Ik ben blind, doch niet in d'ogen, is 't zicht verzwind, door zwart opgezogen.
Zintuig'lijke smerte, omdat 't niet meer ziet, kent wel m'n herte , sinds cru verdriet.
Een kam'raad, uit gelukkiger jaren, van ondeugdsdaad is weggevaren.
'k Verwachtte van J., dat z'n gitzwarte krollenkruin, tegenstreving neerlee, voor levenslang fortuin.
Doch, nog was 't bedrog! La volonté suprême, velde uiteindelijk toch met onweer en hagelrijm.
De man bracht cool, naar z'n liefste festival, ook nu die poel, hem voerde naar 't dodendal.
Hier leefde exuberant, de man wiens charme, zelfs hatelijken van ergsten trant in hunner hart kon verwarmen.
Waarom maakt zijn dood, mijn gevoelens dan lam, als die zo'n groot, karakterman wegnam?
De dood zal niet doordringen, zolang het geheugen blijft ontwurgen die goedgeluimde herinneringen aan oude kameraad Jurgen.
En...Nu alles verduistert, heeft mijn kloppende hartenpijn dubbel in herinnering gekluisterd: vreugd zal eeuwig d'uwe zijn!
Door u, Jurgen, glinsterde d'aard, bezielde de lucht en verkwikte de zee. Eeuwig dank omdat g'hier waart! Voor u, Jurgen, hef ik 's avonds een glas: santé!
E.D.
25-08-2011 om 23:00
geschreven door E.D. 
|