We konden onmogelijk weten hoe Portugal ons ooit in zijn greep zou nemen. Intussen zijn de meeste regio's vertrouwd terrein en hebben we Portugees gestudeerd. Tegelijk hebben we ons verdiept in de vele facetten van het land dat op een trotse manier zijn dramatisch verleden torst. Veel daarvan is bij ons nog te weinig bekend. Stukje bij beetje zullen we opdiepen wat dit land aan de rand van West-Europa geboetseerd heeft tot een boeiende gemeenschap van verrassende contrasten.
De Portugese ondergrond bevat vele grotten. Ditmaal is in de buurt van Sesimbra een prachtige grot ontdekt, de Gruta do Frade. Ontdek ze zelf in dit gefilmd verslag.
Categorie:Plaatsen
18-05-2017, 12:14 geschreven door Micropteron
26-12-2016
Lello & Irmão
Deze bekende boekhandel in Porto, Rua das Carmelitas, 144, werd geopend in 1906.
Tegenwoordig is het een van de belangrijkste bezienswaardigheden in de stad. De toeloop van toeristen die niets kochten was zo groot dat sinds juli 2015 een toegangsprijs van 3 euro wordt geheven om de kosten van het in stand houden van het pand mee te kunnen dekken. Deze toegangsprijs wordt in mindering gebracht op de prijs als men iets koopt.
Het pand is sinds 2013 een nationaal monument en is wereldberoemd wegens het interieur. Je kan er een prachtige centrale trap bewonderen en daarboven een schitterend glazen dak in glasraam.
Het is er verboden te fotograferen en te filmen. Een onvriendelijke meneer roept er letterlijk de overtreders tot de orde.
Dit filmpje laat Portugal zien vanuit de lucht. De maker is blijkbaar zeer fier op de stranden. En terecht. Hij toont ons achtereenvolgens Aveiro ten zuiden van Porto, Odeceixe, Zambujeira do Mar en Vila Nova de Milfontes ten zuiden van Lissabon en verder Nazaré, Figueira da Foz en Peniche, notoire badsteden. Nog even doorbijten voor de stranden van de Algarve in Portimão en Lagos.
Vervolgens vliegt hij over Coimbra, Viana do Castelo, Mafra en Lissabon. En de wijngaarden van de Douro in Régua, Pinhão en Vila Real wisselen af met de waterkracht in de Minho, de bergen van de Serra da Estrela en de mondingen van de Arelho en de Mondego.
Aan te bevelen om te bekijken in HD en op een volledig scherm.
Categorie:Plaatsen
21-08-2015, 18:58 geschreven door Micropteron
01-03-2015
Grândola
Grândola Vila Morena, het lied van de Portugese anjerrevolutie in 1974
Grândola, vila morena
Terra da fraternidade
O povo é quem mais ordena
Dentro de ti, ó cidade
Dentro de ti, ó cidade
O povo é quem mais ordena
Terra da fraternidade
Grândola, vila morena
Em cada esquina um amigo
Em cada rosto igualdade
Grândola, vila morena
Terra da fraternidade
Terra da fraternidade
Grândola, vila morena
Em cada rosto igualdade
O povo é quem mais ordena
À sombra duma azinheira
Que já não sabia a idade
Jurei ter por companheira
Grândola a tua vontade
Grândola a tua vontade
Jurei ter por companheira
À sombra duma azinheira
Que já não sabia a idade
Grândola, zonverbrande stad
Land van broederschap
Het volk heeft het voor het zeggen
Binnen jouw muren, o stad
Binnen jouw muren, o stad
Het volk heeft het voor het zeggen
Land van broederschap
Grândola, zonverbrande stad
Op iedere hoek, een vriend
In ieder gelaat, gelijkheid
Grândola, zonverbrande stad
Land van broederschap
Land van broederschap
Grândola, zonverbrande stad
In ieder gelaat, gelijkheid
Het volk heeft het voor het zeggen
In de schaduw van een steeneik
Die niet meer wist hoe oud hij was
Zwoer ik mij te laten leiden
Grândola, door jouw wil
Grândola, door jouw wil
Zwoer ik mij te laten leiden
In de schaduw van een steeneik
Die niet meer wist hoe oud hij was
Ten zuiden van de Taag strekt zich de Alentejo uit tot aan de Algarve. Bij de historici staat deze regio bekend als het Moorse Portugal. Heel lang hebben de Islamitische Moren, Arabieren afkomstig uit Noord-Afrika, dit landsdeel bewoond en bestuurd. En daarvan zijn overal nog restanten te vinden. Evengoed als van de Romeinen die daarvóór het hele Iberisch schiereiland koloniseerden.
Een deel van de grens met Spanje wordt gevormd door de rivier Guadiana. Van haar monding in de Algarve tot de stad Mértola is ze bevaarbaar. Het is dus niet toevallig dat Mértola zowel in de Romeinse als in de Moorse periode een bloeiende handelspost was. Vandaag presenteert het stadje zich met haar geschiedenis en de rivier aan de hedendaagse toerist. Een hotel heeft van de opgravingen voor de bouw gebruik gemaakt om een klein museum in te richten met de gevonden voorwerpen uit de Moorse tijd. Het hotel heet ook niet voor niets Hotel Museu.
In het zuiden van de Alentejo is het landschap open en weids. Tarwe, olijven, amandelen en kurk- en steeneiken hebben het gemaakt tot de landbouwschuur van Portugal. Nu is de veeteelt in opmars met schapen, geiten en de befaamde zwarte varkens. Dichtbij de grens met Spanje wordt het doorsneden door de Guadiana. Een deel van haar stroomgebied werd in 1995 uitgeroepen tot natuurpark, Parque Natural do Vale do Guadiana. Het heeft een oppervlak van bijna 70 000 ha. Mértola ligt daar middenin en geniet mee van de landelijke rust die de omgeving uitstraalt.
Zondagochtend aan de boorden van de Guadiana (Zet het geluid luider en je hoort de schipper zijn blijde lied zingen)
Blauwe eksters die alleen in Spanje en Portugal voorkomen, trekken overal rond in groepen van tientallen dieren. Ooievaars bezetten de nestpalen langs de straten en verzamelen in september op de termiek die hen richting Afrika stuurt. Een kudde geiten zoekt dicht bijeen beschutting tegen de zon onder één enkele steeneik. Met honderden schuimen zwaluwen het luchtruim af terwijl een kudde schapen een slaapplaats opzoekt onder leiding van hond en herder.
Een kudde geiten zoekt schaduw onder een steeneik
Blauwe eksters
Categorie:Plaatsen
04-12-2013, 00:00 geschreven door Micropteron
18-11-2012
Lucht en zee
Ergens tussen Esposende en Viana do Castelo staat deze traditionele windmolen klaar om de westenwinden te vangen in zijn zeilen. Het is nauwelijks te zien waar de zee eindigt en de lucht begint. Of omgekeerd ...
Categorie:Plaatsen
18-11-2012, 00:00 geschreven door Micropteron
24-05-2012
Batalha
Wat verloren in een glooiend landschap ligt ter hoogte van Batalha het Klooster van de Heilige Maria van de Overwinning. Koning João I liet het bouwen als dank voor de overwinning van de slag bij het naburige Aljubarrota. Dat was op 14 augustus 1385 het toneel van één van de meest beslissende veldslagen voor de Portugese onafhankelijkheid. Het wordt er nog jaarlijks gevierd met een Middeleeuws feest.
De bouw van het klooster duurde 31 jaar, van 1386 tot 1517, de regeerperiode van zeven Portugese koningen. In dat laatste jaar besloot koning Manuel I de voorrang te geven aan een ander reusachtig bouwwerk, het Mosteiro dos Jerónimos in Belém bij Lissabon. Beide zijn gebouwd in de zogenaamde manuelijnse stijl, de Portugese laatgotiek. Het klooster van Batalha werd nooit helemaal afgewerkt.
De tombe van de opdrachtgever en zijn vrouw, Filippa Van Lancaster, bevindt zich in de Capela do fundador (Kapel van de Stichter). Onder een achthoekig lantaarnvormig bouwwerk liggen ze begraven omringd door een paar van hun prinselijke nazaten.
Het pantheon van koning Eduard is beter gekend als de Capelas Imperfeitas of de Onvoltooide Kapellen. Het was de bedoeling dat de daaropvolgende Portugese koningen daar samen begraven konden worden. Het ambitieus project achter het hoofdaltaar in een achthoek met grote ramen en spitsbogen reikte hoog naar een onbestaand dak. Want toen hij vier jaar later overleed bleef het bouwwerk onafgewerkt. In de één van de nissen werd toch nog de graftombe van het koninklijk echtpaar geplaatst.
In de Sala do Capítulo bevindt zich het graf van de Onbekende Soldaat, bewaakt door vier militairen. De binnentuin is omgeven door schitterend uitgevoerde kolommen, bogen en beeldhouwwerk. De prachtige glasramen en vensters zijn getuigen van een creativiteit gevoed door een ongekende rijkdom.
Op het plein naast het gebouw staat het standbeeld van de man wiens exploten aan de basis liggen van de bouw van dit klooster. Nuno Álvares Pereira (1360-1431) overwon met 5 500 Portugezen een overmacht van 31 000 Castilianen in de Slag bij Aljubarrota. Later werd hij karmeliet en bracht zijn verdere leven door met bidden en boetedoening.
Categorie:Plaatsen
24-05-2012, 00:00 geschreven door Micropteron
06-03-2012
Leiria
Van de Portugese steden zijn Lissabon en Porto de bekendste. Voetballiefhebbers zullen Braga wel kennen en de toeristen ook Coimbra en Faro. Maar plaatsen in het binnenland zijn dikwijls onbekend terrein. Ten onrechte, zo blijkt.
Leiria bevindt zich in het midden van het land ongeveer halverwege Porto en Lissabon. Het is een regionaal centrum dat goed bewaard en gemoderniseerd wordt. Eén van de blikvangers is zoals zo vaak in Portugese steden en dorpen - het Middeleeuwse kasteel. Maar dit exemplaar is wel een bijzonderheid.
De jonge eerste koning Afonso Henriques (1112-1185) liet er een kasteel oprichten tussen Coimbra en Santarém (1135), bovenop een hooggelegen rotswand ten zuiden van de samenvloeiing van de rivieren Lis en Lena. De nederzetting heette toendertijd al Leiria en lag op een verdediginglinie tegen de Moren. Hij werd het toneel van hardnekkige veldslagen maar honderd jaar later was het stadje al uitgegroeid tot de zetel van de Cortes, een vergadering van adel, clerus
en volk bijeengeroepen door koning Afonso III in 1254 en voorloper van het huidige parlement.
In de 17e eeuw raakten stad en kasteel in verval omdat het militaire belang verloren was gegaan. Franse troepen vernielden het onder Napoleon tijdens hun verblijf daar. Maar het werd erkend als nationaal monument in 1910, het jaar van het oprichting van de Portugese republiek. Vanaf dan tot de jaren 1990 werd het stuk voor stuk heropgebouwd, gerenoveerd en gerestaureerd tot een gebouw met meerdere functies.
Het kasteel is sindsdien open voor het publiek. De woontoren is nu een museum van archeologische voorwerpen en Middeleeuws wapentuig. Of je hoogtevrees kent kan je testen tijdens de beklimming van de 17 meter hoge toren, maar boven hou je een mooi zicht over op het kleurrijke voetbalstadion van União Leiria.
Het terrein is omringd met een verdedigingsmuur en dito torens. Daarbinnen ligt het koninklijk paleis, dat nu onder meer als evenementenzaal dienst doet, en de kerk Igreja de Santa Maria da Pena. Wat ervan overblijft laat een forse
kapel zien die in gebruik was bij de toenmalige koningen van het Huis Avis .
Het rechthoekige paleis van 33 op 21 meter bestaat uit drie verdiepingen geflankeerd door torens waarin - voor die tijd -
luxueuze sanitaire installaties. De bovenste etage is de audiëntiezaal vanwaar men door de bogengalerij kan genieten van een mooi zicht over de stad.
Het monument torent uit boven de stad en is te bereiken langs een steile weg. Vanop het centrale plein in de benedenstad is het paleis goed zichtbaar. s Avonds licht het op als een smeulend restant van een roemrijk verleden.
Over het kasteel doen drie legendes de ronden.
Toen de koning van plan was het te heroveren op de Moren observeerde hij de raven die er over vlogen. Volgens hem adviseerden ze hem te wachten op een meer geschikt moment. Tot hij slaagde in zijn opzet.
Een andere maakt gewag van een uitgedoofde vulkaan die de oorzaak zou zijn van een warmwaterbron onder het kasteel.
De laatste beweert dat er een geheime onderaardse gang zou zijn naar een kerk aan de andere kant van de stad.
Categorie:Plaatsen
06-03-2012, 00:00 geschreven door Micropteron
21-12-2011
Belmonte en Cabral
Zoals de naam het zelf laat uitschijnen (Mooie berg) is Belmonte een dorp opgetrokken in de lokale steen, het graniet, en bekroond met een kasteel waar de wieg stond van de zeevaarder Pedro Álvares Cabral die in 1500 Brazilië ontdekte.
De straatjes leiden onontkoombaar naar de hoogte waar het oude kasteel oprijst. Al in 1258 is er sprake van een hoge toren, muren en versterkingen. In de sobere architectuur is toch plaats gelaten voor een elegante venster in Manuelstijl met een wereldbol die de verdeling van de toenmalige wereld voorstelde tussen de mogendheden Spanje en Portugal. Overigens is dat een symbool dat men over heel Portugal tegenkomt op historische sites.
Het wapenschild van de familie Cabral daarenboven stelt twee geiten (cabras) voor. De vaandeldrager van die familie is Pedro Álvares Cabral, ontdekkingsreiziger en geboren in Belmonte in 1467.
Vlak bij het kasteel staat een romaans-gotisch kerkje waarin een granieten Pieta van een eenvoudige maar ontroerende schoonheid. Een kamer bezijden de kerk doet dienst als een bescheiden mausoleum voor de Cabralfamilie. De asse van Pedro Cabral bevindt zich echter in Santarém.
In Belmonte vestigde zich in de vijftiende eeuw een joodse gemeenschap. Toendertijd vluchtten ze voor de vervolgingen in Spanje en gingen ze wonen in huizen net buiten de muren van het kasteel. Deze wijk werd de Bairro dos Marrocos (wijk van de Marokkanen) genoemd. De inwoners toonden zich heel vindingrijk en opportunistisch om aan verdere vervolging te ontkomen. Portugezen eten graag worsten, maar dan van varkensvlees. Om dat taboe te omzeilen en tegelijk de indruk te wekken dat ze leefden zoals de andere dorpsgenoten aten ze worsten van kip en lamsvlees. Nu nog zijn de symbolen zichtbaar van de typische beroepen die in de gemeenschap werden beoefend. Zoals de schaar van een kleermaker, gegraveerd in sommige deurstijlen.
Van het leven en de persoonlijkheid van Pedro Álvares Cabral is weinig geweten. Behalve dat het één van de grote figuren was van de Portugese ontdekkingsreizen. Hij was de zoon van de hoofdopziener in het kasteel van Belmonte. Als elfjarige maakte hij al deel uit van de persoonlijke garde van koning João II. En hoewel hij geen ervaring in de zeevaart had koos koning Manuel I hem als commandant van een vloot van dertien schepen voor een tweede expeditie naar Indië. Het moest een vredes- en handelsmissie worden.
Ter hoogte van Kaap Verdië zeilde hij naar het zuidwesten op zoek naar land. Hij kwam terecht op onbekende grond en zond een boot beladen met papegaaien en bazielhout naar Lissabon om het bijzondere nieuws te melden. Het land werd Brazilië genoemd naar het overvloedig aanwezige hout. Later vestigde hij in het Oosten toch nog een handelsnederzetting.
Zelf vestigde hij zich na zijn terugkeer in Santarém waar hij in 1520 overleed. Zijn graf en standbeeld bevinden zich aan de Largo Pedro Álvares Cabral. Zijn huis, de Casa Brasil of Casa Pedro Álvares Cabral, is nu een cultureel centrum dat met behulp van een bibliotheek en culturele activiteiten speciale aandacht besteedt aan de Portugees-Braziliaanse relaties.
Categorie:Plaatsen
21-12-2011, 00:00 geschreven door Micropteron
06-09-2011
Piódão
Piódão is een dorp met 224 inwoners. Het ligt tegen een bergwand van de Serra do Açor. De huizen, gebouwd met muren van leisteen, schaliedaken en blauwgeverfde vensters en deuren, brachten de buitenwereld tot de bijnaam Aldeia Presépio (vrij vertaald kerstdorp). De mensen verbouwen er mais, aardappelen, bonen en wijn. Ze houden er schapen, geiten en bijen.
Tegenwoordig verlaten de meeste jonge mensen het dorp op zoek naar een beter leven aan de kust of in het buitenland. Terugkeren naar hun familie doen ze alleen nog tijdens de feestdagen.
De overheid probeert wel nog het bouwkundig erfgoed te bewaren. Het dorp kreeg daarom in de jaren tachtig van de vorige eeuw de prijs van het meest typische dorp van Portugal. Bovendien is het geklasseerd als onroerend goed met openbaar belang.
Categorie:Plaatsen
06-09-2011, 13:08 geschreven door Micropteron
08-06-2011
Fátima
Fátima is een plaats in Centraal-Portugal in de gemeente Ourém, ten noordoosten van de hoofdstad Lissabon. Nadat in 1917 op de 13e van de maanden mei tot oktober verschijningen van de Maagd Maria werden gemeld, veranderde het dorp in een bedevaartsoord. In 1944 werd een basiliek gebouwd.
Tijdens de dictatuur in Portugal verkondigden kerk en staat eensgezind dat de armen moesten berusten in hun lot en stimuleerden zij de Fátimacultus. Ze propageerden een mystiek visioen van drie herderskinderen Francisco, Jacinta en Lucia die werden voorgesteld als de uitverkoren gezanten van de maagd Maria.
In de media werd goedgelovigen angst aangejaagd. Kranten versloegen een sensationeel zonnewonder dat door 70.000 mensen zou bijgewoond zijn. Drie geheimen zouden toekomstige rampen aangekondigd hebben. Van dan af gingen pelgrims te voet en zelfs op hun knieën op weg naar Fátima. Het dorp ontwikkelde zich tot het nationale heiligdom van het regime.
Het bedevaartsoord werd toegevoegd aan de politieke retorica van Salazar in de leuze met de drie Fs: Fátima voor godsdienst, fadoliederen voor nostalgie en futebol (voetbal) voor de glorie van Portugal. In de jaren vijftig werd Fátima een ontmoetingsplaats voor s werelds leiders en reactionaire politici en zo mocht Salazar er in 1967 paus Paulus VI begroeten. In 1982 en 1997 kwam diens opvolger Johannes Paulus II er eveneens op bezoek, net als Benedictus XVI in 2009.
Op het plein van het bedevaartsoord liggen de verschijningskapel, die gebouwd werd op de plaats waar de verschijningen zouden plaats gevonden hebben, en een basiliek die de grandeur van de plaats onderstreept. Op een massale schaal worden er kaarsen gebrand en souvenirs gekocht. Overal zie je mensen verzonken in gebed of rondkruipend op de knieën als een soort boetedoening.
Categorie:Plaatsen
08-06-2011, 20:30 geschreven door Micropteron
27-05-2011
Mafra
Dom João V van Portugal (1689 1750) had de Franse Lodewijk de Veertiende als grote voorbeeld. Zijn aandacht werd opgeëist door de bouw van zijn Versailles, het grote paleiscomplex in Mafra. Ver van de drukte van het stedelijke gepeupel van Lissabon liet hij een gebouw oprichten in een stijl waarvoor het Spaanse Escorial van Filips II model stond. Door de reusachtige opbrengsten van de goudmijnen in de kolonie Brazilië hoefde hij daarvoor kosten noch moeite te sparen.
Het complex omvat een barokklooster met een kerk die geheel bij het koninklijke landgoed paste. De Bragançafamilie wilde in vroomheid niet onderdoen voor haar Spaanse buren. Daarom kregen de godshuizen een prominente plaats in het koninklijk paleis. De elegante suites en de stijlvolle binnenplaatsen pasten harmonieus bij de kostbare meubilering van de meer dan duizend kamers. Het majestueuze gebouw en de geometrisch aangelegde tuinen moeten de arme plattelandsbevolking met stomheid geslagen hebben. De geketende dwangarbeiders en de militairen die hen moesten bewaken boden aan de plaatselijke bevolking het jaar door werk omdat zevenduizend karren en trekdieren onderhouden en gevoederd moesten worden. Maar de hele bouw duurde dertien jaar en er werkten gemiddeld een slordige vijftienduizend mensen aan.
Indrukwekkend is de 88 m lange bibliotheek met zijn 36.000 banden, waaronder de eerste editie van 'Os Lusiadas' van Camões, toneelstukken van Gil Vicente en een drietalige bijbel uit 1514.
In zijn Memoriaal van het klooster beschreef José Saramago door de ogen van een arbeider hoe de bouw verliep.
Zijn brede traag oplopende stranden maakten Nazaré eertijds uitermate geschikt als vissersplaats. Toen vissen nog een ambacht was van stoere zeebonken en kleurige sloepen was het hier een gaan en komen van vangsten uit de Atlantische Oceaan. Portugal heeft altijd bekend gestaan als het land van de sardienen maar dat is intussen veranderd.
Het land zet veel middelen in op het toerisme. Een dorp als Nazaré ondervindt dat aan den lijve. Het strand is nu het domein van de zonnekloppers. Vrouwen in traditionele klederdracht lopen er allerlei prullen aan de bezoekers te slijten. Vissen worden er al lang niet meer aan land gebracht. Die worden nu voor de plaatselijke restaurants ingevoerd uit Spanje of uit landen die hun vissersvloot nog voor meer gebruiken dan voor de folklore.
Drogen van vissen vandaag op het strand van Nazaré is een restant van de vroegere visnijverheid.
Categorie:Plaatsen
22-05-2011, 00:00 geschreven door Micropteron
14-04-2011
Cabo da Roca
Cabo da Roca nabij Lissabon is het meest westelijke punt van het Europese continent. Alleen al daarom wordt het bezocht door menige toerist. Vanuit de lucht ziet het er zo uit.
De grote Portugese dichter Camões wordt op deze steen geciteerd: Hier waar de aarde eindigt en de zee begint...
De Atlantische Oceaan gezien vanop de Cabo da Roca.
Categorie:Plaatsen
14-04-2011, 00:00 geschreven door Micropteron
31-10-2010
Torre
Het hoogste punt op Portugees grondgebied is de Pico, de vulkaan op het gelijknamige eiland van de Azoren. Maar op het vasteland is dat de Torre, de hoogste berg van de Serra da Estrela.
De top ligt op 1 993 meter hoogte en is goed bereikbaar langs de weg die de steden Covilhã en Seia verbindt. Op het hoogste punt werd een toren (zie foto) gebouwd waardoor de mytische hoogte van 2 000 meter kon bereikt worden.
In de directe omgeving ligt een skistation dat populair is bij de Portugezen met belangstelling voor wintersport. Hoewel er winkels en horeca zijn liggen de logies in de omringende steden waarvan Covilhã, op 20 km afstand, de belangrijkste is.
De Portugezen vinden Viana do Castelo een van de mooiste steden van hun land. De stad zelf heeft een goed bewaard centrum met museumallures en nauwe straatjes waar de tijd stil lijkt te staan. Rondom deze kuststad strekt zich de Minho uit, de noordelijke regio waar de befaamde vinho verde geproduceerd wordt.
Het is het toneel van druk bijgewoonde feesten zelf beweren ze jaarlijks zeventig - waaronder de Romaria da Senhora da Agonia in augustus. Romarias zijn feesten met een religieuze sfeer die getuigt van een diepe devotie. Optochten over bloementapijten, stoeten met reuzen, een zeeprocessie, eet- en dansfestijnen en vuurwerk maken er vast deel van uit. Hoogtepunt van dit feest is de uitgebreide stoet van jonge meisjes die de lokale klederdracht tonen. De overdadige juwelen zijn van verfijnd goudsmeedwerk en worden met grote trots gedragen.
Categorie:Plaatsen
30-09-2010, 20:38 geschreven door Micropteron
22-05-2010
Miranda
In de loop van zijn geschiedenis moest Portugal voortdurend rekening houden met bemoeienissen uit het buitenland. Langs de grenzen werden daarom talloze versterkingen opgetrokken die nu veel bezochte dorpen en steden zijn. In het uiterste Noordoosten ligt, in de vallei van de Dourorivier, een stadje dat sinds de Middeleeuwen een buitenpost tegen Castilië (vandaag Spanje) is geweest: Miranda do Douro.
Dat het eertijds een belangrijk centrum was blijkt uit de grote kerk (zie foto) met sierlijk houtsnijwerk en het "Jezuskindje met de hoed" (Menino Jesus de Cartolinha) dat volgens de legende een Spaans beleg wist te breken. De inwoners spreken het Mirandees, een officiële taal die het midden houdt tussen Portugees en Spaans met invloeden van Latijn en Keltisch. Die laatste culturele bagage wordt nog altijd uitgedragen door de pauliteiros, dansers die in rok en met stokken (in het Portugees pau) een dans uitvoeren die begeleid wordt door doedelzakken. Er zijn verschillende varianten volgens de freguesia of deelgemeente.
Bekijk hier alvast een voorsmaakje uit Palaçoulo.
Categorie:Plaatsen
22-05-2010, 09:22 geschreven door Micropteron
17-01-2010
Het nationaal paleis van Queluz
Het koninklijk paleis van Queluz is een rococo-paleis uit de 18e eeuw. Verbouwd in 1747 van een jachtpaviljoen tot een heus paleis werd het met enige overdrijving het Versailles van Portugal genoemd. Het is vandaag een nationaal monument en een belangrijke toeristische bezienswaardigheid. In één van de gebouwen is een pousada (hotel) ingericht. Een vleugel wordt ook gebruikt als exclusief gastenverblijf voor staatshoofden die op bezoek zijn in Portugal.
De decoratie is in de meeste zalen van een koninklijke allure. Frescoschilderingen zijn aangekleed met weelderige spiegels, pleisterwerk en vergulde houtversieringen. Het parket bestaat uit tropische houtsoorten en aan de muren worden allerlei taferelen uitgebeeld op veelkleurige azulejos.
Die tegelversieringen vinden we ook in de tuinen waar een heus kanaal was aangelegd om de koninklijke bewoners te laten bootje varen.
Het paleis was indertijd te zien vanaf het lager gelegen Lissabon waar de gewone mensen met bewondering opkeken naar de fel verlichte gebouwen en het tot de verbeelding sprekende paleisleven. Vandaar de bewonderende uitroep Que luz! (Wat een licht!).