We konden onmogelijk weten hoe Portugal ons ooit in zijn greep zou nemen. Intussen zijn de meeste regio's vertrouwd terrein en hebben we Portugees gestudeerd. Tegelijk hebben we ons verdiept in de vele facetten van het land dat op een trotse manier zijn dramatisch verleden torst. Veel daarvan is bij ons nog te weinig bekend. Stukje bij beetje zullen we opdiepen wat dit land aan de rand van West-Europa geboetseerd heeft tot een boeiende gemeenschap van verrassende contrasten.
In het Portugal van de veertiende en de vijftiende eeuw werd iemand die voorheen jood of moslim was en zich tot het christendom had bekeerd marrano (Nederlands: maraan) genoemd. Deze bekering vond vaak plaats onder bedreiging, politieke druk en discriminatie. De term werd ook gebruikt voor gelovige joden die hun geloof in het geheim beleden.
Het woord marrano betekent in het Spaans tegelijk viezerik of varken. Het wordt door joden als zeer kwetsend ervaren, omdat voor hen het varken een onrein dier is.
Zij die er de voorkeur aan gaven om niet naar het buitenland te vertrekken maar in Portugal te blijven, moesten proberen de aandacht van hun Joods zijn afleiden. Vooral in tijden van de Inquisitie. Dat deden zij bijvoorbeeld door tezaterdagen (sjabbath sabado is Portugees voor zaterdag). Op zaterdag werden deuren en ramen van het huis opengezet, werd schoongemaakt en de was gedaan. Joodse winkeliers namen tijdens de middagrust in gezelschap van een hond plaats voor hun winkel en deden zich tegoed aan een varkensbout. Niet alleen aten zij onrein vlees, maar ze deden dat in gezelschap van een onrein dier.
De maranen lieten sporen na zoals merktekens in de vorm van gecodeerde Hebreeuwse letters die in muren of in deurposten zijn gekerfd. Vooral veel in Noord-Portugal. Stadjes zoals Seia en dorpen zoals Trancoso en Belmonte herbergen honderden Joodse tekens.
De maranen leefden eeuwenlang met hun Joodse geheim. Onlangs kregen zij van de Portugese regering een compensatie voor het geleden leed. Het parlement nam een wet aan die het voor Portugese Joden makkelijker maakt om terug te keren naar het land.
Categorie:Feiten
14-09-2016, 00:00 geschreven door Micropteron
15-05-2013
Arouquesa
Arouquesa is een Portugees runderras.
De schofthoogte van een koe bedraagt ongeveer 123 cm met een gewicht van 360 tot 430 kg. Een stier wordt 134 cm hoog en 700 tot 900 kg zwaar. Het is daarmee een vrij klein runderras. Ze zijn lichtbruin van kleur hoewel stieren donkerder kunnen zijn. De opvallende hoorns richten zich eerst naar voren en dan naar boven wat hen een vervaarlijk uiterlijk geeft.
Het vlees van de dieren was in de vorige eeuw zeer gewild in zowel Groot-Brittannië als Frankrijk. Het fijn geaderde vlees wordt nu nog hoofdzakelijk in Portugal gewaardeerd. Daar gelden deze dieren als een der beste rassen van vleesrunderen. Ze leven vrij lang en 16 tot 18 kalveren per koe zijn geen zeldzaamheid.
Arouquesarunderen worden vooral gekweekt in de streken rond Viseu, Aveiro, Porto en Braga.
Dit Arouquesarund graast in de weiden vlakbij het Serralvesmuseum in Porto.
Categorie:Feiten
15-05-2013, 00:00 geschreven door Micropteron
20-11-2012
Steltkluut
In Zuid-Portugal komt 's zomers een waadvogel voor die net een miniatuurooievaar lijkt. De steltkluut is goed herkenbaar aan de zeer lange rode poten, het witte lichaam en de zwarte vleugels. Niet dat we hem bij ons veel te zien krijgen. Hier komt hij alleen als het in het Zuiden te droog voor hem wordt. De Portugezen noemen hem "pernalonga" ofwel "langpoot". Deze exemplaren scharrelden hun kostje bijeen in het voorjaar van 2012 in de zoutpannen van de Ria Formosa.
Categorie:Feiten
20-11-2012, 19:20 geschreven door Micropteron
16-10-2012
Feira Afonsina
We schrijven 1125, de beginjaren van het koninkrijk Portugal en een periode van voortdurende conflicten. Afonso Henriques benoemde zichzelf tot ridder in eigen dienst in de kathedraal van Zamora en verzamelde een leger. Tijdens de oorlog van São Mamede nabij Guimarães (1128) overwon hij de troepen van de minnaar en bondgenoot van zijn moeder die hij gevangennam en voor eeuwig verbande naar een klooster in León. Na de roep om onafhankelijkheid door de inwoners, kerk en edelen van het graafschap werd Afonso Hertog van Portugal en alleenheerser. Hij bevrijdde het land van politieke afhankelijkheid van de Kroon van León en Castilië. Op 6 april 1129 riep Alfons zichzelf uit tot Prins van Portugal. In 1139 behaalde hij een geweldige overwinning in de Oorlog van Ourique. Direct daarna riepen zijn manschappen hem unaniem uit tot eerste Koning van het onafhankelijke Portugal.
Het dagelijks leven van die tijd is het kader van een herdenkingsfeest tijdens de Feira Afonsina die in van 14 tot 16 september 2012 in Guimarães werd gehouden. De hele stad was gemobiliseerd om die tijd uit te beelden met muziek, ambachten, straattheater, eten en drinken. Doordat Guimarães culturele hoofdstad van Europa is in 2012 werd dit feest extra luister bijgezet. We laten u zien waarvan we toen getuige waren.
Categorie:Feiten
16-10-2012, 00:00 geschreven door Micropteron
07-05-2012
Zeehaas
In de jachthaven van Faro, Algarve, zwom een zwart levend wezen rond als een sierlijke ballerina van 30 cm lang. Plots waren voor de omstaanders alle broedende ooievaarsnesten op daken en palen onbelangrijk geworden. Wat was dat? Een inktvis? Een zeeslak? Een plastieken zak?
Enig speurwerk thuis bracht aan het licht dat de zwarte zeehaas (lebre-do-mar preto) veelvuldig voorkomt in - onder meer - de Portugese wateren. Het is een planteneter waarvan diverse soorten over de planeet verspreid leven. Deze naakte zeeslak komt in verschillende varianten voor. Degene die we hier zien behoort vermoedelijk tot de familie Aplysia.
De zeeslak kan wel zo groot zijn als een echte haas, maar dankt eigenlijk zijn naam aan de voelsprieten op de voorzijde van zijn lichaam. Hij beweegt zich sierlijk voort op een wijze die we nog zien van andere zeeslakken. Ze komen voor in ondiep water op zandbodems en grazen er de algen en de wieren af. Er wordt beweerd dat ze gif opslaan uit blauwwieren waardoor ze gevaarlijk giftig zouden zijn. Maar echt bewezen is dat nog niet.
Categorie:Feiten
07-05-2012, 00:00 geschreven door Micropteron
21-02-2012
Tol
Op een aantal snelwegen in Portugal (SCUT) gebeurt de betaling van de tolgelden volledig elektronisch. Op die wegen zijn er dan ook geen poortjes meer voor de tolbetaling. Langsrijdende voertuigen worden door een tolpunt bij de oprit van de wegen geregistreerd. U kunt die wegen herkennen aan de melding Electronic toll only bij de oprit.
Over deze vorm van tolgelden is in politieke kringen zeer veel te doen geweest. Daarmee heb je, naast de tol die betaald wordt aan bedrijven die bepaalde autowegen beheren, ook een tolheffing aan de overheid op andere autowegen. Niet iedereen was daar gelukkig mee.
Welke zijn de wegen waarop SCUT moet betaald worden?
- A28 Snelweg Litoral Norte (tussen Porto en Vilar de Mouros/Caminha) - A24 - Snelweg Interior Norte (tussen Viseu en Chaves) - A4 Snelweg Porto/Amarante (tussen Matosinhos en Águas Santas) - A41 Circular Regional Exterior (buitenste ringweg) van Porto - A42 Snelweg Alfena-Lousada - A17 Snelweg Litoral Centro (kuststreek centrum) (tussen Mira en Aveiro) - A25 alleen de trajecten tussen Esgueira en Angeja (gebied rond Aveiro) - A29 Snelweg van de Costa de Prata (tussen Estarreja en Vila Nova de Gaia) - A25 - Snelweg Beira Litoral/Beira Alta (tussen Aveiro en Vilar Formoso) - A23 - Snelweg Beira Interior (tussen Torres Novas en Guarda) - IC3 - tussen de snelweg A23 en Tomar, de trajecten Atalaia, Asseiceira en Santa Cita - A22 - Via do Infante (tussen Lagos en Castro Marim)
De tolgelden kunnen op verschillende manier worden geïnd.
Bestuurders kunnen een elektronische uitrusting per kenteken vooraf aanschaffen of huren bij een servicestation langs de snelweg of bij een postkantoor. Deze uitrusting is gekoppeld aan het kenteken van een voertuig en kan niet in een andere voertuig worden gebruikt.
Een tijdelijke elektronische uitrusting is de beste oplossing voor kort verblijf in het land en voor voertuigen met een buitenlands kenteken. Daarvoor wordt een huurcontract getekend in een invorderingsloket bij de servicestations langs de snelwegen, in een postkantoor of in een winkel van Via Verde Portugal".
Betaling zonder elektronische uitrusting kan ook. Een Prepaid kaart voor 3 dagen is alleen geldig voor voertuigen met een buitenlands kenteken. Ze is te verkrijgen bij postkantoren, Payshop-winkels, op de luchthaven van Porto en via internet op http://portagens.ctt.pt
Betaling achteraf kan alleen voor voertuigen met een Portugees kenteken. Als het voertuig geen elektronische uitrusting heeft als hij langs het tolpunt komt, zal een afbeelding van het kenteken van de auto worden opgeslagen totdat de tolbetaling heeft plaatsgevonden.
De betaling kan gebeuren bij een postkantoor. Als de betaaltermijn is verlopen zonder betaling wordt dat gezien als overtreding en zal de bestuurder een boete worden opgelegd.
Als u een auto huurt, vraagt u dan naar de wijze waarop de elektronische tolheffing betaald moet worden. In de wet is vastgelegd dat bedrijven die auto's zonder chauffeur verhuren, de tolkosten mogen doorberekenen aan hun klanten.
Al aan het einde van de twaalfde eeuw kwamen de eerste Portugezen naar België in het zog van Mathilda van Portugal, de dochter van koning Alfonso I, die in 1177 trouwde met de Graaf van Vlaanderen, Filips van de Elzas. Enkele jaren later in 1212 deed Ferdinand van Portugal, zoon van koning Sancho I, dat over met Johanna van Constantinopel, de dochter van Boudewijn IX. Beide huwelijken lokten veel Portugezen naar Vlaanderen om er handel te drijven.
Drie eeuwen later trouwde Isabella, de koningsdochter van Jan I van Portugal, met Filips de Goede in Brugge. Haar gevolg bestond uit tweeduizend Portugezen die zich vlot wisten te integreren en algauw bevoorrechte posities innamen in het sociale, culturele en economische leven van de stad.
Toen Het Zwin verzandde en de economische activiteit van Brugge verschoof naar Antwerpen verhuisde de Portugese kolonie mee. Haar privileges in de handel en het bankwezen nam ze natuurlijk mee. Sommigen ontpopten zich tot invloedrijke burgers en mecenassen van onder meer Rubens. In die tijd werd Vlaanderen druk bezocht door buitenlandse diplomaten en kunstverzamelaars. Dat verklaart waarom belangrijke schilderijen van grote kunstenaars uit de Lage Landen in Lissabon, in Evora en op de Azoren belandden. Onder meer Jheronimus Bosch genoot een gretige belangstelling.
In de negentiende eeuw was de geroemde Portugese schrijver en toneelauteur Almeida Garrett de eerste ambassadeur van Portugal in het koninkrijk België. Tijdens de eerste wereldoorlog kwamen enkele duizenden Portugese soldaten de geallieerde rangen versterken en lieten er het leven.
In de jaren zestig van de twintigste eeuw kwam de eerste grote migratiegolf naar België op gang. Om de dictatuur en de armoede te ontvluchten gingen arbeiders uit de Portugese mijnstreken werken in de mijnen van Luik, Henegouwen en Limburg. Anderen deden dat in de Waalse steengroeven. De tweede grote golf deed zich voor naar aanleiding van de toetreding van Portugal bij de Europese Unie in de jaren tachtig. Het verschil tussen beide was dat in de jaren zestig eerst de mannen kwamen met een arbeidscontract in de hand en dat ze later hun gezin lieten overkomen. Bij de tweede golf kwam de partner al direct mee. Veelal zonder uitzicht op werk in een periode met grote werkloosheid.
Vandaag mag men al spreken over drie generaties Portugese migranten. En elke generatie heeft zijn eigen kenmerken. De eerste was laaggeschoold, maar de tweede en zeker de derde maakte grote vorderingen. Integratie was praktisch onbestaande bij de eerste generatie, redelijk bij de tweede en volledig bij de derde. De hogere scholingsgraad en de kennis van de landstalen, vooral het Frans, waren daarin beslissend.
Portugezen in België hebben een handelsgeest. Van de veertigduizend zijn er een groot deel zelfstandige of werkgever. Het aantal hooggeschoolden blijft jaar na jaar toenemen. Ouders vinden de vorming van hun kinderen belangrijk. En drie kwart van de huwelijken zijn gemengd.
De Portugese gemeenschap kent een levendig verenigingsleven. Over de hele wereld blijkt het er zo aan toe te gaan. Het zou de problemen van de nieuwe migranten helpen overwinnen. Feesten en sport worden enthousiast met de landgenoten meebeleefd. Maar vooral artiesten worden zeer gewaardeerd en voortdurend worden culturele initiatieven genomen. Fadozangers en zangeressen bijvoorbeeld zakken geregeld af naar het buitenland om de saudade van het thuisland te bezingen.
25 april 1974 is een datum die bij de Portugezen in het collectieve geheugen gegrift staat. Het is de dag van de militaire opstand tegen de dictatuur van Salazar en het begin van de Anjerrevolutie en de democratie. Portugese soldaten namen toen posities in het centrum van Lissabon in en dwongen het regime geweldloos op de knieën.
Iemand was begonnen met rode anjers uit te delen aan de militairen. Zij staken die in de loop van hun geweer. Zo zou de Anjerrevolutie aan zijn naam zijn gekomen. Een andere (film)versie vertelt dat een soldaat een bloemenhandelaar opmerkte die met bloemen op weg was naar de opening van een hotel. Hij stak daarvan een rode anjer voorop in zijn wapen, waarna anderen zijn voorbeeld volgden.
De krant Diário de Notícias berichtte over die dag.
Lissabon rustig ondanks troepenbewegingen
Het was min of meer de gewone gang van zaken die ochtend in Lissabon. Mensen op weg naar hun werk met allerlei vormen van vervoer. Velen leken niet te beseffen wat aan de gang was, hoewel het veel kalmer was dan gewoonlijk omdat een deel van de bevolking gehoord had van de staatsgreep op de nationale radio Rádio Clube Português (RCP).
Veel anderen merkten het wanneer de blokkades van soldaten in de benedenstad Baixa, rond het radiogebouw, aan het Comércioplein en nabij de luchthaven hen beletten naar hun werk te gaan. Ze begonnen gesprekken met de soldaten maar die mochten geen informatie geven. Orders van hogerhand.
Aan de oostkant van de Comércio liepen kleine groepjes burgers nieuwsgierig rond. Een paar schoten werden gehoord uit de richting van de Cais do Sodré. Maar het bleef rustig bij de ferry terminal.
Encarnação vanuit Lissabon geblokkeerd
Troepen hadden de toegangswegen naar de luchthaven geblokkeerd en een antitankwapen opgesteld bij het radiostation. Aan het rond punt van Encarnação hield het leger de voertuigen uit de richting van Lissabon naar het Noorden sinds 9 uur staande.
Door de verwarring van de eerste uren was het vaak onmogelijk een onderscheid te maken tussen de opstandelingen en de troepen die regeringsgebouwen verdedigden. De kazernes bleven dicht hoewel er binnenin ongewoon veel activiteit was.
Weinig politie op straat
De inwoners van Lissabon begonnen stilaan te beseffen wat aan het gebeuren was. Groepen mensen kwamen bijeen om informatie uit te wisselen of te praten over wat ze zelf gezien hadden.
Eén ding was wel duidelijk: nooit was zo weinig politie te zien geweest. Met uitzondering van de verkeerspolitie, hoewel ook die maar hier en daar opdoken. Waar ze wel aanwezig waren was op het kruispunt van de Avenida Fontes Pereira de Melo en de Avenida António Augusto de Aguiar waar de oproerpolitie de weg versperde naar de politiehoofdkwartieren.
Voor de rest was alles min of meer normaal hoewel er toch tekenen van onrust waren.
Stormloop naar de winkels en de banken
Duizenden mensen verkozen om niet te gaan werken maar opvallend was wel de stormloop naar de voedingswinkels, de banken, de supermarkten en overal waar voeding en andere noodzakelijke dingen te koop waren.
In vele delen van de stad vormden zich lange rijen mensen die voedsel wilden hamsteren. Zij vreesden wellicht dat de toestand zou blijven duren en de winkels gingen sluiten.
Wanneer de banken openden probeerden veel klanten geld af te halen maar spoedig werden orders gegeven om dat te verhinderen en de banken sloten alweer.
Hoe dan ook, voor veel inwoners van Lissabon woog de vrees voor een direct conflict tussen de legereenheden niet op tegen hun drang om getuige te zijn van de gebeurtenissen.
Ministerie van Defensie bezet maar Parlement lijkt normaal
Na tien uur s ochtends bleek het Ministerie van Landsverdediging aan de Cova da Moura bezet. Sinds dageraad was het verkeer er ongewoon druk geweest.
In het Parlement in São Bento leken geen speciale veiligheidsmaatregelen getroffen te zijn. Alleen de gebruikelijke Nationale Republikeinse Garde (GNR) kon men zien zitten. Ook in hun kazernes was de toestand niet veel anders gewoonlijk met de poorten gesloten en de wachten buiten.
Schoten in de vroege ochtend bij het TV-station
De bezetting van regeringsgebouwen had plaats gevonden bij dageraad, even voor drieën en blijkbaar zonder tegenstand.
Enkele schoten waren afgevuurd bij de kantoren van de staatstelevisie in Lumiar rond vier uur. Automatisch geweervuur werd vier of vijf keer gehoord maar niemand wist waar. Een luidspreker maande de soldaten aan tot kalmte, zei dat er geen gevaar was en wees op de persmededeling die de RCP ging uitzenden. Verder werden alleen nog een paar schoten gehoord in de buurt van de luchthaven.
Verboden zones
In de uren die verstreken werden alleen de verboden zones uitgebreid. Terwijl eerst de straten dichtbij het Comércioplein werden afgesloten, was tegen 9 uur de hele benedenstad vanaf de Róssio verboden terrein. Aan de oostzijde konden de ferries nog wel aanleggen maar aan de andere kant waren barricades geplaatst juist voorbij de Avenida Infante D. Henrique.
Het leger riep het publiek herhaaldelijk op om naar huis te gaan. Maar de sfeer was verre van gespannen. Soldaten en burgers stonden samen opgewekt te praten.
Speciale troepen nabij Cristo Rei
Het wegverkeer op de brug over de Taag verliep normaal. Maar er was minder omdat mensen steeds meer de raad opvolgden om rustig binnen te blijven.
Een grote troepenmacht kwam intussen samen bij het Christusstandbeeld aan de rivier en ontplooide diverse artilleriewapens. Drie ervan werden gericht naar Lissabon en de Taag. Een andere naar de tolkantoren op de autoweg.
Vele toeschouwers kwamen naderbij om vanaf de afrastering de bewegingen van troepen en militaire voertuigen te bekijken. De omstaanders werden aangemaand om naar huis te gaan zodat ze niet in de weg zouden lopen.
Tezelfdertijd kwamen de NAVO-schepen die in de Taag voor anker lagen in beweging. Juist op tijd voor de gezamenlijke militaire oefeningen op zee die ochtend...
Hieronder een gefilmd verslag van die dag in de straten van Lissabon
Foto: Ponte 25 de Abril of de '25 aprilbrug' heette oorspronkelijk Ponte Salazar. Na de revolutie werd ze herdoopt om de revolutie te herdenken.
Categorie:Feiten
23-04-2011, 00:00 geschreven door Micropteron
07-04-2011
Economie
Van de 15de eeuw tot de Anjerrevolutie in 1974 was Portugal een koloniale grootmacht. De economie was hoofdzakelijk gebaseerd op de handel met zijn kolonies in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Toen was Portugal één van de machtigste landen in de wereld.
In 1822 werd Brazilië als eerste kolonie een onafhankelijk land. Portugal slaagde er nog in om zijn Afrikaanse koloniën in bezit te houden tot 1974. Maar na de Anjerrevolutie werd het land getroffen door chaos. De industrie stopte plots en alle grote sectoren van de economie, zoals de mijnbouw, de landbouw en de visserij, kwamen in een dal terecht. Hierdoor werd het land met de snelste groei in West-Europa, het land met de traagste groei. Deze daling werd nog versterkt door een massale emigratie van goede werkkrachten.
In 1986 werd Portugal lid van de Europese Unie. Vanaf dat jaar lag de gemiddelde jaarlijkse groei van de economie boven de 4%. Portugal had daarmee opnieuw de snelst groeiende economie van de EU. De Europese geldelijke steun zorgde er bovendien voor dat de infrastructuur en de wegen verbeterden. In 2002 voerde het samen met 15 andere landen de euro in.
Toch blijft Portugal één van de armste landen van Europa. De leerplicht geldt maar tot 14 jaar en er zijn te weinig leerlingen die hun middelbare school afmaken. Het lage opleidingsniveau belemmert de groei. Ook de lonen zijn relatief laag. En in verhouding tot ons land zijn de sociale voorzieningen weinig ontwikkeld.
Het land voert meer in dan het uitvoert. Er wordt nog gewerkt met weinig productieve methoden, zeker op het platteland. Het economische herstel houdt bovendien het gevaar in van stijgende prijzen terwijl de mensen nauwelijks méér verdienen.
Een aanzienlijk deel van het land is gewijd aan de landbouw. De belangrijkste producten zijn graan, maïs, bonen, rogge, rijst, aardapppelen, olijfolie en wijn. Toch moeten veel voedingsmiddelen worden ingevoerd omwille van de achtergebleven technologie en de slechte infrastructuur.
Ongeveer 34% van de totale grondoppervlakte is bedekt met bossen. De meest voorkomende bomen zijn dennen, kurkeiken, steeneiken en eucalyptus. De helft van de wereldproductie van kurk is afkomstig van Portugal.
De visserij is van groot belang voor de voedselvoorziening en de uitvoer. Portugal heeft een goed onderhouden wegennet maar het spoorwegennet is niet uitgebreid. Daarom gaat zeer veel handel over zee. De belangrijkste havens bevinden zich in Lissabon en Porto. Er wordt vooral gevist op sardines, tonijn, inktvis, kabeljauw en schaaldieren.
Het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten. Jaarlijks bezoeken tussen de 10 en 20 miljoen mensen het land. 10% van de bevolking werkt in de toeristische industrie. De meest bezochte plaatsen zijn de Algarve, Lissabon en Porto.
Categorie:Feiten
07-04-2011, 19:52 geschreven door Micropteron
05-11-2010
Verkeer in Portugal
Dankzij aanzienlijke overheidsinvesteringen zijn de wegen in goede staat. Toeristische regio's kregen veel aandacht, maar ook de landelijke gebieden werden goed bedeeld. De meeste autosnelwegen zijn tolwegen. Je neemt een ticket aan één van de portagens op de opritten en betaalt bij het verlaten van de snelweg.
Portugese automobilisten hebben de reputatie een agressieve rijstijl te hebben. Ze zouden weinig rekening houden met andere weggebruikers, vooral de zwakkere voetgangers en fietsers. Aan de statistieken van verkeersdoden en gewonden te zien lijkt dat te kloppen, maar al in de negentiger jaren was ik in Setúbal aangenaam verrast toen de vinnige chauffeurs consequent op het rempedaal gingen staan vóór een zebrapad wanneer een voetganger ook maar aanstalten maakte om over te steken.
Het aantal verkeersdoden is de laatste jaren gedaald maar Portugal heeft nog steeds één van de hoogste cijfers voor dodelijke verkeersongevallen in de Europese Unie.
Bron: CARE (EU road accidents database), Europese Commissie, Directoraat-Generaal voor Mobiliteit en Transport, juli 2010.
De maximumsnelheden zijn: 120 km/u op autosnelwegen, 100 km/u op de vias rápidas, 90 km/u op gewone wegen en 50 km/u binnen de bebouwde kom. De verkeersreglementen komen grotendeels overeen met de Belgische. Zo mag je bijvoorbeeld tijdens het rijden alleen een GSM gebruiken met een handenvrij systeem. Je mag niet meer dan 5 pro mille alcohol in het bloed hebben en niet onder de invloed van drugs rijden.
Net zoals in België is een reflecterend jasje aan boord verplicht. Het moet binnen handbereik zijn en mag niet in de koffer bewaard worden. Telkens je de auto onderweg verlaat moet je het aantrekken.
Bij een ongeval moet je de politie oproepen. Je mag de voertuigen niet verplaatsen. Als je een beroep doet op een pechdienst, controleer dan best eens of de hulp die opdaagt wel degelijk door de gecontacteerde dienst gestuurd werd.
In drukke straten en parkings zijn zelf aangestelde arrumadores de carros actief. Ze wijzen (al of niet legale) parkeerplaatsen aan en rekenen daarvoor op een fooi. Meestal gaat het om dompelaars die er echter niet voor terugschrikken om de auto van een onwillige chauffeur te beschadigen. De Portugezen geven zelf meestal een halve euro.
Een kritisch humoristische kijk op "het verschijnsel":
Website van de Autoridade Nacional da Segurança Rodoviária: http://www.ansr.pt/
Categorie:Feiten
05-11-2010, 00:00 geschreven door Micropteron
31-07-2010
10 Portugese kenmerken
1. Etenstijd Portugese restaurants sluiten van 3 uur s middags tot 7 à 8 uur s avonds. Tussendoor kan je wel een kleine snackbar of een fastfoodrestaurantje open vinden, maar een echt goede maaltijd moet je zoeken tijdens de gewone openingsuren. (Op de foto Cervejaria Trindade in Lissabon)
2. Betalen voor brood en olijven Het restaurant serveert je onmiddellijk een bordje met lekker brood, olijven en boter, soms aangevuld met sardienenpasta, kaas of hesp. Als de rekening komt zal je merken dat alles wat je dan aangeraakt hebt apart bij te betalen is. Goed om weten voor wie nutteloze discussies over de rekening wil vermijden.
3. Drugdealers in Lissabon Ook de inwoners van Lissabon zelf hebben er een hekel aan, de drugdealers in de wandelstraten en de cafébuurten die iedereen aanklampen om hasjiesj of iets anders te kopen. En die kan het niet schelen wie er staat op te kijken. Gewoon ferm nee zeggen, ook als ze je blijven achtervolgen, tot ze eindelijk doorhebben dat het je menens is.
4. Portugese autobestuurders Men zegt wel eens dat er een kleine rallyrijder schuilt in elke Portugees. Misschien een beetje overdreven maar feit is dat de dodentol op de Portugese wegen één van de hoogste van Europa is. Daar tegenover staat dat ze zeer welwillend zijn als ze moeten stoppen voor een zebrapad.
5. Service In een familierestaurant of een kleine winkel zal men je graag ter wille zijn. Maar de werknemers van de winkelketens en de horecazaken hebben het heel moeilijk om zich wat in te spannen voor hun klanten. Misschien dat de lage lonen in Portugal er iets mee te maken hebben?
6. Het is er goedkoop Vergeleken met West- en andere Zuid-Europese landen is Portugal bijzonder goed geprijsd. Zeker als je de platgetreden toeristische paden verlaat. Uit eten gaan en openbaar vervoer spannen de kroon. Geen wonder dat de Portugezen zo veel op restaurant te zien zijn.
7. Wijn en eten Portugese wijn is bijzonder lekker en goedkoop. En je vindt er alles, stevige rode Douro met klasse en landwijn van de Alentejo, de jonge sprankelende vinho verde en de zoete honinggele Moscatel, de Madeira- en de portowijnen. Daarenboven is de Portugese keuken om van te smullen! Sardienen, inktvis en zeevruchten, maar ook heerlijk varkensvlees. En de nagerechten zijn zoet maar in een overweldigende variatie.
8. Vriendelijke mensen Portugezen zijn een verbazend aangenaam volk. En naarmate je ze beter leert kennen wordt duidelijk hoe extreem gastvrij ze zijn. Ze zullen je thuis uitnodigen of op een feest dat ze met grote regelmaat organiseren. Op straat negeren ze nooit een vriendelijke groet en als je de weg zoekt zullen ze de uitleg doen met handen en voeten.
9. Ze spreken nauwelijks vreemde talen. De meeste jonge Portugezen spreken vrij aardig Engels. Maar dan vooral in de plaatsen die toeristen bezoeken. De zeldzame senioren die ooit elders in Europa gewerkt hebben kunnen nog een mondje Frans spreken. Maar daarbuiten zijn vreemde talen volslagen onbekend. En dan blijkt juist dat de vreemdeling die probeert zich uit de slag te trekken met enkele woordjes Portugees kan rekenen op de grootste sympathie.
10. Het land en zijn bezienswaardigheden Portugal heeft alles. De geschiedenis, de architectuur, de kunst, de natuur. Het is teveel om op te sommen maar of je nu gaat surfen in de Algarve, skiën in de Serra da Estrela, shoppen in Lissabon of wandelen op Madeira, altijd zal het land je bijblijven als een wonderbaarlijke herinnering aan een geslaagd verblijf.
Categorie:Feiten
31-07-2010, 00:00 geschreven door Micropteron
04-06-2010
Ontdekkingsreizen
De Portugese ontdekkingen vormen een essentiële periode in 's lands geschiedenis. Enerzijds zijn ze een bron van intense nationale trots en van een benijdenswaardig cultureel erfgoed. Anderzijds leidt het besef van wat in het verleden werd gepresteerd en nu onherroepelijk voorbij is tot de triestige weemoed die de Portugees vandaag kenmerkt.
In chronologische volgorde hebben zij de volgende plaatsen verkend en enthousiast proberen te koloniseren.
1418 Madeira 1427 Azoren 1434 Cabo Bojador (Westelijke Sahara) 1444 Cabo Verde 1460 Guinéa (West-Afrika) 1471 Mina (Ghana, West-Afrika) 1475 São Tomé en Principe 1483 Congo 1483 Angola 1488 Kaap de Goede Hoop 1497 Natal (Zuid-Afrika) 1498 Quelimane (Mozambique) 1498 Calcutta (Indië) 1500 Madagascar 1500 Terra Nova (Newfoundland, Noord-Amerika) 1500 Porto Seguro (Brazilië) 1502 Cananea (Mexico) 1505 Ceylon 1507 Ormuz 1509 Damão (Indië) 1509 Malakka 1511 Pegu (Birma) 1512 Molukken 1512 Timor 1514 Rio da Prata (Zuid-Amerika) 1514 Kanton (China) 1516 Gangesrivier 1525 Palau (Stille Oceaan)
Het Padrão aos Descobrimentos is een monument ter ere van de Portugezen die bijdroegen tot deze ontdekkingen. Het bouwwerk is 52 meter hoog en heeft de vorm van een schip met gebolde zeilen. Op het plein is een straatmozaïek aangelegd in de vorm van een windroos met daarin een wereldkaart waarop de ontdekkingsreizen zijn uitgetekend. Het is een geschenk van de republiek Zuid-Afrika. Het monument staat aan de kade van de Taag in Belém.
Aan het hoofd van het monument staat Infante D. Henrique (1394 1460). Deze Hendrik De Zeevaarder was zelf geen grote reiziger maar wel een enthousiaste financier van de ontdekkingsreizigers. In Sagres stichtte hij een zeevaartcentrum dat leidde tot de eerste ontdekkingen.
Op de rechterzijde van het monument staan van achter naar voor:
Cristovão da Gama (zeekapitein, zoon van Vasco da Gama)
Categorie:Feiten
04-06-2010, 00:00 geschreven door Micropteron
25-05-2010
Espigueiros
In het Noorden van het land, voornamelijk in de regio Minho, wordt een vrij primitief systeem van droging en opslag van landbouwproducten nog altijd veelvuldig toegepast: de espigueiros. Het is een bouwwerkje van gewoonlijk granietsteen en een houten lattenwerk bedoeld om granen en mais te drogen buiten het bereik van knaagdieren. De constructie is heel luchtig opdat de in de herfst geoogste granen droog opgeslagen blijven gedurende de vochtige winter.
In de 18e en 19e eeuw werden ze op grote schaal gebouwd waardoor een deel van het sociaal leven in een dorp zich daarrond ook ging afspelen. Om de goddelijke bescherming over de inhoud af te roepen werd op vele een sokkel met een granieten kruis geplaatst.
Identieke espigueiros zijn ook te vinden in het Spaanse Galicië. Gelijkaardige bouwwerken zijn - weliswaar onder een andere benaming - te vinden in de rest van Spanje en zelfs in de Scandinavische landen.
Foto: Een groep van 24 espigueiros in Soajo, door de overheid geklasseerd als een bouwwerk van openbaar belang.
Categorie:Feiten
25-05-2010, 16:11 geschreven door Micropteron
17-05-2010
Als toerist overnachten
Als je niet echt belangstelling hebt voor massatoerisme en niet de behoefte aan waterparken, winkelcentra en eetcafé´s in de buurt, dan is het turismo rural misschien iets voor jou. Portugal biedt veel mogelijkheden voor deze vorm van toerisme. Mooie quintas in de heuvels of aan een rivieroever, ouderwetse casas in kleine plattelandsdorpjes of rurale hotels zijn allemaal in groten getale aanwezig. Het Noorden van het land leent zich uitstekend voor plattelandstoerisme. Het nationaal park Peneda-Gerês in de nabijheid van de steden Braga, Viana do Castelo en Vila Real bijvoorbeeld. Maar ook op Madeira zijn deze vakantiehuizen goed vertegenwoordigd (foto).
Wie op zoek is naar eenvoudige en betaalbare logies kan in een pensão terecht. In alle steden zijn ze te vinden. Grote luxe moet je er niet zoeken en de ligging is evenmin altijd optimaal, maar wie rondtrekt en het contact met de bevolking zoekt zal daar wel zijn gading vinden.
De goedkopere hotels doen niet (altijd) mee aan de sterrencultus maar bieden de basisuitrusting aan de hongerige en vermoeide toerist. Een residencial is schoon, vaak gezellig en comfortabel. De prijzen zijn democratisch te noemen.
Zoals elk land dat een groot deel van zijn inkomsten haalt uit het toerisme, heeft Portugal een goed uitgebouwd net van hotels dat beantwoordt aan de internationale standaarden. De kwaliteit is doorgaans uitstekend en de prijzen van een Europees niveau.
Om het cultuurhistorisch erfgoed te beschermen kregen waardevolle gebouwen zoals kastelen of kloosters een hotelfunctie als pousada. De financiering gebeurde door de overheid. Langzaamaan wordt de uitbating toevertrouwd aan privébedrijven. Ze zijn niet goedkoop maar de kwaliteit is wel buitengewoon. Enkele mooie voorbeelden zijn het kasteel van Palmela ten zuiden van Lissabon, het hotel Dona Maria I in het paleis van Queluz en het kasteel van Óbidos ten noorden van de hoofdstad. Plaatsen met een bijzondere landschappelijke waarde worden ook al eens bedacht met een pousada. Die van Alijó is gewijd aan de Dourorivier en haar wijnstreek. De pousada van Gerês heeft een schitterend uitzicht over het plaatselijke stuwmeer.
Op Allerheiligen van 1755 was Lissabon het Haïti en Chili van 2010. De aarde trilde even vóór tienen in de ochtend. De kerken zaten vol gelovigen en de missen waren volop aan de gang. De eerste schok zou door de geologen van vandaag geschat zijn op 9 op de schaal van Richter. Maar ook de naschokken hadden een enorme vernietigende kracht. Ze duurden ruim twee uren lang en herleidden 85% van de gebouwen in de stad tot puin. Volgens getuigen van toen was de golf die na de beving kwam twintig meter hoog en maakte ze 600 dodelijke slachtoffers onder de menigte die het ongewone spektakel kwam bekijken aan de Taag die bezaaid was met de wrakken van vaartuigen die daar in de loop der jaren gezonken waren. De branden duurden vijf dagen lang. De grote gebouwen, paleizen en kloosters, volgestouwd met kunstschatten, bibliotheken en kunstgalerijen, het operagebouw dat pas was ingehuldigd, hadden wel aan de eerste aardschokken weerstaan maar werden verslonden door het vuur. Van de 275.000 inwoners die Lissabon toen had stierven er 90.000. Op de vraag En wat nu? antwoordde een legerofficier De doden begraven en de overlevenden verzorgen. De toenmalige minister van buitenlandse zaken, later eerste minister, de markies de Pombal, kreeg de historische eer van deze gevleugelde woorden en van de prestatie om de stad in recordtijd te herbouwen.
Na ruim 250 jaar ontkomt je als Portugalbezoeker niet aan de herinnering van die ramp. Ook het geheugen van de Haïtiaan en de Chileen zal voor een paar honderd jaar getekend zijn.
Categorie:Feiten
28-04-2010, 23:07 geschreven door Micropteron
21-04-2010
Twisten tussen buren
Dat twee landen die zo nauw met elkaar verbonden zijn geen meningsverschillen (meer) zouden hebben is een illusie die we hier uit de weg ruimen.
De geschiedenis van het Iberisch Schiereiland staat bol van de confrontaties tussen Portugal en Spanje. Aan wederzijdse aanspraken op grondgebied kwam een einde in 1385 met de overwinning van de Portugezen op de Kastilianen in de Slag bij Aljubarotta (zie afbeelding). Als dank voor de goddelijke hulp werd het schitterende gotische klooster van Batalha opgericht. Problemen met de troonsopvolging en met de uitbreidingsdrang van de Habsburger Filips II leidden tot de vereniging van beide landen in 1580 voor een periode van 60 jaar. Nadien werd de soevereiniteit van Portugal niet meer aangetast, ten ware bij een paar recentere kleine opstootjes.
Olivença is een grensstadje tussen Portugal en Spanje. Het was Portugees sinds 1297 tot het bezet werd door de Spanjaarden in 1801 en afgestaan door Portugal in het Verdrag van Badajoz. Portugal beweert dat dit verdrag niet meer geldt sinds de onafhankelijkheidsoorlog van 1807 tegen Napoleon.
Het stadje Táliga heeft zich in 1850 afgescheiden van Olivença en zit nu ook mee in het dispuut.
De Spaanse publieke opinie heeft geen belangstelling voor het probleem. In Portugal wordt het wel aangewakkerd door drukkingsgroepen die het geregeld onder de aandacht proberen te brengen.
In 1904 werden de eilandjes Ilhas Selvagens verkocht aan een Portugese bankiersfamilie. Even later liet Spanje onder Portugees protest - weten dat ze ingelijfd werden bij de Canarische Eilanden. In 1959 toonde het World Wildlife Fund interesse en sloot een akkoord met de erfgenamen. In 1971 stelde Portugal er een natuurreservaat in, behorend bij Madeira. Twee bewakers wonen er permanent en de eilanden worden er alleen bezocht door biologen. Nu en dan zijn er nog incidenten met overvliegende Spaanse militaire vliegtuigen en illegaal vissende boten die leiden tot spanningen.
Categorie:Feiten
21-04-2010, 00:00 geschreven door Micropteron
07-04-2010
Kurk
Wereldwijd zijn er ongeveer 2.200.000 hectares kurkbos (33% in Portugal en 23% in Spanje). De kurk wordt gewonnen uit de schors van de kurkeik (Quercus suber) in Portugal en de landen rond de Middellandse Zee (Portugal 51%, Spanje 26%, Italië 7%, Marokko 6%, Algerije 4%). De jaarlijkse productie is ongeveer 340.000 ton.
In Portugal wordt het vooral in de zuidelijke regio's Alentejo en Algarve geoogst. De montados vormen daar een cultuurlandschap dat het resultaat is van menselijke activiteiten als kurkschorswinning, verzamelen van eikels als dierenvoer, beweiding en landbouw.
Wanneer de kurkeik ongeveer 25 jaar oud is begint men de schors te schillen. De eerste twee oogsten produceren een mindere kwaliteit. Na het schillen wordt de schors verwerkt tot producten van kurk. Het duurt 9 jaar voordat de schors weer zo dik is dat er opnieuw kan worden geoogst. De bomen leven ongeveer 200 jaar.
De kurkindustrie wordt algemeen als milieuvriendelijk beschouwd door de duurzaamheid van de productie en de gemakkelijke herbruikbaarheid van de kurkproducten.
Kurkstoppen worden gebruikt voor ongeveer 60% van de 20 miljard flessen wijn die ieder jaar geproduceerd worden. Op 28 november 2007 heeft de Portugese nationale post (CTT) s werelds eerste postzegel uitgegeven die gemaakt is van kurk.
Is de rijkste Portugees, 75 jaar oud, wiens fortuin volgens de Forbes lijst van s werelds miljardairs 40 miljard dollar waard zou zijn. Daarmee staat hij op de 212e plaats van de wereld.
Hij maakte van de kleine kurkfabriek die zijn grootvader begon in 1870 de grootste kurkproducent van de wereld, Corticeira Amorim, die nu ook belangen heeft in onroerend goed en toerisme.
Hij bezit nog 50% van de groep. Nu is hij vooral bezig met uitgebreide investeringen in bankzaken en energie waaronder 7% in de Spaanse Banco Popular, 28% in het investeringsgroep Finpro, 25% in de bank Banco Internacional de Crédito Angola, 18% in het vroegere Portugese staatsenergiebedrijf Galp en 25% van Tom Ford, een luxe modeontwerper. Hij heeft ook land in het noorden van Brazilië dat hij voor toerisme wil ontwikkelen. Met zijn twee broers heeft hij nu een bedrijf opgericht dat voordeel wil halen uit de financiële crisis en noodlijdende bedrijven wil overnemen.
Categorie:Feiten
17-03-2010, 00:00 geschreven door Micropteron
10-03-2010
Lonen in Europa en Portugal
Het Portugese onafhankelijke weekblad Visão (http://aeiou.visao.pt/) maakte een vergelijking van de minimumlonen in de Europese landen. Dat geeft een idee van de verhoudingen in koopkracht tussen de Europeanen.
Portugal bevindt zich nu niet meteen aan de staart van de Europese minimumlonen, maar het blijft wel achter bij de landen waarmee het de naaste betrekkingen heeft.
In de Oost-Europese landen liggen de minimumlonen het laagst, met Bulgarije aan de staart. De Zuid-Europeanen ontvangen hogere lonen maar de Portugezen behoren daar bij de laagverdieners.
Ierland was tot en met de zeventiger jaren van de vorige eeuw een zwak economisch broertje maar dank zij een explosieve groei in de digitale industrie moet het qua lonen alleen het belastingparadijs Luxemburg laten voorgaan. Het stapeltje rechts geeft de loonhoogte weer in de Verenigde Staten.
Klik op de afbeelding. Bron: Visão>
Categorie:Feiten
10-03-2010, 00:00 geschreven door Micropteron
17-02-2010
Portugalo
Portugalo is een merk van de meest uiteenlopende artikelen die speciaal zijn bijeengebracht ten behoeve van Portugese en buitenlandse toeristen.
Het gaat volgens de verkoper om een reeks producten die de tradities en de geschiedenis van Portugal weergeven en die in het land zelf gemaakt worden.
De artikelen zijn te herkennen aan hun eigenzinnige presentatie. Er zijn keukenkruiden en azulejos, zeepproducten en souverniers van Fátima, schildersets voor t-shirts en artisanale beeldjes.