onmiddellijk weerlegt, maakt u kans dat de rechter het bestaan van uw tijdig telefonisch protest erkent ...