Zwart haar neemt vrede weg! Uit het oord beneden. Wat kan baten, als 'k niet kan laten, u aan te staren, zonder wenken zonder je me kan verdenken? Zo geschiedt de minnelust, ontdaan van alle geesterust. Ik, onnozele zielepoot, die z'n tijd zielig verkloot, met denken, wensen, hopen zal je steeds ontlopen. Zo blijf ik eenzaam, niet zeldzaam, achter 'n raam, waar 'k aanschouw, hoe anderen u vervoeren Beroeren Ontvoeren Hoort! De Lolovogel roept "Heio! Die heeft hij u afgesnoept! Wat richt gij er tegen uit? Wie vraagt gij nog uit?" Ach nu! Ik ben geen vent die 't versieren deftig kent. Ik verwijf -niet het lijf- doch de status van grijze heggemus wordt de mijne. Zo wegkwijnen drijft 'n man naar 't koord daar hij niet op aard behoort. Zo triest Die mij kiest heeft toch iets goed. Hij draagt 'n hoed is deftig seksueel heftig elegant -niet charmant- doch galant.
Hau ab! Es reicht! U gedicht is weêrom verslapt. Verdammt! Ertappt! De concentratie vliedt. De wanhoop geschiedt. Tot het dodenlied weerklinkt en de nacht zich biedt. Dood Verrot Vermolmd Ontbeend Van vlees en bloed gespeend. Zo is het wonder: allen kunnen zonder. Niemand mist de knul, sociaal stuk onbenul!
Lolo, Froufrou, bekoorlijke schepsels: mag ik uw benen bepotelen en een suikerstok voorschotelen?
Lolo, Froufrou, bekoorlijke schepsels: mag ik uw halzen strelen en extra vochtigheid bedelen?
E.D.
08-02-2012 om 00:00
geschreven door E.D. 
|