Ik ben , en gebruik soms ook wel de schuilnaam E.D..
Ik ben een man en woon in Frankfurt (Deutschland) en mijn beroep is Een voorbeeld zijn.
Ik ben geboren op 01/01/1988 en ben nu dus 37 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Provoceren, intrigeren, samenzweren, ambeteren..
Het is zeer courageus om me -ondanks waarschuwingen- toch reacties te sturen, maar ik laat me er geenszins door beïnvloeden. Zeker niet als u me van het juiste pad wilt afbrengen door me "Vlaming" te noemen. Hoe vaak moet ik het nog herhalen? Ik ben geen "Vlaming" en zal het nooit zijn, alleen Brabant is mijn echte Heimat. Voor mijn part mag u de tiran uithangen en die gele pisvlag op de kathedraal laten wapperen, maar het zal mij nooit bekoren.
Toch bedankt voor de vriendelijke e-mails en lofuitingen à la "Go suck donkey balls, loser!". Zoiets houdt me wakker en bewijst dat de strijd tegen Vlaamse verdrukking nog steeds een rechtvaardige is. Mijn werk is uw ontevredenheid wel waard: "Het is onmogelijk de toorts der waarheid in een menigte te dragen, zonder den baard van iemand te verbranden".
Rustig en kalm gemoed, waren mijns levens, dierbaarst karakteristiek. Toen verscheen uwen kliek, die driftig wilden weven, Uw schunnig zustergebroed!
Zij wieven 'n zijden snoer, grashalmdun, dus delicaat, en telden m'n stonden. Klotho heeft afgewonden, al 'n ferm stuksken draad, dan doet Lachesis haren toer.
Haar zilveren telrek, vervult kundig zijn plicht, tot hij zoetjes declameert: "'t Is vandaag dat crepeert, en dooft het licht, van de minnebezeten gek."
Dan rukt de moment na, dat verschijnt uw schaar, het subtiele doodswerktuig, waarmee ge stout en vuig, doorknipt de liefdessnaar, gewrocht voor u, m'n Atropa!
Vooruit dan maar. Ik zal een bericht toevoegen en nieuwsgierigen wegjagen met mijn lamlendig taalgebruik. Tot in de Poesta!
Iedereen bespeelt z'n instrument, wees alert als gij er zo één kent! Zij vinden zichzelf zeer subliem, slaat 't ontzag in u zijn kiem, dan ontpopt gij tot de slaaf, waar grootheidswaan zich aan laaft.
E.D.
of:
Ei! Mijn oogskens sloegen, op de linoleum neer, dat geweten wilde wroegen, 't herteken deed zeer, Toen gij passeerde!
Adieu! Gaat vro welgezind, naar uw huisken heen, naar uwen vriend welbemind, hier treurde er één, Toen gij passeerde!
Zonde! Had ik gedemonstreerd, 'n zoete en grote glimlach, was ik spontaan opgeveerd, opdat gij maar m'n liefde zag! Toen gij passeerde!
Wie het ook interesseert, als het ook maar interesseert: ik zal tot zondagavond geen tijd vinden voor deze blog. Tot dan zal u niets meer van mij lezen.
Het spijt me niet. Er bestaan immers betere blogs om te lezen.
Cramoisi-rood automobiel! Eind verleden eeuw, werd ge van ons, met 't motorig geschreew dat wel zeer beviel en zetels zacht als dons.
Product van Italiaanse autostiel! Deze stralende Alfa Romeo, moeten we nu verkopen, aan 'n pretentieuze bonobo, met een loden hiel, om tegen 'n muur aan te lopen.
Spel en genot alom rond! 'n Citaat van Pol de Mont!
Om de gaatjes op te vullen bied ik jullie een extract uit de "Bloemlezing" (1932) die ik gisteren aankocht:
E.D.
Uit: "Daer wonen voghelkens vele..." [...] "Ghi sijt bi daghe die sonne, die soet up mijn aenscijn lacht, ghi sijt die goudine sterre, die licht in miner nacht...
Ghi sijt mine soete Minne, die werelt ende alles veur mi... Des singhen ooc alle die voghelkens mijns herten alleen veur di."
Stilaan daagt het me dat ik eigenlijk een romanticus ben. (In de 19de-eeuwse zin weliswaar.) Ik bewonder en verlang de grootsheid van een verleden dat ik zelf nooit meemaakte en dat ik waarschijnlijk idealiseer. Ik geloof daarenboven alleen in de waarachtigheid van gevoelens. Gevoelens zijn namelijk persoonlijk en moeten nooit verantwoord worden tegenover derden. Alsdusdang leef ik helaas in de verkeerde tijd. Vandaag moeten je interesses en gevoelens steeds gerechtvaardigd worden door anderen door ze voor hen 'interessant' te maken. Het is een spijtige tendens die -zoals eerder gezegd- menigeen de dood indreef. Wat je zelf wilt of verlangt is niet van belang tenzij anderen het belangwekkend vinden. Wie er niet in meegaat, verliest zodoende elke vorm van respect (of waardering). Dan rest er je niet veel keuzevrijheid meer buiten jezelf verhangen of anderen neerschieten...
Het zijn echter niet de individuen die mij hier interesseren. Veel erger zijn de gevolgen voor Europa en het vaderland. De vrijheid die onze landgenoten zogezegd veroverden op de greep van 'grote ideologieën', hebben ze allang ingeruild voor dwaze zelfverheerlijking waarmee ze uiteindelijk alle macht overleverden aan walgelijke mannen met dubbele kinnen wiens enige politieke leidmotief de welvaart van amorele bedrijven is. Hoe tragisch is het niet dat we deze beleidskeuzes zelfs toejuichen! Wanneer mensen als BDW de creatie van een 'volgzame "domme" klasse' en een 'leidende "slimme" klasse' propageren ten bate van de industriële welvaart en economische groei, vinden we dat fantastisch. Hoeveel vrienden hoorde ik al zeggen ; 'Daar heb ik geen mening over, laat dat maar over aan de opgeleide mensen'!
Miljoenen Europeanen hebben zich genesteld in de gedachte dat zij niet geschikt zijn en geen recht hebben op politieke inspraak. Neen, dat laten ze aan de ondermensen met hun diploma's, doctoraten, "couch surfing"-ervaringen en mondaine hobby's die er zoveel interessanter door lijken. Aldus ontstaat een nieuwe adellijke bevolkingslaag die met plezier neerkijkt op de "arme sukkels die niet even op reis kunnen naar het Oosterse Keizerrijk". Aldus ontstaat een nieuwe bevolkingslaag die haar greep op 's lands instellingen vanzelfsprekend acht en iedereen 'dom' noemt die er niet in kan opklimmen. Aldus wordt Europa geleid door mannen en vrouwen die zichzelf interessant maken en de grootsheid van het continent laten verkrachten door geldbeluste vetzakken. Waarom zouden zij zich immers voor het verleden of grootsheid interesseren? Dat is toch niet interessant?
Afschuwelijke dingen schrijf ik tegenwoordig. Gisteren probeerde ik een zesdelige logische wisselvers, doch zonder succes. Hoewel het dichtwerk mathematisch klopte, lagen de verzen niet goed in de mond. Hopelijk kan de lezer me vergeven voor dat ongelukkige experiment.
Vandaag beperk ik me tot een korte strofe.
Ma chérie, vergeef dit pover gerijm. Nu gij ontbreekt, bezorgt ge nog immer leed, u zien was de bron van mijn dichtgeheim. Keer dus terug, genees uw constvloedig poëet! E.D
Ik moet mijn lot wel zeer beklagen, vanuit de bleke schaduw van morgen, marcheren drieste scharen tribulatieën. Te Primen reeds ambeteren tijdingen, over karweien, lasten, zo vele zorgen! 't Wilt maar ten zeerste mishagen.
En houd ik m'n weeën nog verborgen, dan vermoeden allen stoute conspiratieën, durven zelfs van hoogmoed gewagen. Nijdigaards! Hen wilt nimmer dagen, dat vooroordelen gronden hun explicatieën! Wilde Gods gratie maar hun geesten verzorgen.
"Gij schudt en breekt onbedaard als 't figuur, verschijnt van dat uitverkoren liefste creatuur."
Benevens achterklap komen allergieën, sluimeren tijdens momentane natte dagen, om nadien weer d'ademgang te worgen. Neen, geeneen verlangt mijn ziel te borgen, hij moet namelijk teveel druk verdragen, bij 't aanschouwen van vroo'e relatieën.
"Wat geschiedde als gij 'n gesprek had betracht, weet gij ni want ge hebt haar zelfs ni toegelacht!"
In alle eerlijkheid, het idee van de Verenigde Belgische Staten is niet nieuw. Het is een gemoderniseerde uitwerking van de oorspronkelijke opzet uit 1790, toen de Belgische provincies de onafhankelijkheid uitriepen tegen het Oostenrijkse koningshuis. Het prinsbisdom Luik kwam toen ook in opstand. Hierdoor kon een federale structuur opgezet worden die de provincies in hun eigenheid zou beschermen. Helaas konden de revolutionairen niet tijdig een leger oprichten om de Oostenrijkers buiten te houden.
Het "Verdrag van de Unie van de Belgische Provincies" reserveert enkele 'centrale' bevoegheden voor een federale overheid:
"II. Ces provinces mettent en commun, unissent et concentrent la puissance souveraine, laquelle elles bornent toutefois et restreignent aux objets suivants : à celui dune défense commune ; au pouvoir de faire la paix et la guerre, et par conséquent à la levée et lentretien dune armée nationale, ainsi quà ordonner, faire construire et entretenir les fortifications nécessaires ; à contracter des alliances, tant offensives que défensives, avec les puissances étrangères ; à nommer, envoyer et recevoir des résidents ou ambassadeurs et autres agents quelconques ; le tout par lautorité seule de la puissance ainsi concentrée, et sans aucun recours aux provinces respectives. Lon est convenu de linfluence que chaque province, par ses députés, aura dans les délibérations sur les objets repris dans le présent traité."
Natuurlijk professeerden men hier een confederalisme. Maar dat hoeft geen probleem te zijn. Wij verachten niet zozeer confederalisme, wél de wens om de federale overheid alle bevoegdheden te ontnemen en een centralistisch Vlaanderen te scheppen. Zo'n gedrocht zou de provincies niet in hun eigenheid aantasten, maar regelrecht verkrachten.
Zeer toepasselijk, die kilte van St-Bonifaas! Hij spreidt zijn koele vocht over 't land, vult de straten met 's werelds grauw, veegt alle schoons weg met zijn koude hand, stremt 't streven van al wat opbloeien wou.
Anderen beklagen 't lot van hun begonias, doch weten dat weldra warmte zindert. Mij ontbreekt elk vleiend vooruitzicht, mij blijft een ergerlijk leed, onverminderd. Wanneer zie ik nog 't allerliefste gezicht?
Filosellen sjaaltjes koop ik t'uwentwille, impulsief, om aan uwen fluwelen hals te pralen. Eerlijk: 'k wil voor u alles geerne verspillen, nochtans kunnen m'n liefde vatten, ringen noch kralen.
Zuiver bloemken reine, do ut des! Ik geef verwachtingsvol opdat gij geeft, doch leert Amor me 'n bittere les: erbarmelijk man, die immer in hoop leeft!
230 jaar nadat de Scaldis-heraut het volgende aan Keizer Jozef II vroeg, is zijn verzoek nog steeds niet ingewilligd. Daarom citeer ik het even voor de lezers. Ik veranderde niets aan het oorspronkelijke Frans van 1781.
"Daigne, daigne, briser ces funestes liens qu'Amsterdam a forgés de ses avares mains. Songe que de mes flots interdire l'usage au droit des nations est un cruel outrage. La nature en appelle à ta sage équité."