De bloedklonter slipt, ruist naar mijn cranium, komt naar boven geglipt, brengt het tij van apoplexie.
Ik schiet in epilepsie, mijn ogen draaien inwaarts, mijn spieren strekken en rekken, dit zal me nekken.
Dit, dit, dit is de overkant. De overkant van 'n kamer schunnigheid waar ik perchance beland' De overkant waar gij blinkt.
Mij in uw ogen verdrinkt, Nee- asfixeert! Eens gij fonkelt, klinkt niet langer de techno.
Het gewalm, getalm, gestamel van maat & co voel ik mijn hart, noch mijn zinnen. Als werd ik lichamelijk lam, ongewaar van andermans gezwam.
Germaanse dolkenogen, wend uw blik niet af! Ik mag het wel zo mogen, dus blijft mijn begeren ontvlammen.
Reeds streelt mijn hand uw lendenstreek, knijpt uw bil, kietelt uw gebeente, maar aarzelt mijn tong voor 'n spel orale pingpong.
Komm zurück! J'attendrai! Het is geboden dat volgende maal u naar mijn beddestee zal worden getroond.
Gij hebt er al gewoond, helaas zonder mijnheer E.D. Maar dit keer kunt gij niet vermij'en en zullen we eens heerlijk vrijen.
E.D.
07-04-2012 om 21:33
geschreven door E.D. 
|