De Geest forceert mijn sompende, verwoed tranen pompende, ja zo vertroebelde ogen, dagelijks opwaarts te gluren, over groenbeloofde bergen, en heen en weer te schuren. Om telkens driest te pogen, maar toch niet vermogen, daar Trek te verbergen, in het aanschijnlijk dons, van een duizendvoudig bomenonderons. Kijken brengt, donderom, geen peis voor de Verlangenszeis, die, vlijmscherp en krom, veroorzaakt stil geschreeuw en gekrijs. Alternatiefloos staande restend, is d'oplossing aan het woelen, in verzandde gedachtenpoelen. En al blijft er geen tijd, is d'oplossing als enige restend: "Trek wijd en breid, zodat uw herte verblijdt, en solitude, ja, poez'lig zachte solitude, uw zorgen bestrijdt, met deze wijze raad: Wat in 't dal om de oren slaat, zal hier uiteenstuiven, zoals een trits kloeke bosduiven."
E.D.
03-05-2013 om 00:00
geschreven door E.D. 
Categorie:Dietse gedichten
|