Waarom wachten om goede voornemens waar te maken? Tot
hiertoe heeft mijn liefste Lies de blog met ons Spanje-verhaal alleen voor haar
rekening genomen, maar het relaas van de trip naar België die Miel en ik twee
weken geleden ondernomen hebben, dat is
toch een uitgelezen kans om me zelf eens aan een verslagje te wagen en ideaal om op deze blog het oude jaar uit te wuiven. Fasten
seatbelts!
Als volger van deze blog weet je natuurlijk al dat wij naar Spanje
verhuisden, omdat Lies dankzij de zon en het droge klimaat weer zichzelf zou
kunnen zijn, (quasi) zonder spier- en gewrichtspijnen en de daarmee gepaarde
vermoeidheid. Dat maakt dat we als gezin weer samen dingen kunnen doen. Natuurlijk zijn we alle vier nog volop bezig
hier ons persoonlijke plekje te vinden. Volgens mij vindt onze jongste telg Sam
hier al het best haar draai. Ze heeft dan ook een dot van een juf op school en
maakt relatief makkelijk vriendinnetjes. Lies heeft de immense berg administratief
papierwerk voor haar rekening genomen, maar nu die grotendeels overwonnen is,
steekt de nood aan een bezigheid naast het huishouden de kop op. Zelf heb ik
het druk gehad met de heropstart van De Taaldokter en vond ik kameraden bij
mijn nieuwe voetbalclub. Al pikt het wel dat ik omwille van een opeenstapeling
van blessures niet kan meespelen. Een frustratie die ik niet had ingecalculeerd
en waar ik me nog over moet zetten ...
Terwijl ik hier op het terras in het zonnetje aan het typen
ben, gaat de bel. Lies en de kinderen zijn met Honey gaan wandelen. Kunnen die
de sleutel niet gebruiken? Nu moet deze mankepoot alle trappen op! Ow nee! Het
is Olivia, de buurvrouw, die sinaasappels brengt. Eerder vandaag bracht ze al
eieren, en als er een zakje mangos of avocados aan de voordeur hangt, dan
weten we dat zij gepasseerd is. Geen idee waaraan we dat verdienen, maar het
illustreert wel hoe wij hier als nieuwkomers door heel wat mensen in de armen
gesloten zijn, Spanjaarden, Engelsen, Belgen, zelfs een enkele Nederlander en
Duitser ...
Maar ik was dus bezig onze pogingen tot nestelen uit de
doeken te doen en Miel kwam nog niet aan de beurt. Voor hem verloopt het helaas
allemaal moeilijker. In de klas voelt hij zich niet thuis, noch bij de Spaanse
kinderen, noch bij de Britse. En met zijn leraar heeft hij het ook moeilijk:
Die begrijpt mij niet. Onlangs, op een lange rit op weg naar een van zijn
voetbalwedstrijden, vroeg hij: Papa, hoe was dat met jou vroeger? Had jij
vrienden op school? Ik had vroeger op Bloemendaal wel vrienden, maar daar was
de leerstof saai. Op de Tuimelaar was het interessanter, maar dat had ik geen
vrienden aan wie ik kon vertellen hoe ik mij voelde. Toen ik iets vertelde aan
een jongen van wie ik dacht dat hij een vriend was, vertelde hij het aan
iedereen en lachten ze me uit. Op Sint-Michiel in de Pi-klas was het vorig jaar
wel interessant en had ik wel vrienden. Maar hier heb ik alleen een paar
kindjes met wie ik kan spelen, maar ik vertel hen niks over wat ik voel. Lap,
het vaderhart breekt en de tranen worden bedwongen weliswaar met de grootste
moeite want je wil niet dat zoonlief dat ziet . Och, Miel, ik had ook elk
jaar een andere beste vriend en sommige jaren geen. Dat komt wel weer. Stiekem
hadden Lies en ik gehoopt dat hij dankzij de voetbalclub een beter contact zou
krijgen met zijn klasgenootjes, maar die vlieger ging niet op. De meeste
jongens zijn niet zo fanatiek (ze kunnen nog wat leren van de meisjes in de
ploeg), de trainer moet tijdens de wedstrijden twee teams op twee verschillende
terreinen tegelijk coachen, wat dus inhoudt dat hij enkel de wissels kan
begeleiden. Bovendien straalt het van het gros van de spelers af dat ouders
hier de gewoonte hebben hun kinderen met suikergoed te verwennen. Wat allemaal
samen maakt dat we Miel niet kunnen tegenspreken wanneer hij zegt: Ik ben hier
de beste van de ploeg en dat wil wat zeggen ... Vrolijk wordt hij er ondanks
zijn status als topschutter niet van.
Zo komt het dat we, veel vroeger dan verwacht, een vlucht
naar België boeken. Alleen voor Miel en zijn papa, want de nieuwe
gezinssituatie met hond maakt dat een overtocht in full force vanaf nu een
kleine tour de force wordt. En laat ik van het ouderpaar nu net diegene zijn
die toch dat tikkeltje liever een avondje voetbal in het Bosuilstadion meepikt.
First things first: abonnementen vinden voor onze oude getrouwe Tribune 2, want
tickets zijn er daarvoor niet meer dit seizoen: volledig uitverkocht. Niet dat
een mens heimwee krijgt naar de tijden dat er tegen de Tubekes van deze wereld
plaats te over was. De eerste die ik erom vraag, heeft meteen twee abonnementen
te leen. Ik mag ze zelfs niet betalen. Dikke merci, Wim! Nu kunnen we vliegtickets
boeken en kan het telefoneren, mailen en WhatsAppen aan smsen doen de
Spaanse providers niet mee om af te spreken bij wie we wanneer langsgaan en
waar we overnachten. Naarmate het programma gevuld raakt, zien we af van het
oorspronkelijke plan om ons in de heimat met het openbaar te verplaatsen. Na
wat speurwerk vind ik voor amper 82 euro een klein Ford Katje ik ben me
bewust van het dubbele pleonasme. Daar kan een mens niet voor sukkelen!
Donderdag 13 december is het zo ver: vroeg uit de veren en
door de regen jawel naar de luchthaven. Een vreemd besef dat ons gezin voor
enkele dagen opgesplitst wordt, maar de express-parking is onverbiddelijk: geen
tijd voor tranen met tuiten. Miels geheugen loodst ons feilloos naar de
incheckbalie, alwaar mijn act als hulpeloze-papa-met-zoon-aan-de-hand ervoor
zorgt dat we de wachtrij mogen laten voor wat ze is en naar de VIP-balie mogen.
Daarna is het nog een poos wachten. Tijd genoeg om nog magnetische
flamencodanseressen te kopen voor al Miels onderdakverstrekkers. De koffie en
het verse fruitsap laten ons alvast weer wennen aan de Belgische prijzen. In de
slurf naar ons toestel merkt een Antwerpenaar op dat Miel niet naar school is
geweest. We verbeteren hem en zeggen dat hij niet naar school zal gaan: Wij
wonen hier en gaan vrienden bezoeken en voetbal zien. Antwerp, ik dacht de
jullie voetbal gingen zien. We laten de Wilrijk-supporter genieten van zijn
groene lachje. Tubeke en co liggen twee seizoenen achter ons. Even later zien
we allemáál groen: turbulentie en luchtzakken bij het opstijgen zijn zeldzaam
in Malaga, maar niet onbestaande.
Een dikke twee uur later zet de piloot ons toestel zonder
ook maar één huppeltje aan de grond. Met enkel handbagage kunnen Miel en ik
meteen ons autootje ophalen. Maar er zijn geen autootjes. Sorry, mijnheer,
kunt u met een automaat rijen? Met andere woorden, voor het geld van een Ka
rijden we de parking af met een vette Volvo V40! Helaas, Johnny-gewijs de
elleboog uit het raampje hangen is er niet bij. Dit is België en hier vriest
het. Onder een lekker waterzonnetje rijden we even langs de Koude Beek, een van
mijn laatste werven bij Natuurpunt, en halen dan in Borsbeek een smoske, want
dat kennen ze Spanje niet. En Miel maakt er een erezaak van om elke dag een
chocoladebroodje te bestellen. Hij is niet sterk in lichaamstaal en het lezen
van gezichtexpressie, maar zelfs hij kan er niet naast kijken: vader is in een übertoegeeflijke bui. Mama geruststellen met
een berichtje of een telefoontje lukt niet. De Spaanse provider wil niet. Nooit
gedacht dat we onze eerste dag in België enkele uren zouden doorbrengen in het
voorgeborchte van de hel, ook bekend als het Wijnegem Shopping Center. Na drie
telecomwinkels hebben we eindelijk een prepaidkaart, kan moeder gerustgesteld
worden en kan onze trip echt van start!
Eerste stop, de ex-collegas van Natuurpunt met een bezoekje
verrassen. Uiteraard verbaasde gezichten bij Gert, Mark, Robin, Wannes en de
mannen, maar ook welgekomen warme soep. Miel en ik mogen zelfs de selfietroon
uittesten, die Robin voor de Warmste Week aan het carven is. Maar we moeten
voort: in Beveren wacht het avondeten bij Guido en Santhy en hun blokkende
bende van vier, waaronder oudste dochter en mijn petekind, Nomi. Op 1 januari
wordt ze achttien en ze ziet een trip naar Spanje, al dan niet met een
vriendin, wel zitten. Op vraag van Miel staan er echte frietjes op tafel. Mij
kan vooral het stoofvlees bekoren. Terwijl de kinderen een voor een naar bed
gaan, maken enkele Belgische bieren hun opwachting. Ik negeer mijn
pacifistische aard en maak ze met graagte soldaat. Het is gezellig en wordt
hoe naïef kon ik zijn om anders te verwachten laat.
Santhy heeft de vroege en ik hoor haar wekker
aflopen. Slapen is er niet meer bij, dus zal ik me ook niet overslapen. Maar
goed ook, want de wonderhanden van kraker Hans wachten op mij, achter de
Kennedytunnel en de gebruikelijke file op de Antwerpse Ring. Maar eerst nog
even ontbijt, met tegenover mij Noa die zijn mok met het logo van
Waasland-Beveren netjes in mijn vizier plaatst. Nu lachen we die geste nog weg
... Bij Hans gearriveerd nemen ruggenwervels en bekken onder zachte dwang weer
hun oorspronkelijke plaats in. De volgende patiënten moeten even wachten, want
Hans en ik zijn nog niet uitgepraat. In vervlogen marathontijden was ik altijd
blij wanneer hij me weer wedstrijdklaar kreeg, maar sinds we tijdens mijn
laatste bezoek voor de verhuis naar Spanje ontdekten dat we allebei onze papa
verloren door een later verdoezelde medische fout, durf ik van een zekere
band gewagen. De melancholie moet echter wijken voor administratieve
verplichtingen: op naar het gemeentehuis van Schoten voor een adreswijziging op
onze identiteitskaarten en naar de Post voor het inleveren van de Belgische
nummerplaat. Miel vraagt zich ondertussen luidop af hoe lang het zal duren voor
we een bekende tegen het lijf lopen. Aangezien we dan toch in de Paalstraat
vertoeven, gaan we op bevel van mama Lies braafjes naar de Hema voor sokken en
onderbroeken voor Miel. Ik dacht nochtans dat ze dat in Spanje ook hadden, maar
ik kan me vergissen. En zelfs in deze temperaturen zijn Miels woorden nog niet
koud, of we komen de eerste bekende tegen: buurvrouw, excuseer, ex-buurvrouw
Leen! Selfie! We hebben een hongertje en Miel wijst de weg naar de Panos, voor
een chocoladebroodje. Wanneer dat verorberd is, besluiten we alvast iets mee te
nemen voor de lunch. Smoskes, of wat had je gedacht? In afwachting van ons
bezoek aan Miels oude school besluiten we al eens door onze oude wijk te
rijden. Bij ons oude huisje merken we een nieuwe garagepoort op en nog enkele ingrepen.
We parkeren om alles eens van dichterbij te bekijken en zien dan dat buurman
Bram ons gespot heeft. Hij en Sofie zijn thuis en nodigen ons binnen uit. Toch
gek, toerist in de buurt waar je elke steen, elk tuintje en elke brievenbus
kent. We babbelen bij, het idee van een huizenruil passeert en we eten onze
smoskes. Dan is het hoog tijd voor Miels eerste grote bezoek! Maar dat is voor
deel twee van dit verslag!
Hasta luego!
Steffen
Foto's vind je op onze Facebook-pagina Dulces Sueños.
|